Beste artivist,
Door Anissa Boujdaini, op Thu Jan 31 2019 23:00:00 GMT+0000Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week vraagt Anissa Boujdaini de artiest-activist om zijn of haar aandacht voor hete maatschappelijke kwesties niet te beperken tot de kunst alleen.
Hier staan we dan. Naast elkaar, over elkaar, bij elkaar in de buurt. Ik met mijn vaak maatschappijkritische gedichten, jij met de jouwe. Of met jouw activistisch lied, jouw illustraties of welke vorm van strijdkreet ook. Fighting ‘the good fight’. Wat dat ook moge betekenen.
We verwerken (of proberen dat toch) ons activisme in onze kunst en omgekeerd. Dat doen we soms heel bewust, maar ook onbewust – het voelt als een tweede natuur. We móeten spreken, iets doen wanneer we verontwaardigd en boos zijn, wanneer we proberen te overleven in net die structuren die ons bestaansrecht aanvallen. Wat we doen, is onze pijn proberen te kristalliseren tot minimeesterwerkjes waarmee we een nieuwe dag doorkomen.
De geboorte van ons activisme vindt plaats in de schoot van onze artistieke expressie.
Vaak, nog voor er van enig samenspel sprake is, vindt ons activisme haar eigenste beginpunt in die kunstvormen. Bij elke nieuwe creatie groeit ons gevoel voor meer gelijkheid in de samenleving waar we deel van uitmaken als artiesten.
In onze kunst start ons bewustwordingsproces over niet alleen onszelf, maar ook over de omgeving rond ons en de posities die we daarin (kunnen) belichamen. De geboorte van ons activisme vindt plaats, nog voor we het goed beseffen, in de schoot van onze artistieke expressie. Maar nog vaker vindt het daar ook haar dood.
Eergisteren sprak Sa-Roc, een van de meest onderschatte lyricisten die de hiphopwereld rijk is, een groep Belgische artiesten en activisten toe in ccBe, het cultuurcentrum van Berchem. Tijdens een uitwisselingsmoment georganiseerd door ‘Nuff Said en het Sociaal Fonds van de Podiumkunsten had ze het als maatschappijkritische emcee onder meer over ‘performative activism’.
Sa-Roc noemde het ‘hashtag activisme’: trendy topics van verontwaardiging worden gekaapt door mensen die zich meer bekommeren om hun online aanwezigheid dan om de onderwerpen waarover ze nieuwe statussen plaatsen.
Trendy topics van verontwaardiging worden gekaapt door mensen die zich meer bekommeren om hun online aanwezigheid dan om die topics zelf.
Dit hashtag activisme belemmert Sa-Roc op geen enkele manier in haar eigen boodschappen, maar ze wijst wel op de verantwoordelijkheid die samenhangt met de platformen die eenieder gebruikt om een publiek toe te spreken.
Ook vorig jaar vond al zo’n uitwisselingsmoment plaats en werd een gelijkaardig onderwerp besproken, toen met Britse rapper Lowkey. Hij erkende de oppervlakkigheid van een ‘trendy activisme’, maar nog belangrijker vond hij een groeiende bewustwording rond de vele sociale problematieken die onze landen rijk zijn. Als dat ‘trendy activisme’ meer mensen bereikt, dan is het bestaan ervan ergens nog wel oké, vond Lowkey.
Ik snap dat punt, maar vind dergelijk machiavellistisch denken tegelijkertijd wat moeilijk te aanvaarden, wat jij?
Opinieschrijver en fotograaf Jared Zachary definieert ‘performatief activisme’ als ‘well-intended political gestures that overall have no real substance’. If you’re confused on what that might look like in real life, some examples are: rainbow-colored Oreos, people wearing safety pins and that one co-worker who is constantly throwing out social justice buzzwords without knowing what they actually mean.’
Spoken word artiesten zonder enig maatschappijkritisch werk zijn een beetje zoals pre-Trump Kanye West zonder ghostwriter.
Deze definiëring valt samen met wat curator Kayleigh Bryant-Greenwell erover schreef naar aanleiding van MASS Action: museum as site for social action, een onderzoeksproject van o.a. The Minneapolis Institute of Art naar activisme binnen musea. Ook Bryant-Greenwell wees al snel op de beperkingen en nadelige effecten van performatief activisme:
I point to the limitation of ineffective activism in museums in this specific situation, not to diminish the spirit of activism in museums. In fact, I want to see activism greatly expanded within our field. But I want true activism. Activism that is centered in action. (…) Performative activism is highly visible, highly praised, but empty of strategy and impact. It is marches, rallies, viral hashtags, and grand displays of social cohesion around an issue. These efforts do not have a measurable impact of change. (…) Without a radical action plan, our shows of force are dismissed as unimportant and ineffective.
Spoken word artieste Aja Monet tenslotte deelde begin januari volgende tweet:
All the words on stage. In een genre als spoken word, ooit ontwikkeld door dichters als The Last Poets, is een kritische analyse over de samenleving inherent aan de kunstvorm. Spoken word artiesten zonder enig maatschappijkritisch werk zijn een beetje zoals pre-Trump Kanye West zonder ghostwriter: ze bestaan wel, maar meh.
Vele spoken word artiesten, zowel beginnend als gevorderd, uiten zich op hun podium natuurlijk wél maatschappijkritisch, daar ligt het probleem niet. Het probleem ontstaat wanneer elke kritische analyse zich tot dat podium beperkt. Wanneer die analyse stopt als ook het applaus uitdooft.
Zie je hoe dat lege performatieve activisme erg vaak terugkomt in verschillende artistieke uitingen, van musea tot dichterspodia?
Zo’n theatraal activisme wekt de illusie van actie, maar is er eigenlijk volledig leeg van. En zo krijg je dan dichters, curatoren, museumdirecteurs, filmmakers, … die linksheid en anti-oppressie claimen op podia of via hun medium, maar daarbuiten ongelijkheid in stand houden – ofwel door er actief aan bij te dragen, ofwel door niets wezenlijk te doen om het te bevechten. Activisme als een acte de présence.
Zie je, beste artivist, hoe dat lege performatieve activisme erg vaak terugkomt in verschillende artistieke uitingen, van musea tot dichterspodia? We merken het niet altijd, maar krijgen het allemaal voorgeschoteld.
Hopelijk, beste artivist, ben jij niet zo. Ik beloof dat ik daar nooit vanuit zal gaan, al moet ik tegelijk meegeven dat ik een gezonde dosis wantrouwen en een ongezonde dosis paranoia koester. En hopelijk, beste artivist, zal ik dat wantrouwen steeds eerst naar mezelf richten vóór ik het naar iemand anders richt.
Maar vooral, in de woorden van Zachary: ‘While social justice being a mainstream focus has provided opportunities for learning, and highlighting important issues, I hope 2019 is the year that we all dive deeper into our political practices.’
Warme groet,
Anissa