Beste bildungsburger

Door Rudi Laermans, op Wed Feb 15 2023 23:00:00 GMT+0000

Men heeft u al ontelbare keren doodverklaard, maar dat is overjaars nepnieuws uit de pomoschool. U bent zelfs zo springlevend dat u niet eens geweten wil hebben dat u een bildungsburger bent.

Steevast verkijken u en men zich op het oude bildungsburgerdom, op zeg maar de door u verfoeide canonmens die argeloos liefhebbert in het theater van Shakespeare of Schiller, zwaarmoedig zwijmelt tijdens het luisteren naar Wagner, en het verzameld werk van Thomas Mann een moeilijk te overtreffen literair summum vindt. Allemaal namen van witte mannen, inderdaad, en ook nog eens voornamelijk Duitse. Bildung is niet voor niks een oosterbuurs woord dat de verheffende uitwerking van de kunsten op haar minnaars beklemtoont. Met die nadruk op het innerlijke rendement van cultuurparticipatie distantieerde de Duitse burgerij zich tijdens de negentiende eeuw van het adellijke ideaal van hoffelijkheid: de waardering van goede manieren of ander uiterlijk vertoon. Maar laat ik niet gaan schoolmeesteren, dat doet de bildungskunst al voldoende.

U wil maatschappelijk relevant theater dat de toeschouwer op a slap in the face trakteert.

U ergert zich dus aan de oudere medemens die in een concertzaal zonder boventiteling de liedteksten van Schuberts Winterreise in zich opneemt. U stoort zich aan de wijsneuzerige stijl waarin iemand tijdens de pauze het zonet gespeelde Vierde Strijkkwartet in D van Sjostakovitsj quasi-achteloos duidt vanuit ’s mans ambivalente relatie met het stalinisme. Nou ja, dat beeld ik mij zo in, aangezien u haast nooit een concertzaal betreedt. ‘Klassieke muziek is voor witte bourgeois’, punt aan de lijn: uw oordeel, niet het mijne, ook al grasduin ik graag in zowat alle uithoeken van het popuniversum.

Edoch. Kijk eens goed naar uzelf in de spiegel.

U wil maatschappelijk relevant theater dat de toeschouwer op a slap in the face trakteert. U wil de realiteit van allerhande minderheden op het podium gerepresenteerd zien, liefst gekruid met enige autobiografische informatie die voldoende authenticiteit garandeert. U wil films ‘die over iets gaan’, geen vormelijke liflafjes of escapistisch divertissement.

U verlangt vlotte leesbaarheid plus af en toe een scheut ontroering.

Waarom wil u kritische, geëngageerde, politieke kunst? Juist, ja, vanuit het geloof dat kunst de mens kan cultiveren door het voorhouden van idealen als gelijkheid of rechtvaardigheid doorheen de confrontatie met een daarvan verschillende (fictionele!) realiteit. Dat credo, zoveel is meteen duidelijk, ligt in het directe verlengde van het burgerlijk humanisme. U geeft daar wel een meer inclusieve draai aan. Ziehier het verschil tussen oud en nieuw bildungsburgerdom: voorheen had men het over de abstractie genaamd mensheid, u is het daarentegen te doen om meer artistieke aandacht voor onderdrukte of kwetsbare sociale groepen, voor in de marge verloren gelopen individuen, of voor nog altijd te vaak onder de theatermat geveegde thema’s als de ecocatastrofe.

U bent dus wel degelijk een late nakomeling van de eertijdse bildungsburger. Ook voor u moet kunst beleren, ook u houdt er een pedagogische verhouding met de kunsten op na. Niks belangeloos welbehagen, en al helemaal geen vrijblijvend lees- of kijkgenot: artistiek puritanisme is u net zomin vreemd als de canonmens die belcanto weinig meer dan vocaal geflierefluit vindt. Dat er plezier kan schuilen in het achternazitten van haperende betekenissen, acht u bijzonder onwaarschijnlijk. U verlangt vlotte leesbaarheid plus af en toe een scheut ontroering.

Net als de oudere bildungsburger leert u in de eerste plaats wat u al bevroedt: weinig of niets dus.

U bent evenzeer een bildungsburger door die spontane waardering van de melange van boodschapperigheid en sentimentaliteit. Die mix is cruciaal: precies door de combinatie van een geëngageerde inhoud met emotionele retoriek wordt u geraakt en komt de boodschap binnen, bevloeit die missive uw innerlijke moestuin en sorteert ze een vormend effect. Of dat ook langdurig is? En of er nu ook écht iets wordt geleerd?

Net als de oudere bildungsburger leert u in de eerste plaats wat u al bevroedt: weinig of niets dus. U applaudisseert voluit voor politiek geladen statements omdat u ze al kent en reeds betrokken bent, althans in uw denken (in uw doen kan die inzet stevig sputteren: u hebt al zoveel omhanden). Verdere vorming dankzij eerdere: het is de pointe van iedere bildungsroman, die ook laat zien dat de gebildete mens door kunstdeelname inderdaad een ontwikkelde burger en geen gevaarlijke revolutionair wordt. Bildung is voor alles een zaak van identificatie, niet het minst met gedeelde waarden: de pedagogische verhouding met het kunstwerk is een spiegelrelatie.

U verdedigt gewoon een nieuwe bildungscanon die eveneens insluiting met uitsluiting combineert.

U blijft ook een vooruitgangsgelovige: bildung-nieuwe-stijl is beter dan bildung-oude-stijl. Die overtuiging voedt een soms hilarische cultuurstrijd die, naar bekend Bourdieusiaans recept, bij alle deelnemende partijen samengaat met sociale distinctie en persoonlijke zelfverheffing. Het wapengekletter impliceert tevens een bijwijlen hard symbolisch geweld: u verdedigt gewoon een nieuwe bildungscanon die eveneens insluiting met uitsluiting combineert. Het voornaamste slachtoffer was en blijft het kunstgenot-om-niets, het spel waarin niets anders op het spel staat dan het spelen zélf (dat de bevrijde mens een homo ludens is die speelt-om-niets met alles, lijkt mij nochtans de evidentie zelve).

Voor alle duidelijkheid: ik deel uw waarden, te beginnen met die van inclusiviteit, maar het uitdragen daarvan is uiteraard geen vreedzame bedoening en veronderstelt een hard universalisme. Dat botst met uw preferentie voor sociale harmonie en uw luidop beleden cultuurrelativisme. Dan misschien toch beter enige zelfreflexiviteit, ook trouwens over die veronderstelde wereldverbeterende kracht van kunst.

Dat maakt de kern van haar bildungsfunctie uit: kunst als moreel appel voor wie al wat letters heeft gegeten.

Kunstparticipatie is sociaal gezien een dode mus. Door de bank genomen bereikt ze in de eerste plaats een nogal specifieke groep van langgeschoolden, ook wanneer er veel mensen van kleur of uit de LGBTQIA+-cultuur in de zaal zitten (dat is gewoon een empirische vaststelling: de uitzonderingen ofte outliers bevestigen de statistische regel). De directe maatschappelijke impact van de kunsten tendeert daarom naar zero; indirect ligt dat natuurlijk anders: kunst herbevestigt het weten van de haar consumerende gewetens. Dat maakt de kern van haar bildungsfunctie uit: kunst als moreel appel voor wie al wat letters heeft gegeten. Disclaimer: ik heb het mordicus niet over de bredere maatschappelijke functie van kunst. Die komt neer op het al dan niet kritisch spelen met betekenissen, zij het tegen de prijs van fictionaliteit – maar dat is hier niet mijn onderwerp.

Ik begrijp waarom u zo moeilijk (h)erkent wie u bent: de vanzelfsprekendheid van de eigen kring en haar parolen maakt maatschappelijk bijziend. Daardoor is uw rechtschapen artistieke idealisme meermaals zodanig blind voor haar historische en sociale inbedding dat het resulteert in een zuur smakende cocktail van ideologie en hypocrisie.

Kunst veredelt – maar niet elk individu: meestal int de nobele ziel die over de nodige culturele contanten beschikt dat dividend.
Kunst veredelt – maar niet de maatschappij: die blijft wat ze is nadat een kunstwerk heeft gezegd dat ze moet veranderen.

Vriendelijke groeten
Rudi Laermans