Beste Elif Shafak

Door Maureen Ghazal, op Thu Nov 05 2020 23:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag pent een van onze vijf vaste online correspondenten een brief. In haar brief richt Maureen Ghazal zich tot de Turks-Britse auteur Elif Shafak. ‘We zullen een nieuw woordenboek moeten samenstellen om tot een universele taal te komen die we allemaal verstaan en waarin we ons gehoord voelen.’

In je recent verschenen essay ‘Zo houd je moed in een tijd van verdeeldheid’ schrijf je dat er de laatste maanden in je woonplaats Londen verschillende tekstborden opdoken met de vraag Als dit allemaal voorbij is, hoe wil je dan dat de wereld eruitziet? Van alle haastig geschreven krabbels viel je één zin op: IK WIL GEHOORD WORDEN.

Wij bestaan uit verhalen, schrijf je: herinneringen, diepste gedachten, open wonden. Wanneer we die verhalen niet kunnen vertellen worden we buitengesloten. Als we onze stem verliezen gaat er iets in ons dood.

Wanneer we onze oren afsluiten is het lastig een ander te horen en ook zelf gehoord te worden.

Maar gehoord willen worden is onlosmakelijk verbonden met bereid zijn te luisteren, schrijf je. Wanneer we onze oren afsluiten is het lastig een ander te horen en ook zelf gehoord te worden. ‘Zodra we stoppen met luisteren naar afwijkende meningen, stoppen we ook met leren.’

Ik moet denken aan een aflevering van Zomergasten met schrijver en actrice Nazmiye Oral. Ik vond het een verademing naar de uitzending te kijken: er lagen zachte woorden, kracht en respect in. Nazmiye sprak over nader tot elkaar komen, ook wanneer je mijlenver uit elkaar ligt. Want juist dan is het belangrijk de ander mens te maken en niet meteen weg te vegen. En die beweging kost moeite, zegt ze. Het kan voor wrijving zorgen, maar het is belangrijk dat we die beweging maken.

Tegenwoordig presenteren veel gesprekken zich als dialogen terwijl het eigenlijk eenzijdig gepraat is

Natuurlijk is de manier van spreken van belang. Tegenwoordig presenteren veel gesprekken zich als dialogen terwijl het eigenlijk eenzijdig gepraat is. Zo worden er in talkshows regelmatig gasten uitgenodigd die lijnrecht tegenover elkaar staan; vaak genoeg spelen mediapanels hierop in om kijkcijfers te trekken. En eveneens gebeurt het in de politiek. Ieder zegt wat hij of zij denkt om het daar vervolgens bij te laten. De oprechtheid en verbinding die een talkshowhost of politicus kan aannemen om een diepgaand gesprek van betekenis te voeren, blijft geregeld uit. Op die manier zijn het monologen waarna eenieder nog meer in het eigen gelijk gaat staan.

Je schrijft dat dat eigen gelijk wordt versterkt door algoritmes die onder andere op social media worden gebruikt en ons dagelijks meer van onze eigen voorkeuren voorschotelen. Ruimte voor dialoog wordt weggenomen, we komen niet nader tot elkaar. De vraag: hoor je bij ons of bij hen? wordt regelmatig gesteld. Alsof de wereld is opgedeeld in gekaderde groepen en er niks tussenin bestaat.

Je bent geboren in Frankrijk, opgegroeid in Turkije, hebt een deel van je vroege jeugd in Spanje en Amerika gewoond en woont tegenwoordig in Engeland. De vraag ‘Waar kom je vandaan’ kreeg je vaak te horen. Lange tijd wilde je die vraag niet gesteld krijgen. Je wilde antwoorden met ‘Ik kom van meerdere plekken’. Je wilde antwoorden dat je uit vele steden, culturen, herinneringen en verhalen komt. Maar degene die de vraag stelde zou daar waarschijnlijk geen genoegen mee nemen. Je kende het riedeltje als een vragenlijst waar maar één antwoord mogelijk was. In een tijd van snelheid was er geen tijd voor uitgebreide antwoorden, er was niet de bereidheid te luisteren naar jouw verhaal.

Ook ik krijg geregeld de vraag waar ik vandaan kom. Wanneer ik antwoord dat ik in de Nederlandse polder ben geboren, wordt direct op mijn bruine krullen gewezen.

Ook ik krijg geregeld de vraag waar ik vandaan kom. Wanneer ik antwoord dat ik in de Nederlandse polder ben geboren, wordt direct op mijn bruine krullen gewezen. ‘Ja maar ik bedoel: waar kom je echt vandaan?’ Op zulke momenten twijfel ik waarom en hoe ik het zal formuleren. Wanneer ik uiteindelijk antwoord dat mijn ouders twee verschillende culturen dragen maakt dat het voor velen nog verwarrender. ‘En wat voel je je dan het meest?’, is de beslissende vraag.

‘Ik heb mijn leven lang mijn best gedaan nergens bij te horen’, zegt Nazmiye in de Zomergasten-uitzending. Ze vertelt zich een mutant te voelen, mede door haar Turks-Nederlandse achtergrond; ze is meerdere dingen ineen en juist dat maakt haar mens.

Een mens is gelaagd, schrijf je, die lagen bestaan uit verschillende ideeën, gevoelens, herinneringen en verlangens. We zijn vloeibare entiteiten die zich continu ontwikkelen, aanpassen en veranderen. Wanneer je in een hokje wordt geplaatst kan je eigen waarheid je worden ontzegd.

Toen ik je essay las, bedacht ik me dat bereid zijn te luisteren inderdaad een fundament is. Wanneer er niet wordt geluisterd is het spreken in het luchtledige; losse woorden die de ruimte in worden geslingerd zonder een ontvanger te vinden. Ik zie een lucht voor me met een wirwar aan lijnen die tegen elkaar opbotsen in plaats van rond elkaar bewegen.

Ik heb behoefte aan verbinding, oprechte en diepgaande gesprekken die tot nadenken stemmen.

Ook ik ervaar een heftige en chaotische wereld, met veel (mis)informatie, hard gepraat en lege woorden. Mijn hoofd tolt bij de dagelijkse stroom aan artikelen en video’s en de reacties daarop die verharden. Ik heb behoefte aan verbinding, oprechte en diepgaande gesprekken die tot nadenken stemmen.

Het klinkt mooi en als iets om naar te streven: met elkaar spreken, elkaar laten uitpraten, ruimte krijgen om je mening te geven en die op je beurt weer afstaan aan een ander om daarop te reageren. Toch vraag ik me bij het lezen van je essay telkens af hoe je kunt omgaan met iemand die fundamenteel van je verschilt?

In een interview dat in september in de Volkskrant verscheen stelt Maartje Laterveer je eenzelfde vraag. Zo zeg je dagelijks met die vraag bezig te zijn en te weten dat er bepaalde waarden zijn die je altijd moet verdedigen. Tegelijkertijd blijf je benoemen dat mensen door ontmoetingen en gesprekken kunnen veranderen en nader tot elkaar kunnen komen. Hoe meer betrokkenheid, hoe meer kans op nieuwe systemen. ‘Het is misschien ijdele hoop, maar het is hoop. Onze enige’.

Ons woordenboek staat in brand, schrijf je. Dat waar zolang op geleund is blijkt niet meer houdbaar en verschillende bladzijden zijn inmiddels verschroeid. Mede door de pandemie staat veel op los zand, of eigenlijk legt de pandemie de knelpunten bloot die al die tijd al in onze samenleving bestonden.

Dit is een kruispunt, een tussenfase, een overgangsgebied gevuld met een hoop onzekerheid, angst en woede. We hebben het idee dat onze stem langzaam wegsterft in de hectiek van alles wat er om ons heen gebeurt. Maar dat overgangsgebied, die tussenfase kan ook een uitkomst bieden om de verschroeide pagina’s te vervangen en onze ideeën over de wereld te herdefiniëren.

Je schrijft dat in Anatolië zo’n overgangsgebied als het domein van de djinns kan worden gezien: wezens die bestaan uit rookloos vuur en die berucht zijn om hun grilligheid. In onzekere en angstige tijden kunnen inderdaad kwade geesten opduiken zoals populistische demagogen die goed gedijen in en aansturen op een gepolariseerde maatschappij. Maar, zeg je: het kan ook een andere kant opgaan: één van een humanistische geest en meerstemmigheid.

We zullen een nieuw woordenboek moeten samenstellen om tot een universele menselijke taal te komen die we allemaal verstaan

Als schrijver geloof je in de herscheppende kracht van verhalen om mensen samen te brengen en meer empathie en wijsheid te creëren. ‘Wanneer we ons proberen in te leven in andere levens dan de onzen, krijgen we een voorstelling van de rijkdom en complexiteit van andere identiteiten.’

We zullen een nieuw woordenboek moeten samenstellen en daarin alle talen opnemen om uiteindelijk tot een universele menselijke taal te komen die we allemaal verstaan en waarin we ons gehoord voelen.

Het begint met een veelheid aan stemmen. Het begint met het luisteren naar die veelheid en de ruimte geven elkaar te laten uitspreken. Het begint met het vertellen van een verhaal. Het begint met al die lijnen in de lucht die niet botsen maar rond elkaar bewegen.