Beste Erwin Olaf

Door Sam De Wilde, op Fri Mar 01 2019 08:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week richt Sam De Wilde zich tot Erwin Olaf, de Nederlandse fotograaf die onlangs hekelde dat hij in bepaalde kringen verguisd wordt. ‘Dat ik u kut vind, beste Erwin, komt omdat uw oeuvre met één woord samen te vatten valt: kitsch.’

Ooit klaagde u over het officiële gebrek aan aandacht voor uw fotografie. Vandaag staan journalisten aan te schuiven om u te spreken, smeken koningshuizen om een staatsieportret van uw hand en slaan musea massaal uw foto’s in. Aan de vooravond van uw zestigste verjaardag is de aandacht voor uw werk en uw persoon ongezien groot.

Toch blijft er altijd wel iets om over te klagen natuurlijk: ‘In bepaalde kringen van hedendaagse kunst staan ze, al bij het horen van de eerste lettergreep van mijn naam, te roepen dat ze me kut vinden’, zo meldde u onlangs nog aan de Vlaamse krant De Standaard.

Dat ik u kut vind, beste Erwin, komt omdat uw oeuvre met één woord samen te vatten valt. Dat woord is kitsch.

Welaan, ik geloof dat ik tot die bepaalde kringen behoor en dat is niet bepaald omwille van een afkeer van de lettergreep ‘Er-’. Dat ik u kut vind, beste Er-win, komt omdat uw oeuvre met één woord samen te vatten valt. Dat woord is kitsch. Om het met acht woorden uit het Handwoordenboek van hedendaags Nederlands te zeggen: ‘onechte kunst die van een vals sentiment getuigt.’

Als ze bij Van Dale ooit prentjes zoeken om naast die definitie te plaatsen, kunnen ze lukraak kiezen uit Grief, uw fotoreeks uit 2007 waarin afgelikte modellen in afgeborstelde kleren afgemeten poseren in afgewogen interieurs. De foto’s dateren uit de tijd waarin uw werk zogenaamd genuanceerder werd met de introductie van zwaarwichtiger thema’s, maar nooit eerder werden complexe menselijke emoties als droefenis en verdriet zo gratuit herleid tot een combinatie van koele licht, wegkijkende blikken en valse tranen. Het is fotografie die pretendeert te peilen naar gevoelens, maar enkel geïnteresseerd is in zichzelf.

Uw fotografie pretendeert te peilen naar gevoelens, maar is enkel geïnteresseerd in zichzelf.

Onechtheid en vals sentiment zijn wat uw oeuvre typeert. De vroege Robert Mapplethorpe-imitaties uit de tijd waarin uw werk nog ‘rauw’ werd genoemd? Kitsch. De eindeloze reeks schaamteloos ijdele zelfportretten? Kitsch. De herensceneringen van schilderijen van oude meesters? Kitsch. De portrettenreeks van de Nederlandse koninklijke familie? Kitsch van een soort waar gewone kitsch niet eens meer mee gezien wil worden.

Niet dat u geen goed observator zou zijn. Naar Mapplethorpe heeft u goed gekeken, kitschcollega Annie Leibovitz is nooit veraf, in uw beste ensceneringen duikt af en toe een streepje Jeff Wall op en in uw soberste portretten steekt heel af en toe wat Düsseldorfse school de kop op. Maar wat al die puur voor de vorm geleende elementen verbindt, wat van al uw beelden echte Erwin Olaf-foto’s maakt, is de gloss. Die verschrikkelijke saus van theatrale pose en blinkende belichting waarmee u elke mogelijke vorm van oprechtheid bij voorbaat verandert in nietszeggende reclame voor het merk Olaf.

U verwart kunst met kunstmatig, Erwin Olaf, maar dat hoeft geen probleem te zijn. Daar hebben we immers Instagram voor.
Sam