Beste Fleur Pierets

Door Neal Leemput, op Wed Mar 11 2020 23:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag pent een van onze vijf vaste online correspondenten een brief. Deze week schrijft Neal Leemput een bedankingsbriefje aan de Vlaamse kunstenaar en journalist Fleur Pierets. ‘Jij wakkerde opnieuw een vuur aan dat door nietsvermoedende sceptici in de kiem was gesmoord.’

Afgelopen week sprak je tijdens een salonsessie in De Studio ‘over activisme’. Je vertelde over het boek dat je schreef over de liefde van je leven: Julian. Over hoe jullie als kunstproject zouden trouwen in alle 22 landen waar het homohuwelijk toen toegestaan was. En over hoe je wereld instortte toen Julian na het vierde huwelijk plots stierf.

Je vertelde ook over hoe jullie in de kantlijn van het trouwproject naast alle positieve reacties ook moesten afrekenen met haatberichten en doodsbedreigingen. Maar in plaats van door verslagenheid overmand te worden, werd je kwaad. En daar, zei je in je lezing, ben je vandaag nog steeds dankbaar voor. Want het bezorgde jou het vuur, de kracht en de moed om opnieuw op de barricaden te gaan staan. Er is namelijk nog zoveel werk te doen.

Maar is dat wel zo? Is het niet allemaal oké tegenwoordig? Je hebt toch dezelfde rechten als hetero’s vandaag de dag? Voor de duidelijkheid: dat zijn niet mijn woorden. Ik parafraseer wat vermoedelijk het meest gehoorde riedeltje is wanneer ik zeg dat ik werk, schrijf en theater maak rond gender en LGBTQ-gerelateerde thema’s. Ik hoorde het zo vaak dat ik zelf begon te twijfelen.

Een paar jaar geleden kroop ik impulsief in mijn pen. Omdat ik het gevoel had dat ik mijn verhaal kwijt moest en dacht dat ik iets kon vertellen wat mensen aan het denken kon zetten. Ik schreef een opiniestuk over het dorp waar ik opgroeide, het dorpscafé van mijn vader en over hoe het afwijken van een ongeschreven norm – van wat het betekende ‘man’ te zijn – me jarenlang parten speelde. Sindsdien schreef ik vaker over LGBTQ-rechten, racisme en seksisme, omdat ik het gevoel had dat dat nodig was.

De laatste maanden was ik de noodzaak kwijt om over LGBTQ-rechten, racisme en seksisme te schrijven.

Maar de laatste maanden ben ik die noodzaak kwijt. Want: is het eigenlijk nog nodig? Dat dolgedraaid riedeltje verlamde me. En het essay dat ik wilde schrijven, over enkele prangende LGBTQ-vraagstukken, borg ik op in de onderste lade van mijn leeg bureau. En net daarom schrijf ik jou, Fleur. Je lezing, overtuiging en moed inspireerden me. Of wakkerden op zijn minst opnieuw een vuur aan dat door nietsvermoedende sceptici in de kiem was gesmoord.

Want wanneer ik mensen jullie verhaal vertel, schrikken ze vaak wanneer ze horen dat het homohuwelijk slechts in 22 (vandaag 28) landen mogelijk is. Nog harder schrikken ze als ze horen dat het in 70 landen nog steeds ‘illegaal’ is om homo te zijn – en dat moet ik nog zeggen dat er in 12 landen de doodstraf op staat.

Ondertussen worden er in Poolse steden LGBT-vrije zones ingericht. Dit onder het toeziend, maar luie oog van het Europese parlement. En hoewel de zaakjes bij ons in België wettelijk goed geregeld zijn, is het ook hier nog steeds schrikbarend slecht gesteld met het mentale welzijn van LGBTQ-personen. Cijfers geven bijvoorbeeld aan dat 1 op de 4 LGBTQ-jongeren een suïcidepoging ondernam.

In de kantlijn van dit alles tweet Theo Francken, als vaandeldrager van de normativiteit, nog snel even hoe gek het toch is dat jongens iets anders dan een broek zouden dragen. Intussen heffen velen onverschillig de schouders, terwijl ze de andere kant op kijken.

Wat ik mooi vond, was het optimisme dat jij tegenover deze dramatische cijfers en anekdotes zette.

Tijdens jouw lezing maakte je het publiek, dat muisstil aan je lippen hing, duidelijk dat de uitdagingen voor de toekomst nog steeds groot zijn, onze verworvenheden niet onomkeerbaar en dat waakzaamheid dus geboden is. Maar wat ik vooral mooi vond, was het optimisme dat jij tegenover deze dramatische cijfers en anekdotes zette. Je vertelde dat er slechts één volwassene nodig is om het mentale welbevinden van LGBTQ-jongeren met 40% te doen stijgen – één persoon die zegt dat het oké is om te zijn wie je bent en dat je kan houden van wie je wil.

In die zin was jouw lezing geen oproep om collectief op de barricaden te kruipen, maar het was een uitnodiging om elkaar te begrijpen en lief te hebben. Het was een simpele vraag om aan elkaar te laten weten dat we niet alleen zijn. Zo eenvoudig kan activisme zijn.

Jouw lezing was geen oproep om op de barricaden te kruipen, maar een uitnodiging om elkaar te begrijpen en lief te hebben.

Jouw verzet komt duidelijk voort uit een bron van grenzeloze liefde en empathie. Je wil iedereen aansporen of duidelijk maken dat je met het kleinste gebaar een gigantisch verschil kan betekenen, al is het maar voor één persoon in je omgeving of ergens heel ver weg – dat we enkel zo, samen, onszelf kunnen zijn. En dat is misschien wel de meest pure vorm van activisme die we vandaag nodig hebben.

Toen je enkele weken geleden de çavaria-award voor Life Time Achievement in ontvangst mocht nemen, sprak Jeroen Olyslaegers een laudatio uit die niet te overtreffen valt. Daarom kan ik je vandaag enkel bedanken, voor je vuur, je moed en om de reus te zijn op wiens schouders ik vandaag kan staan.

Liefs,
Neal