Beste Francesca Albanese

Door Hugues Makaba Ntoto, op Thu Mar 13 2025 15:32:00 GMT+0000

Dat VN-speciaal rapporteur Francesca Albanese in de wandelgangen van de Europese macht tot persona non grata wordt gemaakt, is een slechte zaak voor het internationaal recht en Palestina, schrijft Hugues Makaba Ntoto in een brief aan de Italiaanse juriste. In contrast met de onwil, de gemakzucht en het eigenbelang van veel machtige VN-lidstaten tegenover Palestina brengt Albanese een boodschap van hoop: ‘Niemand van ons is in feite volledig machteloos en de situatie is ook niet helemaal uitzichtloos.’

Beste Francesca Albanese

Oorspronkelijk wilde ik deze brief richten aan Dominique de Villepin, de voormalige Franse minister van Buitenlandse Zaken en eerste minister onder president Jacques Chirac. Jullie begrijpen immers allebei de ernst van de genocidaire acties van Israël ten aanzien van de Palestijnse bevolking in Gaza en de Westbank, benoemen de medeplichtigheid van Europa en de VS en leggen de vinger op de wonde van een internationaal rechtssysteem waarbinnen zowel Israël als het Westen zich aan hun verantwoordelijkheden en plichten onttrekken. Jij bericht als VN-speciaal rapporteur over de situatie van de mensenrechten in de sinds 1967 bezette Palestijnse gebieden; Villepin engageert zich als ervaren politicus, met voorlopig nog onuitgesproken presidentiële ambities na de exit van Macron. Dat ik mijn brief nu aan jou richt, heeft ermee te maken dat mijn geloof in beroepspolitici momenteel ver onder het vriespunt ligt.

Villepin trotseert sinds vorig jaar het wespennest van de Franse media die de partijloze politicus met zijn jarenlange ervaring als diplomaat in een hokje proberen te duwen. Of Villepin een opportunist is die te midden van een leiderschapscrisis een glorieuze comeback wil maken, of een afvallige Gaulliste die nu de Franse linkerzijde achterna loopt, zoals Le Figaro stelt, laat ik in het midden. Het is vooral verfrissend om een politicus te horen voor wie het internationaal recht en het internationaal humanitair recht meer zijn dan een vodje papier. ‘We zijn de Palestijnen gerechtigheid verschuldigd’, stelt Villepin onomwonden in een interview met de Franse journalist en Youtuber Hugo Travers. In andere interviews is hij bijzonder kritisch voor Israëls strafexpedities, betreurt hij de VS’ en Europa’s dubbele standaard in de toepassing van internationaal recht, en gebruikt hij woorden waar veel machtige instellingen en actoren huiverachtig tegenover staan: het risico op genocide. Ik moest wennen aan het idee dat een politicus van zijn kaliber zich zo ondubbelzinnig uitspreekt, zoals ik ook elke dag opnieuw moet wennen aan het idee dat een oproep tot gerechtigheid voor Palestijnen controversieel is.

Politieke moed, intellectuele eerlijkheid en empathie: het zijn kwaliteiten die met de dag zeldzamer lijken te worden.

Villepin kreeg net als jij te maken met beschuldigingen van antisemitisme in een politiek klimaat waarin elke uitspraak ter verdediging van het Palestijnse zelfbeschikkingrecht gedemoniseerd wordt door tal van politici, universiteiten, kunstinstellingen, think tanks en media. Bij jou krijgt de kritiek ook een misogyne lading. Je bent uitgesproken, vastberaden en spreekt met kennis van zaken over de implicaties van Israëls vestigingskolonialisme en genocidaire acties in de Gazastrook. Dat een speciaal rapporteur voor de Verenigde Naties zodanig verketterd wordt door overheden zoals het geval was toen je onlangs Nederland, Duitsland en Noorwegen bezocht om je rapport voor te stellen, zou eenieder die gelooft in mensenrechten, internationaal recht en multilateralisme moeten alarmeren.Politieke moed, intellectuele eerlijkheid en empathie: het zijn kwaliteiten die met de dag zeldzamer lijken te worden. Maar niets is minder waar, besef ik, wanneer ik je hoor spreken over Palestina, mensenrechten, vrijheid van meningsuiting; maar ook wanneer ik de vele protestacties zie tegen Israëls voortdurende criminele acties – studenten, academici, activisten, NGO’s, kunstenaars die zich inzetten tegen kolonialisme en apartheid.

Ik kwam voor het eerst in aanraking met je werk als speciaal rapporteur voor de bezette Palestijnse gebieden via sociale media; via fragmenten van je interventies tijdens persconferenties, interviews en lezingen waarin je komaf maakt met de ‘complexiteit’ van de Israëlische bezetting en discriminatie jegens de Palestijnse bevolking. Indrukwekkend vind ik de helderheid waarmee je uitlegt wat jouw werk voor de VN inhoudt, hoe je een genocide herkent en benoemt, gotcha-vragen van journalisten kundig beantwoordt en, net als Villepin, hamert op de notie van gerechtigheid en op de aansprakelijkheid van (machtige) VN-lidstaten. Dit is een belangrijk punt: de medeplichtigheid van instellingen en individuen die materiële, financiële en politieke steun leveren aan Israëls apartheidsregime en zo de genocidaire acties rechtstreeks of onrechtstreeks legitimeren. Ongeacht in welk deel van de wereld dergelijke gruwel zich afspeelt, genocide belangt ons allen aan.

‘Palestina is de lakmoesproef van onze gedeelde menselijkheid.’

De ingrijpende effecten van ons onvermogen of onze onwil om deze genocide als dusdanig te erkennen, zijn al een tijdje merkbaar. Kritische stemmen worden monddood gemaakt, protest wordt aan banden gelegd en activisten worden vervolgd, universele mensenrechten worden uitgehold. Zowel in Israël als in Europa wordt het bijzonder moeilijk om zich uit te spreken. Het risico op de terugschroeving van rechten waarvoor onze voorgangers op de barricades stonden is reëel en wordt alleen maar groter zolang machthebbers uit gemakzucht en eigenbelang blijven wegkijken. Ik vermoed dat velen dachten dat Europa nooit meer zou kunnen afglijden naar vormen van autoritarisme. Dat de waarden van mensenrechten, pluralisme en vrijheid van meningsuiting voor altijd gewaarborgd waren op dit continent. Dat we veilig waren. Maar niets is minder waar als deze rechten elders niet gelden en ze met ons medeweten en onze middelen ondermijnd worden. Niemand is veilig zolang het internationaal rechtssysteem niet gelijkmatig van toepassing is op alle leden.

Je zegt het bondig: ‘Palestina is de lakmoesproef van onze gedeelde menselijkheid.’ De gebeurtenissen van de afgelopen zestien maanden zijn een scharniermoment voor de mensheid en de 21ste eeuw. Dit is het soort tijdperk waarin we als burgers beslissen wie we willen zijn en waar we collectief naartoe willen gaan in het licht van brede maatschappelijke uitdagingen die ons allen raken. Dit gaat over de rechten en plichten van de universiteiten waar we ons als studenten of medewerkers aan verbinden, over politici die wel of niet het internationaal en nationaal rechtssysteem respecteren, over de verantwoordelijkheden van bedrijven die we met ons geld steunen, over persvrijheid, vrijheid van meningsuiting en het recht om te protesteren. Het is een boodschap die telkens ook doorschemert in je vele interventies: niemand van ons is in feite volledig machteloos en de situatie is ook niet helemaal uitzichtloos.

Niemand van ons is in feite volledig machteloos en de situatie is ook niet helemaal uitzichtloos.

Het is niet alleen ontnuchterend maar ook bijzonder waardevol om het internationale rechtssysteem te zien haperen. Het creëert een opportuniteit om de landen die in de loop van de vorige eeuwen zelf kolonies in stand hielden (en deze dynamieken vandaag via minder zichtbare, maar even schadelijke mechanismen voortzetten) met de neus op de feiten te duwen; de huidige situatie maakt hopelijk voor eens en voor altijd duidelijk dat de voortdurende geest van kolonialisme en blanke suprematie, ongeacht de vorm en intentie, uiteindelijke tot niets anders leidt dan destructie – voor de onderdrukten, de onderdrukkers en de mensheid als geheel. Tot dan ben ik dankbaar voor mensen zoals jij, die strijdvaardig en onbevreesd deze kritische afspraak met de geschiedenis tegemoet gaan.

Warme groeten

Hugues

This article was published in the context of Come Together, a project funded by the European Union.