Beste Jill Soloway,
Door Frank Keizer, op Wed Aug 02 2017 21:59:00 GMT+0000Elke vrijdag schrijft een van onze vaste correspondenten een brief naar iemand. Deze week weegt Frank Keizer de televisieserie I love Dick af tegen de originele roman van Chris Kraus. You win some, you lose some.
De afgelopen weken bekeek ik je televisiebewerking van de feministische cultroman I love Dick, die vorig jaar onder veel belangstelling in het Nederlands verscheen. Het is een van mijn favoriete boeken. Het bracht zijn eigen genre voort - soms autofictie genoemd, een mengeling van theorie en autobiografie - en ook een nieuw subject: een publiek ik, exhibitionistisch en zelfkritisch.
Hoe kon het ook anders. Dat was het eerste wat ik dacht toen ik hoorde dat je een serie ging maken op basis van I love Dick. Als schrijver en regisseur van je doorbraakserie Transparent, over een familie in Los Angeles met in de hoofdrol een vader die uit de kast komt als transgender, was het bijna onvermijdelijk dat dit boek je zou grijpen, met zijn onverschrokken vrouwelijke hoofdpersoon.
Je productiehuis Topple – van 'topple the patriarchy' – pionierde immers met deze serie, door de rollen eens om te draaien en de vrouwelijke blik centraal te stellen. Zoals transgenders zelf meeschreven aan Transparant, werd I love Dick geschreven door een writers’ room die geheel uit vrouwen bestaat. Behoorlijk revolutionair.
Maar ik was ook huiverig. Liet deze hypertalige ideeënroman, die met de lezer een bijna claustrofobische intimiteit tot stand wil brengen, zich wel naar het scherm vertalen? Ik weet het, je mag een film niet met het boek vergelijken, en wat je gemaakt hebt moet beoordeeld worden als iets wat op zichzelf staat. En het staat op zichzelf. De serie is prachtig gefotografeerd, goed geschreven, grappig, en het acteerwerk is sterk.

Toch vraag ik me af of deze versie van I love Dick de wereld van de roman ook vergroot, verrijkt. Ja en nee. Ik ben er ook nog niet uit of dat nu goed of slecht is.
Met je inhoudelijke aanpassingen aan het boek kan ik in elk geval best leven. Chris blijft een mislukte experimentele filmmaker die vast zit in een seksloos huwelijk met de vijftien jaar oudere Sylvère en eerst verliefd en dan geobsedeerd raakt door Dick. In het boek was Dick een academicus, maar jij maakte er een kunstenaar van die fallische sculpturen creëert, als goeroe van een eigen kunstenaarskolonie in Marfa, Texas. Om hun huwelijk te redden beginnen Sylvère en Chris in het boek een briefwisseling met Dick, een mix van persoonlijke ontboezemingen en manifest-achtige essays over kunst waarin Chris de vernedering – en zelfvernedering – van vrouwen onderzoekt.
In je serie gaat het iets anders, maar het idee blijft hetzelfde: Dick is een projectiescherm, waarop iedereen zijn verlangens kan projecteren, een über-Dick, de heteroseksuele standaardman die de kunst van vrouwen ‘waardeloos’ noemt.
Of deze versie van I love Dick de wereld van de roman ook vergroot, verrijkt? Ja en nee.
Ik kan ook volgen dat je de tv-bewerking niet langer in de jaren negentig laat spelen, toen internet nog een betrekkelijke noviteit was. En zo is het verhaal op wel meer punten geactualiseerd. Terecht maakt je serie een punt van de heteroseksualiteit en witheid van het origineel, en voegt ze daarom een verhaallijn toe, met drie hedendaagse personages en hun eigen strijd. Devon is een lesbische Mexicaans-Amerikaanse toneelschrijftster afkomstig uit Marfa, die een toneelstuk schrijft over Chris’ obsessies. Toby is als witte performancekunstenaar geïnteresseerd in hardcore pornografie. En Paula is een zwarte curator in het instituut dat Dick heeft opgericht en dat volhangt met formalistische schilderijen.

Die kaarsrechte wereld houdt geen stand. Het is niet moeilijk om je serie als een verhaal van empowerment te lezen, over het belang van inclusiviteit en gemeenschapvorming. Ik begrijp dat als een antwoord op het solipsisme van het boek, en als een nod naar de vele vrouwen die het boek de afgelopen jaren zo populair hebben gemaakt.
Hoewel het zwaartepunt in de serie nog steeds bij de driehoeksverhouding tussen Chris, Sylvère en Dick ligt, schuilt er iets bevrijdend en nieuwsgierigmakend in de manier waarop vooral Devon inspiratie vindt in hoe Chris haar abjectie en objectificatie omarmt. Ze zou willen dat het tweede seizoen laat zien hoe zij zichzelf de wereld in zou schrijven.
Het is niet moeilijk om ook teleurgesteld te raken in je serie.
Toch is het niet moeilijk om ook teleurgesteld te raken in je serie, zeker als je het boek kent. Een deel van de artistieke en politieke candor die het boek zo onweerstaanbaar maakt, gaat op televisie verloren. De manier waarop Kraus zichzelf de wereld in schrijft en het recht opeist een vrouwelijke antiheld te zijn die ondanks al haar mislukkingen overeind blijft, raakt ondergesneeuwd door de manier van vertellen en door televisiewetten als plot. De moeizame en complexe subjectivering die in I love Dick wordt opgevoerd, op het masochistische af, blijkt op televisie moeilijk echt te ervaren.

In stilistische termen komt dat misschien omdat je serie een indie feel heeft die het boek eigenlijk nooit heeft, die meer voor decor zorgt dan voor context. Je zet het snobisme van het milieu uit het boek wel dik aan, maar tegelijk schrapt die antropologische ontleding van deze subset van pretentieuze artistieke figuren de macrokosmos waarvan ze deel uitmaken, de wijdere intellectuele en politieke wereld.
Kunst komt in jouw serie over als een punchline, vaak niet helemaal serieus te nemen
Kunst komt in jouw serie over als een punchline, vaak niet helemaal serieus te nemen, terwijl het boek juist zo krachtig is door zijn engagement, zijn verlangen naar de grenzeloze, lichamelijke ervaring die kunst kan bieden. Die bijziendheid kan bewust zijn, maar daardoor levert je serie niet het archief op van ondergeschoven kunstenaars, ideeën, levens en praktijken die het boek tot een ijkpunt van de feministische canon hebben gemaakt.
Die gelaagdheid mist je serie dus vaak. Dat het wel mogelijk is, toont de vijfde aflevering, ‘A Short History of Weird Girls’. In die lange montage van brieven aan Dick van alle vrouwelijke personages, vertellen zij over hun eigen seksuele geschiedenissen, hun verlangens en blokkades. De contradicties en eenvormigheid van verlangen krijgen we hier te horen, in viscerale monologen, die de intimiteit en gelijktijdigheid van het boek evenaren.
Dit is ideeëntelevisie. Hier ervaar ik voor het eerst weer de revolutionaire manier van televisie maken die jouw werk zo spannend maakt. Ik hoop er in de toekomst meer van te kunnen zien. Ik heb er alle vertrouwen in.
Met vriendelijke groet,
Frank Keizer