Beste medewerkers van de Belastingdienst

Door Robin Goudsmit, op Wed Apr 26 2023 22:00:00 GMT+0000

Robin Goudsmit ging kijken naar Vecht, een theaterstuk over de toeslagenaffaire in Nederland. Ze schrijft een brief naar de spil van het schandaal: de Belastingdienst. 'In gedachten zag ik mezelf zitten aan de keukentafel en ik dacht: dit is privilege.'

Er zijn momenten dat je voelt dat je op het punt staat om te gaan huilen. Ik merk altijd eerst hoe mijn buik zich samentrekt. Dan besef ik dat ik mijn handen al een tijdje heb gebald tot vuisten. Iets later gaan mijn ogen prikken. Daarna valt er niets meer aan te doen.

Er zijn momenten dat je liever niet wilt huilen. Omdat je je flinker wilt voordoen dan je eigenlijk bent, of omdat het nu eenmaal moeilijk is om kwetsbaar te zijn. Of omdat je met je tranen de aandacht naar je toe zou trekken, terwijl een ander de troost harder kan gebruiken dan jij. Mijn moeder leerde me wat je in zo’n situatie kunt doen. Op zo’n moment moet je aan stofzuigen denken.

Ik schrijf jullie omdat ik laatst heel hard probeerde om aan stofzuigen te denken. Ik zat in een theaterzaal van De Meervaart in Amsterdam, waar ik had geluisterd naar de monoloog Vecht, gespeeld door Nadia Amin en geschreven door Maxine Palit de Jongh, die ik twee jaar geleden leerde kennen en die uitblinkt in zintuiglijke, poëtische theaterteksten. In het stuk volgen we een moeder van twee jonge kinderen die Zafirah heet. In het begin staat ze op het podium in een hippe yogalegging en een comfortabel, smaakvol wikkelvestje van zachte joggingstof. Ze heeft slippers aan haar voeten want ze is thuis, in haar nieuwe woning, waarvoor ze net een nieuwe, knalgele bank heeft besteld, een bank die haar zonnige persoonlijkheid spiegelt. Het nieuwe huis is een simpel, aan twee touwen gespannen wit zeil waar een voordeur en een raam uit zijn geknipt.

Zafirah denkt eerst dat het wel los zal lopen. Ze is toch een sterke vrouw, die ook twee kinderen op de wereld heeft gezet?

Vecht gaat over het toeslagenschandaal. In Nederland werden honderden ouders slachtoffer van een racistisch systeem bij de Belastingdienst dat mensen op basis van hun afkomst tot fraudeur bestempelde, met als gevolg dat ze duizenden, soms tienduizenden euro’s moesten terugbetalen. De gevolgen waren voor velen van hen traumatisch.

In het stuk van Maxine zien we hoe er op de verjaardag van Zafirahs dochtertje een belastingdienstblauwe envelop op de deurmat valt. Zafirah schenkt er geen aandacht aan, want mensen die hun zaken voor elkaar hebben, schrikken niet van die kleur blauw. Maar in de brief wordt haar verteld dat ze duizenden euro’s schuld heeft bij de Belastingdienst, omdat ze onterecht toeslagen heeft gekregen. Haar bezwaren tegen de beschuldigingen wil de dienst niet horen. En dat ze het geld niet heeft, is ook niet het probleem van de Belastingdienst.

Zafirah denkt eerst dat het wel los zal lopen. Ze is toch een sterke vrouw, die ook twee kinderen op de wereld heeft gezet? Maar ze is niet opgewassen tegen de Belastingdienst en de deurwaarders. Langzaam gebeurt wat voor Zafirah ondenkbaar was: ze raakt haar baan kwijt, haar plannen en dromen, zelfs haar kinderen. Het huis dat ze zo zorgvuldig inrichtte zakt achter haar in elkaar.

Toen het stuk afgelopen was, leek het alsof de lucht uit de zaal was getrokken.

Maxine heeft het verhaal van Zafirah gedestilleerd uit getuigenissen van gedupeerden die in de media verschenen, zoals bijvoorbeeld de indrukwekkende documentaire Alleen tegen de staat van Stijn Bouma. Ze sprak bewust niet zelf met slachtoffers, omdat het toneelstuk fictie is, maar ook om niet nodeloos hun pijn op te rakelen. De slachtoffers hadden al genoeg werk gedaan door hun verhalen aan journalisten, hulpverleners en politici te vertellen, vond ze. ‘De gedupeerden hoeven hun trauma niet zelf tot kunst te verheffen’, zei ze erover in NRC.

Wel had ze het stuk voorgelegd aan een moeder die getroffen was door het toeslagenschandaal, om zo te kijken of het verhaal klopte. Die vrouw, die niet bij naam werd genoemd in het nagesprek, had ook details aangeleverd voor de tekst. Zo vraagt Zafirah aan haar dochter of ze haar brieven wil voorlezen, een vraag waar ze zich voor schaamt. Maar ze kan het simpelweg niet opbrengen om de enveloppen open te maken.

Toen het stuk afgelopen was, leek het alsof de lucht uit de zaal was getrokken. Een paar mensen zaten ineengedoken in hun stoel, alsof ze bang waren dat de toneelvloer hen een fysieke klap zou uitdelen. Anderen keken naar het plafond, ik vermoed dat ze aan stofzuigen dachten, of iets soortgelijks.

Nederland, betoogde een vrouw uit het publiek, heeft een collectief trauma.

Ik heb ook weleens naar de Belastingdienst of een andere overheidsinstantie gebeld of geschreven. Ik belde jullie altijd in het volste vertrouwen dat degene die de telefoon opneemt of mijn klacht behandelt het beste met me voor heeft. Nadat ik de voorstelling van Maxine had gezien, had ik jullie ook ergens voor nodig. Daarom schreef ik jullie ook nog een andere brief, met in stevige blokletters mijn probleem en eronder mijn Nederlandse achternaam. In gedachten zag ik mezelf zitten aan de keukentafel en ik dacht: dit is privilege.

In het nagesprek van het toneelstuk zei een vrouw uit het publiek dat ze blij was dat het stuk werd opgevoerd. Nederland, betoogde ze, heeft een collectief trauma. Het zelfbeeld van dit land heeft een deuk gekregen die we nog niet hebben weten te repareren. Racisme zit in het skelet van onze overheid.

Toen de vrouw uit het publiek was uitgesproken, dacht ik niet meer aan stofzuigen.

Het is ook nog niet voorbij. Deze week nog waarschuwde Bart Snels, inspecteur-generaal belastingen, dat het toeslagensysteem nog steeds voor ellende zorgt. Hij schat dat jaarlijks 150.000 Nederlandse huishoudens in grote financiële problemen komen omdat blijkt dat ze bijvoorbeeld te veel zorgtoeslag hebben gekregen en dat moeten terugbetalen. En een week eerder stelde de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, Rabin Baldewsingh, dat banken en financiële instellingen moslims discrimineren. Hij vreest zelfs voor een nieuw toeslagenschandaal.

Toen de vrouw uit het publiek was uitgesproken, dacht ik niet meer aan stofzuigen, maar aan hoe Zafirah beschrijft hoe haar kinderen door de kinderbescherming werden opgehaald, omdat de instanties van mening zijn dat ze niet meer voor hen kan zorgen. Want als je geen geld hebt, kun je geen goede moeder zijn.

Later kwam ik thuis in ons eigen huis, met de ijsblauwe keukenkastjes van de rommelmarkt en de lekkere wegzakbank, een huis waar ik iedere dag wakker word met dat prettige gevoel dat kan ontstaan op een plek die van jou is, waarop je iets kan bouwen. Het is zo’n simpel, niet-opzienbarend gevoel van tevredenheid en veiligheid. En juist daarom is dat gevoel een basisbehoefte.

Met vriendelijke groet,
Robin Goudsmit