Beste mevrouw Morrison en liefste Binta Sagna,

Door Heleen Debeuckelaere, op Thu Aug 08 2019 22:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag pent een van onze vijf vaste online correspondenten een brief. Deze week eert Heleen Debeuckelaere twee bijzondere persoonlijkheden die ons deze week ontvallen zijn. Van allebei onthoudt ze de kunst om de weg te banen voor wie na je komt en naast je staat.

Het zijn trieste dagen. De zomerzon verbrandt onze huid en de wind volstaat niet om de zorgen weg te blazen. Om een of andere reden is verdriet altijd erger wanneer de zon schijnt.

Op enkele dagen tijd verloren we met jullie twee bijzondere mensen. Mevrouw Morrison, jij liet het leven op 5 augustus, op de gezegende leeftijd van 88 jaar. Een dag later werd jouw lichaam, Binta, gevonden in jouw appartement in Brussel, je was nog maar 40 jaar oud.

Ik ken jullie niet goed en er zijn vele vrienden en naasten die jullie werk, en het belang ervan, veel beter kunnen plaatsen dan ik. Ik was jouw werk eigenlijk uit het oog verloren, mevrouw Toni Morrison, overstapeld door andere boeken die ik eens moet lezen als ik eindelijk vakantie heb.

Voor het weinige dat ik over jullie werk weet, hebben jullie mij toch een paar waardevolle lessen geleerd.

En Binta Sagna, jou heb ik pas voor het eerst een dikke maand geleden ontmoet, op mijn verjaardag nota bene. Je kwam spreken in de bibliotheek Muntpunt, op een avond georganiseerd door Mireille Tseushi Robert en Gia Abrassart.

Maar jouw naam was je al voorgegaan: ‘een van de meest invloedrijke mensen van Afrika’, aldus Tropics Magazine. Als militante activiste en feministe richtte je het vermaarde communicatiebureau La Sénégauloise op. Maar bovenal was je zo geliefd bij de Afro-diaspora dat mijn sociale media al dagenlang vol loopt met oerkreten van verdriet en het ene eerbetoon na de andere.

Voor het weinige dat ik over jullie werk weet, hebben jullie mij toch een paar waardevolle lessen geleerd. Misschien niet voor iedereen van toepassing, maar universeel genoeg om hier neer te schrijven.

Een van de vele artikels op mijn Facebook-muur over Toni Morrison droeg de titel Ghosts in the house: How Toni Morrison fostered a generation of black writers. Fostered is een perfecte term, in het Nederlands moet dat dan ‘bevorderen’, ‘aansporen’ of ‘stimuleren’ zijn. Fostering doet denken aan moederschap, aan een veel hechtere band dan die Nederlandse vertalingen doen vermoeden. Aan de band tussen een moeder en een kind. Aan de band tussen de boer en het zaadje dat hij in de grond stopt.

Mevrouw Morrison, u was een pen die andere pennen aanscherpte. Een vrouw die ook dienstbaar wou zijn.

Het artikel overloopt uw carrière tot het moment van publicatie in 2003, detaillistisch tot vervelens toe. Zo beschrijft het de jaren dat je naast schrijfster ook redactrice en leerkracht was, in dienst van anderen. U stelde boeken samen waarin waardevolle stemmen voor het eerst op de voorgrond traden.

U was een pen die andere pennen aanscherpte. Een vrouw die ook dienstbaar wou zijn, of om het met jouw eigen woorden te zeggen: ‘I wanted to give back something. (…) I wasn’t marching. I didn’t go to anything. I didn’t join anything. But I could make sure there was a published record of those who did march and did put themselves on the line.

Die avond in Muntpunt was jij, Binta, een van de vele sprekers. Je vertelde een anekdote uit jouw jarenlange vriendschap met de acteur Omar Sy. Toen Omar na de release van Intouchables tot sterrendom was geschoten, werd hij een veelgevraagde gast in de media. Een Franse tv-zender wou met met hem terug naar zijn geboorteland Senegal en Omar zag dat volledig zitten. Op één voorwaarde: dat jij de reportage zou maken. De tv-zender zag dat niet zitten en vervolgens zag Omar de tv-zender niet meer zitten.

Tijdens jouw verhaal ging ik al iets meer rechtop zitten. Referenties naar Omar Sy doen dat soms met een jonge vrouw. Maar het was jouw conclusie die me op het puntje van mijn stoel bracht. ‘Het loont niet om de enige te zijn in een ruimte’, zei je.

Het belangrijkste advies dat iemand me ooit gaf, is dat je op de carrièreladder niet noodzakelijk naar boven moet reiken, maar naar opzij of naar beneden.

Dat we daarmee enkel een lang achterhaalde hegemonie in stand houden. Dat wat Omar voor jou deed, jij voor anderen deed, en zij weer voor de volgende generatie. Dat was jouw levenswerk: netwerken creëren, voeden en in stand houden.

Het belangrijkste advies dat iemand me ooit gaf, is dat je op de carrièreladder niet noodzakelijk naar boven moet reiken, maar naar opzij of naar beneden. Dat je je ellebogen moet gebruiken om ruimte te maken voor zij die achter jou komen, niet om anderen opzij te duwen.

In de kunsten, de journalistiek en het activisme worden we wel vaker wijsgemaakt dat we de enige moeten zijn: de enige vrouw, de enige persoon van kleur, de uitgelezen ‘selectie van jonge makers’. Subsidiestromen, collega’s of gezaghebbers geven ons impliciet het gevoel dat we in de krabbenmand zitten. Dat we moeten voldoen aan het beeld dat zij van ons ideaaltype hebben en de mensen naast ons moeten vertrappen om te overleven.

In de kunsten, de journalistiek en het activisme worden we wel vaker wijsgemaakt dat we de enige moeten zijn.

Ik weet niet of dat economisch zo is, maar spiritueel lijkt me dat niet de beste les om te trekken. Jullie praktijk zegt evenveel, misschien zelfs meer over jullie dan het resultaat doet. Zeker voor zij die na jullie kwamen, en blijven komen.

Jullie leefden niet in een of andere marge, maar in het middelpunt van jullie wereld. Of om het met de woorden van filmmaakster Monique Mbeka Phoba te zeggen: ‘Elles se réincarneront 100 fois et 1000 fois, en autant de fois qu'elles auront touché de coeurs auxquels elles auront montré la voie.

Rest in power,
Paix à ton âme,

Heleen