Beste Mickey Mouse

Door Thijs Lijster, op Thu Jan 11 2024 11:12:00 GMT+0000

Thijs Lijster schrijft een brief aan Mickey Mouse, of beter, aan een van diens versies: de antikapitalistische underdog uit de late jaren 1920 die volgens Walter Benjamin niet alleen kinderharten sneller deed slaan. Sinds 1 januari maakt Walt Disneys populaire muis weer deel uit van het publieke domein. Lijsters nieuwjaarswens aan Mickey: ‘dat u, teruggegeven aan de gemeenschap, weer iets van uw oude creativiteit en subversiviteit hervindt.’

Een gelukkig nieuwjaar gewenst! Een wel heel bijzonder jaar voor u, want sinds 1 januari 2024 behoort u tot het publieke domein. U bent, eindelijk maar toch, gemeengoed geworden. Kopiëren, remixen, parodiëren, we kunnen met u doen wat we willen! Althans, met een bepaalde versie van u: de in 1928 naar het grote scherm gebrachte variant, zonder oogwit en zonder witte handschoenen, maar met de karakteristieke zwarte oren, de versie die we kennen van Steamboat Willie. Uw latere kleurenversie is nog altijd verboden terrein, evenals de variant van uw hoofd dat als logo gebruikt wordt (in feite drie cirkels).

Ondanks al deze mitsen, maren en kanttekeningen is dat best een reden voor een feestje, want uw schepper en diens nazaten hebben werkelijk alles in het werk gesteld om dit moment te voorkomen of op z’n minst zo lang mogelijk uit te stellen. Elk gebruik, iedere parodie of appropriatie van u werd aangevochten. Naar verluid werden zelfs kleuterjuffen en -meesters die uw beeltenis op de ruiten van klaslokalen schilderden, bedreigd met een boete of proces. Een in 1998 aangenomen Amerikaanse wet die de geldigheid van copyrights verlengde, kreeg niet voor niets een aan u refererende bijnaam: de Mickey Mouse Protection Act.

U bent eindelijk gemeengoed geworden. Kopiëren, remixen, parodiëren, we kunnen met u doen wat we willen! Althans, met een bepaalde versie van u.

Een groep ondergrondse cartoonisten, de Air Pirates genaamd, maakte in de jaren 1970 een reeks strips waarin u in een drugsdealende revolutionair transformeerde en allerlei niet-voor-kinderen-geschikte handelingen met Minnie en Donald Duck verrichtte. Tegenwoordig zouden we dat participatory culture noemen, heel gebruikelijk in allerlei fangemeenschappen die allerlei spin-offs binnen de universa van Star Wars, Star Trek, Harry Potter of Marvel verzinnen. Maar Disney moet van piraten duidelijk weinig hebben (tenzij het de eigen blockbuster-franchise Pirates of the Caribbean betreft). Tot in het hooggerechtshof werd de zaak uitgevochten. De uitslag liet zich raden: het grootbedrijf werd in het gelijk gesteld en de piraten verslagen. In tekenfilms mag de underdog dan zegevieren; in de echte wereld wordt hij toch meestentijds terug in z’n ondergeschikte positie gedwongen.

En dat terwijl Walt Disney zelf, en het miljardenbedrijf dat zijn naam draagt, altijd gretig geplukt en geplunderd heeft uit het gedeelde culturele erfgoed. Niet alleen de talloze sprookjes en verhalen die verfilmd werden, van Lewis Carroll, de gebroeders Grimm en Hans Christian Andersen (of Buster Keaton, wiens Steamboat Bill de inspiratie vormde voor uw debuutfilm), maar ook de visuele stijl, die gejat werd van, ahum geïnspireerd was op, tijdgenoten. Hebt u Felix the Cat ooit wel eens ontmoet? Hoewel u natuurlijke vijanden bent, zult u merken dat u veel met hem gemeen hebt.

Tussen twee haakjes: recentelijk zag ik de jongste creatie van Disney, Wish, in de bioscoop (want je moet wat met jonge kinderen tijdens de kerstvakantie). De film gaat over een tovenaar, Magnifico genaamd, die heerst over een eiland in de Middellandse Zee. De bewoners geven de tovenaar hun dromen, in ruil voor bescherming, en eens per jaar laat hij een van die dromen uitkomen. De jonge heldin van het verhaal, Asha, ontdekt echter dat Magnifico de meeste wensen nooit zal en ook niet wil laten uitkomen, omdat ze in zijn ogen gevaarlijk zijn en de rust en orde op het eiland zouden verstoren. Klinkt bekend in de oren, niet? Ik kon de film eigenlijk niet anders zien dan als een grote dis naar Disney. (Zelfs het paleis van Magnifico lijkt op het Doornroosje-kasteel dat we kennen van de pretparken.) Het bedrijf beheerst immers in toenemende mate – via streamingdiensten, televisiekanalen, film-franchises en speelgoed, en als eigenaar van Pixar, Marvel en Star Wars – onze dromen en verlangens, en geeft ze ons enkel terug in gecommodificeerde, gestandaardiseerde en gecastreerde vorm. In de film stelt Asha, daarin bijgestaan door een gevallen ster, een pratende geit en een zeer divers stel kinderen, zich ten doel om de dromen uit het paleis te bevrijden en ze weer aan de mensen terug te geven. Een spannende boodschap, en toch stemde het feit dat deze onder auspiciën van Disney de wereld in werd gestuurd en naar het einde toch weer gereduceerd werd tot inspirational quote, iets over dat je zelf je dromen waar moet maken, me droef te moede. Het is, zoals Mark Fisher al zei, een vorm van ‘interpassiviteit’, waarbij zelfs kapitalismekritiek als koopwaar geconsumeerd wordt.

Ik kon de film Wish eigenlijk niet anders zien dan als een grote dis naar Disney.

Maar welke droom belichaamt u eigenlijk? In uw vroegste verschijningen bent u inderdaad de underdog, of -mouse, die de grotere en sterkere vijand te slim af is, en die door de onverwachte en vindingrijke inzet van dieren en objecten problemen oplost, Minnie uit de klauwen van de schurk bevrijdt, of simpelweg plezier maakt (het gebit van een koe dat als xylofoon dienstdoet, of een geit als draaiorgel). Het was deze variant die Walter Benjamin, in zijn essay ‘Ervaring en armoede’ (1933), beschreef als een droom die ‘ons schadeloosstelt voor de treurigheid en moedeloosheid van de dag en het heel eenvoudige maar grootse leven, waartoe in wakkere toestand de kracht ontbreekt, als werkelijkheid laat verschijnen.’ Hij vervolgt, in een passage die het verdient in extenso geciteerd te worden (in de vertaling van Ineke van der Burg en Mark Wildschut):

Mickey mouse is zo’n droom van de hedendaagse mensen. Zijn bestaan is vol wonderen, die niet alleen de technische overtreffen, maar zich daar ook vrolijk over maken. Want het merkwaardigste aan die wonderen is wel dat ze allemaal zonder machinerie, spontaan, voortkomen uit het lichaam van Mickey Mouse, zijn partizanen en achtervolgers, uit de allergewoonste meubelstukken evengoed als uit een boom, wolken of een meer. Natuur en techniek, primitiviteit en comfort zijn hier volkomen één geworden, en voor de ogen van de mensen die moe zijn geworden van de eindeloze complicaties van alledag en voor wie het doel van het leven slechts als verste verdwijnpunt in een oneindig perspectief van middelen opduikt, verschijnt als een verlossing een leven dat in iedere wending op de meest simpele en tegelijk meest comfortabele manier aan zichzelf genoeg heeft, waarin een auto niet meer weegt dan een strohoed en de vrucht aan de boom even snel opzwelt als de gondel van een luchtballon.

Wie had dat gedacht: Mickey Mouse, geesteskind van de anticommunistische en naar verluid antisemitische Walt Disney, als de proletarische held van de Joodse marxist Benjamin, en als degene die de door het kapitalisme verstoorde relatie met de natuur in een handomdraai in z’n voordeel keert.

Wie had dat gedacht: Mickey Mouse, geesteskind van de anticommunistische en naar verluid antisemitische Walt Disney, als de proletarische held van de Joodse marxist Benjamin.

Maar ook deze droom vervaagt al snel. In de late jaren 1930 treedt u, nu in kleur en naast Donald en Goofy, op in een soort twaalf-ambachten-dertien-ongelukkenreeks, waarin u afwisselend brandweerman, spokenjager of – mijn persoonlijke favoriet – klokwerkreiniger bent. Nu zijn het evenwel de dingen die de overhand krijgen, gesymboliseerd door het dwingende ritme van het uurwerk waarin het drietal verstrengeld raakt in de slotscène van Clock Cleaners (1937). Zulks is eveneens het geval in Fantasia (1940), over de tovenaarsleerling die de krachten die hij oproept niet meer in de hand heeft, en waarvan de boodschap toch vooral lijkt te zijn dat we onze plaats moeten kennen. Vanaf dan gaat het bergafwaarts: terwijl uw collega Donald in opdracht van diens oom de wereld rondreist op schattenjacht, en hij, gezien zijn opvliegende karakter, nog over een subversief randje beschikt, verandert u langzamerhand in de burgerlijke, saaie en immer vrolijke allemansvriend. Alleen uw hond beleeft nog wel eens een avontuur. Tegenwoordig geniet u vooral bekendheid als mascotte in een pretpark, waar u zwijgend, zwaaiend en in rokkostuum gestoken met een eindeloze reeks blèrende kinderen op de foto moet.

Terwijl uw collega Donald de wereld rondreist op schattenjacht, verandert u langzamerhand in de burgerlijke, saaie en immer vrolijke allemansvriend.

Maar nu bent u dan eindelijk vrij, en kunt u terugkeren naar de commons, het gedeelde culturele reservoir dat aan niemand en tegelijk aan iedereen toebehoort en waar u ooit, zo’n 95 jaar geleden, ook aan ontsproten bent. Nu kunt u het juk afgooien, zich aan uw schepper onttrekken. Dit zou dan ook mijn beste wens voor u zijn voor het nieuwe jaar: dat u, teruggegeven aan de gemeenschap, weer iets van uw oude creativiteit en subversiviteit hervindt. Dat we het komende jaar een Mickey gaan zien in drag of in nazi-uniform, een trans-Mickey die in een tragisch-romantische driehoeksverhouding met Grote Smurf en Hermelien uit Harry Potter verwikkeld raakt, of een Pokémon-Mickey in een gevecht op leven en dood met Rocky, Mr. Spock en een Umpalumpa, of een Mickey als titelheld in een musicalbewerking van Oedipus Rex, die in de slotscène met een lichtzwaard z’n eigen ogen uitsteekt, of een Mad-Max-Mickey in een postapocalyptisch solar-punk spektakel die een rebellenleger aanvoert tegen het duistere imperium van Elon Musk en de spinnen van Mars, of wat voor mash-up dan ook, die iemand met meer verbeeldingskracht dan ik zal kunnen verzinnen. En wat Walt Disney en z’n nazaten betreft, voor hen wil ik graag een van hun andere creaties citeren: laat het los, laat het gaan.

Met vriendelijke groet,

Thijs Lijster