Beste Nikki Giovanni
Door Hugues Makaba Ntoto, op Fri Dec 20 2024 07:00:00 GMT+0000Als iemand in staat is het heelal te verkennen, dan is het de dichter. Dat wierp de recent overleden Nikki Giovanni op, die tot haar eigen teleurstelling – en die van Hugues Makaba Ntoto – jammer genoeg zelf nooit werd gecontacteerd door NASA. Hij schrijft haar een brief. Vanuit de ervaring van de Zwarte gemeenschap in Amerika maakte Giovanni volgens Ntoto een andere, minstens even waardevolle reis: ‘Je verkleinde de afstand tussen het straatprotest, de retoriek en het intieme.’
Beste Nikki Giovanni
Zoals jou en vele anderen houdt de ruimte me bezig. Ik vraag me geregeld af wat er allemaal speelt buiten de exosfeer. Wat al hetgeen rondom onze planeet betekent voor ons, aardbewoners. Zoals jijzelf vind ook ik het een gemiste kans dat NASA je nooit op ruimtemissie stuurde, zodat je ons het heelal had kunnen uitleggen in mensentaal, met dezelfde vrijgevigheid waarmee je door het leven flaneerde.
Met je poëzie en passage op onze aardbol liet je een nalatenschap achter die even groots en helder is als een sterrenstelsel. In het gezelschap van tijdgenoten als Sonia Sanchez, Amiri Bakara, Audre Lorde en James Baldwin liet je je verbeelding los op een generatie Zwarte Amerikanen in een tijd waarin dromen over vrijheid, gelijkheid en gemeenschap een verzetsdaad was. Dat is het nog altijd. Maar de hardheid van de wereld kreeg je niet klein. Integendeel, het maakte je vastberaden om er iets anders tegenover te plaatsen: (zelf)liefde, een beeldtaal die je werkelijkheid als Zwarte vrouw weerspiegelde en een onuitputtelijke drang om in dienst te staan van jouw gemeenschap.
De ervaring in de ruimte zou de taal tot haar uiterste grenzen drijven – en er dan voorbij duwen.
Een dichter is wat mij betreft iemand die, met levenservaring als brandstof, taal en verbeelding de ruimte instuurt, iemand die op zoek gaat naar nieuwe horizonten en mogelijkheden. Vergeet wetenschappelijke termen: een dichter in de ruimte zou rapporteren in mijmeringen, lofzangen en wartaal. Ik zie het al voor me: een troubadour die serenades voor de maan brengt, een romanticus die odes opdraagt aan Venus of een visionair die over zwarte gaten rapporteert in haiku’s. Ik denk aan dichters die met sonnetten zelfbedachte namen van pas ontdekte planeten in onze harten planten en met vrije verzen sterrenstelsels tastbaar maken voor ruimtebewonderaars hier beneden.
De ervaring in de ruimte zou de taal tot haar uiterste grenzen drijven – en er dan voorbij duwen. Een astronaut heeft de technische kennis om door het universum te navigeren. Een dichter heeft de verbeelding om het universum te herscheppen. Om het niet alleen te zien, maar ook te voelen, te horen en zelfs te proeven. Dichters naar de ruimte sturen zou ons niet alleen poëzie geven, ze zouden ons met hun gedichten eraan herinneren waarom we naar de hemel kijken. Ze zouden ons laten zien dat ruimteverkenning niet alleen draait om overleven, technologie of kolonisatie. Het gaat om de onvermoeibare zoektocht van de menselijke geest om te ontdekken, zich te verwonderen en te dromen.
‘We are going to Mars because whatever is wrong with us will not get right with us so we journey forth carrying the same baggage but every now and then leaving one little bitty thing behind.’
In 'Quilting the Black-Eyed Pea (We’re Going to Mars)' stel je je voor hoe een reis naar Mars een kans is om niet alleen nieuwe horizonten te ontdekken, maar ook om te mediteren over wie we zijn en wie we willen worden. Als we ooit dichters de ruimte insturen, zou ik hun dit gedicht toevertrouwen om hun moed in te spreken voor het vertrek. Opdat zij daarginds niet vergeten dat ruimte en tijd kneedbaar zijn. Ik zou hen vertellen dat jij wist dat de ruimte ons beetje bij beetje bevrijdt en we bij elke nieuwe ontdekking een stukje van onze oude lasten achterlaten.
‘We are going to Mars because it gives us a reason to change ... to grow, to stretch ... What’s the point of being here if we can’t go there?’
Naar Mars gaan is hetzelfde als de hel van de Middenpassage, toen tot slaafgemaakte Afrikanen verscheept werden naar het Amerikaanse continent en zich deze nieuwe vijandige wereld ondanks alles toe-eigenden.
De reis naar Mars of elders dwingt de mensheid om zichzelf opnieuw uit te vinden. Ze is niet enkel ruimtelijk. Zo’n reis is een poging om de leegte van het universum te vullen met betekenis, misschien zelfs met een vleugje verlossing. Daarom lijken dichters bij uitstek geknipt voor die ontdekkingsreizen. Dichters gaan hier op aarde sowieso al op zoek naar ruimtes die we vergeten zijn te verkennen: de ruimte tussen mensen, tussen hoop en realiteit. Ik vermoed dat ze ook maar al te goed weten dat een ruimtereis het potentieel heeft om je voor altijd te veranderen.
Het idee van dichters in de ruimte is niet nieuw. Walt Whitman keek in de negentiende eeuw al naar de sterren en zag een ander soort schoonheid. In zijn gedicht ‘When I Heard the Learn'd Astronomer’ keert hij zich af van de wetenschap:
Till rising and gliding out I wander'd off by myself,
In the mystical moist night-air, and from time to time,
Look'd up in perfect silence at the stars.
Whitman is hier niet geïnteresseerd in cijfers en berekeningen; hij wil de sterren écht zien, de magie voelen. Hij wil de ruimte het liefst ervaren met al zijn zintuigen. Ook Adrienne Rich onderzocht het kosmische in haar werk. In ‘Planetarium’ beschrijft ze de dichter als een instrument dat de pulsaties van het universum vertaalt:
I am an instrument in the shape
of a woman trying to translate pulsations
into images for the relief of the body
and the reconstruction of the mind.
Zowel Whitman, Rich als jij zagen de ruimte als meer dan een fysiek domein. Het was de plek waar ervaring en verandering samenkwamen. In Rich’s woorden:
What we see, we see
and seeing is changing
Je bent nooit door de NASA opgeroepen, Nikki. Maar dat hoeft ook niet, want de grootste reizen gaan niet per se door de kosmos. Ze spelen zich ook hier op Aarde af, waar de militante activist bijvoorbeeld de afstand tussen het straatprotest, de retoriek en het intieme tracht te verkleinen, zoals je suggereert in ‘Revolutionary Dreams’. Het is ook die aardse context die leert dat we geen schrik hoeven te hebben om naar Mars te gaan of om groots te dromen. Je stelde dat Zwart Amerika immers weet wat het is om niet louter te overleven, maar om zich werkelijk het buitenaardse eigen te maken. Naar Mars gaan is hetzelfde als de hel van de Middenpassage, toen tot slaafgemaakte Afrikanen verscheept werden naar het Amerikaanse continent en zich deze nieuwe vijandige wereld ondanks alles toe-eigenden.
And that is why NASA needs to call Black America.
They need to ask: How did you calm your fears?
How were you able to decide you were human even when everything said you were not?
How did you find comfort in the face of the improbable to make the world you came to your world?
How was your soul able to look back and wonder?
Laten we dichters in raketten stoppen en ze richting de hemel lanceren, waar ze de grootsheid van de schepping kunnen proeven en die vervolgens met ons kunnen delen.
Zwarte mensen, dichters en andere kunstenaars in de ruimte: je vraagt ons om het onvoorstelbare voor te stellen, omdat jij als Zwarte historicus (en Star Trek-fan) beter dan wie weet hoever onze verbeelding ons kan brengen. Je was geen romanticus, maar een liefdevolle, dromende realist. Ik las eens dat Martin Luther King zijn kinderen laat liet opblijven om naar Star Trek te kunnen kijken en dat hij ooit Star Strek-actrice Nichelle Nicols overtuigde om haar ontslag terug in te trekken toen ze elkaar ontmoetten tijdens een fundraiser van de NAACP. Zag ook hij in ruimtereizen een metafoor voor maatschappelijke verandering? ‘Je zet je televisie aan en ziet ons vreedzaam protesteren op het nieuws, je ziet de vreedzame burgerlijke ongehoorzaamheid, en je ziet de honden en de brandslangen, en we weten allemaal dat ze ons niet kunnen vernietigen omdat we daar zijn in de 23ste eeuw’, zei Martin Luther King, goed wetende wat het betekende om een Zwarte vrouw in een science fiction-reeks als Star Strek te zien. Nicols keerde uiteindelijk terug naar de reeks en maakte niet enkel furore als Lieutenant Nyota Uhura, maar zorgde er dankzij haar rol als NASA-ambassadeur ook mee voor dat de eerste Zwarte vrouwen en mannen, zoals Mae Jemison en Guion Bluford, naar de ruimte vertrokken.
Zoals de Apollo-missies ons beelden gaven die de manier waarop we onze wereld zien veranderden, zo zou ook de ruimtereis van een dichter de manier veranderen waarop we over de ruimte spreken. Dus laten we ze sturen! Laten we dichters in raketten stoppen en ze richting de hemel lanceren, waar ze de grootsheid van de schepping kunnen proeven en die vervolgens met ons kunnen delen. We zorgen ervoor dat ze niets tekort komen en voorzien versnaperingen en vermaak – jij suggereerde gefrituurde kip, pound cake en bier; met klanken van Billie Holliday voor de droevige dagen en Charlie Parker voor de prettige. Laten we de dromers en verhalenvertellers uitsturen, en zien wat ze terugbrengen. Stel je voor: pagina’s vol sterrenstof. Hier ligt alvast, per kerende, een brief klaar aan jouw kosmische adres.
Intergalactische groeten,
Hugues