Beste Thijs Lijster,

Door Anoek Nuyens, op Fri Aug 25 2017 06:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week spreekt Anoek Nuyens de auteur aan van het opgemerkte boek De grote vlucht inwaarts, dat onder meer pleit voor ‘sterke verhalen’. ‘Ik denk dat we meer nodig hebben dan je boek. Hoe verleiden we mensen om mee te doen?’

Als je vanuit mijn raam in Amsterdam-Noord naar buiten kijkt, zie je een grasveld en daarachter een braakliggend terreintje met een groot hek eromheen. In dat hek zit een poort met een soort chipknip-machinetje en als je er je kaart insteekt, schrijft het hek tien euro af van je rekening en mag je er in je camper overnachten.

Toen de gemeente Amsterdam in het begin het hek bouwde en het veldje tijdelijk beschikbaar stelde, was het redelijk overzichtelijk, met vooral Duitse en Spaanse pensionado’s. Ik stelde me voor dat ze op een avond aan hun kartoffeln mit bratwurst zaten of hun tapas en chorizo en dat de een dan tegen de ander zei: ‘Hoe denk jij eigenlijk over een camper?’ En dat het zo is begonnen. Iedere avond fantaseerden ze over hun reis. Over wat voor camper ze zouden nemen, wat voor route, welke natuurgebieden ze zouden aandoen... En dan vraag ik me af of ze zich ook weleens hebben voorgesteld dat ze uiteindelijk ergens in Amsterdam-Noord op een braakliggend industrieterrein terecht zouden komen. Met net genoeg plek tussen de campers zodat ze de deur kunnen openen.

Blijkbaar is er een hele exodus aan de gang van westerse jonge mensen die ‘uit’ de wereld stappen en zich terugtrekken in een camper.

Want het wordt steeds drukker, daar op dat terreintje buiten mijn raam. Ieder jaar staan die campers dichter tegen elkaar aan. De laatste tijd is het zelfs zo druk dat vanaf het industrieterrein een hele rij campers als een soort slang staan geparkeerd tot in onze straat. Als ik ’s ochtends naar mijn werk fiets, begroet ik steeds vaker tandenpoetsende camperbewoners. En sinds enige tijd valt het me op dat het allang niet alleen meer pensionado’s zijn. Ik zie steeds meer leeftijdsgenoten: twintigers, dertigers, jonge families.

Blijkbaar, dat wist ik ook niet, is er dus een hele beweging aan de gang, onder de noemer #vanlife. Een soort moderne exodus van westerse jonge mensen die zich terugtrekken in een camper. Die ‘uit’ de wereld stappen, hun huis verkopen en de rest van hun leven, of in ieder geval zo lang mogelijk, in een camper de wereld overrijden. #homeiswhereyouparkit. Jonge mensen die denken: ik moet hier weg. Die niet meer stemmen, niet langer de krant lezen en zich zo machteloos voelen in dit web van complexiteit dat ze als enige uitweg die camper zien. Die zich laten sponsoren door grote merken en op Instagram massaal foto’s van zichzelf in die campers posten. Waarmee ze in feite die complexiteit hun camper intrekken. Maar dat terzijde.

Toen ik je boek las, De grote vlucht inwaarts, heb ik vaak vanaf mijn bank naar de campers gekeken. Bijvoorbeeld toen ik las hoe de obsessie voor ‘het zelf’ resulteert in een afwachtende houding waarbij men ‘uitsluitend met zichzelf bezig is en niet langer waarde hecht aan of betrokken is bij de omgeving’.

Ik fantaseerde dan dat ik samen met jou in een camper zat, met een hele stapel van je boeken achterin en dat we de wereld zouden overreizen en overal op die braakliggende terreintjes als een soort Jehova-getuigen op camperdeuren zouden aankloppen, en mensen een boek zouden geven en de hoop zouden uitspreken dat ze zouden blijven. In de wereld. Bij ons. Ik fantaseerde dat we ‘Stay’ van Rihanna zouden zingen. Jij dan tenminste. Ik kan niet zingen.

Not really sure how to feel about it.

Something in the way you move

Makes me feel like I can’t live without you.

I want you to stay.

I want you to stay, oooh.

Het is politiek gevaarlijk, schrijf je, om te veronderstellen dat we de geschiedenis vooral op haar beloop moeten laten.

Want zo heb ik jouw boek gelezen. Als een oproep om te blijven ‘in’ deze wereld. Om niet in een (denkbeeldige) camper te stappen. Om onze samenleving, die door mensenhanden geschapen is, niet als een natuurgegeven te beschouwen, maar als iets wat je zelf kan veranderen door je ermee te verbinden. Omdat het politiek gevaarlijk is, schrijf je, om te veronderstellen dat de geschiedenis iets is wat ons overkomt, en die we dus vooral op haar beloop moeten laten.

En om die mensen erbij te houden, schrijf je, hebben we sterke verhalen nodig. Ik geloof ook in sterke verhalen. Ik geloof dat de toekomst van onze aarde afhangt van samenwerkingen en dat de beste samenwerkingen bestaan op basis van sterke verhalen. Op basis van verhalen waar je bij wilt horen en die je het gevoel geven dat je onderdeel bent van iets groters. Wat dat precies is: dat is vaak moeilijk aanwijsbaar. Het is, zoals Willem Schinkel zegt, een beetje zoals met ons idee van een samenleving. Net als God heeft iedereen ervan gehoord, maar niemand heeft haar ooit gezien.

Als het om de toekomst gaat, geloof ik in megalomane samenwerkingen. Samenwerkingen die veel verder gaan dan de VN of een klimaatakkoord. Ik kijk uit naar de dag dat ik niet meer stem voor het Nederlands parlement, maar mijn stem mag uitbrengen voor het parlement van de wereld. En dat ik niet alleen meer belasting betaal voor Tinnie uit Tilburg, maar ook voor Aziz uit Pakistan.

Dat klinkt misschien als een speech van Miss Universe, maar ik denk dat het, door technologische en mondiale ontwikkelingen, wel degelijk een realistisch toekomstscenario is. Bovendien zie ik hoe de grote vlucht inwaarts en de hyperfocus op het individu voor fundamentele eenzaamheid en angsten zorgen.

Hoe goed je boek ook is en hoe scherp je analyses ook zijn, we moeten nog directer en concreter handelen.

Misschien zit ik er helemaal naast, maar ik heb het vermoeden, als ik zo om me heen kijk, dat steeds meer mensen bereid zijn om een gedeelte van hun individuele vrijheid op te geven in ruil voor… toekomst. Omdat het steeds reëler wordt dat die ophoudt te bestaan als we niet snel iets doen. En nu hoor ik hier op mijn schouder een stemmetje dat zegt: ‘ja, die bubbel waar jij in leeft, zul je bedoelen’. ‘De rest van de wereld’ is heus niet klaar om dat te doen.

Maar die bubbel gevuld met kunstenaars, verhalenvertellers, sociologen, filosofen: die kan een soort startschot geven, volgens mij. En dan loopt het over op de rest. Ik denk alleen dat het niet zit in het zoeken naar nieuwe, sterke verhalen: die zijn er genoeg. Denk bijvoorbeeld aan de ideeën van Bruno Latour of Yuval Harari: daar echoën post-humanistische utopia’s in door die een stip op de horizon zouden kunnen vormen.

Dus ik denk dat we meer nodig hebben dan je boek. Dat we, hoe goed je boek ook is en hoe scherp je analyses ook zijn, nog directer en concreter moeten handelen. Want het gevaar van een sterk verhaal is dat je het consumeert en we exact weten hoe we het dan weer naast ons neer kunnen leggen. Volgens mij is een verhaal in deze tijd pas echt wat waard als we het samen dragen, door er samen in te stappen en het te worden, niet alleen door ernaar te luisteren of te kijken.

Ik kan me voorstellen dat dit commentaar een ware dooddoener is voor een filosoof. Omdat denken natuurlijk ook een handeling is. Maar toch. Denken doe je vaak alleen, achter je laptop, aan je bureau, in je studeerkamer. En volgens mij is het krachtigste gebaar nu juist samenscholen.

De vraag is alleen hoe. Hoe verleiden we mensen om mee te doen?

Ik zal je eerlijk bekennen dat ik geen idee heb. Maar dat weerhoudt me er niet van iets te proberen.

Ik zal je eerlijk bekennen dat ik geen idee heb. Maar dat weerhoudt me er niet van iets te proberen. Samen met Rebekka de Wit maak ik op het moment een voorstelling over mogelijke posthumanistische toekomstscenario's. We gaan over precies een maand in première en daarna op tournee door Nederland en België.

In een poging meer te doen dan een verhaal te vertellen, hebben we onze tournee omgebouwd tot een soort reizende denktank: in iedere stad nodigen we denkers, doeners, wetenschappers, biologen en juristen uit en vormen zo tijdelijke, kortstondige samenscholingen in de publieke ruimte. Alles wordt opgenomen en aan het einde van de tournee naast elkaar gelegd. Heb je zin om mee te doen aan deze kettingactie? We passeren ook Groningen!

En wees gerust: niet in een camper, slechts in het theater.