Brand in Gotem. De rel rond Robijns en Tuymans

Door Senne Schraeyen, op Wed Oct 04 2017 22:00:00 GMT+0000

In het Limburgse Gotem heerste verontwaardiging over Gert Robijns verbranding van het schilderij The Swamp van Luc Tuymans, iets wat op internationale kunstfora hoogstens wat deining zou veroorzaken. Als kunst zich buiten de vertrouwde instituten beweegt en meer lokale paden bewandelt, loopt ze het risico niet als kunst herkend – of is het erkend? – te worden. Als die kunst zich dan ook nog het recht voorbehoudt om zichzelf te vernietigen, is het onbegrip zo mogelijk nog groter.

Begin augustus ontstond er opschudding in het Vlaamse cultuurlandschap. Het epicenter lag in Borgloon, een Zuid-Limburgse gemeente tussen Sint-Truiden en Tongeren. In deze gemeente bevindt zich het dorpje Gotem waar de hedendaagse kunstenaar Gert Robijns zijn Reset Home heeft gebouwd, een residentie waar kunstenaars kunnen verblijven en tentoonstellen. De eerste gast, Luc Tuymans, stelde er in april en mei tentoon met het schilderij The Swamp, een paneel dat op de vloer van het eerste verdiep werd gelegd en een verdrinkende man in een moeras afbeeldde.

Een decadent spektakel?

The Swamp maakte deel uit van En Route, het meest recente project van Gert Robijns. In deze openluchttentoonstelling kunnen bezoekers via een fietsroute, uitgestippeld met de provinciale fietsknooppunten, verschillende kunstwerken bekijken in de Limburgse fruitstreek. Zo worden op acht monumentale borden reproducties van Russische kunstwerken samengebracht met de slogan “Politiekers geef ons Rusland terug”, een verwijzing naar het protest van de Belgische fruittelers tegen het handelsembargo dat hen verhindert naar Rusland te exporteren. Na deze fietstocht kan men zich in Reset Home gaan verwarmen aan een gezellig kampvuur. Het aanmaakhout van het kampvuur? The Swamp.

Het vernietigen van kunst wordt in de geschiedenis vaak ingezet als kritiek op de decadentie.

Als je een duur schilderij in de vlammen doet opgaan, kan reactie niet uitblijven. De Limburgse tak van Sint-Vincentius, een vrijwilligersorganisatie die armoede bestrijdt, vond het alvast niet kunnen dat een werk met een potentiële waarde van een half miljoen euro wordt vernietigd terwijl er nog een aanzienlijk aantal Limburgers onder de armoedegrens leeft. Vanuit die economische realiteit bekeken werd de verbranding dan ook logischerwijze bestempeld als decadente geldverspilling. Robijns en Tuymans verdedigden zich door te stellen dat een kunstwerk niet enkel een handelswaarde vertegenwoordigt, maar in de eerste plaats een idee wil overbrengen. In dit geval hoorde de vernietiging bij het vooropgestelde concept. Tuymans schonk het werk immers aan Robijns op voorwaarde dat het vernietigd zou worden. The Swamp beeldt een persoon af die het leven laat in een moeras en via het verbrandingsritueel als het ware een passend afscheid krijgt.

Dat een kunstenaar zijn eigen of andermans kunst vandaliseert of zelfs vernietigt, is niets nieuws onder de zon. In het eerste kwart van de twintigste eeuw waren de dadaïsten en futuristen gebrand op de (soms letterlijke) vernietiging van de kunstgeschiedenis, een idee dat later werd overgenomen door de naoorlogse Fluxusgroep. Nog een legendarisch voorbeeld is Homage to New York, een kinetische sculptuur die Jean Tinguely in 1960 maakte voor de beeldentuin van het MoMA. De grote machine vernietigde zichzelf na de inhuldiging door letterlijk uit elkaar te schudden waardoor de stukken ervan af vlogen. De bezoekers mochten de stukken oprapen als souvenir. Het vernietigen van kunst wordt in de kunstgeschiedenis net vaak ingezet als kritiek op de decadentie. Het is een protest tegen de bourgeois kunstwaarden en/of de perversiteit van de kunstmarkt.

(The Swamp, Luc Tuymans, Photo courtesy Art Basel)

Botsende bubbels

Het is niet de eerste keer dat een project van Gert Robijns kritiek oogst. In 2010 zorgde High Speed in Slow Motion, een werk gemaakt voor een park in Breda, eveneens voor opschudding. De kunstenaar maakte een maquette van de hogesnelheidslijn die langs de gemeente werd gebouwd, mét bijhorende flikkerende lichtbak en twee grote ventilatoren die het geluid en licht van voorbijrazend verkeer simuleerden. Voor de lokale bevolking vormde het een constant doelwit van vandalisme omdat het voor geluidsoverlast zorgde. Eerder werd Summer Love, een werk dat Robijns in 2005 maakte voor de openluchttentoonstelling Delicious in Sint-Truiden, eveneens vernield. De installatie bestond uit een opgezette hond die omgekeerd in een bushokje lag met daarachter een Volvo-auto die op zijn dak gekanteld was. De hond werd uit het bushokje gestolen en de Volvo werd omgegooid. Beide projecten werden niet alleen als geldverspilling beschouwd, maar ook als een storend element in het dorpsbeeld.

Hoe komt het dat Gert Robijns vaak op onbegrip stoot als hij zijn kunstwerken in de publieke ruimte plaatst? Een mogelijke verklaring is dat het lokale publiek niet vertrouwd is met de kunsthistorische ontwikkelingen die geleid hebben tot de sterk conceptuele inslag van veel hedendaagse kunstuitingen. Niet zelden wordt hedendaagse kunst als hermetisch ervaren, als voer voor een select groepje van kenners die zich binnen universiteiten, vakpublicaties en kunstinstituten verschuilen. Bovendien hebben de criteria die op internationale, geglobaliseerde, kunstevenementen gehanteerd worden, soms weinig uitstaans met lokale modellen en al helemaal niet met de spektakelcodes van de populaire beeldcultuur.

Net als het smaakoordeel van de internationale kunstwereld, wordt ook dat van lokale cultuur in een bubbel gevormd

Kunstcriticus Luk Lambrecht sprak in ‘The Leopard’s Spots. Bekent hedendaagse kunst kleur?’ uit 2007 van een conflict tussen de gespecialiseerde, internationale kunstwereld en de lokale context waarin andere, op ‘lagere cultuur’ gesteunde, smaakoordelen en argumenten spelen naast een gebrek aan kennis over de kunstgeschiedenis. Net zoals het smaakoordeel van de internationale kunstwereld wordt gevormd binnen een vrij gesloten netwerk – noem het een bubbel – is ook lokale cultuur ingebed in een (in dit geval) geografisch afgebakende context en gedragen door lokale rituelen.

Twee bubbels dus, met weinig raakvlakken. Toch is de realiteit complexer dan dat. Geen enkele lokale bubbel kan ontsnappen aan de impact van de globalisering. Deze osmose tussen het lokale en het globale, of de adaptatie van het globale naar lokale contexten, wordt sinds de jaren 1980 beschreven als een proces van ‘glokalisering.’ De term wordt vooral door sociologen en historici gebruikt en staat voor een doorbreking van de hiërarchie tussen (dominant) globaal en (onder de voet gelopen) ruraal.

Volgens de Franse socioloog Bruno Latour zijn de meeste plekken eigenlijk ‘evenwaardig lokaal’, niet hiërarchisch geschikt, maar parallel geschakeld zou je kunnen zeggen. Het is de manier waarop een plek in contact staat met andere (lokale) plekken die haar potentieel globaler maakt dan andere. Als een plek belangrijke en/of stabiele linken aangaat met een andere plek, ontstaat uit deze connecties een vermenging van gedachtegoed. De Engelse socioloog Roland Robertson stelt dan vast dat het lokale globaal is geworden maar dat, door deze connecties, ook het globale lokaal is geworden: de tegenstelling is met andere woorden opgeheven. We kunnen dit zien aan de manier waarop bepaalde lokale groepen wel openstaan voor de intrede van globale actoren als deze bereid zijn zich aan te passen aan lokale waarden en dus deze waarden erkennen, respecteren en occasioneel zelfs incorporeren.

(©Gert Robijns, High Speed in Slow Motion, 2010, multimedia installatie, afmeting onbekend, gemeente Breda Nederland. (fotograaf onbekend) )

Een vruchtbare voedingsbodem

In Robijns’ Reset Home kunnen we een dergelijke glokale attittude terugvinden. De residentie staat op de bouwgrond van Robijns’ grootouderlijk huis in Borgloon. De kunstenaar heeft het oude huis gesloopt, op de façade en één zijmuur na. Achter deze hoek heeft hij een modernistische woning gebouwd, een soort geabstraheerde versie van het oorspronkelijke huis. Ondanks deze abstrahering toont hij respect voor de lokale context waarin zijn project zich situeert. Het werk is niet alleen bedoeld als een eerbetoon aan de grootouders van de kunstenaars die heel hun leven in het oude huis hebben gewoond, maar zoekt nadrukkelijk naar een vermenging van de lokale situatie met globale kunstformats.

Reset Home probeert de lokale en internationale bubbel open te breken en samen te brengen.

Door kunstenaars uit te nodigen en hun werk te presenteren, wordt Gotem nu enerzijds een inspiratiebron, en anderzijds een nieuwe broedplaats voor kunst. Internationaal gekende kunstenaars brengen hun ideeën mee naar het dorp. Kunstliefhebbers hoeven dezer dagen voor een tentoonstelling van bijvoorbeeld Luc Tuymans al langer niet meer naar het M HKA, het SMAK of een prestigieus museum in het buitenland te trekken. De kruisbestuiving van globaal en lokaal zorgt voor een versmelting tussen de twee contexten. In Reset Home wordt gestreefd naar een verankering van het residentieproject in de lokale context en tegelijk krijgen internationale kunstenaars er tijd en ruimte om hun werk vrij te ontwikkelen. Zo probeert Reset Home de lokale en internationale bubbel verder open te breken en samen te brengen.

Nog meer dan Reset Home is En Route als een glokaal project te beschouwen. Het behandelt immers een glokale economische situatie: door ingrepen in de wereldpolitiek worden lokale fruithandelaars hard getroffen. Daarnaast is er de toegankelijke manier waarop de kunst wordt gepresenteerd. Hedendaagse en Russische kunst vindt een platform in Zuid-Limburg en kan bezocht worden via een fietsroute, en laat de recreatieve fietscultuur nu net één van de lokale troeven van Limburg zijn.

(© Gert Robijns, Reset Home, 2015, mixed media, afmeting onbekend, Limburg, Gotem. (Rosalie van Deursen))

De verbrandingsperformance tenslotte kan – ondanks de logische protesten - ook bestempeld worden als de uitdrukking van een glokale beweging, zeker in de context van En Route. Je kan de verbranding als een omkering zien van het handelsembargo. Aan de ene kant zijn er de Limburgse fruittelers die hun lokale producten niet meer internationaal kwijtkunnen, terwijl een kunstenaar die zijn “oogst” wel kwijt kan op de internationale markt deze op een lokaal niveau vernietigt. Het internationale werk assimileert zich zo met de lokale context waarin het gepresenteerd werd.

Een glokale attitude zorgt er voor dat kunst buiten zijn pretentieuze bubbel wordt gepresenteerd zodat de lokale context zijn visie op “hoge cultuur” verbreedt

De rel rond The Swamp heeft eens te meer aangetoond dat de discussie over hedendaagse kunst breed – en dus ook lokaal – gevoerd dient te worden. Een glokale attitude zorgt er voor dat hedendaagse kunst buiten zijn pretentieuze, losgekoppelde en soms ietwat decadente bubbel wordt geproduceerd en gepresenteerd zodat de lokale context zijn visie op “hoge cultuur” verbreedt en openstaat voor het concept dat het werk wilt overdragen. Voor deze discussie hebben we vastgesteld dat de verbrandingsperformance, ondanks zijn glokale idee, net iets te dominant ‘globaal’ was, terwijl de En Route fietstocht wel een perfecte glokale kunstervaring was. Artistieke projecten zoals die van Gert Robijns kunnen bijdragen aan een verdere verzoening van het lokale en het internationale niveau, al geeft dat dus onderweg ook wel eens vonken.