Chapeau voor een vorstelijk acteur
Door Ricus van der Kwast, op Wed Nov 08 2017 23:00:00 GMT+0000Precies een maand geleden overleed met Jean Rochefort een van de grote boegbeelden van de Franse film. Een eerbetoon aan de belle gueule van meer dan honderd films én aan een verwoed paardenfokker.
Bij alle verdriet om een te jong gestorven acteur is een filmliefhebber vooral egoïstisch en dus woedend om alle films die hem nu onthouden worden. Geen Joker meer als Heath Ledger, nooit meer een verpletterende prestatie van Philip Seymour Hoffman als in Capote of Doubt of een monoloog van Robin Williams als in Good Will Hunting.
Als een zevenentachtigjarige acteur overlijdt, kun je de goden niet al te hard beschimpen. De race is dan meestal al gereden, wat resteerde waren hooguit nog retrospectieven. Bij Jean Rochefort, op 9 oktober overleden, ligt dat anders. Wie dit monstre sacré van de Franse cinema de afgelopen paar jaar nog aan het werk gezien heeft in Les Boloss des belles lettres, weet dat je hier niet met zomaar een krasse tachtiger van doen hebt. In dat tv-programma draagt hij met de hem typerende stem klassiekers uit de literatuur voor als Madame Bovary, Le Petit Prince en Les Liaisons dangereuses.
Op zich niets bijzonders, behalve dat hij het doet in versies van drie minuten en in een langage de boloss, een straattaal die vrijwel ontoegankelijk is voor wie de twintig voorbij is. Garde la pêche – ‘hou de sjeu erin’ – hoor je hem meermaals zeggen, met een knipoog naar een lied van de Franse rapper Booba. Het levert verder hilarische momenten op als de immer aristocratisch ogende Rochefort zinnen zegt als: ‘Emma se fait chier et elle se fait raccomoder la crinoline par des bad boys dans des calèches. Emma, elle kif le swag, donc elle claque son bif pour des Loubotons easy.’ Madame Bovary verveelt zich, gaat vreemd en gooit geld over de balk, zo ongeveer. Les Boloss maakt in 2015 van Rochefort op slag een YouTube-fenomeen, met meer dan twee miljoen kijkers.
De snor van Frankrijk
Vijfenzestig jaar eerder is zijn loopbaan van start gegaan op het toneel. Rochefort verschijnt in stukken van schrijvers als Harold Pinter, Arthur Miller en Luigi Pïrandello. De wereld van de cinema betreedt hij door de zijdeur, vooral via bijrollen in films van vrienden. Pas in de jaren zeventig komt zijn filmcarrière flink op stoom. Anders dan generatiegenoten Alain Delon en Jean-Paul Belmondo moet hij het niet hebben van zijn belle gueule. Hij zal zelfs zijn leven lang onzeker blijven over zijn uiterlijk. Toch ligt hier de sleutel tot zijn succes. Niet alleen hebben we er de fameuze snor, zijn handelsmerk, aan te danken, maar vooral heeft hij zich volledig kunnen storten op het acteren zelf, op het voortdurend verfijnen daarvan.
De mimiek, de pose, de stijl en de stem, alles past: dit is een acteur pur sang.
De mimiek, de pose, de stijl en de stem, alles past: dit is een acteur pur sang. Het maakt hem een veelzijdig acteur, één die zowel komedies als drama’s naar zijn hand kan zetten. Uiteindelijk zou hij in meer dan honderd films spelen, honderdvijftig als je tv-films meerekent. Het kost geen moeite langs die loopbaan wat piketpaaltjes te slaan die Jean Rochefort als acteur en als persoonlijkheid markeren.
Un éléphant, ça trompe énormément is een komedie uit 1976. Rochefort speelt de hoofdrol als toegewijd en tegelijk gezapig familieman. Als hij op een dag een glimp opvangt van mannequin Charlotte, de oorspronkelijke Lady in Red, gaat zijn hele leven op de schop. Hij wordt hals over kop verliefd. Hij wringt zich zes weken lang in de vreemdste bochten om haar te veroveren. Als het zover is, loopt het uit op een fiasco. De film eindigt met zijn onvergetelijke duik, na een onvrijwillig avontuur als geveltoerist.
Lichte humor in het Nederlands is juist zwaar in het Frans en, geloof me, een Franse komedie die veertig jaar oud is kan topzwaar zijn. Dat deze film niet bezwijkt en dat je hem ook anno 2017 nog met plezier kunt bekijken, heeft alles met het acteren van Jean Rochefort te maken. Bij hem niets van het luidruchtige dat komedies ondraaglijk kan maken. Hij speelt de rol beheerst, haast Brits. Je kunt alle gevoelens van lust, schuld en schaamte niet alleen van zijn gezicht aflezen, maar je voelt ze ook met hem mee.
Le Mari de la coiffeuse (1990) tapt uit een ander vaatje. Het is een liefdesgeschiedenis en een film die voorgoed je blik op kapsters verandert. Alle romantiek en passie ten spijt, als kijker voel je, wéét je dat het verhaal onherroepelijk op een dramatische ontknoping afkoerst. Het is verleidelijk om te denken dat Rochefort in deze rol het meest zichzelf is. Een kalme, sympathieke man brengt zijn dagen door met het gelukzalig observeren van zijn vrouw. Hij lacht, zingt, danst en bewondert. Ondertussen steekt hij ironische monologen af vol zelfspot, vol melancholie, tegen het zwaarmoedige aan. Rochefort ten voeten uit, zou je zeggen. De film is een ode aan de schoonheid, aan de sensualiteit van een vrouw, maar lijkt bovenal bedoeld als hommage aan zijn acteertalent.

Don Quichot
Gelauwerd als acteur is Rochefort in de loop der jaren volop. Zo vallen hem drie Césars te beurt en is hij onderscheiden op de festivals van Montréal en Venetië. Toch vallen al deze prijzen voor hem in het niet bij dat ene eerbetoon op een heel ander terrein.
Hij was de dertig al gepasseerd, toen hij kennismaakte met het paardrijden. Het was liefde op het eerste gezicht en een liefde die zijn leven lang zou duren. Hij werd paardenfokker: in zijn stoeterij zou hij meer dan honderd veulens ter wereld brengen. En hij werd commentator: bij diverse evenementen versloeg hij de hippische sporten voor France Télévisions. De onderscheiding die hem in 2004 wordt toegekend in de orde van agrarische verdienste, is voor hem een kroon op een levenswerk.
Als Terry Gilliam aan zijn gedoemde film over Don Quichot begint, is Rochefort de enige die voor de hoofdrol in aanmerking kan komen.
Als voormalig Monty Python-lid Terry Gilliam in 1998 aan zijn gedoemde film over Don Quichot begint, is er maar één acteur die voor de hoofdrol in aanmerking kan komen. Die rol is voor hem, vindt Rochefort ook zelf. Het zou de meest traumatische ervaring uit zijn loopbaan worden. Al na enkele dagen moet hij de opnames staken vanwege wat later een dubbele hernia blijkt te zijn. Hij zou nooit meer kunnen paardrijden.
Een dag na zijn vertrek van de set sterft het paard dat voor Rocinante moest doorgaan. Rochefort, van meet af aan geschokt door de aanblik van het vermagerde, in zijn ogen mishandelde paard, zou altijd een diepe wrok tegen Terry Gilliam blijven koesteren. In een ironische speling van het lot heeft het er trouwens alle schijn van dat juist nu, na negentien jaar en acht mislukte pogingen om de film eerder te lanceren, The Man who killed Don Quixote af is en 2018 het licht zal zien.

In 2012 laat Rochefort weten dat hij zijn laatste film gespeeld heeft. Dat kan verklaren waarom Floride uit 2015, zijn echt allerlaatste film dus, grotendeels onder de radar gebleven is. Spijtig, want de film is een fenomenaal slotakkoord. We zien Rochefort aan het werk als een dementerende man, verwikkeld in de alledaagse strubbelingen die dat oplevert met zijn dochter. Hij heeft nog één doel voor ogen: een reis naar Florida maken.
De vergelijking dringt zich op met Still Alice, een film die kort ervoor verschenen is en waarin Julianne Moore een vroeg dementerende vrouw speelt. Julianne Moore is goed, overtuigend en zou voor haar rol een Oscar winnen. Jean Rochefort is beter. Zijn vertolking is levensecht, haast op het griezelige af. Het ene moment loopt hij tastend, met twijfelende tred rond, dan weer vol branie. Brommerige, dwarsige buien worden afgewisseld met lucide momenten vol charme. Soms zie je paniek in zijn blik, dan weer twinkelende pretogen. Floride is een verborgen juweel en een aanrader. Aan het einde lukt het hem: hij gaat naar Florida. Garder la pêche, daar draait het tenslotte allemaal om. Jean Rochefort heeft het ons voorgedaan.