Dag Desiree Akhavan

Door Anaïs Van Ertvelde, op Fri Jun 28 2024 09:46:00 GMT+0000

Te hetero voor gays en te gay voor hetero’s: als biseksueel zit je overal tussenin, schrijft Anaïs Van Ertvelde. Daarom liggen de films en series van Desiree Akhavan haar na aan het hart: ‘Jouw werk vecht niet tegen de biseksuele clichés maar ontwapent ze door ze te omarmen.’

Dag Desiree Akhavan

Als we elkaar zouden kennen, werden we vast vrienden. Als we vrienden waren, zou ik verliefd op je worden. Als ik verliefd op je was, zou ik die gevoelens vermommen als een intense vriendschap. We zouden elke week koffie drinken en praten over de mannen die onze harten braken, we zouden samen artistiek werk maken, we zouden elkaars haar doen en gaan dansen tot vroeg in de ochtend om dan in een te klein bed in een te kleine hotelkamer dicht tegen elkaar aan te kruipen, mijn hoofd in je zweterige oksel, mijn vingers op je heupbeen.

Of zo zou ik het toch aangepakt hebben als tiener, als twintiger. Zo is het mij aangeleerd. Om nooit openlijk biseksueel te zijn. Het internet bestond in mijn jeugd niet. Of toch niet echt. Je kon alleen surfen op een familiecomputer die pal in het midden van de woonkamer stond en waarop je een uur per dag onder het toeziend oog van je ouders aan je spreekbeurt mocht werken. Nee, om mijn in de jaren 1990 ontluikende erotische gevoelens te begrijpen, en te weten wat ik ermee moest, had ik alleen het Nederlandse meisjesmagazine Fancy. Hadden ze dat in de VS ook, Desiree? Mocht je het lezen van je naar verluidt erg strenge moeder? Zodra het blad op de mat viel, bladerde ik naar de enige pagina’s die van tel waren; die waarop je de ‘Vrijen en jij’ kon lezen. Een vraagrubriek waarin tienermeisjes aan experts seksuele problemen voorlegden.

‘We doen het nog steeds met elkaar’, las ik met groeiende interesse. We zijn twee vriendinnen en hebben sinds maanden allebei een vriend waar we veel van houden […]. We gaan nog steeds af en toe met elkaar naar bed. We durven het onze vriendjes niet te vertellen, we zijn bang dat ze ons in de steek zullen laten.’ In het geruststellende antwoord las ik dat ‘veel meiden experimenteren met een vriendin omdat dat vertrouwd en gezellig is’. Er werd de briefschrijfsters en mij op het hart gedrukt dat zoiets niet betekent dat je lesbisch bent. En mocht je toch lesbisch blijken, werd – voor die tijd zeer progressief – eraan toegevoegd dat ook dat natuurlijk normaal is.

Dat soort advies van de Fancy-experts lezen seksuologen Anja Lipperts en Harry Oosterhuis in het artikel ‘Tussen wal en schip. De moeizame emancipatie van biseksualiteit’ (2010) door de lens van de verschillende wetenschappelijke paradigma’s die in de loop van de twintigste eeuw rond biseksualiteit ontwikkeld werden. Biseksualiteit is ofwel een ongedifferentieerde overgangsfase op weg naar een mature seksualiteit die homo of hetero is. Ofwel is het een universele aanleg die iedereen ‘een beetje’ heeft en die enkel in homosociale omstandigheden zoals meisjesscholen of gevangenissen tot uiting komt. Zulke visies op biseksualiteit, die – zonder het woord in de mond te nemen – ook de goedbedoelende experts van de Fancy uitdroegen, staan volgens Lipperts en Oosterhuis één ding heel duidelijk in de weg: je kunnen identificeren als bisekueel.

Je debuutfilm uit 2014 was voor mij een kelk met ambrozijn na het dwalen in de woestijn.

Sorry als ik wat te snel ga, Desiree. Wat ik je schrijf is te intiem, zeker voor een eerste keer. Je hebt al vaak genoeg in interviews gezegd dat je het lastig vindt om steeds aangesproken te worden op je biseksualiteit, gênant haast. ‘It’s not a nice thing to be, it’s not a cool thing to be. It makes my fucking skin crawl. It feels disingenuous, like your genitals have no allegiance’, laat je een bi personage in een van je films zeggen. Ik schrijf je haast op dezelfde manier als de fans die mij soms brieven sturen waarin ze vertellen dat we de beste vrienden zouden worden omdat ze zich in mijn verhaal als aanmodderende biseksueel herkennen, omdat zij zoals ik zouden zijn.

Appropriate Behavior, je debuutfilm uit 2014 over de biseksuele Shirin die worstelt om haar hippe leventje in Brooklyn op de rails te houden na de breuk met haar vriendin, was voor mij een kelk met ambrozijn na het dwalen in de woestijn. Een jeugd met de Fancy en een decennium van reclames vol Bi Girl Chic, de vals-lesbische tongende tieners van t.A.T.u, Katy Perry’s monsterhit ‘I Kissed a Girl’ (en vooral de zin: ‘I hope my boyfriend don’t mind it’) en schampere opmerkingen over barsexuals hadden mij overtuigd dat vrouwelijke biseksualiteit dan misschien wel geen fase, maar wel een performance was. Iets om wodka met fruitsmaakjes mee te verkopen, iets om mannen mee op te geilen, iets onfeministisch haast. En ik was geen slechte feminist die op studentenfeestjes met andere vrouwen zoende terwijl gasten met lintjes en een adem die naar zuur bier ruikt ons luidkeels aanmoedigden. Neen dank u.

In Appropriate Behavior toonde je me voor het eerst hoe een biseksueel eruitziet wanneer ze niet door een heteromannelijke of monoseksuele lens gefilterd wordt. Monoseksualiteit, de overtuiging dat seksuele en romantische aantrekkingskracht zich altijd primair op één gender richt, is een woord dat ik in diezelfde jaren voor het eerst las in het pas verschenen Bi: Notes For a Bisexual Revolution (2013). Schrijfster en bi-activiste Shiri Eisner leerde me in dat boek, dat inmiddels tot een klassieker is uitgegroeid, dat wie bi is, tegen andere vooroordelen aanloopt dan de rest van de lhb-gemeenschap. Monoseksualiteit is er één van.

Ik keek reikhalzend uit naar je serie The Bisexual. Ik was blijkbaar de enige.

Toch was Appropriate Behavior geen voorbeeld van wat de video-essayist Verily Bitchy op YouTube ‘good representation’ noemt: de neiging om personages uit minderheidsgroepen voor te stellen als uiterst deugdelijke (en dus vaak ook saaie) mensen uit angst om hen te stereotyperen. Jouw Shirin maakt er een zootje van. Jouw Shirin heeft ingewikkelde verlangens en weet niet hoe ze die vorm moet geven omdat niemand haar ooit een geslaagd biseksueel leven heeft voorgeleefd. Jouw Shirin is in de war over waar ze thuishoort omdat er niet echt zoiets bestaat als een biseksuele gemeenschap. Jouw Shirin is met momenten bifoob. Jouw Shirin faalt. Ze voldoet niet aan de verwachtingen van haar Iraanse hetero-ouders die hopen dat ze snel een gezin sticht met een man, maar ook niet aan de verwachtingen van haar lesbische (ex-)vriendin die op haar neerkijkt omdat ze zich te vrouwelijk kleedt en geen activistische lectuur leest. Jouw film vecht niet tegen de biseksuele clichés – we zijn hebberig, hongerig en in de war – maar ontwapent ze door ze te omarmen. En ik vond dat helemaal geweldig.

Ik keek dan ook reikhalzend uit naar je serie The Bisexual (2018). Ik was blijkbaar de enige. Wat de nieuwe Fleabag had moeten worden, bleek een flop waar critici over mopperden (‘It’s 2018, bisexuality – get over yourself!’) en geen kat naar keek. Waarom?

‘Omdat biseksualiteit een taboe is voor hetero’s én voor homo’s’, beweerde jij. Je zegt het misschien wat ongelukkig maar ik snap wel wat je bedoelt: Zodra de homo-emancipatiebeweging in de jaren 1970 in onze contreien weer sterk op gang kwam, wisten ook homoactivisten niet altijd raad met biseksualiteit. Is het een ‘derde’ seksuele identiteit, naast homo of hetero? Of is het een fenomeen dat net het bestaan van seksuele identiteiten in vraag stelt? En wat dan met emancipatiebewegingen die op seksuele identiteiten zijn gestoeld? Als seksualiteit zo fluïde zou zijn, kunnen we dan nog dezelfde politieke bescherming tegen discriminatie krijgen die nu vaak alleen verleend wordt voor kenmerken die aangeboren en onveranderlijk zijn?

Het falen van The Bisexual valt te verklaren doordat de serie zich niet schikt naar de narratieve clichés die we gewoon zijn van gay media, dacht ik.

Het is geen coming-outverhaal dat eindigt met aanvaarding of tragedie, het is geen liefdesverhaal met een big gay wedding als ontknoping. Het is een verhaal waarin jouw Leila na de breuk met haar vriendin (alweer) besluit om haar biseksualiteit te gaan verkennen. Door met mannen te daten, voelt ze zich langzaam vervreemden van haar lesbische vriendengroep en twijfelt ze aan de legitimiteit van haar queerness. Haar verhaallijn is gewijd aan wat queer academici ‘inbetweenness’ noemen. Een staat waarin je geen kant kan kiezen, waarin je je voor eeuwig tussen identiteiten, gemeenschappen en verlangens bevindt zonder dat de spanning die deze positie met zich meebrengt ooit echt opgelost wordt.

Misschien is dat wel de kern van je werk, bedenk ik terwijl ik je zo schrijf: falen.

The Bisexual flopte, zegt Verily Bitchy in het video-esay ‘Why Queer Tv Is Getting Worse’ (2023), omdat zowat alle biseksuele mediaproducten floppen. In datzelfde jaar kwamen naast The Bisexual ook de biseksuele sitcom Abby’s en het datingprogramma The Bi Life uit, en werd er een biseksueel seizoen gemaakt van reality-tv-hit Are You The One? Ook daar keek niemand naar. Verily wijst erop dat commercieel succesvolle queer films, series en programma’s altijd een heteropubliek moeten vinden om succesvol te zijn. Om die brede aantrekkingskracht te bereiken, leunt de doorsnee programmamaker al te vaak op het principe van gaystreaming: een commercieel gay programma moet niet alleen homomannen aanspreken maar ook heterovrouwen op zoek naar een gay best friend met een radde tong; een lesbisch programma moet niet alleen lesbiennes aanspreken maar ook heteromannen die graag naar mooie, kussende vrouwen kijken. Gaystreaming is eigenlijk gebaseerd op heel klassieke en netjes afgebakende ideeën over gender, aldus Verily, waar biseksuele media nooit bij aansluiten. En dat geldt al helemaal voor biseksuele personages als Shirin of Leila, die voortdurend falen; ze slagen er zelden in om aan de verwachte seksuele en genderrollen te voldoen.

Misschien is dat wel de kern van je werk, bedenk ik terwijl ik je zo schrijf: falen.

Iedere biseksueel faalt eigenlijk voortdurend. Voor hetero’s ben ik geen geslaagde vrouw (Laat je nagels groeien! Je gaat je haar toch niet kort knippen?!), voor lesbiennes evenmin (Knip je nagels! Je gaat je haar toch niet laten groeien?!). We slagen er niet in de mijlpalen van het heteroleven te behalen; zolang we niet met meer dan twee personen mogen trouwen bestaat er niet zoiets als een biseksueel huwelijk. Maar we behalen die van het queer leven ook niet; ik ken haast niemand die een biseksuele coming-out deed, alleen heel veel hetero’s en homo’s die heimelijk als bi leven.

Lieve Desiree, jij, Shirin, ik, Leila. We falen vaak en voelen ons daarom niet queer genoeg. Maar laten we die logica eens omdraaien. We falen vaak, onze seksuele identiteit rammelt aan alle kanten. Misschien is er wel niets zo queer als dat. The queer art of failure, weet je wel.

X

Anaïs