Dag Lucinda

Door Lucinda Ra, op Fri Nov 08 2024 09:08:00 GMT+0000

De spijbeltocht van theatermaker Barbara Claes brengt haar naar de oudste stad ter wereld, waar ze rouwende families in oogverblindende klederdracht fotografeert. Ze spijbelt op de arbeidsmarkt en plant haar dagen per seconde. Maar kan Lucinda Ra intussen wel de telefoon opnemen als de VDAB belt om skelet te komen spelen in Bellewaerde Park?

Dag Lucinda

Het is oktober en ik schrijf je vanop de trappen aan de Ganges, op 2500 meter van de evenaar, de evennachtslijn die onze wereldafgronden bij elkaar houdt. Ik zie een lijk onder vuur liggen. Ik mag hier eigenlijk niet zijn. Ik moet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Ik ben hier voor de periode van een gemiddelde verzendingstijd van een jogging uit de Filippijnen. Ik heb gespaard om op deze trappen te komen zitten in de oudste stad van de wereld, waar de doden hun laatste reis maken, verbloemd met mirre, hout en gebeden. Ze worden in allerijl gerepatrieerd naar het nirwana, Ze worden in allerijl gerepatrieerd naar het nirwana, als helden gedragen, in de hoogte op brancards, scanderend door de straten. De hele familie loopt erachter, met bloemen en urgentie. De geur van brandend bot is nieuw voor mij. Nieuwer dan de krant van morgen. Ik ga de deur naar die geur nooit meer vergeten.

Ik mag hier eigenlijk niet zijn. Ik moet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.

Mogelijks heeft iemand me tijdens deze spijbeltocht als werkzoekende gebeld om skelet te spelen in Bellewaerde Park, maar ik heb mijn Belgische simkaart ingeruild voor een bewierookte met een ander landsnummer. Halloween is per bezem overgewaaid om onze angsten in entertainment om te zetten. Is het strafbaar om niet op te nemen als ik word opgebeld om dat skelet te spelen, Lucinda?

Ik slalom door stegen die als aders ingebed liggen in een oudheidsverhaal om de geesten vast te houden, via dromerige koeien met vuile achterwerken, schoenpoetsers, vuilniscollectioneurs, brahmanen, toeristen en dolle straathonden, met een GoPro op mijn buik gebonden, een Indiana Jones op barefootschoenen die ik kocht met het geld dat ik afgelopen zomer verdiende. Toen werkte ik op een plek waar zorgbehoevende mensen wonen die niet passen onder de baldakijn van onze gepoetste maatschappij. Op die plek staan de deuren open en worden IQ`s niet vergeleken. Daar zijn de dagen een aaneenrijging van momentopnames, zoals hier, op de vuilnisbelt van rozenblaadjes. Hoe dichter bij de evenaar, hoe minder reden om je wekker te zetten. Je staat op met het geluid van vogels en weet nog niet wat je allemaal gaat tegenkomen. Het bestaat: werken en het gevoel hebben op vakantie te zijn. Dat was mijn zomer. Een residentie in een instituut ver weg van de institutionaliteit, met een moestuin vol pompoenen en de geur van gebakken patatjes. Jij kent dat, Lucinda, maar als ik rond me kijk zie ik diepe groeven in de gezichten.

Op mijn werk in de zomer was ik sociaal beschermd en verzekerd voor mogelijke uitschuivers. In tegenstelling tot nu. Ik heb hier een bergbeklimmer ontmoet. Hij me leerde dat je elk moment gulzig moet opeten alsof het je laatste is, want als er iets is waartegen we nooit verzekerd zijn, is het de dood. Ik ben hier omdat ik de Dalai Lama wilde interviewen met de vraag hoe geluk eruitziet. Maar toen een van zijn discipelen me schriftelijk liet weten dat hij knieproblemen heeft, en oud wordt, besliste ik zinnen te rapen bij de man op de straat, de vrouw met het kind, het kind met de vlechten, en realiseerde ik me dat daar de mooiste teksten uit geboren worden: uit het geborchte dat eenvoud wordt genoemd.

Wat gebeurt er als ze me bellen om dat skelet te spelen, terwijl ik hier op de stervenstrappen rouwende families in oogverblindende klederdracht en houtdragers bij zonsopgang fotografeer? Zal mijn uitkering worden ingetrokken? Zal ik op straat moeten slapen, zoals de opgeplooide honden te midden van de hectiek waar ik mij bevind? Moet ik naar bed zonder vakantiegeld? Word ik beroemd omdat ik een affiche krijg van de cel der vermisten?

Als wij sterven gaan we ingekaderd op een schouw wonen, verglijdend in de stilte van herinneringen als een ornament uit onze rommelmarkt aan salonartikelen.

Op een dag tijd gaan hier honderden doden de brandstapel op, de mist in, allemaal onder zegevierende rookpluimen naar de eeuwigheid. Bij ons worden ze met gevouwen handen en gelijmde oogleden in dure houten kisten gelegd, die worden afgeschuurd en dichtgetimmerd. Als wij sterven gaan we ingekaderd op een schouw wonen, verglijdend in de stilte van herinneringen als een ornament uit onze rommelmarkt aan salonartikelen. Als ik sterf, Lucinda, willen jullie mij dan ook door de straten dragen, met gladiolen smijten en de koeien loslaten?

Ondertussen zie ik hier vanop de trappen nonkels, tantes, ouders en kleinkinderen, gedrapeerd in zijde en satijn, uitvaren om een dierbare aan de heilige rivier te schenken, zodat die niet nog eens geboren hoeft te worden. In een naburig land leest men voor aan het bed van de dode, tot de ziel verlost is van de bedstee. Er zijn daar ook gieren die de laatste vingers opeten.

Als ze te weten komen dat ik hier ben ter verstrooiing en ze me bijgevolg zullen schorsen van de arbeidsmarkt, kijken jullie dan mee uit naar ander werk zodat ik zeker kan zijn van een pensioen? Liefst iets sociaals met flexibele uren. Oh ja, en in het buitenland mag ook, bij voorkeur ergens waar het warm is, zoals hier, waar ik geen overuren tel. Ik plan mijn dagen per seconde. Als ze me arresteren op de luchthaven wegens schending van de arbeidswet, komen jullie dan muziek spelen in de gevangenis? Zolang de muziek er maar doorkomt, om al wat al dood is terug tot leven te dirigeren, zoals de cobra`s die hier als paaldansers uit de manden verrijzen door de bedwelmende klanken van de fluitmagie.

Ik ben hier niet officieel aan het werk. Ik kan hier op blote voeten de folklore observeren naast de onbuigzaamheid van de imposante bergen, waar op de kam dorpen verscholen liggen zonder RSZ-bijdrage en proefcontracten, en de grootste filosofen vermomd zijn in herderskostuum. Er is geen deadline voor de dag.

Ik wou dat jullie hier ook waren, dan zou het een nog beter project zijn. Maar iemand moet de telefoon opnemen als ze me bellen om dat skelet te spelen. Tot op het bovenste verdiep,

dan vergaderen we verder rond de tafel over aalmoezenieren en tewerkstelling,

met koffie, begroting, grappen, rollen, onze kinderen en hoe we in godsnaam dat orgel van de trap gaan krijgen.

Barbara