'De enige manier om Europa op te bouwen is het af te breken'
Door Wouter Hillaert, op Thu Feb 28 2019 23:00:00 GMT+0000Eén Europa, dat was altijd de droom. In realiteit zijn er tientallen Europa’s: het fort, de EU met al haar instellingen, de koloniale metropool, onze oermythe over verlichting en vooruitgang... Europa is een verhaal met vele kantjes. Kunnen kunstenaars en onderzoekers het mee herschrijven? Samen tasten regisseurs Milo Rau en Thomas Bellinck en academica Olivia Rutazibwa de grenzen van Europa af. ‘Laat ons het idee van de natie vernietigen, en we zijn vertrokken.’
Boven de Gentse kerstmarkt, terwijl in NTGent Lam Gods speelt, hebben we ze als bij wonder rond één tafel gekregen. In het kantoor van artistiek leider Milo Rau zitten drie nijvere reizigers aangeschoven, voor wie zelfs het oude continent te klein is.
Olivia Rutazibwa doceert aan de universiteit van Portsmouth onder meer over de EU, studeerde ooit in Italië en onderzocht voor haar doctoraat westerse interventies in sub-Sahara Afrika. Thomas Bellinck is net terug van Spanje, waar hij meewerkte aan een filmproject rond tuinbouwindustrie en arbeidsmigratie, om straks weer te vertrekken naar Tunis en Athene voor zijn komende theatercreatie Simple as ABC #3: The Wild Hunt. En Milo Rau, Zwitser van geboorte en nu pendelend tussen Gent en Keulen, bezocht onlangs Irak voor zijn geplande Orestes in Mosul, na eerder werk in onder meer Boekarest, Kigali, Bukavu en Moskou. Zo klein de tafel, zo groot de mentale kaart die dit trio erop zal openvouwen.
Wat stelt Europa op die kaart voor? Rau, Bellinck en Rutazibwa zullen elkaar niet tegenspreken. Alle drie zijn ze even kritisch voor wat deze regio met zichzelf en de rest van de wereld aanvangt. Rau werd als neutrale Zwitser ooit pro-EU omdat de populistische Zwitserse Volkspartij (SVP) vanaf 1999 aan zijn opmars naar 30% begon door anti-EU te zijn. ‘Ik zat volledig op de lijn van al wie Europa verdedigt als een dam tegen enggeestig nationalisme. Maar de jongste jaren ben ik net heel eurokritisch geworden.’ Zo lanceerde Rau in november mee het ‘Manifest voor een Europese Republiek’ van schrijver Robert Menasse en politicologe Ulrike Guérot, dat toen simultaan werd voorgelezen vanop 150 theaterbalkons in heel Europa.
Bellinck gaf zijn vragen in 2013 al vorm in Domo de Eŭopa Historio en Ekzilo, een aftands herinneringsmuseum anno 2050 voor ‘het leven in de voormalige Europese Unie: de laatste jaren van de lange vrede’. Nu gaat zijn fascinatie uit naar de grensbewaking van Europa. ‘Hoe denkt en spreekt Europa over zichzelf? Hoe bepaalt het wie erbij hoort en wie niet?’
‘Net als elke Vlaming kreeg ik Europa ingelepeld als een natuurlijke weldaad.’ (Olivia Rutazibwa)
Rutazibwa voelde er zich met de jaren steeds minder bij horen. ‘Net als elke Vlaming kreeg ik Europa ingelepeld als een natuurlijke weldaad: als de wieg van verlichte normen en waarden die alleen wij kennen, en waarmee wij dan de rest van de wereld moeten helpen – zeker rond kerst, in de Warmste Week. Maar dan zie je in 1994 de genocide in Rwanda, waar een miljoen mensen omkomt terwijl de internationale gemeenschap zich terugtrekt. Dan begint er iets te dagen.’
Zelf ging ze zich pas voor het eerst vreemdeling voelen op Erasmus in Italië. ‘In mijn hoofd was ik precies als de Italianen, opgegroeid in een witte omgeving. Maar zij behandelden mij zoals vrienden uit Senegal of Kameroen die nog maar net in Italië waren. Ineens bleek racisme méér dan alleen iets van onvriendelijke mensen. En later, tijdens mijn doctoraat, zou ook die hele weldaad van Europa een mythe blijken. De dag dat Europa de Nobelprijs voor de Vrede kreeg was ik echt in shock.’

Zo rafelen Rau, Bellinck en Rutazibwa samen het zelfbeeld van Europa uit. Niet de geijkte kritieken leggen ze op tafel – de Europese bureaucratie, de neoliberale lobby, de verrechtsing – maar wel hoe een ambitieuze droom verworden is tot een technocratische praktijk waarvan alleen de legitimatie nog herinnert aan die eerste utopie. Kan Europa zich nog heruitvinden? Daarvoor moet het zichzelf en zijn diepste denkbeelden eerst weer helemaal deconstrueren, en daarbij helpt dit trio graag, van ons idee over grenzen tot onze kijk op burgerschap.
Is er een kunstwerk dat jullie beeld van Europa mooi samenvat? Of een werk dat jullie een heel nieuw perspectief op Europa openbaarde?
Rutazibwa: ‘Ik moet denken aan Europe on Trial, een artistiek tribunaal dat ik afgelopen zomer meemaakte in Amsterdam. Drie uur lang kwam een hele reeks onderzoekers en opiniemakers zich uitspreken over de Europese migratiepolitiek. Maar het strafste waren de getuigenissen van vluchtelingen zelf, over hun ervaringen in asielcentra. Hartverscheurend. Als ik aan Europa denk, is dat het beeld dat bij me opkomt: een fort dat we volstrekt normaal zijn gaan vinden, omdat het ons dagelijks verkocht wordt als een logisch en onvermijdelijk systeem. Voor mij is dat de wreedheid van Europa: je hebt zelfs geen malafide mensen meer nodig om dat systeem draaiende te houden.’
Bellinck: ‘Een boek dat mijn kijk echt veranderd heeft, is Shadows of the Pomegranate Tree uit 1992. Het is de eerste van vijf romans van Tariq Ali over allerlei confrontaties tussen Europa en de islamitische wereld, in dit geval in Granada ten tijde van de Reconquista, de verdrijving van de moslims uit Spanje. Het verhaal begint met een grote boekverbranding van islamitische werken en volgt dan een machtige familie van Spaanse moslims die allemaal andere uitwegen kiezen: één laat zich omdopen tot christen, een andere gaat in het verzet, een derde vlucht naar Noord-Afrika. Ali beschrijft dat allemaal heel mooi: niet alleen hoe de wereld van die familie helemaal instort, maar ook hoe in diezelfde tijd Cortés naar Amerika afreist. Voor het eerst zag ik de link tussen de verdrijving van moslims uit Europa en het begin van de koloniale expeditie.’
Leert die geschiedenis ook iets over het Europa van vandaag?
Bellinck: ‘In Zuid-Spanje vieren ze nog elk jaar de “Moros y Cristianos”: een meerdaags exotistisch re-enactment van de Reconquista, kromzwaarden en kamelen incluis. Dan landen eerst de “moren” met schepen aan de kust, wordt er vuurwerk ontstoken als symbool van Europa’s verdediging en duwt men die boten uiteindelijk weer de zee in, met nog wat feestelijke re-enactments van gewelddaden erachteraan.
‘Europa combineert een erg selectieve hervertelling van de geschiedenis met een inhumane behandeling van illegaal gemaakte gastarbeiders.’ (Thomas Bellinck)
Dat vijandbeeld sluit nauw aan op allerlei andere portretteringen van Noord-Afrikanen vandaag, die in de volksmond nog steeds denigrerend “moros” worden genoemd. Enerzijds zie je hoe Andalusië zijn Arabische geschiedenis bijna tot kitsch verheft om toeristen naar het Alhambra te lokken, en anderzijds worden duizenden Marokkanen er als “moros” illegaal gemaakt om ons fruit en onze groenten te plukken. Die combinatie typeert voor mij Europa: een erg selectieve hervertelling van de geschiedenis en een inhumane behandeling van illegaal gemaakte arbeidsmigranten.’
Denk jij aan een bepaald kunstwerk, Milo?
Rau: ‘De Bijbel! Daar zit ik nu nogal in, omdat we met illegale tomatenplukkers een Jezusfilm gaan draaien in het Italiaanse Matera, waar ook Pasolini en Mel Gibson hun grote Passies hebben gefilmd. Jezus was de leider van een volk in de periferie van het Romeinse Rijk, dat zonder land of sociale structuur overal buiten viel en door de Romeinen misbruikt werd om hun nieuwe steden te bouwen. De huidige situatie van vluchtelingen in Zuid-Italië vormt de perfecte spiegel: jarenlang hebben ze gewerkt om voor 5000-6000 euro de zee over te steken, terwijl ze nu niet meer wegkunnen uit Italië en in handen van de maffia zijn gevallen, omdat de staat alle controle is kwijtgeraakt.
‘Samen zeggen de Bijbel en de Oresteia alles over het huidige Europa.’ (Milo Rau)
Zelfs onze casting hebben we via de maffia moeten regelen. Onze Jezus is een Nigeriaan die daar een politieke verzetsbeweging is gestart. Hij zei het zo: “Zuid-Italië is een nieuw kapitalistisch experiment, wat wordt het volgende?” In Europa is er overal consensus dat het zo moet zijn. Zelfs een socialist als John Crombez aanvaardt de idee van een kampengordel rond Europa. Het debat gaat alleen nog over de vraag of we daar wel of geen water en scholen moeten voorzien: in welke kleuren schilderen we de muren van het fort? Daarnaast zou ik ook nog de Oresteia willen noemen, omdat die gewoon de naakte waarheid over het liberalisme laat zien: Agamemnon trekt naar het Midden-Oosten, slacht daar iedereen af en komt weer thuis met een seksslavin. Samen zeggen die twee canonieke basiswerken alles over het huidige Europa.’
Alle drie definiëren jullie Europa vanuit zijn grens- en migratiepolitiek. Wat moeten die muren van Fort Europa dan juist beschermen?
Bellinck: ‘Het zijn eigenlijk meestal geen muren, dat is het bijzondere. Alleen in ons hoofd zien wij nog muren waar mensen over klimmen, maar pakweg in Griekenland is die grens net heel poreus en bewegen er voortdurend mensen over. De Europese grenzen zijn door Frontex, het officiële grensbewakingsagentschap van de EU, steeds meer geoutsourcet naar de Sahara. De media blijven focussen op de “grensspektakelzone” rond de Middellandse Zee, maar mensen sterven al ver daarvoor.

Dat is zo misleidend aan de metafoor “Fort Europa”. Het suggereert dat grenzen stabiele entiteiten zijn, maar vandaag worden ze gemaakt en bewaakt vanuit skyscrapers in Polen of Tallinn, door ondergrondse dataopslag en door drones van de European Space Agency. Zo voorzag het Sentinel-programma van de ESA satellieten om de global warming op te volgen, maar bleken die ook perfect te dienen in de strijd tegen “onregelmatige” migratie. Of neem alle geld dat naar bedrijven gaat met namen als Snoopy of Sniffler, voor spitstechnologische pilootprojecten in grensmanagement, zoals ‘de elektronische neus’. Die moet levende honden vervangen om verscholen mensen te ruiken.’
Rutazibwa: ‘De ontmenselijking is totaal.’
Bellinck: ‘Ja, mensen heten intussen “data-subjecten”. Identiteit is herleid tot geregistreerde vingerafdrukken, terwijl je biografische gegevens bijkomstig worden. Op Lesbos is op zeker moment zelfs een verbod ingevoerd op mensen een lift geven om zich te gaan registreren in de hoofdstad Mytilini. Want wie een ongeregistreerd “data-subject” in de auto vervoert, begaat een grensmisdrijf, verplaatst als het ware de grens. Zo absurd wordt het. De grens wordt meer en meer geïncorporeerd. Kijk hoe het woord “illegaal” is opgeschoven: van iets wat je doet naar iets wat je bént. Aan onze grenzen spelen zich vele vormen van geweld af.’
Tegelijk voert de EU wel een heel humanitair discours in zijn ontwikkelingspolitiek.
Rutazibwa: ‘Dat toont hoe weinig bewustzijn er is over onze eigen geschiedenis. Tijdens mijn stage bij de Europese Commissie, op de dienst Human Rights and Democratization, zat ik tussen allemaal mensen die met de beste intenties keihard werken om de democratie naar de rest van de wereld te brengen, maar bij elk rapport denk je: “Wie zijn wij om zo gedetailleerd te formuleren hoe mensen het elders beter moeten aanpakken?” Dat was daar gewoon een diepe overtuiging: ze zouden er een beter leven door krijgen. Zo zijn we opgevoed.
Aan UGent kreeg ik als student ook alleen maar de goede kanten van Europa onderwezen, omdat we in Vlaanderen nu eenmaal vinden dat de EU, ondanks nog wat technische fouten, in se een goed instituut is. Zo word je hier ook Europa-expert: door mee te onderzoeken hoe het nog beter kan. Dat is zo’n ahistorische benadering!’
Met die geschiedenis bedoel je ons koloniaal verleden? Is Europa daar dan voorgoed door verbrand? Of kan het wel nog iets bijdragen in andere delen van de wereld?
Rutazibwa: ‘Vroeger was ik ervan overtuigd dat Europese steun in Afrika in elk geval beter was dan afwezig te blijven. Maar mijn onderzoek heeft mij geleerd dat Europese tussenkomsten nooit een zegen zijn gebleken. Ze reproduceren de aloude koloniale machtsongelijkheid, door op te dringen dat de enige weg naar beschaving de vrijemarkteconomie is.

Omgekeerd bezocht en onderzocht ik Somaliland, een zelfverklaarde onafhankelijke staat in het noordwesten van Somalië, waar de internationale gemeenschap wegbleef tijdens de burgeroorlog in het begin van de jaren 1990. Dat blijkt nu een van de meest stabiele staten in de regio, ook al is ze internationaal niet erkend.’
En toch kreeg de EU in 2002 de Nobelprijs voor de Vrede.
Rutazibwa: ‘Ik was echt pissed. Omdat precies die vaste oorsprongsmythe over de EU – dat ze ontstaan is toen Frankrijk en Duitsland samen beslisten om vrede te sluiten – nog meer het gevoel voedt dat Europa een bijzondere en exclusieve oase is, en dus niet voor iedereen is. En dan maken we nog abstractie van al het dagelijkse geweld op wie wel is binnengeraakt of hier zelfs al een paar generaties woont.
‘Zo’n Nobelprijs geven aan de EU is precies hetzelfde als de Verlichting vieren als iets puur Europees.’ (Olivia Rutazibwa)
Zo’n Nobelprijs geven aan de EU is precies hetzelfde als de Verlichting vieren als iets puur Europees. Of de Industriële Revolutie vieren terwijl je verzwijgt dat we daarvoor miljoenen mensen vermoord en tot slaaf gemaakt hebben, en de kolonies hebben leeggeroofd. Een bekroning voor onze kunde om mogelijke problemen af te wentelen op anderen zou meer accuraat zijn. Maar dat is natuurlijk geen Vredesprijs.’
Is die oermythe over één Europa echt nog zo sterk? In het Manifest voor een Europese Republiek heet het typerend: ‘Het Europa van de natiestaten is mislukt. Het ideaal van de Europese eenwording is verraden.’ Verraden waardoor?
Rau: ‘Het is niet zo dat die hele Europese Commissie uit slechte mensen bestaat. Niemand van hen wil kinderen zien sterven op weg naar Europa of mensen opgesloten zien in Italië. Alleen zeggen sommige landen: “Fuck you, Dublin-akkoord” en “Fuck you, Italië”. Er is helemaal geen “vluchtelingencrisis”, maar zolang Europa op natiestaten bouwt, krijgen we het blijkbaar niet georganiseerd, omdat elk land voor zichzelf blijft beslissen.’
Zullen we dan echt een beter Europa krijgen als in plaats van de Commissie het Europese parlement de macht krijgt, zoals jullie Manifest voorstelt?
Rau: ‘Nee, maar de democratisering van de EU is wel een eerste stap: iedereen dezelfde stem, soevereiniteit voor het volk. Nu stuurt de Commissie alles, maar zo bouw je toch geen politieke unie? In het manifest zeggen we concreet: “De soevereiniteit van de staten wordt vervangen door de soevereiniteit van de burgers. De Europese Raad wordt afgezet, het Europese parlement krijgt wetgevende macht. Het kiest een Europese regering die zich verplicht het welzijn van alle Europese burgers in gelijke mate te dienen.”
Ik heb dat manifest wel pas getekend nadat ik heb mogen toevoegen dat Europa gebouwd is op zijn koloniale geschiedenis, op de vernietiging van andere culturen. Daar waren Robert Menasse en Ulrike Guérot eerst niet erg happig op. Zeker Menasse denkt nog sterk vanuit zijn Joodse traditie: de EU is er om een nieuw Auschwitz of Verdun te vermijden. Maar zelf ben ik niet zo geïnteresseerd in het Europa van honderd jaar na de Eerste Wereldoorlog. Het was geen Europese Oorlog, het wás een wereldoorlog. Zo moet ook de Europese Republiek het begin zijn van een Wereldrepubliek. De enige manier om Europa op te bouwen is het af te breken.’
Is hét probleem van Europa dan het idee van de soevereine natiestaat?
Rutazibwa: ‘Het is ook zijn witte denken. Want waren al die mensen aan onze grenzen witte toeristen geweest, dan zouden onze naties wel samen een oplossing vinden, toch? Migratie is helemaal geen logistiek probleem, het gaat erom hoe urgent we het vinden volgens onze ideeën over wie wel en wie niet bij Europa hoort. En die ideeën zijn van jongsaf zo gevormd dat gekleurde migratie vanzelf een crisis moet heten. “Ja maar, onze grenzen!” Wie verbiedt ons om dat idee van grenzen te herdenken? Dat deed ik ooit eens op de Marokkaanse radio. “Wil jij alle grenzen afschaffen? Dat is anarchie!” En wat zijn dan duizenden mensen die sterven omdat ze meer moeten betalen dan een vliegtuigticket, omdat wij bepalen wie binnen mag en wie niet? Het is totaal belachelijk in zijn wreedheid. En dat ligt aan ons witte beeld van Europa en van onszelf.’
Bellinck: ‘Ook aan de idee dat al wie naar Europa komt, niet meer weg zal willen. Dat was ook al de vrees toen Polen en Roemenië bij de EU kwamen. En ja, in Spanje zijn Roemenen nu wel de snelst groeiende groep, maar velen zeggen: “Ik kom hier gewoon werken, ik wil niet per se integreren”. Ze reizen heen en weer, omdat ze dat kunnen. Net zoals wij over en weer reizen. Daarom pleit ik oprecht voor open ferry’s tussen Afrika en Europa. Je zou versteld staan hoe weinig mensen eigenlijk echt in Europa willen settelen. Waarom zouden ze ook?’
Rutazibwa: ‘Het is echt een koloniaal idee dat ergens anders neerstrijken inhoudt dat je tabula rasa maakt met je roots, je familie, je hele band met je land en je cultuur, en dat al die mensen dan precies als ons willen zijn. Zo denkt Europa: dat zij een leeg canvas zijn en pas beginnen te leven als wij ze betekenis geven. En dus willen blijven. Maar na tien jaar gaan ze terug.’
Is die hele defensieve reactie in Europa, van Frontex tot ons crisisdiscours, een reactie op een Europa in verval? Of is ook die ‘Ondergang van het Avondland’ een mythe?
Rutazibwa: ‘Ik vergelijk het graag met de kwestie #metoo: het gaat gewoon om privileges. Als witte mannen het dan oneerlijk vinden dat zij door nieuwe quota minder kansen krijgen, kan ik dat op een individueel niveau nog begrijpen. Maar als kunstenaars en onderzoekers hebben we de verantwoordelijkheid om van dat hele proces net de mooie kansen te laten zien. En patriarchale verhoudingen bevechten voor de inclusie van de andere helft van de mensheid is iets moois. Zo zou ik het verkopen: het gaat om de herverdeling van mondiale machtsrelaties.’
Bellinck: ‘Privileges zijn inderdaad de kern, als je het Europa van vandaag probeert te typeren. Dat was ook het antwoord van een Europese beleidsmedewerker in een van de eerlijkste gesprekken die ik ooit had over onze Europese grenspolitiek. Meestal gaat het daarbij enkel over de hoe-vraag.
‘Privileges zijn de kern, als je het Europa van vandaag probeert te typeren.’ (Thomas Bellinck)
Maar zodra je doorgaat op de waarom-vraag, wordt zo iemand heel boos. En hij blafte iets als: “Migratiemanagement gaat niet om het remediëren van ongelijkheid, maar om zo goed mogelijk dealen met de consequenties van het in stand houden van ongelijkheid.” Zijn openheid blies me omver.’
Als we even doorgaan op die verantwoordelijkheid van kunstenaars, is die tegenover Europa niet nogal laat gekomen? Pas recent zie je in theater expliciete aandacht voor Europa of de EU. Misschien hebben kunstenaars het te lang nagelaten om mee te werken aan een alternatieve verbeelding van Europa?
Rau: ‘Dat is vooral een institutioneel probleem: er bestaat geen Europees theatersysteem zoals er vandaag stadstheaters en nationale theaters bestaan. Die stadstheaters zijn ooit samen ontstaan met het burgerlijke idee van de natie, en dat heeft mee het Europa gecreëerd dat we nu zien. Zo kan een acteur god zijn in Zwitserland, terwijl in Spanje niemand zijn naam kent. Boven al die nationale tradities is er wel een performance-circuit dat veel internationaler is, en een mondiaal circus van festivals, maar die bereiken enkel de culturele elites.’
Rutazibwa: ‘Naar mijn indruk is er net heel veel kunst met een Europese kijk. Alleen lezen we die vaak als universeel en niet meer als Europees, omdat het Westen vele andere kennisculturen heeft uitgeroeid of teruggedreven – van de Reconquista tot de heksenverbrandingen. Ook in de academische wereld valt dat op: van Mumbai tot Kaapstad zie je dezelfde verwesterde universiteiten, die grosso modo hetzelfde onderwijzen. Wist je dat de hele canon van de sociale en humane wetenschappen uit slechts vijf landen komt? Dat zijn de VS, de UK, Frankrijk, Duitsland en Italië: 12% van de wereld. En als je weet dat we van die landen enkel de mannen lezen, is dat zelfs maar 6%. Door hun blik geven we dus betekenis aan de rest van de wereld.’ Rau: ‘En Rusland zit daar niet bij? Het structuralisme, de semiotiek?’
Rutazibwa: ’In de literatuur gaat het misschien wat breder, maar zelf heb ik als student nooit één Rus moeten lezen. En natuurlijk hebben die vijf landen kennis opgepikt van elders, maar tegen de tijd dat die in de canon wordt opgenomen, is ze vaak al verwesterd. Eurocentrisme, met al zijn normen en waarden, zit diep verankerd in alles wat we denken en doen.’

Maar kunst óver Europa? Waarom lijkt dat nu pas een inspirerend thema te worden?
Bellinck: ‘Volgens mij is er altijd kunst over Europa geweest, maar vaak was het propaganda, zoals de Europese barcode-vlag van Rem Koolhaas uit 2002, of zijn expositie ‘The Image of Europe’ op het Schumanplein. Wellicht was er eerst een soort identiteitscrisis nodig: toen wij Europeanen na 2008 wakker werden in een wereld waarin de rest van de wereld al eeuwenlang leefde. Dat verandert iets aan je zelfbeeld. Bij mij leidde dat in elk geval tot een nieuw soort introspectie, terwijl veel van de documentaire kunst waarmee ik opgroeide vooral over geconstrueerde “anderen” ging, over elders. Ook dat is een vorm van eurocentrisme: een gebrek aan zelf-etnografie.’
‘In 2008 werden wij Europeanen wakker in een wereld waarin de rest van de wereld al eeuwenlang leefde.’ (Thomas Bellinck)
Rau: ‘In Duitsland worden wij wel al twintig jaar gebombardeerd met Europese weken, salons en programma’s: “New narratives for Europe”, “Why Europe?”… Ik heb die vraag al tientallen keren moeten beantwoorden, maar het blijft een beetje empty shit.’
Rutazibwa: ‘De EU bekostigt zulke programma’s vaak zelf, in een poging om een nieuw Europees burgerschap te creëren. Er zit iets kunstmatigs aan.’
Vind je het dan een dwaas idee om zo’n Europees burgerschap te proberen creëren?
Rutazibwa: ’Helemaal niet, maar we slagen er politiek al niet in. Kijk naar onze eigen politici. Guy Verhofstadt of Herman Van Rompuy hebben nog een Europese identiteit weten vorm te geven, maar al de rest is zonder gezicht, zonder naam. En dus bestaat Europa voor de meeste mensen niet, mentaal gezien. En dan wonen wij nog in België, waar de EU van nature een positief imago heeft. Maar in Groot-Brittannië, Zweden of Griekenland vragen mensen steevast: “Hoe doen jullie dat dan in Europa?” Dan zijn we toch niet heel succesvol gebleken in het creëren van zo’n Europees burgerschap.’
Rau: ‘In Duitsland is het wel gelukt. En in sommige dure bars in Zürich ook!’
Waar zouden jullie op inzetten, als je de volgende EU-Commissaris voor Cultuur werd?
Rau: ‘Ik zou – heel top-down – een groot netwerk creëren van een nieuw soort stadstheaters, met strenge regels voor totale integratie op alle diensten, te beginnen bij een internationaal ensemble. Daarvoor hoef je geen artiesten meer in te vliegen uit heel Europa, je vindt ze gewoon in eigen stad. Laat ons zo het idee van de natie vernietigen, en we zijn vertrokken.’
Rutazibwa: ‘Ik zou het hele idee van grenzen afschaffen. Want dat is waar ik Europa toch wel dankbaar voor ben: voor de mogelijkheid om vrij rond te reizen en mensen te ontmoeten, omdat de interne grenzen zijn opgeheven. Waarom kunnen we die bewegingsvrijheid niet uitbreiden over de hele planeet?’
Bellinck: ‘Laten we beginnen met die functie van Commissaris voor Cultuur zelf te hervormen. En dan zou ik op de Middellandse Zee dat open ferry-systeem invoeren en het verkopen als kunst. Verder ben ik nieuwsgierig naar een veel breder debat over de teruggave van geroofde koloniale kunst. Dat zou ik nu eens een spannende discussie vinden om Europees te voeren, in plaats van pakweg de wissnelheid van ruitenwissers op tractoren.’
Rau: ‘Dus Olivia wordt EU-Commissaris voor Migratie, Thomas de Commissaris van Transformatie van Sociaal Werk in Kunst en ik de Commissaris voor Nieuwe Stadstheaters. Samen zouden wij dat goed doen!’
Rutazibwa: ‘Ik wil er ook Onderwijs bij. Dan zou ik alle leerboeken veranderen op elke universiteit, elke school, zelfs elke kleuterklas. Europa moet ophouden de rest van de wereld als outsiders te zien. Niets van wat Europa vandaag te bieden heeft, realiseerde het zonder de rest van de wereld.’