De (on)zin van Boef, Taylor Swift en Vivaldi
Door Sakina Elkayouhi, op Sat Jan 27 2018 23:00:00 GMT+0000Onze jeugd is steeds slechter in taal, is alleen nog maar op de smartphone bezig en weet zelden wie Vivaldi was. Om de zoveel tijd poppen zulke ideeën over een algehele culturele achteruitgang op, zoals laatst in een opinie van politicoloog Jonathan Holslag. Ze verdedigen de cultuur, zo lijkt het. Maar in werkelijkheid zien ze net de essentie ervan over het hoofd.
‘Wat is er storender vandaag: de culturele veelzijdigheid van onze samenleving of haar culturele verval?’ Met deze vraag bekritiseerde Jonathan Holslag begin dit jaar in Knack het idee van een vermeende aanval op de Vlaamse cultuur door nieuwkomers. Volgens hem wordt de cultuur niet bedreigd van buitenuit, maar net van binnenuit: door consumptieverslaving bijvoorbeeld, of door de almacht van sociale media. Als fervente cultuurliefhebber ben ik het met Holslag eens, maar eigenlijk ook totaal niet. Laat dat net de paradox van cultuur zijn.
Cultureel verval zit niet in minder theaterbezoek, wel in een simplistisch denken over cultuur.
Overal waar Holslag in Vlaanderen passeert, ziet hij een postcultureel ‘consumentenpretpark’ met een laagje beschaving dat almaar dunner wordt, waarin iedereen zijn leven vult met kartonnen bekertjes van Starbucks, zakjes van Primark, Gilmore Girls op Netflix, Despacito op de Iphone en Dirt Rally op de PlayStation.
‘Ruimte voor meditatie, filosofie, taal, esthetiek, kunst en verwondering is er in onze scholen, op de populaire televisiekanalen en in de opvoeding nog nauwelijks’, betoogt Holslag. ‘Hoeft het dan te verbazen dat onze cultuurparticipatie afneemt? Dat mensen minder boeken lezen, minder algemene kennis hebben, minder naar concerten en theater gaan, minder taalvaardig zijn en minder de natuur opzoeken?’
Akkoord, onze cultuur wordt van binnenuit bedreigd, maar Holslag faalt in het juist identificeren van door wie of wat. Cultureel verval zit niet in zoiets als Boefs rapteksten of in minder theaterbezoek. Wel in een simplistisch denken over cultuur. Cultuur is niet kapitalisme versus esthetiek, mensen versus machines, jij tegen ik. Zulke dichotome, ongenuanceerde visies maken het cultuurdebat onnodig moeilijk en leiden af van de kern van het probleem: de ongelijke waardering van per definitie verschillende culturele uitingen die in elke cultuur bestaan.

Holslag en andere cultuurpessimisten trekken hun conclusies namelijk op basis van wat ze zelf binnen het eigen spectrum zien als cultuur of als iets van waarde. Maar cultuur is niet het hanteren van één visie, zoals in dit geval de norm van de klassieken. Cultuur is allesomvattend en toch een heel individuele beleving. Cultuur is niet zwart-wit, wel een palet vol kleuren. Sterker nog: wie breder kijkt dan de directe impact van commercialisering en materialisme op onze tijdsgeest, ziet dat er steeds meer vormen van cultuurparticipatie ontstaan. Waar sommige vormen langzaam verbleken, kunnen andere juist verder ontwikkelen in nieuwe cultuurvormen.
Nieuwe tijden, nieuwe lessen
Ik ben het wel met Holslag eens dat we meer cultuureducatie moeten stimuleren op scholen, in de opvoeding en op populaire televisiekanalen. Er is vandaag gewoon te weinig van, dát is het probleem. Maar anders dan de politicoloog stel ik voor om die betekenisvorming door educatie niet zozeer te focussen op de klassieken, maar aan te passen aan de hedendaagse complexe wereld waarin de jeugd opgroeit.
Over smaak valt natuurlijk niet te twisten, maar over educatie wel.
Holslag stelt: ‘Staat u mij toe er een andere mening op na te houden. Het mag voor sommigen hooghartig en conservatief klinken, maar cultuur is wel degelijk wat anders dan WhatsApp en spelletjes.’ Wel, sta mij dan toe om er een meer genuanceerde mening op na te houden. Het mag voor sommigen als van een typische millennial of cultuur-utopist klinken, maar teruggrijpen naar de nostalgie van oude idealen en culturele schoonheden heeft geen zin. Zo missen we de kansen waar ze zitten en wordt het alleen maar ingewikkelder om alle uitdagingen op te lossen. We leven vandaag gewoonweg in andere tijden. Cultuur is de evolutie van een tijdsgeest en dat betekent (willen) vooruitgaan.
Zeg ik dat Bach of Mozart niet meer van deze tijd zijn? Zeker niet. Zelf hou ik enorm van klassieke muziek, net zoals ik prima naar Taylor Swift, The Beatles of Cheb Khaled kan luisteren. Over smaak valt natuurlijk niet te twisten, maar over educatie wel, als je het mij vraagt. Cultuureducatie is een zaak van allerlei genres, vormen en technologieën. Poëzie is Kafka én spoken word, op papier en op YouTube, en zelfs via WhatsApp. Culturele kennis komt allang niet meer alleen uit boeken, maar wordt ook online via nieuwe media bij elkaar geraapt.

Het komt erop aan om al die verschijningsvormen onbevangen te bekijken, als vele gelijkwaardige vormen van zingeving. Wie we zijn en waar we van houden, heeft invloed op ons denken, ons voelen, en uiteindelijk onze culturele uitingen/interesses. En of je nu luistert naar een rapnummer, een literair hoogstandje leest of een game ontwikkelt of speelt: het zijn allemaal zaken waar we betekenis in vinden of zelf aan geven.
Voor die onbevangenheid moet je wel verder kunnen denken dan in hoge en lage cultuur, waarbij al die ‘volkse’ culturele uitingen vaak als minderwaardig worden bestempeld. Waarom zou de ene vorm van cultuur beter zijn dan de andere? Is een klassiek muziekstuk werkelijk moeilijker om te creëren dan een game als Dirt Rally? Waarop baseert men dat? Wie beslist dat?
Zelfs ‘pulp’ kan de geest verruimen
In de loop van de vorige eeuw zijn verschillende cultuurwetenschappen anders gaan denken over cultuur, vanuit een breder begrip over die zogenaamd ‘volkse’ maar toch complexe culturele uitingen. Neem het onderzoek van de Amerikaanse onderzoekster Janice Radway uit 1984, getiteld ‘Reading the Romance’. Radway bestudeerde uitvoerig de leesgewoonten van een veertigtal witte vrouwen uit een anoniem gehouden stadje in de Amerikaanse Mid West.
Cultuur is imperfect perfect, nooit een afgemaakt proces.
Die vrouwen waren allemaal lezers van ‘pulpromans’, ook wel stationsromans of doktersromannetjes genoemd. Typisch aan die verhalen is dat hun verhaallijnen, karakters en thematiek vaak niet diepgaand of filosofisch uitgewerkt zijn. Maar dat betekent niet dat het lezen van dit soort lectuur minder geestverruimend hoeft te zijn. Of zoals we in hedendaagse hippe termen zouden zeggen: minder ‘woke’ dan het lezen van bijvoorbeeld Foucault.
Toen Radway het leesgedrag van deze vrouwen bestudeerde, ontdekte ze dat deze oppervlakkige boeken voor hen een diepere betekenis kregen. Ze lieten de vrouwen namelijk reflecteren over de maatschappelijk genderverhoudingen van hun tijd en wekten hen tot een vorm van feminisme, tot een tweezijdig verzet tegen de patriarchale cultuur van toen.

Enerzijds zat er volgens Radway verzet in het lezen zelf, waarbij de vrouwen als het ware een time-out namen van hun opgelegde taken als moeders en echtgenotes. Anderzijds leerden zij betekenis geven aan verhalen van vrouwelijke hoofdpersonages die hun eigen lot in handen namen. De dames van de Mid West gingen op in heldinnen die van ‘bad guys’ en andere mannen, gevoelige minnaars kunnen maken. Voor deze vrouwen was lezen een vorm van escapisme, zowel letterlijk als figuurlijk.
Kortom, ook in een fantasievol verhaal over romantiek kruipen kan dus zicht geven op alternatieve interpretaties van mannelijkheid, vrouwelijkheid en genderrollen binnen onze maatschappij. Eenzelfde vorm van feminisme zien we bijvoorbeeld ontstaan in de muziek, de carrière en zelfs bij de fans van vrouwelijke popidolen zoals Madonna, Beyoncé of Taylor Swift.
Eigen aan alternatieve vormen van cultuur is dat ze altijd een vorm van verzet ontwikkelen
Cultuur gaat nu eenmaal verder dan een esthetische beleving. Cultuur genereert invloed, acties of zelfs verzet, maar geeft hoe dan ook altijd een prikkel. Het doet iets in je bewegen en laat ons reflecteren. De een komt tot rust door klassieke muziek te beluisteren, een ander krijgt een kick van voetbal, nog anderen halen levenslessen uit Star Wars-films. Net die verscheiden prikkels zijn naar mijn idee nog altijd de belangrijkste eigenschap die elke cultuurvorm kan hebben.
Vivaldi: de pop van gisteren
Naast kennis over (populaire) cultuur is het soms ook gewoon een kwestie van tijd. Zo klonk Antonio Vivaldi’s muziek in zijn tijd erg vernieuwend vanwege haar heldere up beat-melodieën, maar juist daarom werd ze door de elite bekritiseerd. Bovendien was de vrolijke stijl van zijn muziek (vandaag zouden we wellicht spreken over ‘pop’) eigenlijk bedoeld om de gewone mensen aan te spreken.

Dat Vivaldi’s tegenstanders daarom lange tijd het label van lage cultuur op zijn muziek kleefden, is natuurlijk ironisch: vandaag geldt zijn werk als toonaangevende klassieke muziek uit de hoge cultuur, dat Bachs composities sterk beïnvloedde. Dezelfde verschuiving hebben we gezien bij de populariteit en erkenning van schilders zoals Vincent van Gogh en Rembrandt van Rijn: in hun tijd waren ze niet meer dan buitenbeentjes in de schilderkunst, vandaag zijn ze miljoenen waard.
Kortom, het zou perfect kunnen dat we later hetzelfde moeten besluiten over bepaalde vormen van cultuur die sommigen vandaag hoogst bizar vinden, zoals de Pokémon Go-hype. Wie zal het zeggen? Cultuur is imperfect perfect, nooit een afgemaakt proces. En eigen aan juist alternatieve vormen van cultuur is dat ze altijd een vorm van verzet ontwikkelen tegenover de dominante (hoge) cultuur. Dat alleen al maakt ze zinvol. Beetje bij beetje helpen ze onze algehele cultuur met al zijn denkbeelden en waarden verder ontwikkelen.
Zeg nu zelf, als Spotify had bestaan in de tijd van Mozart, was hij toen misschien wel de meest beluisterde artiest. Of deelde hij op Instagram #foodoftheday posts van zijn avocado shakes en quinoa creaties. Was hij ondanks alle #metoo’s toch in Vlaanderen Man Van Het Jaar, of zat hij misschien wel op Snapchat en noemde hij vrouwen met korte rokjes die om 8 uur s’ochtends van clubs buitenkomen kechs... Wie kan het weten?

Botsen en laten botsen
Eén ding is zeker: heb je kritiek op cultuur? Don’t blame the genre, don’t blame the medium: blame the messenger. Het heeft geen zin om cultuur op te delen in hoge of lage cultuur of met het vingertje te wijzen naar technologie als de reden voor cultureel verval. Cultureel verval zit niet in een genre, medium of stijl, maar in een cultuur die niet verder evolueert. En voor die ontwikkeling zorgen wij allemaal. Wij maken cultuur tot wat ze is, vanuit onze opvattingen en idealen.
Anno 2018 is het resultaat natuurlijk tegenstrijdiger dan ooit. Cultuur is niet links of rechts, maar alles wat erbinnen valt. Cultuur is soms een wapperende hoofddoek en soms de haren in de wind. Cultuur is voor de een de Kindle en voor de ander liever de ezelsoren. Cultuur komt in allerlei kleuren en levenswijzen. Het is een voortdurend aanpassen, een continu zoeken naar antwoorden, en dus altijd een verhaal van debat. Net omdat cultuur evolutie is, vergt dat soms een revolutie van ideeën en een botsing van denkvelden.
Zelfs pussy’s zijn producten van onze cultuur.
Maar in die botsing, in die wirwar van culturele uitingen, is het goed om steeds de basis van onze Vlaams, Belgische, Europese cultuur voor ogen te houden: een houding van respect, dialoog en vrijheden. Cultuur is dus deze analyse én uw keuze om erop te reageren, ze te negeren of het eens te blijven met Jonathan Holslag. Het is uw keuze om Beyoncé op te zetten, of Umm Kulthum, Marco Borsato of toch maar Mozart. Cultuur is verontwaardigd zijn over de Zwarte Pieten-discussie of te walgen van de Boef’s, Bartjes en andere gevallen van ‘grab them by the pussy’ - ja, zelfs pussy’s zijn producten van onze cultuur.
Cultureel verval zit niet in smaken, maar in niet met een open en kritische geest naar cultuur kunnen kijken. En dan alles op één hoop te gooien, zoals the good, the bad en the ugly.