De ultieme bad bitch? Over Anora en de (nieuwe?) verheerlijking van sekswerkers

Door Annelies van der Meij, op Wed May 21 2025 14:17:00 GMT+0000

Steeds meer jonge feministen doen aan paaldansen, dragen extravagante nepnagels en maken een account aan op OnlyFans. Is er sprake van een nieuw feminisme? Het lijkt daarbij ook nodig om sekswerk te normaliseren om zo stigma’s en vormen van discriminatie tegen te gaan. Maar waarom lijken we, als het om sekswerkers gaat, gevangen te zitten tussen kwetsbaar slachtoffer en ongenaakbare femme fatale? Volgens Annelies van der Meij zet de Oscarwinnende film Anora die tegenstelling op scherp.

‘Iedere vrouw heeft er wel eens van gefantaseerd hoe ’t zou voelen om geen “nette” vrouw te zijn, maar een hoer! Hoe zou dat voelen om je eens openlijk heel sexy te kleden, heel uitdagend als een “del”, en mannen (of vrouwen) te verleiden? En hoe zou ’t voelen om eens op het toneel een sex-show te geven voor een welwillend publiek?’

Ik zit bij Atria in Amsterdam te bladeren in een feministisch archief uit 1988. Een groep feministen organiseert een conferentie over mentale gezondheid. Tussen de lezingen en workshops over politieke bewustwording, trauma’s en seksualiteit, vind ik ook een workshop met als titel ‘Ontmoet de hoer in jezelf’. ‘De bedoeling’, staat er, ‘is om de hoerkant, het hoerige in onszelf, te verkennen en daar een beetje mee te spelen.’

Hoewel de initiatiefneemsters benadrukken dat het verschil tussen ‘nette vrouwen’ en ‘hoeren’ niet zo groot is als het lijkt, is het duidelijk dat zij ervan uitgaan dat hun publiek, bestaande uit andere feministen, geen échte hoeren zijn. Strippen, seks hebben voor geld en uitdagende kleding dragen: voor deze feministen blijft het een ver-van-hun-bed-show. Niet meer dan een fantasie, experiment of toneelstukje.

Strippen, seks hebben voor geld en uitdagende kleding dragen: voor deze feministen blijft het een ver-van-hun-bed-show.

Deze licht problematische maar ook luchtige houding tegenover sekswerk verbaast me. Dit was immers ook de tijd van de zogenoemde ‘sex wars’. ‘Anti-seks-feministen’, met Andrea Dworkin als bekendste voorbeeld, spraken zich gedurende de jaren 1970 en 1980 uit tegen prostitutie, porno en zelfs heteroseksuele seks an sich. Het zouden allemaal uitingen van mannelijke dominantie zijn. Gewelddadige, patriarchale praktijken, waar je als vrouw het slachtoffer van was, of compleet gehersenspoeld moest zijn om eraan mee te doen. Tegen zulke ideeën kwam ook weer een felle tegenreactie, van feministen die we nu meer ‘sex positive’ zouden noemen. Het archief suggereert dat zij eind jaren 1980 al aan de winnende hand waren.

Hoewel anti-seks-feministen als Dworkin al snel de reputatie kregen te rigide en puriteins te zijn, is het idee dat sekswerk inherent onderdrukkend en onfeministisch is nooit helemaal verdwenen. Het tegengaan van dat idee is één van de strijdpunten van een nieuwe golf, nu zo’n tien jaar bezig, van feministisch activisme rond sekswerk: het moet maar eens gedaan zijn met het gemoraliseer en moeilijk doen over sekswerk onder feministen. De beoogde mentaliteitsverandering is inmiddels een heel eind op weg. Sinds een aantal jaar wordt de term ‘SWERF’, kort voor ‘Sex Worker Exclusionary Radical Feminist’, gebruikt voor feministen die sekswerk en feminisme nog altijd zien als onverenigbaar. Net als een TERF (‘Trans Exclusionary Radical Feminist’), wil je als moderne feminist absoluut geen SWERF zijn.

In lijn met dit activisme is er vandaag ook veel aandacht voor de manier waarop sekswerkers worden neergezet in films en de bredere cultuur. Feministen bekritiseren de stereotypes die door het culturele archief heen lopen – terugkerende tropen zijn die van de gevallen vrouw, de femme fatale en de damsel in distress – en verbinden die aan de manier waarop sekswerkers maatschappelijk worden gezien en behandeld.

Het mag daarom geen verrassing zijn dat er, in de context van die toegenomen gevoeligheid voor vragen rondom de representatie van sekswerkers, talloze besprekingen en recensies verschenen over de film Anora, geschreven door feministen en soms sekswerkers zelf. De film, die eind 2024 verscheen, gaat over een New Yorkse stripper, Ani. Zij ontmoet Ivan, de zoon van een steenrijke Russische zakenman. Hij komt langs in de stripclub en huurt Ani vervolgens in voor seks bij hem thuis en om te doen of ze zijn vriendin is. Tijdens een met drank en drugs overgoten tripje naar Las Vegas besluiten ze zelfs te trouwen. Terwijl Ani aanvankelijk een moderne assepoester lijkt, blijkt alles al snel te mooi om waar te zijn. Ivans ouders krijgen lucht van het huwelijk, zijn not amused en sturen een stel Oost-Europese maffiosi op het koppel af. Ivan vlucht, Ani wordt door de mannen gedwongen om mee naar hem op zoek te gaan.

Sean Baker en de ‘sekswerklobby’

Anora werd bedacht door Sean Baker, een regisseur die al eerder films maakte over sekswerkers, zoals Tangerine (2015) en The Florida Project (2017). Een mannelijke filmmaker met een ‘obsessie’ voor sekswerkers is vanuit feministisch perspectief al snel verdacht. Maar Baker beklemtoonde in meerdere interviews dat het zijn doel is om aandacht en begrip te vragen voor sekswerkers, om hen te emanciperen. Bij het in ontvangst nemen van de Palme d’Or voor Anora op het festival in Cannes in 2024, bedankte hij plechtig de sex worker community en voegde daaraan toe dat sekswerk een volwaardig beroep is dat volledig moet worden gelegaliseerd. Baker betrok trouwens ook sekswerkers bij het maken van de film. Zo werkte voormalig escort en stripper Andrea Werhun mee als creative consultant en speelden er een aantal sekswerkers mee in bijrollen.

Een mannelijke filmmaker met een ‘obsessie’ voor sekswerkers is vanuit feministisch perspectief al snel verdacht.

Met die acties en uitspraken positioneert Baker zich duidelijk aan de kant van sekswerkers en hun pleitbezorgers. Dat mag vanzelfsprekend lijken, maar in de VS geldt het als een opvallend statement. Toen de film in maart van dit jaar vijf Oscars won, gingen er op X stemmen op dat Baker zou behoren tot een zogenaamde ‘sekswerklobby’. Sommigen gingen daarin zo ver dat ze zelfs de jury afschilderden als onderdeel van diezelfde lobby. Er werd een lijst verspreid met namen van actrices die, net als Mikey Madison voor Ani in Anora, al eerder een Oscar wonnen voor het spelen van een sekswerker. Een lijst die door haar lengte de lobbytheorie kracht moest bijzetten, maar die vooral ook bevestigt hoe weinig divers de rollen voor vrouwen zijn.

De heftige reacties doen uitschijnen dat er slechts twee kampen zijn: pro of anti Anora, en dus pro of anti sekswerk. Maar (pro-sekswerk-) feministen en sekswerkers zelf zijn het onderling helemaal niet eens over Anora. Sommigen vinden dat Bakers betrokkenheid niet verder gaat dan politieke correctheid. Verder blijft het de vraag of Anora sekswerkers laat zien op een manier die hen echt ten goede komt. Vervalt de film – ondanks Bakers intenties – niet toch in bestaande stereotypen en de inmiddels zo beruchte male gaze?

Still uit Anora, Sean Baker, 2024

In control

Om die vragen te beantwoorden gaan sommige critici na in hoeverre Anora realistisch is. De eerste scènes worden dan geprezen om hun waarheidsgetrouwe en ontnuchterende weergave van hoe het eraan toe gaat in een stripclub. Zo zien we strippers die uit Tupperware-bakjes eten en laat Ani vallen dat ze als freelancer werkt en daarom geen zorgverzekering kan betalen. Van Ani’s leven buiten de stripclub leren we als kijkers echter weinig, en daar is dan weer veel kritiek op: het zou van Ani een onrealistisch, eendimensionaal personage maken. Sekswerkers zijn immers niet alleen sekswerkers, ze hebben ook nog hobby’s, vrienden, familie, een heel leven. Dat het personage van Ani zo onder de loep wordt genomen, terwijl andere stereotypen in de film (de Russische oligarch, de hypocriete priester, de uitsmijter uit het Oostblok) grotendeels onbesproken blijven, laat zien hoezeer de identiteit ‘sekswerker’ in de laatste jaren gepolitiseerd is geraakt.

Wat betreft het personage van Ani, laten de recensenten een tweeledig beeld zien. Er is een duidelijke appreciatie voor haar zelfvertrouwen, kracht en inventiviteit. Sekswerkactivist Savannah Sly zei bijvoorbeeld in een interview dat ze waardeert hoe de film Ani neerzet als ‘determined and fierce’. Ook Risdon Roberts, recensent en voormalig stripper, noemt Ani ‘shrewd and in control’, ‘strategic, scrappy, and a survivor’ en ‘determined to get what’s hers’. De recensenten hebben het daarbij over de eerste helft van de film, waarin we Ani zien als succesvolle stripper en hustler, die het voor elkaar krijgt een rijke Rus om haar vinger te winden.

In het tweede deel van de film worden Ani’s kracht en durf echter terneergeslagen en lijkt het erop dat ze met lege handen – en blauwe plekken – zal eindigen. Veel recensenten, onder wie ook Sly en Roberts, bekritiseren die omslag naar machteloosheid en kwetsbaarheid. Zeker de slotscène krijgt om die reden felle kritiek. Een van de interpretaties is dat Ani, hoe stoer ze zich ook mag voordoen, stiekem verlangt naar een man die haar komt redden. Daarmee zou de film terugvallen op het stereotype van de sekswerker als getraumatiseerd slachtoffer.

Still uit Anora, Sean Baker, 2024

Sterk vs. zwak

Het is opvallend hoe de tegenstelling ‘sterk versus zwak’ telkens, al dan niet expliciet, terugkeert in besprekingen van Anora. Dat die binaire tegenstelling zo’n bepalende rol speelt, hangt samen met het gepolariseerde debat over sekswerk, dat in de VS nog veel heviger woedt dan hier.

Het beeld van de weerloze sekswerker gaat vaak hand in hand met de overtuiging dat sekswerk inherent slecht is en moet worden bestreden. Dat leidt tot een oproep tot ‘bescherming’ die in feite tot het tegenovergestelde leidt: sekswerk wordt het criminele circuit in geduwd en de gecriminaliseerde sekswerker moet zelf ook nog eens vrezen voor de politie. Het beeld van de sekswerker als slachtoffer zorgt er bovendien voor dat sekswerkers niet als serieuze gesprekspartner worden gezien. Er wordt bevoogdend óver en niet mét hen gepraat.

Het idee van sekswerk als inherent vernederend maakt plaats voor het idee dat sekswerk per definitie empowerend is.

‘Sekspositieve’ feministen en sekswerkactivisten benadrukken daarom zoveel mogelijk de kracht en autonomie van sekswerkers, om zo het beeld van kwetsbaarheid en slachtofferschap tegen te gaan. Tegenover het negatieve beeld van sekswerk als gewelddadig, crimineel en zo ongeveer het ergste wat een vrouw kan overkomen, zetten feministische pro-sekswerk-activisten sekswerk juist neer als een keuze en ‘ook maar een baan’. Zo verzetten ze zich tegen het idee dat sekswerk per definitie traumatischer zou zijn dan ander werk.

Die pro-sekswerkstandpunten zorgen ervoor dat feminisme en sekswerk niet langer worden gezien als onverenigbaar. Maar het beeld van de sekswerker lijkt op die manier bijna in het andere extreem te vervallen: het idee van sekswerk als inherent vernederend maakt plaats voor het idee dat sekswerk per definitie empowerend is. De gedachte dat de sekswerker gered wil worden, wordt vervangen door de gedachte dat ze niemand nodig heeft. De sekswerker is niet zielig, maar juist ongenaakbaar. Ze zet haar seksualiteit bewust en opportunistisch in. Ze is uit op geld en macht en ziet mannen als middel om dat te verkrijgen. Ze is eigengereid en in charge – de belichaming van coolness en emancipatie. Kortom: de ultieme bad bitch van het feminisme.

Still uit _Anora_, Sean Baker, 2024

Een neoliberaal ideaal

De feministische rebranding van sekswerk kan verklaren waarom de ‘strippercultuur’ de laatste jaren populair is onder veel jonge, feministische vrouwen. Veel van hen gaan lange nepnagels dragen, volgen een paaldanscursus of maken een OnlyFans-account aan. Experimenteren met sekswerk is interessant. Door je te kleden en gedragen als Ani laat je zien dat je vrijgevochten bent.

Veel jonge feministes die zich graag sexy kleden en daarbij volhouden dat ze dat voor zichzelf doen en niet voor de male gaze, voldoen aan de beschrijving van wat Asa Seresin ‘heteropessisme’ noemt: een ironische houding ten opzichte van heteroseksualiteit. Mannen ‘trash’ noemen en keer op keer afwijzen, zonder echt van ze los te komen. Het doen van sekswerkachtige dingen sluit daarbij aan. Sekswerk houdt immers in dat je vrouwelijke heteroseksualiteit performt in ruil voor geld. Je behaagt een man, vervult een mannelijke fantasie, zonder écht op zoek te zijn naar mannelijke goedkeuring, zonder jezelf daar emotioneel van afhankelijk te maken.

De sekswerker bezit alle eigenschappen die het ‘girlboss-feminisme’ aanmoedigt - stoer, assertief, onafhankelijk - en die van pas komen binnen een neoliberaal systeem van competitie.

Maar de sekswerker is niet alleen zogenaamd immuun voor mannen. Het beeld van de sekswerker als iemand met wie niet te sollen valt, gaat nog verder. Zoals Basje Boer al schreef in een stuk in de Volkskrant over strippers in films, waaronder Anora, lijkt de sekswerker vandaag ‘het neoliberale ideaal’ te belichamen. Ze is stoer, assertief, onafhankelijk. Ze bezit alle eigenschappen die het zogenoemde girlboss-feminisme aanmoedigt, en die van pas komen binnen een neoliberaal systeem van competitie.

Boer legt in haar stuk de vinger op de zere plek: hoeveel macht en controle hebben sekswerkers nu echt, als gig workers in een kapitalistisch systeem? Niet veel. Ze zijn evengoed kwetsbaar. Op die manier zijn ze een uitvergroting van iets wat voor ons allemaal geldt. De paradox van het neoliberalisme is dat het ons dwingt tot ondernemerschap en egoïsme, terwijl we in feite heel weinig en steeds minder voor het zeggen hebben. We doen ons met z’n allen enorm stoer en vrijgevochten voor, terwijl we dat net steeds minder zijn. Girlboss-feminisme mag empowerend lijken, maar houdt vrouwen juist klein. Want zolang die vrouwen bovenal sexy en succesvol willen zijn en onafhankelijk en cool willen overkomen, blijven ze gehoorzaam.

Nieuwe verheerlijking?

Terug naar Anora. De makers hebben een trendy, flashy en vermakelijke film gemaakt, waarvan ze tegelijk kunnen volhouden dat die maatschappelijk verantwoord, zelfs feministisch is. Dat komt doordat, in de afgelopen jaren, de grenzen zijn vervaagd tussen feministisch sekswerkactivisme en een trendiness die er rondom sekswerk hangt en dreigt over te gaan in een nieuwe vorm van verheerlijking. Het feit dat performatieve cooldoenerij rond sekswerk moeilijk te onderscheiden is van oprecht activisme, maakt dat Anora op beide golven tegelijk kan meesurfen.

Hoe erg is dat? Ik kom er niet helemaal uit. Het doet met denken aan een queer paaldans-evenement dat ik onlangs bijwoonde. Er werd op professioneel niveau gepaaldanst. Op hoge teasers, in naakte outfitjes, niet te onderscheiden van wat je in een echte stripclub ziet. Behalve dat het publiek bestond uit alternatieve, jonge, joelende feministen. Overwegend dan: meer naar achteren toe, aan de randen van de zaal, stonden ook een paar mannen toe te kijken. Capuchontruien aan, handen in de zakken, geen gejoel. Zij en ik behoorden tot hetzelfde publiek. En zo is het ook met Anora: iedereen in de bioscoopzaal zit uiteindelijk te kijken naar dezelfde twerkende billen, sexy lichamen en dansjes als in een videoclip.

Ook ik ben opgevoed door en onderdeel van een oversekste, van porno doordrongen cultuur. Zit de male gaze niet in ons allemaal?

Ik vind het te makkelijk om te concluderen dat die mannen geen recht hadden om daar te zijn en ik wel. Dat mijn blik subversief is en die van hen een male gaze. Ook ik ben opgevoed door en onderdeel van een oversekste, van porno doordrongen cultuur. En vind ik het misschien om vergelijkbare redenen leuk om te kijken naar Ani. Zit de male gaze niet in ons allemaal? We moeten ons, ook als het om sekswerk gaat, opnieuw bezinnen over de vraag waarom we aantrekkelijk vinden wat we aantrekkelijk vinden. Waarom we sexy willen zijn. Waarom we naar sexy mensen willen kijken.

Als er op de ‘sex wars’ wordt teruggeblikt, dan wordt het sekspositieve feminisme doorgaans gezien als de overwinnaar. Het idee is dat deze vorm van feminisme de vrouwelijke seksualiteit heeft bevrijd van zowel patriarchale als Dworkiaanse taboes. Maar de dominante gedachte vandaag dat alles wat een vrouw doet feministisch is zolang het haar keuze is en ze ervan geniet, heeft helemaal niets meer te maken met het sekspositieve feminisme van de jaren 1980 en met de debatten die feministen in die tijd voerden. Er is weinig feministisch aan een leeg anything goes dat vragen van macht, ongelijkheid en de commercialisering van seks negeert.

Anora is heerlijk om naar te kijken. De film glanst en schittert. Maar het universum waarin dat alles plaatsvindt – de stripclub, een New York doordrongen van armoede en ongelijkheid – is in het echt een stuk minder fraai. Terwijl het grote publiek alweer in de zaal zit voor de volgende leuke film, discussiëren de feministen er nog even over door. De ‘sex wars’ voorbij? Ik dacht het niet.

This article was published in the context of Come Together, a project funded by the European Union.