Dieting, what is it good for? Absolutely nothing.

Door Philsan Osman, op Wed Jun 01 2022 22:00:00 GMT+0000

Het paleodieet, de ketokuur, het Atkins- of Dukan-dieet en het mediterrane dieet: ze zouden je allemaal moeten helpen om je volle potentieel te benutten. Maar waar komt het idee van diëten eigenlijk vandaan? En wie bepaalt de schoonheidsnormen? De geschiedenis van de dieetcultuur is interessanter dan je denkt. (Lees in het Engels hier.)

Ik weet niet of jullie fanatieke kijkers waren van The Oprah Show, maar mijn familie maakte er, eens we in België woonden, een erezaak van om elk seizoen te bekijken. Alsof we naar de betere televisie keken, zo voelde het wanneer beroemdheden, schrijvers, filosofen en wereldleiders bij Oprah langskwamen voor een praatje. Maar dat is niet hoe ze begon. Oprah begon, zoals elke andere dagshow, met jan en alleman te interviewen over hun leven en ervaringen. Het was ook, althans in de beginjaren, een videodagboek van Oprahs relatie tot haar lichaam, waarbij de schommelingen in haar gewicht publiekelijk werden gedocumenteerd. Een van de meest memorabele momenten van deze reis vond plaats tijdens een aflevering in november 1988, toen zij het podium opliep en een rood wagentje trok met ongeveer 30 kilo varkensvet erin.

Deze eerste dieetgids-bestseller uit 1863 was gericht op mannen en stelde een dieet voor dat werd geassocieerd met mannelijkheid, rijkdom en raciale superioriteit.

De wagen moest het gewicht laten zien dat zij in de afgelopen zes maanden was verloren. Tijdens de aflevering gingen zij en de andere gasten dus uitgebreid in op de diëten die ze volgden om af te vallen. 45 minuten lang ging het over zes weken medisch toegestane uithongering. De videoclip staat tot op vandaag online en als je hem nog niet gezien hebt, zou ik je willen aanmoedigen hem te bekijken; hij is verbijsterend. Oprah is niet de enige die op dieet is gegaan om haar ‘streefgewicht’ te bereiken, we hebben allemaal wel eens in haar schoenen gestaan. We hebben allemaal onze voornemens voor het nieuwe jaar gemaakt om eindelijk af te vallen, door ons een discours van vetfobie eigen te maken en onszelf ervan te overtuigen dat een waardig leven alleen is weggelegd voor diegenen die passen in de maatschappelijke mal van het perfecte lichaam. Een lichaam dat wit, dun, lang, cishetero en valide is.

De oorsprong van diëten

Diëten wordt tegenwoordig als een gangbare praktijk beschouwd, maar de eerste campagne tegen dikheid in Europa gaat terug tot de jaren 1670, toen een kleine groep medische deskundigen begon te waarschuwen tegen de gevaren van gewichtstoename. Hun pogingen waren vruchteloos omdat mager zijn in die tijd nauw werd geassocieerd met honger, ziekte en armoede. Dik zijn daarentegen werd geassocieerd met schoonheid, vitaliteit en gezondheid. Pas aan het eind van de 18de eeuw werden de campagnes in Groot-Brittannië succesvoller, toen wetenschappers dikheid begonnen te zien als een medisch probleem. Dat viel samen met het groeiende publieke debat over opzichtige consumptie, wat leidde tot de eerste echte dieetwoede. Aanvankelijk richtte het dieetadvies zich alleen op mannen: pamfletten die waarschuwden voor de risico's van te veel eten werden regelmatig verspreid in herenclubs, bedrijven en in kranten. In de pamfletten heette vraatzucht ‘onmannelijk’ en ‘on-Engels’ te zijn. Een belangrijke omwenteling want sinds de opkomst van de dieetcultuur werden dikke mensen buitengesloten. Ook raciale en etnische minderheden kregen dikwijls de stempel ‘te zwaar’ opgeplakt en kregen het verwijt ongedisciplineerd of driftmatig te zijn en dus ongeschikt om enige macht uit te oefenen.

Critici aan het begin van de 20ste eeuw stelden dat vrouwen die aan de universiteit studeerden, onvruchtbaar zouden worden.

Als men overmatig eten en genotzucht in deze periode zag als een probleem voor de rijken, waren het de nieuwe rijken, omdat wie met geld en rijkdom was geboren, daartegen allang mechanismen had ontwikkeld. Mensen die recent rijkdom hadden vergaard door beter betaalde banen, liepen daarentegen het risico zich aan alles te buiten te gaan, ook aan eten, omdat zij minder afleiding hadden door de jacht of sportief tijdverdrijf. Sommige historici hebben ook gesuggereerd dat naarmate Europa en de Verenigde Staten meer geïndustrialiseerd raakten, de mensen gingen diëten als een copingmechanisme om met de spanningen van een snel veranderende samenleving om te gaan.

Bovendien kwam er in de 19de eeuw een toenemend publiek debat op gang over de veronderstelde ‘groeiende gelijkenissen’ tussen mannen en vrouwen. Mannen werden te vrouwelijk door de toename van leidinggevende banen die om een sedentaire levensstijl vroegen, terwijl vrouwen te mannelijk werden door hun deelname aan de politiek en de academische wereld, voorheen door mannen gedomineerde interesse- en toegangsgebieden. Het leidde voor die laatsten tot een bloei van buitensporten zoals cricket, voetbal en rugby. Dat alles culmineerde in de eerste dieetgids-bestseller, A Letter On Corpulence, door William Banting, gepubliceerd in 1863. Die gids was gericht op mannen en stelde een dieet voor dat werd geassocieerd met mannelijkheid, rijkdom en raciale superioriteit. Het dieet bestond uit rood vlees, fruit en alcohol en adviseerde de lezer om vier keer per dag kleinere maaltijden te nuttigen en buitenshuis aan sport te doen, zoals cricket. Bovendien geloofde Banting sterk in zelfregulering; overgewicht was voor hem een persoonlijk probleem dat wees op luiheid en een gentleman onwaardig was.

De dieetindustrie zoals we die nu kennen is ontstaan in het naoorlogse tijdperk, tussen de jaren 1950 tot 1970.

Voor vrouwen was het anders in de 19de eeuw; zij − of toch witte vrouwen van een hogere sociale klasse − werden veelal aangemoedigd om uit te slapen, plezier te maken en tijd door te brengen met jonge mannen. Alhoewel denkers als Catharine Esther Beecher (1800-1878) ook een sportopvoeding voor vrouwen bepleitten, bleef lichaamsbeweging dus vooral een mannelijke activiteit. Daarbij speelt ook mee dat mollige en voluptueuze vrouwenlichamen op waardering konden rekenen omdat rondingen een teken van vruchtbaarheid waren. Dat blijkt uit een tekst uit 1893 die vrouwen suggereert om een derde minder voedsel te eten zodra zij de ‘rijpe’ leeftijd van 45 jaar bereiken. Volgens de toen gangbare wijsheid zouden de eierstokken geen voeding meer nodig hebben na die leeftijd omdat ze verschrompelen. Maar dat wil nog niet zeggen dat vrouwen in die tijd niet aan diëten deden. Uit brieven aan populaire tijdschriften blijkt dat vrouwen er om dieetadvies vragen. Vrouwen beschouwden hun lichaam ook als instrument van rebellie tegen het patriarchaat en wilden laten zien dat ze in staat waren tot zelfbeheersing. Dat alles leidde aan het eind van de 19de eeuw tot een hausse in de dieetcultuur.

Toen die ontwikkelingen in Europa en de Verenigde Staten plaatsvonden, werden Zwarte mensen, mensen van kleur, arme mensen en mensen met een beperking onderworpen aan andere conventies. Zo zagen we karikaturen als Aunt Jemima ontstaan, de eerste mammy in de populaire cultuur, kunstmatig vetgemest op de producten waarop haar gezicht werd gebruikt. Katharina Vester, professor Geschiedenis aan de Universiteit van Washington, noemde die karakterisering een symbool van een revisionistische geschiedenis die een Zuiden oproept dat tot slaaf gemaakte mensen rijkelijk voedt en behandelt.

Diëten als esthetische rage

Terwijl diëten in de 19de eeuw zich vooral richtte op een goede gezondheid, komt er in de 20ste eeuw ook een dieetcultuur tot stand die slankheid an sich beoogt. Historica Roberta Seid situeert de eerste belangrijke verschuiving naar slankheid als een esthetische rage in 1919. Het lijdt geen twijfel dat toen de culturele normen verschoven en het slankere figuur meer geprezen werd, ook het rondere, meer voluptueuze lichaam uit de gratie raakte. Waar vrouwen in de jaren 1800 werden aangemoedigd om aan te komen, opdat ze er voor de maatschappij als geheel gezond zouden uitzien, sloeg de balans dus nu de andere kant op.

Schoonheidsnormen houden niet alleen een esthetiek in, maar ook een reeks impliciete maatstaven die iemands waarde in de samenleving bepalen.

Die tendens naar slankheid blijkt uit de dieetcultuur aan het Smith College voor vrouwen in Northampton, Massachusetts, aan het begin van de 20ste eeuw. Critici meenden dat het academische leven de gezondheid van vrouwen zou verwoesten. Ze gebruikten ‘wetenschappelijke’ methoden om hun bewering te staven en stelden dat intensief gebruik van de hersenen de eindige hulpbronnen van het lichaam zou opgebruiken en het vrouwelijke voortplantingssysteem zou uitputten. In feite zouden vrouwen aan de universiteit dus onvruchtbaar worden. Hun conclusie: als te veel vrouwen toegang kregen tot het hoger onderwijs, zou het menselijk ras op termijn worden vernietigd. Waar gewichtstoename dus eerst nog stabiliteit symboliseerde, veranderden de culturele normen in de jaren 20 drastisch: vrouwelijke studenten gingen zich concentreren op reducing, de term die werd gebruikt om gewicht te verliezen. Ze aten minder, skipten tussendoortjes en hielden nauwgezet bij wanneer en hoeveel ze aten.

Al snel gingen de diëten schadelijk worden, wat zowel bij studenten als bij de faculteit tot bezorgdheid leidde. Drie studenten schreven in 1924 een brief aan de universiteitskrant met daarin een waarschuwing: ‘Als er niet snel preventieve maatregelen komen tegen overmatig diëten, zal Smith College berucht worden, niet om de engelachtige vormen van haar studentes maar om hun vermoeide gezichten en doffe, lusteloze ogen.’ De studentes van Smith College handelden niet in een vacuüm. Veranderende sociale normen beïnvloedden hun beslissingen net zoals ze dat vandaag met ons doen. Schoonheidsnormen houden niet alleen een esthetiek in, maar ook een reeks impliciete maatstaven die iemands waarde in de samenleving bepalen en vaak invloed hebben op iemands materiële omstandigheden en dus levenskwaliteit. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we massaal vallen voor het bedrog dat de dieetcultuur is.

De hedendaagse dieetindustrie

Gedurende het grootste deel van de menselijke geschiedenis hebben chronisch voedseltekort en ondervoeding ons geteisterd. De technologische vooruitgang van de 18de eeuw heeft onze voedselvoorraad geleidelijk vergroot en toch heeft het ons slechts een dikke eeuw gekost om de toegang tot voedsel te gaan beperken onder het mom van de volksgezondheid. Een zeer korte periode, als we bedenken dat de mens al duizenden jaren op deze planeet rondloopt. De dieetindustrie zoals we die kennen is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog, tussen de jaren 1950 tot 1970. In die periode geraakten dieetpillen, afslankclubs zoals Weight Watchers en advertenties met foto's voor en na het diëten wijdverbreid. Verschillende factoren leidden tot de naoorlogse wedergeboorte van het dieet: ten eerste groeide de middenklasse en bouwde ze haar welvaart weer op via het consumentisme, aangezien huisvrouwen primaire doelwitten werden voor steeds gesofisticeerderd reclames. Ten tweede nam het gebruik van verwerkt voedsel toe doordat de technologie daarvoor gangbaarder werd. Als gevolg daarvan kropen kunstmatige zoetstoffen in bijna alles, van frisdranken tot tv-maaltijden, aangezien de marketing zwaar bewerkte diepvriesmaaltijden ging afschilderen als een gemakkelijk alternatief voor de dagelijkse kookstonde.

Terwijl we het schaamtediscours in oudere reclames wel doorprikken, is het moeilijker om leugens te zien in een influencer die op een idyllische locatie in een yogabroek een rauw veganistisch dieet aanprijst.

Met de komst van de televisie nam ook het mediagebruik toe, wat een grote invloed had op de zichtbaarheid van afslankmiddelen zoals dieetpillen. Adverteerders gebruikten het nu zeer populaire voor-en-na-sjabloon om hun producten onder de aandacht te brengen, terwijl gewone vrouwen hun verhaal deden over de voordelen van het slikken van die pillen om af te vallen. Televisie populariseerde ook andere hulpmiddelen, zoals vibrerende gordels waarmee je kleinere heupen krijgt. De diëten van vandaag zijn niet minder beperkend dan die van vroeger, alleen de marketing is beter. Terwijl we het schaamtediscours in oudere reclames gemakkelijk doorprikken, is het moeilijker om leugens te zien in een influencer die op een idyllische locatie in een yogabroek een rauw veganistisch dieet aanprijst. Die gebruikt immers de sociale valuta van authenticiteit om ons extreme diëten te verkopen, evenals een reeks hulpmiddelen zoals waist trainers, detoxthee en afslanksupplementen die het 19de-eeuwse verzinsel van individuele verantwoordelijkheid naar een compleet nieuw niveau hebben getild.

We kunnen niet over vetfobie praten zonder te kijken naar alle andere onderdrukkende structuren die haar mogelijk maken. Het is de afstand die iemand heeft tot Zwartheid, dikheid, queerness en dis/ability die hem toegang verschaft tot betere medische zorg, huisvesting, vertegenwoordiging, onderwijs en veiligheid. Vetfobie is systemisch, gewelddadig en onderdrukkend en diëten heeft bijgedragen aan het idee van dikheid als een individueel moreel falen. Als je fitnessroutine van vijf keer per week en een uur per dag en je ketodieet worden gevoed door het verlangen om dun te zijn, wil ik je uitnodigen om jezelf af te vragen waarom.