Dikthee

Door Karel De Sadeleer, op Tue Apr 22 2025 06:26:00 GMT+0000

Neem als de wiederweerga je rode balpen erbij, want hier is ie dan: de wervelende dicteetekst van auteur Karel De Sadeleer! Hij schreef die voor het Groot Dictee der Nederlandse Taal dat LUCA − School of Arts, Denderland, Eclipstv en rekto:verso organiseerden.

Het Groot Dictee vond plaats op 25 februari 2025 aan LUCA − School of Arts. De tekst werd voorgelezen door Peter Cremers. Op 21 april 2025 werd het dictee uitgezonden op nationale zender Eclipstv.

De jonge Andreas, een Duits-Tadzjiekse Foucaultexegeet, wordt graag gesoigneerd door Anna Lopez, z’n Filipijnse eega. Zij is de ascetische bolleboos in huis en hij, naar verluidt, de bon vivant, zij het Sancho Panzaësk. Pyknisch van de rachitis noemt men hem soms. Sinds kerst rochelt Anna non-stop bloedfluimen op. Volgens de dokter is het longemfyseem. Andreas gelooft dat het licht betijt; hij heeft altijd de komiekste ideeën erop nagehouden, maar z’n wappie omgang met longziekten spant even de expatkroon. Anna Lopez is karakteristiek clement en noemt z’n houding een reflectie van een te antedateren chiliasme voor incels, bijgekleurd door het sikkeneurige symboolfetisjisme overgehouden aan z’n postcommunistische opvoeding.

Heel onschuldig is d’r emfyseem niet. Anna Lopez moet als de wiedeweerga het ziekenhuis in, d’r keuken uit. Volgens de dokter kan de resuscitatie een maand duren. Bezoek van Andreas mag ze niet.

Andreas meent op de pagina’s drieëndertig tot tweeënvijftig toch het dedain te herkennen van de op hasjiesj en manchego grootgebrachte mei-achtenzestiger die d’r vader was.

Om niet helemaal de voeling met z’n huwelijk te verliezen werkt Andreas zich volcontinu door het compromittante traktaat dat Anna Lopez net voor kerst had gepubliceerd over prekapitalistisch rentmeesterschap, en dat, in de bib geprangd tussen anti-hegeliaanse godsbewijzen en het gecoiffeerde thomisme van haar vicerector, toch een verbijsterende hoeveelheid lezers vond. Helemaal thuis in het academisme van z’n vrouw is hij niet, maar Andreas meent op de pagina’s drieëndertig tot tweeënvijftig toch het dedain te herkennen van de op hasjiesj en manchego grootgebrachte mei-achtenzestiger die d’r vader was. Halfweg begreep hij dat d’r tekst bestond bij gratie van een pointillistische drum-’n-bassmoraal die in d’r jeugd geannoteerd was geweest met de partijoekazes van pa Lopez. Vader had er een commemorabel genoegen in geschapen z’n dochter zowel flatulente geopolitiek als rapsodische keukenmores bij te brengen. Nadat hij haar bijvoorbeeld de werking van de elektrische combioven had uitgelegd, stapte hij naadloos over op een exposeetje opgetakeld aan de sociopolitieke dogma’s die het kapitalistische Westen steeds vaker outsourcet aan de BRICS-landen. Samengevat: van te hete camembert kabbelt je buikvet boller.

Soms, gevangen tussen ataxie en ataraxie, en met de inhoud van een fles beaujolais hergistend tussen larynx en coccyx, ligt Andreas in z’n crapaud te dromen van de halloumischotel met bataatpuree, koolsla-romanescopesto en hollandaisesaus die z’n vrouw in d’r oven placht te schuiven. Is hij droevig? Niet echt. Na twee weken echter, terwijl hij op de pot door de virulente antropoceenquatsch van mobisodes en andermans socials zit te quadden, begint hem − Oblomov of eenzame dégénéré − opeens de volledige reikwijdte te dagen van z’n voor poststructuralisten hoogst eigenaardige je-m’en-foutisme vis-à-vis z’n eega en d’r longen. Is dat de honger? Ongetwijfeld. Mist hij Anna Lopez? Wellicht. Zal hij alles doen om haar te zien? Dat weet hij zelf niet.

Stante pede staat hij te dromen als een foodaficionado bol van de culinaire aspiraties. Een plebejisch staminee of een kakkineus restaurant met renommee?

Andreas slaat aan het kokkerellen. Wat hij al weet is dat pocheren staat tot braiseren als spuiten tot slikken. Of was het vice versa? Door de keuken manoeuvreren pikte hij op als een civetkat labomuizen. Binnen de kortste keren heeft hij een favoriet gerecht: champignongnocchi met gekonfijte shiitake en ibericoham om te beginnen, lamscouscous met pastinaakcrème erbovenop. Lekker geil! Stante pede staat hij te dromen als een foodaficionado bol van de culinaire aspiraties. Een plebejisch staminee of een kakkineus restaurant met renommee? Misschien. Maar om te beginnen: een culinaire bijbel. Het concept? Het Westen koloniseert non-stop de keuken van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De titel? ‘Van kabbala tot Kabylië, met een pitstop in Piëmont’. Copyright: de keukenprins himself.

Wat zal − hoe heet ze ook alweer − Anna Lopez daarvan zeggen? En waar blijft ze?