Tegengewicht
Door Andrew Van Ostade, Nima Jebelli, Philsan Osman, op Thu Jun 02 2022 20:00:00 GMT+0000Dit juninummer focust op dik zijn. Wat is dik zijn? Hoe worden dikke mensen gerepresenteerd en geobjectiveerd in onze cultuur en samenleving? In dit Edito licht de gastredactie toe waarom een DIK-nummer noodzakelijk is.
Er is geen ruimte voor dikke mensen in onze samenleving. Dikke mensen verdienen geen liefde, geen respect, geen zorg. Dikke mensen zijn lui en lelijk. Dikke mensen zijn nooit de protagonist en altijd the butt of the joke. Dikke mensen passen eenvoudigweg niet in onze stoelen. Ze zijn de hoofdloze mensen op het journaal en de waarschuwing in een wetenschappelijk artikel. Dikke mensen gaan dood, en dat is hun eigen schuld.
Dikke mensen zijn, in de woorden van fat activist Aubrey Gordon, ‘mislukte dunne mensen’.
Discriminatie op basis van gewicht is als een van de weinige discriminatievormen perfect legaal. Meer zelfs: het wordt getolereerd en aangemoedigd. We hebben als samenleving dan ook een obsessie met gewicht − en vooral het beperken ervan. We worden allemaal steeds dikker, vaak door factoren die we niet kunnen controleren. En toch heerst er een culturele overtuiging dat dik zijn een persoonlijk falen inhoudt: dikke mensen hebben geen zelfcontrole, zijn gulzig en moreel verwerpelijk. Dikke mensen zijn, in de woorden van fat activist Aubrey Gordon, ‘mislukte dunne mensen’.
Dikke mensen worden herhaaldelijk ontmenselijkt: gereduceerd tot de maat van hun lichaam en publiekelijk onderworpen aan commentaar, veroordeling en spot. Dat heeft talrijke miskende gevolgen voor dikke mensen: sociale discriminatie, pesterij, misbruik, geweld, en onvoldoende toegang tot gezondheidszorg, onderwijs, werk en de openbare ruimte. Dikke mensen zouden de gezondheidszorg onnodig belasten, maar veel onderzoeken (en persoonlijke ervaringen) tonen aan dat uitgerekend zij niet de gepaste zorg krijgen – ‘dat ze maar eens beginnen met wat gewicht te verliezen’. Dik zijn is de zondebok van fysieke gezondheid. Dun zijn zou automatisch gezond en deugdzaam zijn. Maar is dat wel zo?
Ook justitie neemt dikke mensen minder serieus dan dunne mensen: we zien dat politie en rechters klachten van (seksueel) geweld opvallend minder ernstig nemen. Dikke mensen krijgen minder snel een job, omdat ze moeten opboksen tegen de vooroordelen lui, dom, traag, dwaas en onhandig te zijn. Sommige bedrijven nemen geen dikke mensen aan.
Maar iedereen blijkt wel een funny fat friend te willen.
De gevreesde en uiterst inaccurate BMI was niet toevallig de uitvinding van een Belg als onderdeel van een koloniaal project.
Discriminatie op basis van gewicht gaat hand in hand met andere discriminatievormen, vooral op vlak van kleur, gender, seksualiteit en handicap. De gevreesde en uiterst inaccurate bodymassindex was niet toevallig de uitvinding van een Belg als onderdeel van een koloniaal project. Dat wat ons dik maakt − socio-economische ongelijkheid, kapitalisme, milieuvervuiling, etc. – treft vooral minderheden. En in een periode waarin we steeds meer aandacht eisen voor discriminatie onder andere op vlak van kleur, gender en seksualiteit, blijft dik zijn een gemakkelijk excuus om diezelfde minderheden te discrimineren.
Dit juninummer focust op dik zijn. Wat is dik zijn? Hoe worden dikke mensen gerepresenteerd en geobjectiveerd in onze cultuur en samenleving? Welke discriminaties ondervinden dikke mensen? En wat kunnen we daaraan doen? We zijn niet de eersten die een antwoord zochten op die vragen. Want er is ook hoop. Steeds meer fat activists streven naar fat liberation en fat justice. Dikke mensen kunnen een uniek perspectief bieden op dat proces. Dik zijn moeten we een plek geven in onze samenleving en niet verder in de marginaliteit duwen.
Met dit nummer creëren rekto:verso en de gastredactie een podium voor dikke kunstenaars, onderzoekers en activisten, en iedereen die zich in deze materie verdiept heeft. We stellen vragen over vet. We kijken kritisch naar de vooroordelen. We bieden weerwoord aan de stigma’s. We celebreren dikke identiteit. Op de volgende pagina’s vind je artikels over dik zijn en de kunsten, diepgravende essays over fat culture, interviews met fat activists, en pakkende getuigenissen over dik zijn, geschreven door zwarte mensen en mensen van kleur, queer personen, en disabled mensen.
We dragen dit nummer op aan wie geen boegbeelden had en er dan maar zelf een werd.
Sommige woorden, uitdrukkingen en concepten waarover we het willen hebben, moeten in het Nederlands nog wortel schieten en vorm krijgen. Het zal jullie wel opvallen dat we regelmatig Engelse woorden en uitdrukkingen gebruiken, en dat bepaalde titels of hele teksten in het Engels staan. Omdat taal een tool is die ons kan beperken om onze realiteit te beschrijven, laten we het aan de auteurs over om, waar ze dat willen, de instrumenten te hanteren die hen het geschiktst lijken om hun ervaring te delen. Zo zal je bijvoorbeeld in de ene tekst fat phobia zien staan en in een andere vetfobie. Op sommige plekken zal je zelfs conflicterende opvattingen lezen − zoals bijvoorbeeld hoe het precies zat met die rubensiaanse lijven. En dat maakt dit nummer juist zo’n boeiende broedplek.
We hebben onze teksten, onze verhalen vaak geschreven vanuit de ik-vorm. Op die manier nemen we zelf het woord om onze realiteit te beschrijven. Onze zelfidentificatie en determinering spelen namelijk een cruciale rol in het blootleggen en bestrijden van de structuren van onderdrukking. Dikke schrijvers, acteurs, doe-het-zelvers en dichters kruipen in hun pen over de uitdagingen van de mode-industrie en de creativiteit die ze aan de dag moeten leggen om zelf de kleding te maken die bij hun maat en stijl past, ze leggen linken tussen lichaamsbeeld en de racistische en seksistische wortels van ons taalgebruik, hebben het over hun liefdes- en seksleven, houden een pleidooi tegen diëten, en voor toegankelijkheid, inclusie en een betere representatie in de kunsten.
We kijken terug naar wie voor ons de weg van het dik activisme heeft geplaveid. Met hun inspirerend traject in gedachten banen wij gestaag de weg verder naar een betere toekomst voor dikke mensen. Daarom dragen we dit nummer op aan wie geen boegbeelden had en er dan maar zelf een werd. Om het met icoon Aubrey Gordon te zeggen:
‘We need a world that insists upon safety and dignity for all of us—not because we are beautiful, healthy, blameless, exceptional, or beyond reproach, but because we are human beings.’