Een leuk avondje uit: De wonderlijke kunst van het lastigvallen
Door Floris Baeke, op Wed Oct 04 2023 22:00:00 GMT+0000Bij een voorstelling van Jetse Batelaan is het altijd de vraag welk spel hij deze keer met jou, het publiek, zal spelen. In de antimusical Een leuk avondje uit komen de emoties binnen, maar dan letterlijk. Batelaan toont zich nog maar eens meester van zijn zelfontworpen kunst: het theaterpubliek pesten, hen een rad voor de ogen draaien dat, zelfs wanneer het stil lijkt te staan, doordraait.
De roodfluwelen gordijnen zwiepen open. We zien een formatie acteurs in goudblinkende pakjes met bijhorende hoeden, een geforceerde Colgate smile, later een majestueuze showtrap, een sterrenhemel, rook, confetti, regen: Batelaan schotelt ons een ideaaltypische musical voor. Wie een kaartje koopt voor een musical, weet eigenlijk al op voorhand wat hen te wachten staat. Strak uitgekiende choreografieën, een voorspelbaar plot, zeemzoete melodieën, een opgedrongen samenhorigheidsgevoel, en af en toe een feilloos getimede uithaal.
Je hebt er al zin in: de verlossende pathetiek, de onverholen euforie (weliswaar onder toezicht), het ironieloze plezier — alle pleasende registers mogen eens ongegeneerd open worden gegooid. Enige probleem dat Batelaans heerlijk 'avondje uit' hier in de weg staat: het centrale spektakel is gedempt. De geluidstrack is maar net hoorbaar, het gezang wordt gefluisterd. In plaats van de synchrone danspasjes, fonkelende jurken en virtuoze zanglijnen schallen de randactiviteiten in de druilerige coulissen door de zaal. We horen het slurpgeluid van norse technieker Willemijn (Willemijn Zevenhuijzen) vooraleer ze haar sportdrinkbus geroutineerd met een musketon aan haar broek teruggespt, het kinderachtige geroddel van de kneuterige toneelmeester Goele (Goele Derick) — ‘sinds die nominatie zit Marjans timing helemaal fout’ — en het geklungel met kapstokken van de lusteloze costumier Mourad (Mourad Baaiz). En dan is er ook nog koerier Pascale (Marjan De Schutter) van Emotions in Motion die er via de intercom maar niet in slaagt haar lading ‘te lossen’. Choreo na choreo werkt de musicalcast zich vlekkeloos in het zweet, maar je aandacht wordt opgeëist door futiliteiten: het gekraak van de bank waarop Goele verveeld schuifelt, Willemijns gefrons, Mourads diepe zuchten.
Het is mooi hoe de absurditeit en ironie van Een leuk avondje uit nooit spottend worden.
En plots gebeurt het. Een kleurloze man (Ramon Mahieu) met fietshelm en regenjas, komt middenin de performance het podium op gesloft, gevolgd door een al even oncharismatische vrouw (dubbelrol van Marjan Deschutter) met Maxi-Cosi. Plots slaat de blinde paniek toe bij de voorheen futloze technici: ‘De emoties staan voor de deur!’ Mourad staat er ontredderd naar te kijken, Goele valt flauw, een onophoudelijk krijsende Willemijn jaagt de brave passanten als spoken weg en beveelt kinderen uit het publiek de deuren hermetisch te barricaderen. In de zaal heerst er verwarring, beroering, maar de musicalcompagnie op scène smilet onverminderd voort: hun harmonieën blijven even loepzuiver, hun pivots even beheerst. Willemijn tuurt ongerust de zaal in, speurend naar ongewenste bezoekers: zolang er in de musical maar geen emoties binnensluipen...
Dit manoeuvre — backstage wordt frontstage — voerde Batelaan al eens uit in Het eind van het begin van het einde. De truc blijft werken, deze keer door het contrast in tempo en intensiteit met de gefluisterde musical. Een leuk avondje uit kan je zo soms verveeld en ongeanimeerd achterlaten — aan de onberispelijke musicalnummers die recht uit de West End zouden kunnen komen, kan het niet liggen — terwijl je tegelijkertijd het gevoel hebt ogen tekort te komen. Toch kan het mechanisme op den duur wat rekkerig worden, alsof je kijkt naar een goocheltruc die je zelf ook kent. Als een show magistraal, radicaal, onvermijdelijk genoeg is om je de hele tijd lang aan te klampen — en Batelaan toonde eerder al dat hij deze wonderlijke kunst van het lastigvallen bezit — doet dat er niet toe. Maar in Een leuk avondje uit verlang je soms toch naar een tikkeltje meer verrassing, dat de slapstick nog net iets grappiger is, de banaliteit nog net wat ondraaglijker, de dreiging nog wat gevaarlijker, de impasse nog wat enerverender.
Batelaan drijft de obsessieve vrolijkheid en ondraaglijke perfectie van musical ook op de spits om zijn eigen instrumenten en registers als theatermaker uit te dagen.
Het is mooi hoe de absurditeit en ironie van Een leuk avondje uit nooit spottend worden. Batelaan maakt geen parodie op musical, geen esthetisch oordeel over entertainment en ‘lage cultuur’ die platvloers of leeg zouden zijn. Daarvoor neemt hij de professioneel geschoolde musicalcast, de op maat gesneden kostuums en het imposante decor te serieus. Bovendien zorgt de groteske apotheose van de show, de hele cast en crew die ‘Edelweiss’ zingen op de showtrap — clichématiger wordt het niet — tegelijkertijd ook voor een raar soort ontroering. Batelaans werk drijft wel vaker op dat soort ambigue ervaringen: een sensatie die geconstrueerd of doorzichtig is, maar toch beroert. Precies hetzelfde geldt voor ‘echte’ musicals: de humor, de romantiek, de pathos wordt flagrant gefabriceerd. Je wordt gewaar hoe Batelaans hele theaterapparaat zorgvuldig emotionele effecten bij je najaagt. Je zit een hele voorstelling lang de manipulerende maker als het ware op de hielen, ongeduldig om hem op heterdaad te betrappen. Daarom is het eigenlijk geen verrassing dat Batelaan met zijn scherpe oog voor detail en vernuftige spel met regels zich tot het musicalgenre aangetrokken voelt.
De musicalvorm dient ook nog een ander doel. Batelaan drijft de obsessieve vrolijkheid en ondraaglijke perfectie van musical op de spits, om zo zijn eigen instrumenten en registers als theatermaker uit te dagen. In haar essay Against Interpretation schrijft Susan Sontag in dat verband hoe goede kunst de capaciteit heeft de toeschouwer nerveus te maken. Die nervositeit heeft Batelaan tot handelsmerk gemaakt. Zijn werk raakt aan de kern van het medium theater: hij vraagt aandacht, leidt af, exciteert, dwingt, pest, verveelt, stoort, put de kijker uit. Is Een leuk avondje uit een spektakelpleidooi tegen het opkroppen van gevoelens, voor wat meer onomwonden Hollandse vrankheid? Mogelijks. Maar Batelaans werk enkel op zo’n symbolische manier interpreteren volstaat niet. De regisseur laat steeds op een unieke manier zien dat theater niet zomaar om betekenis of relevantie draait, maar over zintuiglijkheid. Met precisie bouwt hij zintuiglijke universa die een bepaalde directheid in zich dragen, die haast onvermijdelijk zijn, en slechts tot op zekere hoogte interpretatie verdragen, zou Sontag zeggen.
Een leuk avondje uit is het werk van technisch hoogbegaafde theatermakers en -acteurs. Batelaans voorstellingen zijn behendige aaneenschakelingen van schijnbewegingen: telkens wanneer je hem denkt te pakken te hebben, dribbelt Batelaan je alweer lichtvoetig voorbij. Die slapstick valt in herhaling, daagt uit en irriteert zelfs. Maar in die irritatie zit een onuitputtelijke bron van energie, die het potentieel in zich draagt om het theaterapparaat — en elk mogelijk systeem van codes en regels — van binnenuit te bespelen en op te blazen.