Een portret vol empathie. Over 'Mag ik alstublief mijn schorpioenendans voor u doen?' van Kiana Porte

Door Liesl Moors, op Thu Aug 08 2024 13:36:00 GMT+0000

Hoe zorg je ervoor dat een relatie niet verwatert, wanneer het onophoudelijk binnendruppelt in huis? Kiana Porte maakte met Mag ik alstublief mijn schorpioenendans voor u doen? een krachtige voorstelling over een moeder én over de persoon die achter die moeder schuilt.

Een pijnlijk gekreun echoot moedeloos door de zaal. Het is stikdonker, maar iemands aanwezigheid is duidelijk merkbaar. Een gelige tl-lamp verlicht de ruimte, schaars gevuld met enkel een tafel en drie stoelen. Van het plafond druppelt het onophoudelijk naar beneden, er ligt een plas op de grond. Het pijnlijke gekreun is afkomstig van een vrouw die zich langzaam voortbeweegt naar een van de stoelen. Het personage, Tanja, zal de komende veertig minuten een monoloog voeren over haar onophoudelijke fysieke pijn, een spreken waarachter een nog groter mentaal lijden schuilt.

Kiana Porte schetst het portret van een moeder die met een zachtaardige stem het publiek toespreekt. Waar andere performers soms over de hoofden van het publiek heen spelen, deinst zij niet terug voor oogcontact. Haar personage vertelt ons over haar man en twee kinderen. Vier gezinsleden, maar rond de tafel staan maar drie stoelen. De leegte die de vierde stoel creëert is veelzeggend. Het is de stoel van haar dochter die uit huis vertrok en niet meer terugkeek.

Tanja kan haar ongenoegen over deze beslissing niet verbergen, haar spreken is doordrenkt van zelfmedelijden. Zo verweven zit ze in haar eigen beleving, dat ze niet buiten het fundamentele gevoel kan van niet te worden begrepen. Lachend doorheen haar verdriet dist ze een spreuk op die haar is bijgebleven: ‘Als je een dochter hebt, heb je een vriend voor het leven.’ De reden voor de ontwrichting van hun relatie zoekt zij buiten zichzelf, bijvoorbeeld in de astrologie. Een schorpioen en een kreeft, dat kan nooit goedkomen.

We worden gedwongen de persoon te zien achter de moeder: een vrouw die te snel wordt gereduceerd tot haar functie en van wie haar eigen verhaal wordt ontkend.

Toch is Tanja niet helemaal blind voor haar eigen aandeel, zo bewijst het lied La Llorona van de Mexicaanse zangeres Chavela Vargas. Daarin rouwt een vrouw om het verlies van haar kinderen door haar eigen toedoen. Het lied verhaalt over de pijn van een moeder die haar kinderen mist en het onvermogen om hun liefde terug te krijgen. Zonder het zelf te moeten uitspreken en dus te moeten toegeven, geeft Tanja zo aan dat er wel degelijk zelfinzicht en schuldbesef bij haar bestaan. Wanneer ze op de tafel in slaap valt, kleurt haar droom fuchsiaroze; de sfeer van de ruimte verandert. In haar dromen is ze prinses Diana, de moeder van haar dromen. Een moeder die het ondanks haar eigen problemen goed wil doen voor haar zonen. Bij Diana vindt Tanja troost. Nu versnelt de eerder schuchtere performance als een trein, verdriet en woede nemen de bovenhand. Tanja vertelt ons over de bevalling van haar dochter, een gebeurtenis die traumatisch aanvoelt. Er ontstaat een explosie van kwaadheid, getriggerd door het voortdurende gedruppel van het lekkende plafond.

Porte maakt van Tanja een complex personage. De pijn van haar verleden botst met de fysieke pijn van het heden. We worden gedwongen de persoon te zien achter de moeder: een vrouw die te snel wordt gereduceerd tot haar functie en van wie haar eigen verhaal wordt ontkend. Via haar indringende performance, waarin kwelling en humor elkaar afwisselen, vertelt Porte tegelijkertijd ook haar eigen verhaal. Ze neemt de gedaante aan van haar eigen moeder en stelt daarmee een daad van empathie. Ze toont ons dat theater de kracht heeft om te helen.

Deze tekst werd geschreven in het kader van de Summerschool Kunstkritiek van rekto:verso en Etcetera. De andere teksten vind je hier.