Een rollercoaster van emoties en contrasten, ons verkiezingsweekend

Door Milan Rutten, op Mon May 27 2019 22:00:00 GMT+0000

Dit weekend bracht Vlaanderen zijn stem uit: pijn blijkt onze regio te overheersen. Des te bevreemdender voelden de binnenrollende uitslagen bij ons in de Arenberg, vol in het feestweekend voor onze vijftigste verjaardag. Een rollercoaster van emoties en contrasten werd het. Wat blijft hangen, is de nood aan bezinning. Welke rol moeten cultuurhuizen spelen in dit Vlaanderen?

Vrijdag 24 mei, 20u20, de beats worden door de boxen gejaagd, de lichtshow floept brutaal aan. Even waan je je in het Sportpaleis. Energiek stapt Alex Agnew het podium op, sober zwart, met zijn gekende boots. Enthousiast onthaalt de volle zaal de Antwerpse comedian. Of, excuseer, sinds kort is hij inwoner van Mortsel, die voorstad van de grote stad.

Electoraal maakt het allemaal niet zoveel verschil, zo zal blijken. Agnew veegt de vrienden van Schild en Vrienden de mantel uit op het podium. De zaal lacht mee, maar een deel denkt er hoogstwaarschijnlijk het zijne van. Zo is Vlaanderen.

Houden we ons publiek én onszelf voldoende een spiegel voor van de samenleving waar we in leven en werken?

Dat brengt me op zondag 26 mei. Iets na half vier rijdt een zwarte wagen de Willem Tellstraat op. Een statige man komt me tegemoet, hij heeft wat weg van Richard Gere, maar statiger. 'Hallo, ik ben Paul.' We praten even. De 83-jarige Nederlander steekt rustig een sigaret op. Zijn stem rolt als de zee, een beetje hees maar met veel diepgang.

Paul Van Vliet, want dat is 'm, verwijst ons feestje met een zachtmoedige glimlach meteen naar de prullenmand: '50 jaar Arenberg, ik treed hier al 60 jaar op.' Wat later, wanneer hij in koningskleed het podium betreedt, mijmert hij verder. Hij vreest dat de verkiezingsuitslag in België ertoe zal leiden dat het vorige record van de langste regeringsonderhandelingen gebroken wordt. Opnieuw een volle zaal, opnieuw een lach. Een beetje ingehouden of misschien zelfs ongemakkelijk, want van die kiesuitslag zijn we allemaal deel.

Halverwege zijn show denderen Agnews moppen als een hogesnelheidstrein door de zaal. De snelheid en misschien wel de geslepenheid van het script zorgen ervoor dat hij bij het publiek een applaus ontlokt voor toch zeer foute dingen zoals seksueel geweld of moord. Fijntjes zet hij het publiek een spiegel voor. Subtiliteit verpakt in brute humor.

De stem van Vlaanderen, in het stemhokje, weerklinkt zondag bruut, zonder subtiliteit. De analyses vliegen bij de eerste uitslagen over het tv-scherm: analyses zonder onderzoek, hoe doen ze het toch. Warm word ik er niet van.

Preken voor eigen publiek is zo irrelevant, velen doen dat al.

Een groot contrast is de warmte van Paul, die zondag. Zijn voorstelling is gedaan, misschien wel zijn laatste in Antwerpen. Rustig, uitzwaaiend trekt hij het rode gordijn dicht. Het weinige rood dat die avond luid applaus ontlokt in Vlaanderen.

Daarna bedankt hij uitgebreid de technische ploeg en mengt zich in het café tussen het publiek. Een en al rust, zittend - want die oude, lange benen willen niet meer 100% mee - gaat hij met iedereen die wil op de foto. Ook hij kent de kracht van sociale media.

Wanneer ik de Arenberg verlaat - nog voor Paul Van Vliet, want hij is een plakker, zo zegt hij zelf - is de avond nacht geworden, donker en zwart. Een bevreemdend gevoel overvalt me: welke rol nemen we op als cultuurhuis in dit Vlaanderen? Preken voor eigen publiek is zo irrelevant, velen doen dat al.

Onze diverse programmering en ons breed publiek geven ons een unieke kans om meer in debat te gaan met die zwijgzame stem van Vlaanderen, die op kieszondagen ineens veel luider durft te klinken. Een forum aan politieke partijen moeten we niet geven. Daar heb je de klassieke media voor. Maar houden we ons publiek én onszelf voldoende een spiegel voor van de samenleving waar we in leven en werken?

Meermaals zeggen we dat we bruggen willen bouwen of inclusief willen programmeren. De praktijk leert dat er snel voor de gekende of veilige paden gekozen wordt.

De voorbije week was ik aan het napraten met een van onze medewerkers, hij had het moeilijk om rond te komen. En ja, meer dan 90% van de Vlamingen verdient meer dan hem. Maar één op de tien Vlamingen verdient minder. Zeker in een stad als Antwerpen moeten we er ons van bewust blijven dat bijna één op vijf van de Antwerpse kinderen opgroeit in een kansarm gezin.

Tegelijk heeft die Vlaming die het moeilijk heeft, geen eenduidig ‘profiel’. Integendeel. Vaak is die Vlaming, jong, met een migratieachtergrond. En is hij net die Vlaming die zondag de deur gewezen werd. En voelt hij zich in veel cultuurhuizen niet welkom. Vaak is die Vlaming alleenstaand. En is de drempel van het cultuurhuis te hoog.

Meermaals zeggen we dat we bruggen willen bouwen, of inclusief willen programmeren. De praktijk leert dat er snel voor de gekende of veilige paden gekozen wordt. Cultuur blijft dan voor velen een ver-van-mijn-bed-show.

Er leeft pijn in Vlaanderen. En toch kabbelt onze samenleving ogenschijnlijk verder.

Er leeft pijn in Vlaanderen. En toch kabbelt onze samenleving ogenschijnlijk verder. Paul Van Vliet wist het mooi te verwoorden, toen hij het feestweekend in de Arenberg zo afsloot:

En als ik lachen wil, ga ik naar Vlaanderen
Want ze lachen niet zo gauw, maar als ze lachen is het echt
En als ik praten wil, ga ik naar Vlaanderen
Waar het laatste woord voorlopig nog door niemand is gezegd
Waar gesprekken altijd duren
Tot de eerste morgenuren
Waar ze eindeloos kunnen drammen
Waar de ruzie op kan vlammen
Waar de redetwist uiteindelijk bij het bier weer wordt beslecht
En als ik droevig voel
Wil ik naar Vlaanderen
Omdat in Vlaanderen mijn droefheid niet of nauwelijks telt
En als ik heimwee heb
Wil ik naar Vlaanderen
Omdat in Vlaanderen mijn heimwee ongemerkt versmelt
Mijn eeuwenoud verlangen
Dat in Vlaanderen is blijven hangen
In de dorpen, in de steden
Met een rijk, maar zwaar verleden
Dat Brussel in zijn logboek niet of liever niet vermeldt