Eigen schuld, dikke bult. Precariteit als spektakelcultuur
Door Paul Willemsen, op Thu Jun 28 2018 22:00:00 GMT+0000Bestaat er zoiets als armoedeporno? In Duitsland zorgde hervormingen van de arbeidsmarkt ervoor dat economische kwetsbaarheid voor een groot deel van de bevolking het nieuwe normaal werd. Die standaard sijpelt nu stilaan in de populaire beeldvorming door, waar precariteit tot een vorm van spektakelcultuur wordt verhoffen. Ook Vlaanderen volgt.
Wie de afgelopen jaren televisie keek of de weekbladen las, zag het zeker voorbij komen: tv-programma’s met armoede als centrale thema. Voor het VIJF-programma Nieuwe Buren verhuisden Karen Damen en James Cooke eind 2016 naar een sober optrekje, om daar dertig dagen te overleven met een leefloon van 768 euro. Klinkt bekend? De reality show volgt vrijwel dezelfde premisse als het leefloonspel dat het Antwerpse OCMW online plaatste: Respect. Hierin worden spelers uitgedaagd om de juiste budgettaire keuzes te maken om zo met een leefloon het einde van de maand halen (géén grap). Ook VIER pakte in 2017 met een armoedespel uit, dat vermomd werd als een sociaal experiment: Project Axel. Vijf Antwerpse daklozen kregen in dit realityprogramma 10.000 euro én professionele begeleiding om de oversteek naar de maatschappij te maken. Zes maanden later bleken vier van de vijf daarin geslaagd.
De trend van armoedetelevisie is de afgelopen jaren overgewaaid vanuit de buurlanden, met Duitsland als de grootste wegbereider.
De trend van armoedetelevisie is de afgelopen jaren overgewaaid vanuit de buurlanden, met Duitsland als de grootste wegbereider. Sinds het geheel van van maatregelen die van 2002 tot 2005 onder de tweede regering van Gerhard Schröder werden beslist om de arbeidsmarkt te hervormen (gemakshalve Hartz IV genoemd), verdiept Duitse televisie zich steeds vaker in kwetsbare groepen die in armoede leven of met bestaansonzekerheid kampen. Vaak leggen zulke shows een andere kwetsbaarheid bloot: hoe programmamakers armen stigmatiseren en vernederen vanuit een luxepositie. Zo verheft Duitse commerciële televisie precariteit stilaan tot een vorm van spektakelcultuur. Dat voor het heil van een neoliberale agenda.

Hard, harder, Hartz
Hoewel er bij onze oosterburen al veel inkt vloeide over die befaamde Hartz IV-maatregelen, doen in Vlaanderen waarschijnlijk enkel de laagbetaalde mini-jobs een belletje rinkelen. Deze deeltijdse baantjes zijn begrensd tot 450 euro per maand, waardoor ze populair zijn bij mensen met kleine pensioenen om er hun inkomen mee aan te vullen. Pensioenrechten bouw je er niet mee op en dat de ontslagprocedures voor dit soort goedkoop en onzeker werk eenvoudiger zijn, spreekt voor zich. Maar het pakket omvat veel meer dan dat. In de bepalingen zit onder meer: de verhoging van de pensioenleeftijd en de pensioenbijdragen, het moeilijker maken om toegang te krijgen tot de werkloosheidsuitkering en het beperken ervan in de tijd – in de regel een jaar. Wie na dat jaar nog steeds zonder werk zit, valt uit de boot – ook al heb je decennia gewerkt – en mag zijn spaargeld opvreten of zijn gezinswoning verkopen. Niet verwonderlijk dat velen halsoverkop eender welke baan aannemen om hier aan te ontkomen. Wie geen job vindt en zijn eigen kapitaal noodgedwongen verbruikte, valt terug op een leefloonregeling. Eens daarin, sluit je een overeenkomst met een jobcenter dat je helpt met werk zoeken. Het niet naleven van dat contract – lees: verplichtingen – leidt tot sancties. Zo hebben steuntrekkers de verplichting om 1 euro-jobs aan te nemen.
Hartz IV miste zijn effect niet: de tewerkstellingsgraad steeg, maar aan de keerzijde is de tol zwaar.
Voorstanders van Hartz IV benadrukken dat deze flexibele, laagdrempelige en voor werkgevers kostenvriendelijke jobs noodzakelijk zijn voor het economisch weefsel. Tegenstanders argumenteren dat ze bestaande jobs vernietigen en geen nieuwe voortbrengen. Het is een ideologische links-rechts-discussie waarbij de klassieke sociaaldemocratie – of het politieke midden, zo je wil – volop mee inzet op de rechtse agenda. Hartz IV miste zijn effect alvast niet: de tewerkstellingsgraad steeg, maar aan de keerzijde is de tol zwaar. Sinds de invoering ervan groeide de lage lonen-sector massaal en verdubbelde de armoede. Het aantal daklozen bij onze oosterburen zit momenteel om en bij het miljoen.
Ook voor steuntrekkenden die wel nog een dak boven het hoofd hebben is het Hartz IV-leven ongemeen hard. De overheid neemt weliswaar de huur en verwarmingskosten van een bescheiden appartement voor haar rekening, maar de oppervlakte ervan is gereglementeerd. Voor alleenstaanden mag die niet groter zijn dan 45-50 m², voor samenwonenden 60 m². Wat overblijft om een maand mee rond te komen is de ‘Regelsatz’: de uitkering voor voeding, nutsvoorzieningen, inboedel, vervoer, lichaamsverzorging, kleding en zelfs deelname aan het culturele leven. Sinds begin 2018 bedraagt het tarief voor een alleenstaande 416 euro, waarin dagelijks zo’n 4,83 euro wordt begroot voor eten en drinken. Niet te verwonderen dat 1,5 miljoen Duitsers aanvullend een beroep doet op voedselbanken en dat in de grote steden de jacht op blikjes en flesjes met statiegeld geopend is.
Men gaat er in enkele Amerikaanse staten prat op dat men gevangenen kan voeden voor slechts 1,20 dollar per dag. Goedkoper dan een huisdier.
Toch is die ‘Regelsatz’ in de ogen van een groot deel van de publieke opinie meer dan toereikend. Zo veroorzaakte Jens Spahn, de kersverse minister van Volksgezondheid, commotie door provocerend te stellen dat ‘Hartz IV geen armoede betekent’ en dat iedereen ‘heeft wat hij behoeft om te leven’. Ethisch beslist bedenkelijk, maar of het ook wereldvreemd is? Voor wie de duimschroeven nog verder wil aanspannen, is er blijkbaar altijd nog een ‘race to the bottom’ mogelijk. Zo gaat men er in enkele Amerikaanse staten prat op dat men gevangenen kan voeden voor slechts 1,20 dollar per dag. Goedkoper dan een huisdier.
Portret van het profitariaat
In Duitsland groeide armoede zo voor een groot deel van de bevolking uit tot het nieuwe normaal. Dat laat zich ook voelen in de beeldvorming. Bij onze oosterburen tekent er zich een Hartz-cultuur af – een trashy subcultuur en dito lifestyle – die precariteit tot een maatschappelijk schouwspel promoveert.
In Duitsland groeide armoede voor een groot deel van de bevolking uit tot het nieuwe normaal.
Zo resulteerde het vraagstuk van hoe je je met een aalmoes kunt voeden in een reeks culinaire boeken: Hart[z] IV Kochbuch (2005), Hartz-haft, aber lecker! (2008), Kochen fast ohne Geld (2011) en Das Sparkochbuch (2013). Op internetfora tref je naast aanvullende receptsuggesties ook bijdragen van deskundigen die deze publicaties kritisch navlooien en de auteurs het nakijken geven met hun eruditie aangaande de ware kostprijzen van bloem of rijst bij verschillende discounters. Ook werd er een Hartz IV-meubellijn ontwikkeld door architect Van Bo Le-Mentzel. ‘Hoe zo goedkoop, compact en toch smaakvol mogelijk een kleine woonruimte inrichten’ heet de ambitie. Voor de ene zijn dat amusante neveneffecten van de tering naar de nering zetten, voor de andere het ultieme bewijs dat armoede gecommodificeerd wordt.
Bij populistische printmedia is er alvast minder begrip voor zij die met bestaansonzekerheid kampen. Zo voert de boulevardkrant Bild op haar titelpagina regelmatig koppen op over het Hartz IV-profitariaat. Paginabreed vallen dan woorden als ‘faul’ (lui), ‘Sauerei’ (zwijnenboel) of ‘Schmarotzer’ (plantrekkers). Bedrog en massale fraude klinkt het telkens: stiekem houden werklozen er een luxeleven op na op de Canarische eilanden; steuntrekster giet waterflessen die ze kreeg uit in de goot om met het statiegeld alcohol en sigaretten te kopen; dijkbreuk door de instroom van buitenlanders. Ook in Vlaanderen kreeg één van de deelnemers uit Project Axel een lading negatieve media-aandacht over zich nadat de dakloze als “oplichter” zou zijn ontmaskerd.

Armoedeporno
Op televisie gaat het soms nog een stap verder. Dikwijls is het daar schaamteloos uitlachen geblazen. In ontelbare realityshows – op commerciële televisiezenders als RTL, Sat.1, Kabeleins en Vox – wordt armoede en kwetsbaarheid immers als infotainment opgevoerd. Twee van de ‘reportages’ die momenteel lopen bij RTL II zijn Hartz und herzlich en Armes Deutschland – Stempeln oder abrackern (stempelen of uitsloven). Het zijn programma’s die maatschappelijke verliezers uitnodigen om ze daarna als voyeuristisch leedvermaak te serveren. De mate waarin ze belachelijk worden gemaakt, kan variëren.
Maar als de scripted reality helemaal voor de archetypische Hartz IV-karikatuur gaat, dan voert men een persoon met overgewicht ten tonele in jogging en met een bierfles van een discounter in de hand. Vrijwel altijd is het gebit onvolledig en is het interieur een puinzooi, met resten junk food en overvolle asbakken in beeld. Ook een statige flatscreen-tv mag nooit ontbreken. Met de realiteit van het gros van zij die in armoede leven heeft deze stigmatiserende beeldvorming geen uitstaans.
Heel wat van deze tv-formats zijn maatschappelijk gedreven, omdat ze inzetten op de ‘kracht van de verandering’. Zulke programma’s spiegelen de deelnemers vaak een frisse start voor en stellen een ‘normaliseringsproces’ voorop. Zo heb je klassieke restyling- of make over-programma’s als The Biggest Loser, een afvalrace voor zwaarlijvigen, en Extrem Schön!, waarin deelnemers zich een nieuw uiterlijk aanmeten. Maken ook de dienst uit: docusoaps als Das Messie-Team, waarin professionele ‘Entrümpler’ (opruimers) en schoonmaakcoaches worden opgetrommeld om woningen te saneren of als Frauentausch, waarin twee vrouwen elkaars plaats in het gezin innemen. In Nederland zendt SBS6 momenteel het gelijkaardige Straatarm, steenrijk uit, een ‘sociaal experiment’ waarin onderzocht wordt of geld gelukkig maakt door een arme en een rijke moeder van huishouden te wisselen. Zulke televisie wordt in Duitsland schertsend Hartz-IV-tv genoemd. Algemener kan je dit soort producties als armoedeporno labelen.
Voor het knechten en kwetsen van wie niet weerbaar is, geldt er imaginair geen ondergrens.
Pikant detail. In Duitsland bestaat er ook echt een onversneden pornoversie van dit alles, met ‘Hartz IV-Schlampen’ en dito datingsites: gewillige huisvrouwsletten zonder tanden, met hangtieten, bezopen en wat al niet meer. Voor het knechten en kwetsen van wie niet weerbaar is, geldt er imaginair geen ondergrens.
Goede vs. slechte armen
In een klassenmaatschappij als het Verenigd Koninkrijk tiert armoedeporno ook welig. Armen zijn zelf verantwoordelijk voor hun sociale ellende, klinkt het daar streng. Het onderliggend mechanisme van veel armoedeporno is dan ook om vooroordelen te bevestigen en de armoede en sociale ongelijkheid te depolitiseren. Niet gek dat ‘eigen schuld, dikke bult’ dan de onderliggende teneur is bij al die reality trash.
Het onderliggend mechanisme van armoedeporno is om vooroordelen te bevestigen en de armoede en sociale ongelijkheid te depolitiseren.
Ook in de politieke kringen die zich in Vlaanderen achter de ‘voor wat hoort wat’-filosofie scharen, waait de geest van het Hartz IV-gedachtegoed. Stereotype beeldvorming omtrent armoede of immigrantenprofitariaat is dan retorisch dankbaar, omdat het de publieke opinie afleidt van de feitelijke agenda: deregulering van de arbeidsmarkt en de afbraak van de verzorgingsstaat (waar – in tegenstelling tot minder fortuinlijken – grote bedrijven en vermogende particulieren door allerlei fiscale constructies vrijwel niet meer aan bijdragen). Maar een wijdverbreid fenomeen van leefloon- en armoedeporno kennen we in Vlaanderen nog niet. Dat neemt niet weg dat er aan de weg getimmerd wordt, zoals met eerder vernoemde programma’s als Nieuwe Buren en Project Axel. Bij de afhandeling van dat laatste programma joelde de stem van het volk ‘zie je wel!’, toen vier van de vijf Antwerpse daklozen succesvol de oversteek naar de maatschappij maakten.
Die ‘zie je wel!’ komt het heersende discours goed uit: zolang het maar niet gaat over armoede als het structurele gevolg van het economische systeem. Door het individualiseren van het armoedevraagstuk wordt de collectieve verantwoordelijkheid immers onder de mat geveegd en wordt een duidelijk wij/zij-verhaal verteld: je hebt zij die willen werken en zij die niet willen werken, zij die integreren en zij die niet willen integreren, zij die eerlijke steuntrekkers zijn en zij die frauderen. Kortom: er zijn goede en slechte armen. Zowel de media als de politiek bevorderen actief een dergelijke beeldvorming.
Naast identiteit en veiligheid – de klassieke evergreens – mag verwacht worden dat rechts responsabilisering, plicht, verantwoordelijkheid en ‘de rugzak’ hoog op de agenda van de verkiezingen 2019 zal plaatsen. Vanuit de opdeling tussen goede en slechte armen staat het daarna vrij om te pronostikeren welke aanvallen op ‘de sociale hangmatcultuur’ dan in het verschiet liggen. Hartz IV komt dan dicht in de buurt. Daar wordt al jaren naar toegewerkt. In feite begint het al in 2002 als de term ‘leefloon’ ‘bestaansminimum’ aflost. Met de beslissing door de regering-Di Rupo om de werkloosheidsbijdragen trapsgewijs te laten dalen (de zogenaamde degressiviteitsmaatregelen) krijgt een werkloze na maximaal vier jaar werkloosheid een minimale uitkering waarvan het bedrag niet veel hoger ligt dan het leefloon. En qua hoogte van de OCMW-uitkering is er ook geen verschil met Duitsland. Mantra’s die dan snel zullen terugkomen zijn dan het beperken van de werkloosheiduitkeringen in de tijd – en dus de facto gelijkschakeling met leeflonen - en de verplichting dat leefloontrekkers gemeenschapsdienst doen.
Dat een dergelijk discours in de regel het monopolie is van politiek rechts of hardvochtige liberalen, lijkt logischer. Maar de realiteit laat wat anders optekenen. Hartz IV kwam tot stand onder de rood-groene coalitie Schröder-Fischer. De degressiviteit van werkloosheidsuitkeringen en andere ontmantelingsmaatregelen in die sector zijn een erfenis van sp.a minister van Werk Monica De Coninck onder de regering-Di Rupo. Feit is dat de sociaaldemocratie al lang niet meer de kansarmen en sociaal achtergestelden als doelgroep heeft, maar wel de middenklassen. Het kapitaal in al zijn aspecten is voor de sociaaldemocratie systeemrelevanter dan de kwetsbaren. Dat vertaalt zich vandaag sterk in de stijgende populariteit van armoedeporno en in de beeldvorming van economisch kwetsbare groepen.