Einde van de aandacht (of de allesverslindende versnelling)

Door Lieven De Cauter, op Fri Jun 13 2025 10:21:00 GMT+0000

De versnelling van zowat alles in onze hoogtechnologische beschaving leidt tot een verkorting en versnippering van onze aandachtsspanne, schrijft filosoof en essayist Lieven De Cauter. Dat is niet alleen fataal voor onze hersenen, maar ook en vooral voor de biosfeer: ‘Het einde van de aandacht zou wel eens heel slecht nieuws kunnen zijn, nu eigenlijk de hele mensheid bij de les zou moeten blijven om het ergste te voorkomen.’

Versnelling is zo oud als de moderniteit. Het proces dat die versnelling bewerkstelligt heet modernisering. Sinds het begin van de industriële revolutie zijn er tal van machines in opkomst die deze versnelling belichamen, van de stoomtrein, de telegraaf, over de auto en het vliegtuig tot de computer. Moderniteit is versnelling.

Fast forward: in het zog van de zoektocht naar het begin van het antropoceen, een poging om de gevolgen van de moderniteit te vertalen in een nieuw geologisch tijdperk (het tijdperk van de mens), werd het fenomeen van de Grote Versnelling ontdekt. Dertien parameters vertoonden een ongezien steile groeicurve: bevolking, bruto nationaal product, buitenlandse investeringen, verstedelijking, energieverbruik, gebruik van meststoffen, waterdammen, papierconsumptie, telecommunicatie, transport, toerisme en, nummer dertien, technologie. Die Great Acceleration, die sinds 1945 aan de gang is, slaat niet alleen op de exponentiële groei van alle mogelijke socio-economische parameters, maar ook op de gevolgen ervan voor de ‘earth systems: het escaleren van de CO₂-, stikstof- en methaanuitstoot, stratosferische ozon, oppervlaktemperatuur, de verzuring van de oceanen, visvangst en aquacultuur, stikstof in de kustwateren, het verlies aan tropisch woud en landinname, en, ten slotte, op nummer twaalf, het verlies aan biodiversiteit. De gevolgen zijn bekend: het sterven van koraalriffen, het smelten van gletsjers, het stijgen van de zeespiegel en de intensivering van extreme weerfenomenen, die dan weer leidt tot grootschalige natuurrampen (bosbranden, droogtes, overstromingen, superorkanen, enzovoort). De Grote Versnelling is met andere woorden fataal.

Eeuwige groei in een eindig systeem is gevaarlijke waanzin.

De achteruitgang van de biodiversiteit, de laatste parameter in de grafieken van de Grote Versnelling, is geen fait divers. Planten en dieren sterven bij bosjes uit. De zesde grote uitsterving sinds het bestaan van de planeet is volgens sommigen nog acuter dan de klimaatverandering. Zowel de ineenstorting van het klimaatsysteem als de ineenstorting van de biodiversiteit zullen doorgaan zolang de versnelling doorgaat: eeuwige groei in een eindig systeem is – dat wordt intussen bewezen door de opeenvolging van ecologische catastrofes – gevaarlijke waanzin. Het is zelfs geen waanzin, maar de padafhankelijkheid van wat stilaan op een natuurproces lijkt: het kapitalisme en zijn ingebakken groeilogica.

De schermenwereld

De versnelling doet zich uiteraard ook voor in onze technologie (niet toevallig parameter dertien in de socio-economische processen van de Grote Versnelling) en in onze ‘media’. Elk verlengstuk van de mens, van een knuppel of hamer over een speer tot een raket en van het schrift over geld tot de computer, noemde de uitvinder van de mediatheorie, Marshall McLuhan, een ‘medium’. In Understanding Media: The Extensions of Man (1964) stelt hij dat elk nieuw medium versnelling brengt – en daarmee ook wrijving. Men zou het de ‘eerste wet van McLuhan’ kunnen noemen. Zo versnelde de boekdrukkunst de communicatie en ‘verhitte’ de wereld, met godsdienstoorlogen tot gevolg.

De tweede wet zou dan kunnen luiden dat elk nieuw medium de wereld en de mens totaal verandert. Hier geeft McLuhan de auto als schoolvoorbeeld: het is geen toestel om mee van A naar B te rijden, neen, de auto heeft behalve ons hele dagelijks leven ook ons hele landschap veranderd: de fameuze suburbanisering – van de urban sprawl van Los Angeles tot de vermaledijde Vlaamse lintbebouwing. De auto versnipperde onze landelijke omgeving van hagen en knotwilgen, van bossen en vijvers tot een tapijtmetropool opgetrokken uit neparchitectuur en infrastructuurbrij.

De auto versnipperde onze landelijke omgeving van hagen en knotwilgen, van bossen en vijvers tot een tapijtmetropool opgetrokken uit neparchitectuur en infrastructuurbrij.

Zoals de auto ons landschap veranderde, zo hebben ook de schermen onze wereld totaal veranderd. Voortaan leven wij in een wereld van schermen. Ons denken, onze verbeelding, onze ontspanning, onze relaties, onze communicatie, ons werk – het speelt zich allemaal af in en op en achter een scherm, in de schemerwereld der schermen. Elk scherm is een virtuele capsule, zeker als je er nog eens headphones of earpods bij denkt. We zitten allemaal in onze digitale capsules te surfen op het WereldWijde Web. We zijn de sedentaire nomaden van de virtuele wereld.

We leven niet meer in een driedimensionale maar in een tweedimensionale wereld. De jongste generaties krijgen het lastig met die echte, driedimensionale wereld, met alles wat met de handen moet gebeuren: tekenen, schrijven, lezen. De COVID-19-pandemie heeft die terugtrekking in de schermenwereld aanzienlijk versterkt. Ook sociaal contact is sinds de coronacrisis voor jongeren een stuk problematischer geworden.

Aandachtseconomie

Versnelling vergt een verscherpte aandacht. Aan 90 kilometer per uur kan je ontspannen op de snelweg rijden; aan 120 kilometer per uur of meer moet je al aandachtiger zijn. Die ‘stress’ wordt voelbaar na een tijdje rijden. Maar tegelijk veronderstelt autorijden een soort van afwezigheid, een ‘vrijzwevende aandacht’ (om een begrip van Freud te gebruiken, waarmee hij de open luisterattitude van de psychoanalyticus beschreef). Het is een soort van engelachtige toestand (zoals Hertmans het ergens schreef), die veel mensen aangenaam vinden, een soort van alerte afwezigheid. In die zin is autorijden voor veel mensen een vorm van verstrooiing, en net géén vorm van verhoogde aandacht. Iedereen kent wel die zondagschauffeurs die hun stuur vasthouden als een reddingsboei en rondturen alsof ze jagers zijn – een gevaar op de weg zijn ze.

Met onze socialemediaverslaving onderhouden wij wat Yanis Varoufakis ‘technofeodalisme’ noemt, met ‘cloudkapitalisten’ als leenheren.

De versnelling van alles brengt een verkorting van onze aandachtsspanne met zich mee. Ook dat is een quasi-vanzelfsprekendheid geworden, die we toch telkens opnieuw vergeten. Einde van de geconcentreerde aandacht, einde van de vrijzwevende maar allerte ‘aandachtigheid’. Alles is online, alles is in real time. En dus zijn we totaal versnipperd, totaal verstrooid, we kunnen haast niet anders. Je wil kijken hoe laat het is op je smartphone, maar je ziet dat iemand je een WhatsAppbericht stuurde om een afspraak te verplaatsen, waardoor je een hele keten van afspraken moet herzien, waardoor je je agenda moet checken, enzoverder, enzovoort. Je bent vergeten dat je gewoon wilde weten hoe laat het was, en je weet allang niet meer waarom je dat wilde weten. Dat proces van versnippering, van voortdurende onderbreking, dat techno tica taca, doet zich voor met al onze schermen, onze laptop, onze tablet, onze smartphone, enzovoort. We zijn dus ook nog eens voortdurend tussen schermen aan het switchen.

De aandachtseconomie doet uiteraard ook een stevige duit in het zakje en gebruikt en versterkt die logica van versnippering. Facebook, Instagram, Tiktok, kranten, websites allerhande willen clicks, want die betekenen reclame-inkomsten. Wij zijn de horigen. Met onze aandacht en onze communicatie op sociale media onderhouden wij wat Yanis Varoufakis ‘technofeodalisme’ noemt, met ‘cloudkapitalisten’ als leenheren, die niet zozeer winst zoeken maar rente innen. De aandachtseconomie gaat een duivelspact aan met onze nieuwsgierigheid. Tegelijk is er de nood aan ontspanning, aan gedachtenloze verstrooiing, tegenover de overprikkeling van ons hectisch levensritme. Dus laten we ons gewillig opslorpen in de schermenwereld, samen met onze aandacht, tot er niets meer van overblijft. Voor concentratie, laat staan traagheid, is geen tijd en plaats meer.

Zonder concentratie wordt de hedendaagse mens een afwezige geest die urenlang gamet of televisieseries bingewatcht om hersenloos te bekomen van de stress van de versnelling van het werk en het hectische levensritme. We worden willens nillens geconfronteerd met de eenparig versnelde beweging van de verlengstukken van de mens die in botsing komt met de wet der traagheid van onze harten en onze geest.

Attention Deficit Disorder

Het einde van onze aandachtigheid weerspiegelt die totale desoriëntatie, ons verlies van tegenwoordigheid van geest. Het is net omdat alles overal online beschikbaar is, alle informatie, alle mogelijke en onmogelijke prikkels (inclusief pornografie uiteraard, de ultieme stimulus voor de meest directe libidinale prikkeling), dat we verstrooider zijn dan ooit. De ‘verovering van de alomtegenwoordigheid’, zoals Paul Valéry dat noemde en al voorzag, versnippert, verkort onze aandacht, en vernietigt onze aandachtigheid. Walter Benjamin sprak, in diens spoor, al van een cultuur van de verstrooiing, van de verstrooidheid. De problematiek is dus in wezen zo oud als de moderniteit. Want moderniteit is, zoals gezegd (maar men moet het altijd opnieuw herhalen en herdenken), versnelling. En versnelling betekent verstrooiing. Vrijzwevende aandacht, multitasking. Die versnelling brengt ons dus uit evenwicht, omdat de traagheid van onze hersenen, van onze ervaringswereld, wordt overrompeld door een veelheid en snelheid van prikkels. Dat controle- en ook zinsverlies verklaart ook het succes van mindfulness.

We zijn te zeer gehypnotiseerd om nog hyperactief te zijn.

Het verlies van aandachtigheid zou McLuhan beschouwen als motor voor nieuwe media. De derde wet van McLuhan zou kunnen luiden dat er steeds nieuwe media nodig zijn om de amputaties van onze zintuigen te compenseren: het wiel ‘amputeerde’ de voet waardoor er nieuwe media nodig waren, zoals de trein en de auto. Hoe hyperbolisch en metaforisch ‘amputatie’ ook klinkt, er zit veel waarheid in het denkbeeld. In ons geval is het glashelder: artificiële intelligentie moet ons aandachtsprobleem oplossen. De AI assistant zal juist dat doen: ons assisteren bij al die taken en taakjes die wij nu via multitasking combineren: een paar tientallen mails doornemen, tussendoor een vliegtuigticket en een hotel boeken, daarbij met de thuisbasis communiceren, terwijl we toch ook nog onze echte professionele taken proberen te vervullen. Socialemediaverslaving is een symptoom van die hersenloze overgave aan het suf gesurf; brainrot is een teken des tijds. En daaraan lijdt zeker niet alleen Generatie Alfa of Z. (ook wel generatie Zzz genoemd, omdat ze nauwelijks nog buiten komt om te socialiseren en te feesten). In feite lijden we allemaal in meer of mindere mate aan een Attention Deficit Disorder. We zijn te zeer gehypnotiseerd door de schermen om nog hyperactief te zijn.

De versnelling van onze media maakt integraal deel uit van de Grote Versnelling. Micro- en macroprocessen zijn dialectisch met elkaar verbonden, je kan het ene niet zonder het andere denken of begrijpen. De Grote Versnelling maakt intussen duidelijk wat ze in wezen is: een ecologische catastrofe. We gaan los over de zogenaamde planetaire grenzen. Ook die grenzen werden geformuleerd als antwoord op de Grote Versnelling en de vraag naar het begin van het antropoceen. Zoals we ‘aardsysteemparameters’ aantoonden: de versnelling die de vector is van onze hoogtechnologische beschaving blijkt fataal, niet alleen voor onze hersenen, maar ook en vooral voor de biosfeer, het broze evenwicht van het leven op deze planeet. Het einde van de aandacht, het einde van onze aandachtigheid, zou dus wel eens heel slecht nieuws kunnen zijn, nu eigenlijk de hele mensheid bij de les zou moeten blijven om het ergste te voorkomen.

This article was published in the context of Come Together, a project funded by the European Union.