Frankenstein in het Wilde Westen
Door Pieter Vermeulen, op Mon Mar 23 2020 23:00:00 GMT+0000Net als Mary Shelley’s monsterroman gaan westerns over het geweld waarmee de moderne mens zich van anderen en de natuur probeert los te maken. De Amerikaan Hernan Diaz verplaatste daarom Frankensteins schepsel naar het Wilde Westen en toont met In the Distance (2017) dat die ontkoppeling niet langer mogelijk is.
In het tiende hoofdstuk van Mary Shelley’s Frankenstein gaat een overspannen Victor Frankenstein wandelen in de bergen. Alles is ijzig, mistig en majestueus, maar niet voor lang. Victor ziet hoe een ‘menselijke figuur’ met ‘bovenmenselijke snelheid’ en een gestalte ‘groter dan die van een mens’ naar hem toekomt. Voor hij het goed beseft, is hij verwikkeld in een scheldpartij met het wezen dat hij zelf creëerde. Victor noemt het een ‘gruwelijk monster’, terwijl het gefabriceerde wezen Victor consequent zijn creator en zichzelf een creature noemt. Deze term komt in de roman uit 1818 ruim dubbel zo vaak voor als ‘monster’.
Terwijl Victor het mensachtige wezen op afstand probeert te houden door het een monster te noemen, wijst het creatuur zelf op zijn onlosmakelijke band met zijn schepper en diens verantwoordelijkheid. Het echt monsterlijke is immers dat Victor de aansprakelijkheid tussen creativiteit en creatuur, tussen maker en maaksel van zich afschuift. Vaak wordt ten onrechte gedacht dat de naam ‘Frankenstein’ op het monster slaat en niet op zijn maker. Dat is op een perverse manier correct: in Shelley’s geüpdatete Prometheus-verhaal blijkt namelijk dat net de maker het échte morele monster is.
Bemin je monsters
De Franse filosoof Bruno Latour volgt diezelfde lezing van Shelley’s roman en leidt er in ‘Love Your Monsters’ een moraal voor het antropoceen uit af. De misdaad van Victor, beschrijft Latour in zijn essay uit 2012, is niet dat hij met een combinatie van overmoed en technologisch vernuft nieuw leven creëert maar dat hij die creatie vervolgens aan zichzelf overlaat.
Draag zorg voor de monsters die je creëert, klinkt het doorheen Bruno Latours essay, of je wordt zelf een moreel monster dat het geweld van zijn eigen schepping ondergaat.
In een wereld waarin excessieve energieconsumptie, verstikkende monoculturen en niet-afbreekbare thermoplastics wereldwijd biotopen kapotmaken, is het een plicht om ons te bekommeren om de ongewilde gevolgen van ons handelen. Voor Latour gaat het erom dat we de wereld die we mee vorm hebben gegeven niet kunnen laten stikken. Draag zorg voor de monsters die je creëert, klinkt het dan ook doorheen Latours essay, of je wordt zelf een moreel monster dat het geweld van zijn eigen schepping ondergaat.
Monsters zijn dan entiteiten die, zoals Frankensteins schepsel, twee dingen tegelijk tonen. Eén: dat we fundamenteel verstrengeld zijn met andere levens(vormen). Twee: dat die verknoping onze leefsystemen bijzonder fragiel maakt, omdat de niet-menselijke vormen waarmee we verknoopt zijn hun eigen agency hebben die zich tegen ons kan keren.
Ecomodernisten geloven dat Frankensteins monster op een dag groot en flink genoeg zal zijn om zonder zijn maker voort te leven én niet boos zal zijn omdat de mens het verschopte.
In een stroming als het ecomodernisme wordt die kwetsbare link ontkend: zij gelooft dat technologische vooruitgang zal leiden tot een snelle ‘ontkoppeling’ tussen menselijk welzijn en de natuurlijke omgeving. Ecomodernisten geloven dus dat Frankensteins monster op een dag groot en flink genoeg zal zijn om zonder maker voort te leven én dat het schepsel niet boos zal zijn omdat de mens hem verschopte. Voor wie Frankenstein tot het einde leest, is dat geloof moeilijk vol te houden. In het laatste deel van de roman wordt immers pijnlijk duidelijk dat acties gevolgen hebben. Dat je je verplichtingen niet ontloopt door luid ‘monster!’ te roepen. Eerder het omgekeerde: de band tussen creator en verwaarloosde creatuur wordt er één van losgeslagen geweld.
Go West, eenzame man
Hernan Diaz’ In the Distance probeert de morele en emotionele complexiteit van onze verwikkeling met andere levens wél door te denken. Deze roman uit 2017 schetst een intiem en ingehouden beeld van de verwarring en pijn van een verloren ziel zoals het monster van Frankenstein. In zijn essay ‘On Frankenstein, a Monster of a Book’ noemt Diaz de creatie van Shelley trouwens ‘één van de eenzaamste personages in de literatuurgeschiedenis’ — iemand die gedurende zijn leven vervelt van een soort superman tot een gedesillusioneerde ‘laatste mens’ (niet toevallig de titel van een latere roman van haar).
Volgens de Amerikaans auteur Hernan Diaz is Frankensteins monster een schepsel dat gedurende zijn leven vervelt van een soort superman tot een gedesillusioneerde ‘laatste mens’.
In Diaz’ indrukwekkende boek heet die existentiële eenzaat Håkan Söderström. Ergens rond 1850 hoopt deze analfabete jongen samen met zijn broer het arme Zweedse platteland voor New York te verruilen maar onderweg verliest hij zijn broer uit het oog, gaat aan boord van het verkeerde schip en zet voet aan wal bij de Amerikaanse Westkust. Het enige wat hij daarna wil, is het land doorkruisen om zijn broer in New York terug te vinden. Tevergeefs: na jaren kriskras reizen door het Wilde Westen en nadat hem alles wat hij beminde met bruut geweld ontnomen wordt, trekt hij zich terug in een hol, ver weg van een mensensoort die hem keer op keer teleurstelt.
Håkan is overduidelijk een reïncarnatie van Frankensteins monster. Diaz’ protagonist is ongewoon groot, begrijpt aanvankelijk weinig van de taal die de mensen rondom hem spreken of van de gevoelens die hem overvallen, draagt kledij van aan elkaar genaaide huiden (het lichaam van Frankensteins creatie bestaat uit brokken van verschillende lijken) en hij trekt zich uiteindelijk net als Shelley’s personage eenzaam en teleurgesteld terug uit de samenleving. Maar naast een actualisatie van Frankenstein is deze roman ook een typische western, bevolkt door goudzoekers, pioniers en cowboys die in een wetteloze wereld van geweld, vergelding en ontbering leven.
Als we In the Distance confronteren met Latours interpretatie van Frankenstein kan de roman als een gedachte-experiment gelezen worden. Frankensteins monster is een product van de link tussen menselijke en niet-menselijke levens en tegelijk is het ook een slachtoffer van de agressieve ontkenning ervan. Wat gebeurt er dan, lijkt Diaz’ roman te vragen, als we dat eenzame creatuur loslaten in het Wilde Westen? Het antwoord toont dat ons bestaan in een opwarmende wereld misschien wel meer te maken heeft met dat van het monster dan met dat van zijn schepper Victor.
Zand erover?
Dat komt omdat het Wilde Westen niet zomaar een plaats is en de western niet zomaar een genre. Het is een bijna mythische vorm waarin de loskoppeling van de menselijke beschaving en de rest van de wereld in al zijn gruwelijke gewelddadigheid wordt getoond. Het is het genre waarin blank Amerika zijn overwinning op de natuur, op zijn originele bewoners en op z’n eigenste donkerste driften kracht bijzet. Het is een ritueel dat Amerika toelaat zijn eigen monstruositeit in de negentiende eeuw te begraven.
De western is het genre waarin blank Amerika zijn overwinning op de natuur, op zijn originele bewoners en op z’n eigenste donkerste driften kracht bijzet.
In West of Everything: The Inner Life of Westerns toont literatuurwetenschapper Jane Tompkins dat de western altijd een verwerping van een christelijke ethiek inhoudt. Het antwoord op belediging en verwonding is nooit vergiffenis maar juist meer geweld, klinkt het in Tompkins’ studie uit 1992. Het kruis wordt vervangen door het geweer, een affectieve en morele aanpak van conflicten door agressie en emotionele stompzinnigheid.
De intieme toon van In the Distance toont dat het boek wil breken met die verheerlijking van geweld – hetzij tegen de natuur, hetzij tegen vermeende wilden. Maar Diaz’ western is dus ook een update van Frankenstein. Hierdoor kan het zich ook niet helemaal van dat geweld onttrekken: het is er altijd al inherent mee verbonden en het is altijd al te laat voor onschuld en ontkoppeling.

De centrale scène van het boek maakt dat morele inzicht duidelijk. Håkan (of Hawk, zoals iedereen hem noemt) heeft zich aangesloten bij een groep pioniers en is verliefd geworden op de jonge Helen. Die ontluikende liefde wordt brutaal verstoord als ze aangevallen worden door wat een troep indianen lijkt te zijn. Deze groep laat zich verdacht gewillig wegjagen door een groep blanke mannen. Later komen de redders, die nu talrijker ogen dan ervoor, naar het kamp van de pioniers. In vriendschap, lijkt het, tot Håkan verfsporen ziet op de wang van één van de mannen.
Het inzicht komt snel, maar veel te laat: een deel van de groep ‘redders’ had zich verkleed als indianen om zo de rest van de bende als bevrijders op te kunnen laten treden. Op die manier dachten ze het vertrouwen van de migranten te winnen om ze zo te overvallen. Wat volgt is een orgie van geweld waarin Helen wordt verkracht en vermoord en waarin Håkan huilend en gek van verdriet de plunderaars verminkt, vermoordt en wegjaagt.
Dodendans in de verte
Op het eerste gezicht lijkt dit een typische westernscène, zelfs al botst het intense geweld en de gruwel ervan met de tedere en beheerste toon van de rest van de roman. Maar de passage krijgt een complexere betekenis als we ze lezen als een herschrijving van één van de oerscènes uit de geschiedenis van de western. In John Fords The Searchers vindt ook een fake aanval plaats: een groep ranchers rukt uit om wat een runderdiefstal door indianen lijkt te verijdelen, maar die vermeende diefstal dient alleen als afleiding om de indianen toe te laten de onbewaakte ranch te plunderen en de bewoners te kidnappen of te vermoorden.
De rest van deze film uit 1956 is een jarenlange wraakmissie waarin één van de ranchers, de door John Wayne vertolkte Ethan Edwards, zich wil wreken voor de verkrachting en dood van zijn schoonzus, de vrouw voor wie hij – net zoals Håkan in In the Distance – zijn liefde nog niet echt had uitgesproken. Edwards is schaamteloos racistisch en sadistisch gewelddadig tegen mens en dier (hij is van plan zijn nichtje te vermoorden omdat ze te dicht bij de indianen aanschurkt). Gratuit geweld is een cruciaal onderdeel van de morele code van de film én het genre waartoe hij behoort. Er is duidelijk géén plaats voor vergiffenis of schaamte.
Hernan Diaz herschrijft die moraliteit op twee manieren. In The Searchers biedt de indiaanse aanval een alibi voor gewelddadige ontsporing. In In the Distance ensceneren de gewelddadige blanken dat alibi zelf door een indiaanse aanval te faken. Geweld is hier geen keuze of reactie op een provocatie. Het is een blinde kracht die geen legitimering nodig heeft, een feit waar niet aan te ontsnappen valt. Dat leidt naar een tweede cruciaal verschil: Håkans bezeten reactie op het verlies van Helen is geen zorgvuldig en sadistisch gecultiveerd levensproject zoals voor Edwards, maar een even ongewilde als fatale impuls.
Anders dan John Wayne’s personage in The Searchers en het monster van Frankenstein, beslist Håkan op geen enkel moment zélf om geweld te gebruiken en wraak te nemen: het is al gebeurd voor hij het goed en wel beseft. Toch is hij even verantwoordelijk. Zijn intense schaamte maakt niets uit: de roman toont hoe de mythe ontstaat van ‘the Hawk’ die eigenhandig een leger mannen vermoordt en zich verspreidt over het Wilde Westen. Als Håkan later in de roman, na tientallen jaren zelfgekozen isolement, naar de bewoonde wereld terugkeert, ziet hij een rituele opvoering waarin een reus in leeuwenkleren onkenbare gewelddaden pleegt. Het personage is overduidelijk door hem, of toch door een moment in zijn leven, geïnspireerd: die ene daad waarbij hij geweld gebruikte, is een mythe geworden.
Goede bedoelingen, schaamte en spijt doen er niet toe: het geweld heeft onherroepelijk plaatsgevonden. In the Distance suggereert dat de moderne Frankenstein met die monstrueuze verwevenheid moet leren leven. Zelfs als de rituele opvoering die verknooptheid probeert te bezweren, blijft de roman het perspectief van Håkan volgen: beschaamd en verantwoordelijk, fundamenteel alleen in een wereld waarvan niet te ontkoppelen valt. Daar waar Latour ons bestaan in tijden van klimaatverandering linkt aan de schuld van Victor Frankenstein, suggereert Diaz’ roman dat de verweesde en beschaamde verantwoordelijkheid van het monster even essentieel is om onze verstrengeling met de wereld te begrijpen.
Monsterlijke moraliteit
Voor Bruno Latour zijn we in een wereld in klimatologische verandering allemaal een beetje Victor Frankenstein: we hebben ons door onze acties fundamenteel met de niet-menselijke wereld verknoopt, en de ethische opdracht is om – anders dan Victor – bekommerd te blijven om die onherroepelijk vermenselijkte werkelijkheid. Als we In the Distance als een klimaatroman lezen, dan zijn we voor Hernan Diaz ook Frankensteins monster: zelfs als we niet volledig of direct schuldig zijn aan het geweld en leed dat we (mede)mens en natuur aandoen, kunnen we ons toch niet aan onze verantwoordelijkheid onttrekken.
Het einde van In the Distance onderstreept de relevantie van de roman met het oog op een ethiek van de klimaatverandering. Håkan bevindt zich op een boot die is vastgelopen in het ijs op weg naar Alaska. Hij beslist niet langer te wachten tot het ijs smelt, maar begint te wandelen: ‘a straight line West. To Sweden.’ Het beeld van een wandelende Håkan, weg van de lezer ‘toward the sinking sun’, herinnert niet alleen aan het einde van Frankenstein, waar de creatuur verdwijnt ‘in darkness and distance’. Ook refereert het aan het typische einde van westerns dat een wereld evoceert waarin nog een nieuwe start mogelijk is, een wereld waarin je nog kan wegwandelen van de ellende die je mee hebt aangericht.
In het licht van de rest van de roman kan die escapistische fantasie alleen maar ironisch zijn. De setting van de scène— op weg naar Alaska, op ijs dat weigert te smelten — nodigt uit tot een vergelijking met vandaag. Om van Amerika naar Zweden te wandelen moet je de Beringstraat over en dat is in tijden van klimaatverandering alsmaar minder realistisch. In 2018 rapporteerde NASA over de historisch dunne ijslaag op de Beringzee. In 2019 was de situatie nog erger: de ijsmassa in april was ongeveer tien procent van wat ze tot een paar jaar geleden was. De impact op ecosystemen is enorm. De ontsnappingsroute die In the Distance aan het einde schetst, bestaat niet langer.
De roman maakt duidelijk dat de ontsnapping – hoe absurd ook – waarin Håkan nog gelooft geen optie meer is. De boodschap is dat verantwoordelijkheid nemen voor de wereld die we gecreëerd hebben de enige overblijvende optie is. Het komt erop aan, lijkt het, onze eigen monstruositeit te omhelzen en zo de monsters te temmen die we zelf hebben gemaakt.