Geachte Joker
Door Anna Tilroe, op Thu Oct 31 2019 23:00:00 GMT+0000Elke vrijdag pent een van onze vijf vaste online correspondenten een brief. Deze week richt Anna Tilroe zich tot hét filmpersonage van het moment. En niet echt om hem toe te juichen.
Het is natuurlijk vreemd om een brief te schrijven aan een filmpersonage. Wat kan een schijngestalte daar nu mee aanvangen? Beschouw het dus maar als een monologue intérieur, een naar binnen gekeerde vraag naar wat uw scheppers in Hollywood in gedachten hadden toen ze u in het leven riepen.
Wat waren hun denkbeelden, hun motieven om u tot een zwaar gestoorde volksheld te maken? Hadden ze voorzien dat ‘Joker’ al een paar maanden na zijn verschijning door miljoenen mensen omarmd zou worden als een cultfilm? Over dat laatste blijf ik maar nadenken, en eerlijk gezegd niet zonder verontrusting.
Arthur belichaamt alles wat in Amerika, en ook wel bij ons, een loser heet: arm, verward en uitgespuugd door de samenleving.
Eerst maar even een bekentenis: ik ben geen kenner van het Batman-universum waartoe ‘Joker’ gerekend wordt. Er is mij dus veel onbekend over de langdurige en veelkantige strijd tussen het Goede – gepersonifieerd door een mysterieuze, als vleermuis verklede mansfiguur, genaamd Batman – en het Kwade – in de gedaante van een listige en boosaardig grijnzende, witte clown: Joker.
Veel kans dat ik de huidige variatie van regisseur Todd Philips ook had overgeslagen, als ik niet geïntrigeerd was geraakt door een opmerkelijke afwezigheid: Batman ontbreekt. Het toneel is deze keer volledig aan u.
Het duurt even voordat u wordt wie u bent, want de film neemt de tijd om te schetsen hoe het zo gekomen is. We maken daarbij kennis met Arthur Fleck, een broodmagere man met een gekweld gezicht en een psychische stoornis die maakt dat hij op ongelegen momenten uitbarst in een ongecontroleerd, hysterisch gelach. Arthur, naar schatting een jaar of veertig, woont nog bij zijn ziekelijke, aan wanen lijdende moeder en voorziet in beider levensonderhoud met een baantje als witte clown bij een clown-verhuurbedrijf.
Zijn droom is om ooit stand-upcomedian te worden. Niet dat hij grappen maakt, want dan moet je kunnen relativeren, en dat kan Arthur niet. Daarvoor ervaart hij de wereld om zich heen te veel als een nachtmerrie en zichzelf als een tragedie. Dat valt goed te begrijpen, want Arthur belichaamt alles wat in Amerika, en ook wel bij ons, een loser heet: arm, verward, uitgespuugd door de samenleving en wonend in een miserabele buurt van een grote stad die, geheel in de Batman-traditie Gotham heet, maar sprekend lijkt op het unheimische New York van de late jaren 1970.
Het is louter aan de fenomenale acteerprestatie van Joaquin Phoenix en de geraffineerde filmbeelden te danken dat ik niet in verveling ben weggezakt.
De donkere, verloederde stad is – door een al maanden durende staking van de vuilnisophaaldienst en drastische beperkingen van alle sociale voorzieningen – het domein van dierlijke en menselijke ratten, waarbij met name de laatsten het op losers als Arthur voorzien hebben. Ze slaan hem in elkaar, bestelen hem en bezuinigen zijn psychiater en medicijnen weg.
Die totale Verelendung staat, het zal niet verbazen, op conto van een steenrijke, machtige en corrupte bovenlaag die, in nauwe samenwerking met de door hen gefinancierde en aangestuurde media, de mentale gesteldheid van de bevolking ‘reguleert’. Ook – of beter: júist – die van ‘onzichtbaren’ als Arthur.
Tot zover is, wat mij betreft, uw ontstaansgeschiedenis een flinterdun, schematisch Hollywood-verhaaltje, met een hypocriete maatschappijkritische ondertoon. Het is louter aan de fenomenale acteerprestatie van Joaquin Phoenix en de geraffineerde filmbeelden te danken dat ik niet in verveling ben weggezakt. Tot de vliezen braken en u geboren werd.
Dat ging, zoals de Hollywoodtraditie wil, niet zonder extreem geweld. Arthur, ontslagen maar nog gekleed in zijn clownskostuum-met-masker, schiet in de metro uit zelfverdediging drie studentikoze, agressieve pestkoppen overhoop, aanstaande bankiers zo melden de krantenkoppen later. Hij, Arthur de onzichtbare, heeft nu bloed geproefd. Meer moorden volgen, allemaal al dan niet bewust uit wraak voor aangedane vernederingen.
Maar echt ontketend raakt Arthur pas nadat hij zijn bedlegerige moeder heeft doen stikken onder een kussen. Dat is het moment dat hij zijn plastic clownsmasker weggooit en het met witte en rode verf naschildert op zijn gezicht: Arthur is nu Joker geworden.
Politiek, zegt u, interesseert u niet.
Prachtig is de scene waarop u euforisch, met langzame, sierlijke danspassen een lange stenen trap afdaalt, dezelfde trap die voorheen door Arthur krom en moeizaam werd beklommen. Beroemdheden dalen zo de trap af, naar het toneel waarop ze zullen schitteren, en naar het veelkoppige welkomsapplaus. Voor u is het een afdaling naar een wereld waarin de onzichtbaren niet tellen, maar toch, wat het ook kost, gezien willen worden, al is het maar voor vijf minuten.
En u, Joker, wórdt ook gezien. Veel meer zelfs dan vijf minuten, want de moordende witte clown werkt zozeer op het ongebreidelde cynisme van de media dat u als gast belandt in uw favoriete, komische tv-programma. Waarbij opgemerkt dient dat het komische eigenlijk berust op een overbekende tv-formule: op pseudo-empathische wijze zorgvuldig gekozen gasten belachelijk maken: losers die in alle naïviteit blootleggen waarom ze steeds buiten de boot vallen.
Maar deze keer ontspoort de formule. Op de vraag of u de witte clown bent die de drie jonge bankiers heeft vermoordt, antwoordt u, voor het oog van miljoenen kijkers: ‘Yes, I killed those guys, because they were awful.’ En nee, ook al hoorden ze bij de financiële wereld, een politiek motief zit er niet achter. Politiek, zegt u, interesseert u niet.
Wat bent u, Joker, meer dan een Engel der Wrake die, met een moordwapen in de hand, alle smeerlapperij overbelicht?
Natuurlijk explodeert nu de boel, en niet alleen in de studio. Wanneer u, na een klopjacht van de politie, vanuit de arrestantenwagen naar buiten kijkt, ziet u daar het gewelddadige oproer van een uitzinnige menigte witte clowns: de opstand van de onzichtbaren die u toejuichen als hun held.
Maar wat is dat voor held? Wat bent u, Joker, meer dan een Engel der Wrake die, met een moordwapen in de hand, alle smeerlapperij overbelicht: de wereld van in wanen levende moeders, ongeïnteresseerde zielenknijpers, bulderende bazen, verraderlijke collega’s, meedogenloze rijkaards, corrupte machthebbers en hypocriete media? Een wereld van uitbuiters en profiteurs, die zonder enige empathie en medemenselijkheid is. Nergens gloort een sprankje hoop, nergens een glimp van wat een mens nog meer kan zijn dan in alle toonaarden beklagenswaardig.
Met verbijstering lees ik nu het bericht dat uw fans en masse naar de Bronx in New York gaan om op de stenen trap die u zo gevleugeld afdaalde, verrukte selfies te maken. Hoe onzichtbaar zijn we eigenlijk voor onszelf geworden?
Mijn hemel: waar is Batman?
Hoogachtend,
Anna Tilroe