Geachte mevrouw Deren, liefste Maya
Door Laura Herman, op Sun Jan 21 2024 14:33:00 GMT+0000Laura Herman schrijft een brief aan Maya Deren, de grande dame van de Amerikaanse avant-gardefilm. Kan Derens gave om het onzegbare in experimentele beeldtaal op te roepen, de hedendaagse kunstenaar tot andere uitdrukkingsvormen inspireren, in een tijd waarin spreken met morele helderheid bemoeilijkt wordt? Herman verkent de meerlagigheid van stiltes en dient zwijgers en schreeuwers van repliek.
Al zo lang ben ik in de ban van jou en je werk: van je vroege, experimentele films (1943–1945) tot je verkenningen van voodoorituelen en heilige dansen op Haïti begin jaren 1950. Het leek me een goed moment om je een brief te schrijven, ook al ben je al meer dan zestig jaar dood. Nee, ik laat me niet ontmoedigen door stilte als de enig denkbare repliek. Deze brief gaat namelijk net over stilte, haar diverse aanleidingen, effecten en betekenissen, en mijn poging ze beter te verstaan. Ik weet zeker dat je meteen zou begrijpen waarom deze brief aan jou gericht is. Maya, voor jou was er niets van belang dat met woorden gezegd kon worden; je riep het onzegbare van rituelen op in bewustzijnsverruimende droomvisioenen. In je films stond de ervaring van tijd centraal, niet het narratief; je zocht in je geruisloze beeldtaal voortdurend naar visuele samenhang en integriteit – geen gratuite symboliek; je vermeed zorgvuldig elk overbodig gebaar.
Tegenwoordig, Maya, is de wereld vaak luid en ongenuanceerd: van een ‘verbeterlijke optimist’ die zich fier positioneert als de Gert Verhulst van de filosofie tot een kwiek kunstenaarsduo dat op verbijsterende wijze de kunstensector weet te overhalen om deel te nemen aan hét historische dieptepunt van onze lokale culturele pr (alhoewel: sommigen kwalificeren dit laf lawaai, dat in een mum van tijd alle nieuwsplatformen bereikte, net als een oorverdovende stilte). Er is geen tekort (ook ik pleit schuldig) aan snel geschreven meningen, opiniestukken en social mediaposts. In de podcast ‘On The Media’ bespreekt Brooke Gladstone in de aflevering ‘The Evolution of Opinions Online’ het recente fenomeen van statementese: de nieuwe cultuur van instellingen en individuen die statements publiceren, om elkaar vervolgens te verwijten niet mee te doen of niet de juiste dingen te zeggen.
Nee, ik laat me niet ontmoedigen door stilte als de enig denkbare repliek.
Te midden van al dat geponeer en overvloedig spuien van woorden lijkt soms zo weinig nog mogelijk: geen gesprek, geen verbeelding, geen brok in de keel. Men verdrijft de stilte met stelligheid, die luisteren gemakshalve overbodig maakt. Soms vraag ik me af, Maya, welke bewustzijnsverruimende droomvisioenen er nog in de stilte verborgen liggen. Aan stilte gaat van alles vooraf, en de motieven die eraan ten grondslag liggen kunnen uiteenlopend zijn. Stilte is strategisch, opportunistisch, eenvoudigweg laf of lui. Stilte komt voort uit geweld, censuur, misbruik, trauma, macht; het wordt opgelegd, afgekocht, afgedwongen. Stilte is medeplichtigheid, maar ook een beschermend schild.
De voorbije maanden heeft stilte alweer een nieuwe lading gekregen, ook in de internationale kunstwereld. Stemmen die doorgaans een platform vinden in artistieke programma’s worden – nu het plots menens is – volledig tot zwijgen gebracht. De schroom en intolerantie jegens standpunten en statements over Israël en Hamas heeft geleid tot het beëindigen van vele samenwerkingen. In de VS werd de hoofdredacteur van Artforum ontslagen, terwijl de kersverse Harvard-rector vertrok na beschuldigingen van antisemitisme. Ook in Europa groeit de druk; er heerst angst om zich vrijelijk uit te drukken, het kan de weg betekenen naar (nog meer) precariteit: het opzeggen van contracten, stopzetten van projecten, intrekken van financiële steun. In een tijd waarin de vrijheid van meningsuiting steeds meer onder druk komt te staan – zowat het enige waar iedereen het over eens lijkt te zijn –, moeten we het recht om vrijelijk te spreken en stiltes te doorbreken, blijven verdedigen. Kunstinstellingen dienen hun rol hierin serieus te nemen, voorbij (lege) statements, om kunstenaars dat essentiële open en veilige platform te blijven bieden.
Soms vraag ik me af, Maya, welke bewustzijnsverruimende droomvisioenen er nog in de stilte verborgen liggen.
Maar soms is er evengoed nood aan ruimte voor stilte om het onzegbare te kunnen uitspreken. Het soort stilte dat eerbied en mededogen verdient, en niet los kan worden gedacht van een streven naar rechtvaardigheid. Stilte heeft de potentie betekenisvol, nederig en zelfs bevrijdend te zijn. We vinden het bewijs hiervan in kunst, literatuur en film. In december was Adania Shibli, de Palestijnse schrijver wier prijs op de Frankfurter Buchmesse werd ingetrokken wegens vermeend antisemitisme, in Bozar voor een gesprek. Ze besprak stilte als een ritueel dat haar net in staat stelt om te schrijven en zichzelf uit te drukken: stilte is nooit afwezigheid, maar eerder ‘een ruimte van mogelijkheden’.
Shibli deelde haar frustratie over het feit dat haar ouders zwegen over hun ervaringen tijdens de Nakba, ondanks haar herhaalde aandringen om erover te praten. Tijdens het schrijven van Minor Detail (2020, vertaald als Een klein detail) begreep ze hun spraakbelemmering als een metgezel van pijn, een noodzakelijk zwijgen, en koos ze ervoor om geen dialoog of conversatie in haar boek te integreren. Het verhaal draait rond een Palestijnse vrouw die slachtoffer wordt van verkrachting en moord tijdens de eerste Nakba. Jaren later raakt een andere vrouw geobsedeerd door dit ‘detail’.
Soms is er nood aan ruimte voor stilte om het onzegbare te kunnen uitspreken.
Stilte wordt de drijvende kracht om voorbij de details op zoek te gaan naar het onbevattelijke. Maar de betekenis van stilte reikt verder dan alleen woordeloosheid; voor Shibli gaat het ook over het ongemak en de vervreemding die ze ervaart bij het spreken van haar moedertaal. In een context van geweld, bezetting en kolonisatie lijdt de taal, wordt ze onderdrukt, verstopt ze zich om te overleven. Als Oekraïense immigrant in de Verenigde Staten vond jij, Maya, in film evenzeer een medium dat je de mogelijkheid bood om terug te keren naar een culturele ruimte die voorbij het talig articuleerbare ligt. Via film kon je verbinding maken met een verloren gegane taal: jouw medium was als een denkbeeldige moedertaal, een terugkeer naar huis, zonder daarbij te vervallen in valse weemoed of een verlangen naar een soort pre-linguïstische staat.
Stilte is soms een dun vlies tussen mensen en de werkelijkheid, maar het kan ook gelaagd, ondoorzichtig en robuust zijn. Vorige week hoorden mijn studenten en ik de New Yorkse kunstenaar Kameelah Janan Rasheed spreken over het belang van stilte in haar werk. In haar teksten en collages, momenteel te zien in KW Berlin, zijn de leegtes en uitsparingen tussen de woorden net zo belangrijk. Rasheed benadrukte onder meer het ‘recht op opaciteit’, zoals gedefinieerd door Édouard Glissant: een manier om tegenwicht te bieden tegen het westerse kennismodel dat streeft naar demystificatie en transparantie; een toe-eigening van wat complex en ondoorgrondelijk is. Rasheed weigert eenduidigheid, continuïteit en narratieve eenvoud in haar werk; voor haar is stilte de negatieve ruimte waar alternatieve verhalen en identiteiten kunnen ontstaan.
Ook jij, Maya, hebt, ondanks een achtergrond in politiek en literatuur, woorden altijd beperkend gevonden. In 1931, toen je veertien was, beleefde je tijdens een lezing van Mahatma Gandhi ‘de perfecte ervaring van stilte’. Deze paradox, de noodzaak van woorden om het onuitsprekelijke over te brengen, zou later de kern worden van je frustratie over poëzie, je aantrekking tot film en Haïtiaanse voodoo. Je kortfilm Ritual in Transfigured Time uit 1946 vormt het uitgangspunt voor de heropening van Netwerk Aalst als NW in maart 2024. In dit werk neemt het dansende lichaam de ruimte in om ingeperkte vrijheden weer onbegrensd te beleven, om te ontsnappen aan de beklemmingen van het alledaagse. Geen van de kunstwerken in deze openingstentoonstelling zal gebruikmaken van gesproken taal; enkel het lichaam spreekt. In omstandigheden waarin spreken met morele helderheid bemoeilijkt of zelf onmogelijk wordt, kan de kunstenaar andere manieren vinden om deuren te openen; om het onbekende naar binnen uit te nodigen.
In omstandigheden waarin spreken met morele helderheid bemoeilijkt of zelf onmogelijk wordt, kan de kunstenaar andere manieren vinden om deuren te openen.
Gisterenavond, tijdens een eerbetoon van S.E.M. ENSEMBLE en Collectif Faire-Part in deSingel aan de Amerikaanse componist Julius Eastman, die in 1990 een roemloze dood stierf, ondervond ik hoe stilte niet alleen besloten ligt in de afwezigheid van muziek of geluid. Stilte leeft ook in de concentratie, in de noodzaak van het maken. Bij afloop van het concert, toen de zaallichten aansprongen, viel mijn oog op de getatoeëerde zin op de linkerarm van de onbekende naast mij: ‘Let the Quiet’. En zo werd opnieuw op serendipische wijze bekrachtigd: laat de stilte bestaan, laat ze niet vermorzelen door de meedogenloosheid van taal, al te vaak het instrument van degene die vergat te twijfelen en daardoor altijd te wantrouwen is.
Met groet, en graag tot in maart,
Laura