Geanimeerd lijden
Door Ans Van Gasse, op Tue May 28 2019 22:00:00 GMT+0000In de animatiesectie van filmfestival MOOOV zetten hedendaagse makers de eigenheden van hun medium in om ons opnieuw gevoelig te maken voor menselijk leed.
Van Afghanistan tot Cambodja, Palestina en Colombia: met Nora Twomeys The Breadwinner, Denis Do’s Funan, Mats Groruds The Tower en Power Paolas Virus Tropical toont filmfestival MOOOV enkele uitdagende animatiefilms die een rechtstreekse blik werpen op onze recente geschiedenis en de nog onverwerkte trauma’s die daarbij horen.
Getekend vertellen
‘Stories remain, even when all else is lost: everything changes, and stories remind us of that.’ Met die woorden worden we binnengeloodst in Naomi Twomey’s pakkende verfilming van Deborah Ellis’ jeugdboek The Breadwinner. De jonge Parvana overleeft haar dagelijkse hel onder de Taliban door het vertellen van verhalen aan haar broertje en aan zichzelf. De raamvertelling spiegelt niet alleen Parvana’s leven aan een succesverhaal, ze laat Twomey ook toe te spelen met de tekenstijl. De animatrice wisselt in de raamvertelling haar naïeve grootogige design af met een techniek die doet denken aan gestapeld kleurpapier. De beweging is minder vloeiend, de figuren bestaan uit ledematen zonder gewrichten en de kleuren zijn feller.

Door deze wisseling van om ter speelste techniek distantieert de film zich van de realiteit. Zo wordt het een soort sprookje, een lesje moraal - en ontsnapt hij aan de kritiek dat dit niet het persoonlijke verhaal is van de westerse vrouwen die het schreven. Er wordt een soort allegorische dimensie geopend waarin het verhaal dat Parvana zichzelf vertelt niet alleen haar redding is, maar ook de ziel van de film. Ondanks de setting van een Afghanistan waar vrouwen niet zonder chaperon de deur uit kunnen, voelt The Breadwinner tijdloos en locatieloos aan. Zo ziet Twomey het ook zelf: ‘There is something about drawing a face with a few lines ,I think, which makes a character universal and makes a character easy for an individual to identify with.’
Het Oscargenomineerde animatiedrama The Breadwinner thematiseert niet alleen het trauma van Afghanistan, maar ook de hoop.
De voor een Oscar genomineerde film thematiseert niet alleen het trauma van Afghanistan, maar ook de hoop. Tegelijkertijd laat de schattige maar donkere tekenstijl toe om het verhaal op een abstracter niveau te zien. De terreur wordt uitgefilterd tot een verhaal. We zien meer leed dan geschiedenis, en de film slaagt erin educatief te zijn zonder te beleren.
Ook de Palestijnse Wardi in The Tower luistert naar de verhalen van haar familie. De Noorse regisseur Mats Grorud baseerde zich op zijn eigen ervaringen als vrijwilliger in de kampen en op het trauma van de Palestijnse exodus van 1948. De geboetseerde stop-motionanimatie die het heden weergeeft, gaat van tijd tot tijd over in een donkerdere, harde 2D-animatie voor flashbacks van de oudere familieleden.
Wanneer Wardi’s grootvader haar de sleutel naar zijn oude huis in Palestina geeft, beseft ze dat hij alle hoop om ooit nog levend terug te keren, heeft verloren. Op zoek naar de verhalen van haar familie gelooft Wardi in de hoop – en dat wordt gereflecteerd in de zonnige poppenanimatie. De realiteit van het heden, opgebouwd uit klei en textiel, is gelaagder dan de rechtlijnig en grauw getekende trauma’s uit het verleden. Verhalen om te verwerken zijn op die manier meer dan een narratief thema: ze vormen de stuwende kracht van de film. Grorud betuigt zijn respect aan de zelfredzame Palestijnen in de kampen door hun verhalen om te zetten in een stem van kindse hoop.

Die thematisering van het verhaal is ook terug te vinden in Virus Tropical, waarin de Zuid-Amerikaanse cartooniste Power Paola haar eigen ontstaansmythe in de drugsbuurten van Cali beschrijft. Dankzij een kinderlijke, eendimensionele tekenstijl met figuren met kleine handjes, grote ogen en nog langere wimpers wint het verhaal gek genoeg aan geloofwaardigheid. De stijl zet zich op die manier duidelijk af van een mogelijke realiteitsaanspraak. Dit weerhoudt de kijker ervan te struikelen over enkele bijna miraculeuze sleutelmomenten - zoals het feit dat Paola geboren werd ondanks haar moeders sterilisatie. Ook laat het toe de getroebleerde jeugd van Paola episodisch te bekijken, wat het gevoel van eindeloze miserie afzwakt. De film dient niet als een Wikipediapagina van de illustratrice, maar vat haar eigen waarheid in een kinderlijke feeërie. Tegelijkertijd werkt het autobiografische animeren, naar analogie met het autobiografisch-traumatische schrijven, helend.
Brechtiaanse vervreemding
Met Funan tekende Denis Do niet alleen een eerbetoon aan zijn moeder, maar ook een geschiedkundig overzicht van het communistische Rode Khmerbewind in Cambodja. Door te focussen op het kleine verhaal van een verloren gelopen jongetje binnenin de grotere horror, slaagt Do erin de tragedie te herleiden tot iets menselijks, dat des te meer in je vel snijdt. Daarnaast biedt de ingetogen stijl een andere kijk op de landschappen waar men zich doodwerkte of verhongerde. Zo maakt Do’s prachtig gedetailleerde design er geen geheim van dat de Khmer een allesverterend regime installeerde, maar plaatst hij hen wel nietig in contrast met de waterige rijstvelden. Hij maakt de kijker zo pijnlijk bewust van de natuurlijke schoonheid waarin een gruwel van deze proportie zich zomaar kan voltrekken.
De juiste afstand tot de realiteit creëert ruimte om de echtheid ervan in ons eigen brein te construeren.
Do maakt handig gebruik van de afstand die animatie inbouwt. Noem het gerust een Brechtiaans V-Effekt. Door ons het verhaal te tonen op een manier die op het eerste gezicht niet lijkt te passen - in machtig mooi bloesemende heuvels en vlakten - worden we eigenlijk met de neus op de lelijkheid van het regime gedrukt. De pijn om het verlies van een land komt des te dieper binnen, aangezien je in een animatiefilm ook meer geneigd zal zijn dit soort scenografische keuzes op te merken. Het idee dat de plaats waar gefilmd werd ‘er gewoon zo uitzag’ en de regisseur ‘maar op een knop heeft geduwd’ valt immers weg. De juiste afstand tot de realiteit creëert ruimte om de echtheid ervan in ons eigen brein te construeren, en zo meer betrokken te worden bij het geheel.
Daarnaast werkt die vervreemdende afstand ook om het onbegrijpelijke – of nog vaker het ontoonbare – te tonen. Wanneer Parvana’s moeder in The Breadwinner tot moes wordt geslagen en vervolgens het merendeel van de film vol bloeduitstortingen doorbrengt, biedt de weinig realistische animatie een uitweg. De beelden zijn verteerbaar, maar kruipen langzaam onder je huid om zich daar definitief vast te haken.

De viscerale walging die overtuigend gefakete wonden in een liveactionfilm teweeg kunnen brengen, kan de boodschap ervan soms afzwakken. De reële horror is zo alomvattend dat het bijna onmogelijk is om hem in beeld te vatten. Kiezen voor een simplificatie kan dan verhelderend werken. De abstractie die de naïeve animatie van Twomey uit de Afghaanse tragedie puurt, staat zo bijna dichter bij de waarheid dan het diffuse karakter van een vergelijkbare mainstream liveactionfilm. Op soortgelijke wijze komt ook de schietpartij in Virus Tropical inhoudelijk binnen: met alle oorsuizingen van dien, maar zonder je zodanig uit je lood te slaan dat het je verdere kijkervaring een halt toeroept.
Littekens & leed
In haar essaybundel On Photography benadrukte Susan Sontag al dat de shock die een beeld teweeg kan brengen afneemt bij herhaling. In een maatschappij waarin huiveringwekkende beelden van lijdende anonieme mensenmassa’s legio zijn op het huiskamerscherm en in de dagkrant, hoeft het niet te verbazen dat de getekende pendant ervan onze immuniteit tegen zulke representaties kan overstijgen. Naast de artificiële afstand dwingt het getekende beeld tot specificatie. Wat we zien is samengesteld, gemaakt en gekozen.
In een medium dat de actie tegelijk reduceert en abstraheert, worden we ons bewust van datgene waar we ons in het dagelijkse leven voor afschermen.
De bewuste keuze om verhalen over redelijk jonge conflicten niet liveaction te verfilmen is in sommige gevallen dan ook een strategie om ons opnieuw op de verwante emoties te wijzen. In een medium dat de actie tegelijk reduceert en abstraheert, worden we ons bewust van datgene waar we ons in het dagelijkse leven wegens langdurige blootstelling voor afschermen. In alle keuzes die het getekende beeld vormen kiest het datgene uit dat beklijft, inhoudelijk en stilistisch. En plots voel je weer mee met het nieuwsbericht.
Hedendaagse animatie zet de eigenheden van het medium meer en meer in om ons bewust te maken van de littekens van onze eigen wereld. De urgentie om ons opnieuw in contact te stellen met onze eigen omgeving is wat de makers ervan drijft. Door in te zoomen op het kleine, zowel inhoudelijk als in stijl, brengt animatie ons opnieuw in contact met onze eigen psyche. We durven ons te identificeren met het leed. Terwijl Wardi’s kleien grootvader een papieren maan tegemoet vliegt, voelen we de wonden van het verleden opnieuw branden. En in het beste geval groeien ze op dat moment eindelijk dicht.