Graag ook jongespelerstrajecten

Door Yinka Kuitenbrouwer, op Wed Aug 09 2017 11:00:00 GMT+0000

Mijn naam is Yinka Kuitenbrouwer, en met mijn 27 jaar hoor ik tot de jongere generatie hier. In de zomer van 2014 studeerde ik af als dramakunstenaar aan het KASK, met een grote drang om te spélen. Ondertussen, in de zomer van 2017, sta ik hier (vooral) als maker. Ik voel mij goed in mijn gemaak. Maar het is - eerlijk - een gemaak dat oorspronkelijk is ontstaan uit leegte.

Door een leeg najaar, door wat werkloosheid na de zomer van mijn afstuderen, dacht ik drie jaar geleden: kom ik maak iets. Dat iets werd HonderdHuizen. Met die HonderdHuizen heb ik een prachtige 164 keer gespeeld. Door een goeie voorstelling te maken, die de juiste voorstelling op het juiste moment was, én door veel geluk, ben ik met mijn HonderdHuizen ‘opgepikt’, en sta ik nu als jonge maker ‘op de kaart’.

Ik kreeg een tournee langs vele CC’s, waardoor ik een naam kreeg als maker in het veld, waardoor ik een plek kreeg in een jongemakerstraject, en waardoor er een engagement kwam van kunstencentrum Vooruit om mij voor de komende drie jaar te ondersteunen en te helpen ontwikkelen. Ontwikkelen als máker. Documentaire onderzoekende autonome maker. Die ook wel speelt, af en toe: in haar eigen creaties.

Ik zou ook echt graag een grootse Lady Macbeth willen spelen in een grotere productie.

Ik verbaasde een programmatrice laatst, toen ik toch wel met wat trots zei dat ik ook echt graag een grootse Lady Macbeth zou willen spelen in een grotere productie. Ik was toch een maker? Een documentaire onderzoekende autonome maker? Waarom dan nog de drang hebben om te spelen?

Op zoek naar balans

Ik heb sinds mijn afstuderen schone kansen aangeboden gekregen en ik heb die met veel dankbaarheid, verbazing en trots aangenomen. Want je hoort het genoeg op de opleiding en ik zie het genoeg bij andere generatiegenoten om mij heen: het is moeilijk om als jonge generatie aan de bak te komen, dus wees maar blij met wat je krijgt. En dat ben ik ook.

De realiteit als jonge speler is in mijn ogen nog moeilijker dan die als jonge maker.

Maar ik kijk af en toe terug, en dan zie ik mij drie jaar geleden, als nog iets jongere dramakunstenaar, glunderend genieten van spelen, en hardop dromen van schone gezamenlijke projecten, waarin ik als speler verder kan groeien. Naast de schone projecten die ik nu zelf mag ondernemen, droom ik daar nog steeds van. Ik koester de hoop om die twee te kunnen combineren. Ik denk dat dat kan. Maar de balans is tot nu toe nog niet gevonden, de focus ligt bij het maken.

Want: de realiteit als jonge speler is in mijn ogen nog moeilijker dan die als jonge maker. Je hebt het minder zelf voor het kiezen, je bent afhankelijker van anderen, sneller aan de kant geschoven.

Een of-of verhaal?

Jongemakerstrajecten te over, maar de nieuwe generatie spelers lijkt het veel meer zelf op te moeten lossen. Welk huis of gezelschap geeft een jonge spéler de mogelijkheid om mee te draaien in verschillende producties? Vaak is een spelers-engagement van een huis of gezelschap eenmalig. Een stage, één keer een rol in een stuk. Dan is het de beurt aan een volgende jongeling die de frisse wind mag zijn.

Waar kan je je als jonge speler nog ontwikkelen na je opleiding, op een ondersteunende en onderbouwde, niet gefragmenteerde manier?

Waar kan je je als jonge speler nog ontwikkelen na je opleiding, op een ondersteunende en onderbouwde, niet gefragmenteerde manier? Hoe zorg je ervoor dat je drie jaar na je afstuderen niet alleen bekend staat als een opgepikte maker, maar ook als een beloftevolle speler in ontwikkeling? Of is het een of-of verhaal? Kiezen is verliezen.

Hoe zorgen we ervoor dat er niet alleen jonge makers worden klaargestoomd om de boel over te nemen, om nieuwe talen en vormen te creëren? Hoe geven we ook de ruimte, tijd, en mogelijkheid aan jonge spelers om zich verder te ontwikkelen, te bekwamen en vernieuwen?