Hé duif!

Door Nele Buyst, op Wed Jan 04 2023 23:00:00 GMT+0000

Poëzie, beeldende kunst of muziek: ze leggen onverwachte kruisverbanden bloot die we anders over het hoofd zien. Onlangs trof Nele Buyst zo'n juxtapositie aan in een vliegende duif in het Kruidvat. Die wenst ze dit jaar ook de mensen rondom haar toe. 'Je boort een bewustzijn aan dat door het dagelijkse leven in slaap wordt gesust.'

Een reeks tl-lampen met regelmatig interval tegen een plafond van witgeschilderde tegels. Schel wit licht. Daaronder metalen rekken vol spullen die kleuren afgeven die afschrikwekkend schetteren. Tussen de rekken bewegen dieren met verdikte polyester wintervachten. Ze raken de spullen en kleuren aan. Ongestuurde bewegingen waarin jij weinig patroon herkent. Je wilt zo snel mogelijk weg en volgt het tl-licht naar de uitgang. Een vlugge vector van geschrokken asfaltgrijze veren. Wat doe jij hier?

De boom huisvest de tas in haar takken als een slecht gecaste vogel, maar als ik een foto maak, is de boom de vreemde in het beeld.

Op een dinsdag in december loop ik langs de Antwerpse Keyserlei en ga het Kruidvat binnen om er iets te kopen dat ik me niet meer voor de geest kan halen. Terwijl ik zoek wat ik nodig heb, vuren indrukken zich op al mijn zintuigen tegelijk af en trekken aan neuronen, als rekkertjes die worden opgespannen om ze daarna te laten schieten. Ik kan me enkel focussen op wat ik hier kwam doen als ik mijn bewustzijn afscherm, het haast verdoof voor het spervuur aan impulsen. Wanneer ik naar boven kijk, duurt het langer dan een seconde voordat ik begrijp dat een duif in vlucht onder het plafond van de winkel geen gewoon gezicht is.

Voor het raam van mijn werkkamer staat een boom waarin zich een plastic draagtas heeft genesteld. De tas hangt er al verschillende jaren en doorstaat alle seizoenen. Er is geen andere kruin die ik zo goed ken, die zo intiem met mij alle stadia van haar cycli deelt. De boom huisvest de tas in haar takken als een slecht gecaste vogel, maar als ik een foto maak, is de boom de vreemde in het beeld. Alle andere bewoners zijn opgetrokken uit baksteen, glas, asfalt. De witte draagtas getuigt van haar eigen ritme, wars van seizoenen en jaren, en ik besef dat ik haar verwachte levensloop slecht ken. Ik kan niet terugvallen op de tijdschalen waarop ik ben geijkt. Zeker is dat zich een ouderdom aftekent in de tas en ik vraag me af wiens levensloop zich het snelst zal voltrekken. Boom, tas, huis, ik?

Weet je aan wie je me doet denken, duif? Aan de wandelaar in de videoclip voor ‘The Box’ van de Britse technoband Orbital.

Voor kerst dit jaar kreeg ik een koptelefoon om achtergrondgeluiden te dimmen. In afwachting van de treinritten waarvoor hij is bedoeld, draag ik hem thuis terwijl ik aan het schrijven ben. Hij dempt de aanwezigheid van geluiden van de straat, het stromen van het water door de verwarmingsbuizen. De langsrijdende tram word ik vooral gewaar via de golven die haar beweging over het asfalt teweegbrengt. De golven gaan door de fundamenten van het huis, over de muren, naar mijn lichaam. De koptelefoon staat me toe mijn gedachten bij dit scherm te houden, maakt me bewust van het ritme waarop ik adem.

Weet je aan wie je me doet denken, duif? Aan de wandelaar in de videoclip voor ‘The Box’ van de Britse technoband Orbital van het einde van de jaren ‘90. Met wijde regenjas en stevige boots, een pilotenkapje dat de haren bedekt, wandelt een uitdrukkingsloze, haast geslachtloze figuur, vertolkt door Tilda Swinton, door een Britse grootstad. Van de sterk vervuilde rivier aan de rand van de stad gaat ze door de straten van het centrum, door de tunnels van de ondergrondse, langs de snelweg. Ze beweegt onaangepast traag, niet in staat om met iemand contact te maken of zelfs maar een ander gezicht te vinden dat haar aankijkt. Het verschil tussen het ritme waarmee ze zich voortbeweegt en dat waarmee de wereld voorbijsnelt is te groot. Soms gebeurt er iets wat op een ontmoeting lijkt: in een veronachtzaamde donkere steeg bukt de wandelaar zich om te kijken naar een klimplant die zich een weg baant tussen de ingesleten groeven van een bakstenen muur. Bij een bar ziet ze een man die zich in hetzelfde vertraagde ritme bevindt, maar hij zit op de grond, sigaret in de hand, blik naar beneden, merkt haar niet op. De wandelaar kijkt alsof ze alles voor het eerst ziet. Wat misschien ook zo is: aan het begin van de clip verscheen de wandelaar uit een wilde windvlaag uit het niets. Een elektronicawinkel waar televisieschermen worden aangeprezen vangt op een gegeven moment haar aandacht. Ze krijgt op de verschillende schermen een reeks woorden te zien, die alleen voor haar bedoeld lijken:

REMEMBER EARTH CLEARLY
BAD
DAMAGED
BATTERED
PLANET
FRAYED
DUSTBOWL
COMPROMISED
WAKE UP
MONSTERS EXIST

Het is een duidelijke boodschap, een waarschuwing, en er is niemand in de buurt met een soortgelijke tijdsbeleving om haar verontrusting te delen. In een volgend frame, aan het einde van de clip, verdwijnt ze in de dichte donkere mist van de nacht, als was ze een bewoner van een ander universum die kort de staat kwam opmaken van het leven hier.

De juxtapositie spreekt de toeschouwer, luisteraar, lezer aan en schudt wakker. Jij bent een mooie juxtapositie, duif.

Die juxtapositie van afwijkende belevingen en tijdschalen heb ik nog gezien. Ze is een van mijn favoriete stijlfiguren in poëzie, beeldende kunst of muziek: het combineren van contrasten en onverwachte overeenkomsten om patronen te doorbreken. Ze boort een bewustzijn aan dat door het dagelijkse leven in slaap wordt gesust, doet een verband oplichten dat we over het hoofd hebben gezien. De juxtapositie spreekt de toeschouwer, luisteraar, lezer aan en schudt wakker. Jij bent een mooie juxtapositie, duif, en dat is de draagtas in mijn boom, of de boom voor mijn raam ook.

Ik heb je ook elders aan het werk gezien. Die bevreemdende beleving, die verhoogde gewaarwording van een andere tijdruimte zag ik gesublimeerd in het artistieke, en hoorde ik aan het werk als de stem van de depressie. Dezelfde gevoeligheid die samenwerkt met de maker in het creatieve proces door een begrip en inzicht op te leveren dat niet courant is, kan ook gevaarlijk worden, zich tegen de maker keren. Er lijkt een soort tipping point aan die gevoeligheid die de maker dient, waarna die zich zelf vervreemd voelt, de juxtapositie wordt, de duif in het Kruidvat. Twee benen onder eenzelfde romp, die niet wil dichtgroeien. Het is moeilijk balanceren.

Mensen rondom mij wens ik dat ze niet dichtgroeien, dat ze samen altijd genoeg ontvankelijkheid behouden om vreemdheid op te merken.

We zijn januari en wensen vliegen je om de oren. Ik heb nog niet nagedacht over voornemens of wensen dit jaar, maar nu ik aan onze ontmoeting terugdenk: ik wens dat je je thuis voelt in het leven dat van jou is, dat je de uitgang van het Kruidvat vindt, als jouw instincten je die kant op sturen. Mensen rondom mij wens ik dat ze niet dichtgroeien, dat ze samen altijd genoeg ontvankelijkheid behouden om vreemdheid op te merken, een beetje onaangepast door het snelle leven te navigeren. En ik wens je achtergrondgeluiden die niet zo hard binnenkomen dat ze afleiden van het ritme waarop je ademhaalt.