Hebben we de stilte ook gehoord?

Door Dries Van Landuyt, op Thu Mar 11 2021 18:00:00 GMT+0000

Met corona leek er – eventjes – een stilte over ons doen en laten neer te dalen. Een verademing, vonden velen. Maar te midden van die plotse rust stootten we vooral ook op een interne spanning. Kunnen wij wel met stilte om?

1

Silence is golden for whales as lockdown reduces ocean noise. Eind april 2020 verscheen in The Guardian een artikel met deze titel. Wanneer de mensen verplicht werden te blijven waar ze waren, viel veel weg-, lucht- en waterverkeer weg. En dat kwam de natuur ten goede. Deels zorgde een verlaagde gasuitstoot voor schonere luchten, maar ook de verminderde geluidsuitstoot had merkwaardige gevolgen. Er viel een stilte. En dat is nieuws. Ook in de oceaan.

Aan maritiem akoesticus Michelle Fournet gaf deze tijd een unieke kans om te luisteren hoe de verstilling het zeeleven beïnvloedt. De lage tonen van boten veroorzaken een chronische stress bij walvissen. Ze passen hun zanggedrag aan een luide omgeving aan.

Vanuit de stilte begonnen de walvissen complexere conversaties te voeren.

Toen de rust in de oceaan terugkeerde, na generaties van dieren die nooit stil water hebben gekend, viel op hoe de walvissen die oppikten en benutten. Vanuit de stilte begonnen ze complexere conversaties te voeren.

2

Uit een stilte-enquête in 2019 bleek dat ook mensen last hebben van de luidheid van de hedendaagse wereld. Zeven op de tien Vlamingen zouden naar meer stilte in hun leven verlangen. Enkele maanden na de publicatie van de onderzoeksresultaten brak de corona-epidemie uit. Het leek wel een antwoord van de natuur. Want ja, ook onze straten werden stiller. Tijdens de eerste maanden van de corona-epidemie werd in Antwerpen een gemiddelde geluidsafname van elf decibel waargenomen, berichtten de kranten. In Brussel liep het in sommige meetstations op tot tweeëntwintig decibel. Dat is niet weinig. Dat is hoorbaar stiller.

De straten werden dan wel stiller, onze hoofden werden dat daarom nog niet.

Maar hebben we het ook gehoord? De mens mag dan wel beweren dat hij naar meer stilte verlangt, wanneer ze zich voordoet, grijpt hij vaak niet de kans om ernaar te luisteren. Er is natuurlijk een groot verschil tussen walvissen en mensen. De walvis heeft enkel zijn oceaan, en als het daar stil wordt, hoort de walvis enkel stilte. De mens leeft niet alleen in de straten – hij draagt een parallelle leefwereld in het hoofd. Onze gedachten kunnen evengoed de stilte breken. De straten werden dan wel stiller, onze hoofden werden dat daarom nog niet.

3

In tegenstelling tot de dieren haalt de mens zijn informatie niet meer uit zijn directe omgeving. Het is niet voldoende om op de hoogte te zijn van wat er zich in ons blikveld en binnen ons gehoorbereik afspeelt: we willen geïnformeerd zijn over de hele wereld. Het nieuws geeft ons daartoe de kans. De mens stelt zich open voor de stroom van actualiteit. Hij leest kranten, luistert naar de radio, kijkt televisie, refresht nieuwssites – en doet dat met een zekere overgave. Zijn hoofd vult zich met alles wat onze tijd zou tekenen.

Het is een, voor de moderne mens misschien veeleer hinderlijke, eigenschap van stilte dat ze zich niet zomaar laat benoemen.

Nu konden nieuwsdiensten er niet omheen dat de plotse wereldwijde verstilling, in een wereld die al eeuwenlang gestaag luider wordt, nieuws was. De verstilling was, zou je kunnen zeggen, meer nieuws dan alle oorlogen, die ten slotte sinds het begin van de menselijke beschaving onophoudelijk hebben bestaan. Zij moest dus ook een plek in het overzicht krijgen. Maar er ligt een moeilijkheid in het berichten over de stilte. Een bekend kinderraadsel: ‘noem mijn naam en ik verdwijn – wie ben ik?’ Het is een, voor de moderne mens (en in het bijzonder voor de journalist) misschien veeleer hinderlijke, eigenschap van stilte dat ze zich niet zomaar laat benoemen.

Als het de taak is van de media om de realiteit van vandaag te weerspiegelen; wat doen ze dan als die gekenmerkt wordt door een wereldwijde stilte? De stilte heeft geen spiegelbeeld. Hadden de media, om een objectieve verslaggeving te kunnen doen, niet samen met de wereld moeten verstillen? Dat deden ze in ieder geval niet. Terwijl de straten leger werden, bleef alle witte ruimte in de krant bedrukt, bleef de zendtijd op de radio vol gepraat.

4

De verstilling kreeg dan wel een plaats in de media, ze werd niet in haar natuurlijke, transparante vorm gecommuniceerd. Ze werd in woorden gegoten, in analyses en statistieken, in decibels, in indrukwekkende beelden van over de hele wereld (een San Marcoplein waar enkel de duiven overblijven, een Klaagmuur zonder mensen). Zuivere stilte is zeldzaam in de media. Maar af en toe valt ze toch, onverhoeds – en iedere keer blijkt ze veel los te maken bij het publiek.

John Cage kroop achter zijn piano om de oren van zijn publiek te openen. In de overtuiging dat alles muziek is, wilde hij hen laten luisteren naar de omgeving.

In 2011 werd dichter Leonard Nolens door Ruth Joos geïnterviewd op Radio 1. Joos begon het gesprek met de stelling: ‘U bent niet de grootste prater’ – wat snel bleek. Het gesprek verliep traag en op iedere vraag volgde in de eerste plaats een lange stilte. Joos ging in tegen de verwachting van de luisteraar door Nolens’ stiltes niet te breken en hem alle tijd te geven om zijn woorden te zoeken.

Het gesprek lokte veel reactie uit. Mensen die hun auto aan de kant van de weg zetten om te luisteren, mensen die het de meest ontroerende radio in jaren noemden. Gelijkaardige reacties volgden wanneer psychotherapeut Tom Hannes in 2015 een muziekstuk mocht laten horen dat hem inspireerde en koos voor de stiltesymfonie 4’33’ van John Cage. 4’33’ bestaat uit drie delen: I TACET, II TACET, III TACET. Er wordt gezwegen, vier minuten en drieëndertig seconden lang. ‘Heerlijk, stilte op de radio om te ontkomen aan de waan van de dag!’, twitterde een luisteraar achteraf.

De wereld zweeg, maar in haar zwijgen sprak ze ons toe. Hebben we ook gehoord wat ze zei? Of zat er ruis op de communicatie?

Cage kroop achter zijn piano om de oren van zijn publiek te openen. In de overtuiging dat alles muziek is, wilde hij hen laten luisteren naar de omgeving. De piano wekt de verwachting van geluid en bijgevolg een luisterende houding bij het publiek. Ze trekt de denkende mens uit zijn hoofd, terug op aarde. Wanneer de piano zwijgt, hoort hij wat er los van haar te horen is.

Datzelfde kan het nieuws doen door stilte te laten.

5

De wereld wordt luider omdat we van onze omgeving vervreemden. Steeds minder mensen hebben hun werkplaats op wandelafstand. Steeds minder mensen brengen hun vakanties thuis door. Het gebrom van onze motoren golft over de aarde. En ook in gedachten dwalen we af. We zijn nog onderweg, maar in gedachten al op kantoor. We maken een wandeling ter ontspanning, maar zijn in gedachten bij de presidentsverkiezingen in Amerika – steeds minder mensen zijn niet op de hoogte van het nieuws. De hele wereld ligt aan onze voeten én in onze hoofden.

We konden het al afleiden uit onze behoefte naar rust, maar kregen nu ook een duidelijke bevestiging dat het waardevol kan zijn om enkele stappen terug te nemen (en daar te blijven staan). De wereld zweeg, maar in haar zwijgen sprak ze ons toe. Hebben we ook gehoord wat ze zei? Of zat er ruis op de communicatie?

De walvissen begonnen complexer te communiceren. En wij?

De kwestie is dat de wereld zich enkel rechtstreeks aan ons kan uiten via onze omgeving, die wij neigen te ontvluchten – in gedachten liepen we nog vrijuit. Het nieuws gaf de stilte wel een luide stem zodat ook wie haar niet kon horen, van haar op de hoogte werd gesteld. Toch kan je je vragen stellen bij deze vertaling van de stilte. Ging de boodschap van de stilte er niet verloren? Werd ze niet teruggebracht tot een feit, een feit tussen feiten? Had het nieuws de wereld niet voor zich kunnen laten spreken?

Er is de graag geciteerde stelling van Marshall McLuhan: the medium is the message. Volgens mij is die hier niet misplaatst. Juist de omgeving, waarlangs de aarde sprak, was de boodschap. De enige manier waarop het nieuws de boodschap van de aarde had kunnen overbrengen, zou dan zijn door te zwijgen, en ons zo als het ware door te verwijzen naar de omgeving.

*

Natuurlijk zullen op de vraag of ze de stilte hebben gehoord, de meeste mensen instemmend antwoorden. Op veel plaatsen – daar waar verstilling het meest wenselijk was – kon je er gewoon niet omheen. Mijn eigenlijke vraag is dus of we ook (en wat we dan) geleerd hebben van de stilte. De walvissen begonnen complexer te communiceren. En wij?

In De vrolijke wetenschap beklaagt Nietzsche (in de negentiende eeuw al) hoe de gejaagdheid van de moderne tijd het denken neerhaalt. ‘Wij denken te snel, zelfs onder het lopen, zelfs onder bezigheden van allerlei aard […], we hebben weinig voorbereiding nodig, weinig stilte zelfs.’ Hij noemt het een verlies van waardigheid van het denken. Vroeger kon iemand die wijzer wilde worden, uren ter plekke blijven staan, naar de stilte luisterend, en ruimte vrij maken voor een grote gedachte.

Stilte en stilstand: als dat de habitat is waarin het denken groeit, dan had dit ook voor de mens een tijd kunnen zijn van verdieping. Wie heeft de stilte écht gehoord?