Het meest onwaarschijnlijke artikel dat je ooit zal lezen over wat PewDiePie en Aristoteles met elkaar gemeen hebben
Door Martha Balthazar, Jana De Kockere, op Tue Dec 31 2019 23:00:00 GMT+0000Na een lange dag op school zitten Hannah, Friedrich, Susan, Karl en Theodor weer eens op café. De vijf theaterstudenten hebben al geklaagd over spierpijn, het weer en de te lange dansvoorstelling die ze enkele dagen geleden zagen.
KARL: Hebben jullie de laatste rekto:verso al gelezen?
THEODOR: Die over werk?
KARL: Nee, die over het internet. Echt heel boeiend!
HANNAH: Wat? Is er een rekto:verso-nummer over het internet? Oh nee!
KARL: Ik dacht dat jij dat net interessant zou vinden.
HANNAH: Ja, maar juist daarom! Ik wilde eigenlijk voorstellen om een voorstelling te maken over het internet.
THEODOR: Ja, dat kan nu niet meer, natuurlijk. Dat wordt nu veel te hip.
HANNAH: Of nee, niet echt over het internet, nog veel beter. Ik wilde proberen het internet te verbeelden, uit te beelden, op scène te zetten.
Als u verder leest, aanvaardt u de privacy-voorwaarden zoals vastgesteld volgens de Europese wetgeving.
FRIEDRICH: Ik ben enthousiast! Ik zie al een scènebeeld voor mij met allemaal boeken, in torenhoge kasten, en ernaast overal papier, en dan wij daartussen, verdwaald.
KARL: Ik zie juist een grote leegte voor mij. De scène als een zwart gat, een donkerte waarin ook wij opgeslokt zijn. Heel leeg en eindeloos.
'Het internet is toch veel meer dan gewoon een boekenkast! Het groeit, als een levend wezen!'
HANNAH: Hoezo, het internet is toch juist het tegenovergestelde? Het is alle informatie die we hebben. Waarom associeer jij het internet met leegte?
KARL: Misschien omdat alles op het internet met zo’n snelheid gebeurt dat het menselijk brein het niet kan vatten. Het ontglipt aan onze blik.
THEODOR: Terwijl het internet voor mij ook heel erg concreet is: deze telefoon, die laptop. Internet is overal en onzichtbaar en zo groot, maar tegelijk ook zo opgesloten in een onnozel apparaatje.
HANNAH: Juist dat contrast is toch interessant. Daar zit een theatervoorstelling in. Dat al die laptops en smartphones heel zichtbaar zijn, maar eigenlijk alleen maar de portals naar een onzichtbaar netwerk.
SUSAN: Iets proberen te verbeelden dat onzichtbaar is, en dat we duidelijk niet begrijpen: dat wordt echt van dat hol, nietszeggend theater.
HANNAH: Maar daar gaat het toch juist om! Juist omdat het onzichtbaar is, moeten we proberen het te verbeelden. Om het beter te kunnen begrijpen! Dat is toch wat theater doet, via de verbeelding ergens inzicht in proberen te krijgen?
FRIEDRICH: Het als het ware ‘in zicht’ proberen te krijgen. Ha.
THEODOR: Dan gaan we wel iets anders moeten verzinnen dan een leegte, denk ik. Iets levendigers. Iets met een spanningsboog.
KARL: Ik zie een gigantisch brein voor me. Het bezit alle informatie, maar als het niet meer werkt is het gewoon blubber. En is alle informatie weg.
FRIEDRICH: Ik dacht dus aan een gigantische boekenkast. Een boekenkast zo groot als de wereld zelf.
KARL: Ja ja, dat heb je al eens gezegd. Het internet is toch veel meer dan gewoon een boekenkast! Het gaat niet alleen om informatie beschikbaar maken. Het internet produceert, het groeit, als een levend wezen!
THEODOR: Als een schimmel, een parasiet.
HANNAH: Als een ondergronds netwerk van paddenstoelen dat alles en iedereen met elkaar verbindt.
KARL: Ah, jij ziet dat onder de grond? Ik zie het eerder als een groot wolkendek, een laag rond de aarde.
‘Internet verbindt alles en iedereen met elkaar’: dat klinkt toch als God?
SUSAN: Het is niet zomaar een laag, het is een wereld op zich, maar een schijnwereld, die meer en meer zijn best doet om op de echte wereld te lijken.
FRIEDRICH: Ha, net zoals de schimmenwereld in Plato’s grot! Dat is een goed beeld voor onze voorstelling! Werktitel: The Internet: Plato’s Worst Nightmare. Of nee, dat verkoopt waarschijnlijk niet.
HANNAH: ‘De echte wereld’? Internet is toch even echt? Er zijn webshops als winkels, wikipedia als encyclopedie, chatgroepen als cafés, wat is daar niet ‘echt’ aan?
UPDATE naar de PREMIUM voor de live-versie van de Toogdialoog op rektoverso.be.
FRIEDRICH: Je kan het niet vastpakken, het is immaterieel.
HANNAH: Iets hoeft niet materieel te zijn om ‘echt’ te zijn. Verliefdheid bijvoorbeeld, dat kan je ook niet vastpakken, maar je voelt wel het effect ervan op je lichaam!
SUSAN: Ik heb eens gelezen dat er mensen zijn die allergisch zijn aan het internet. Ze krijgen daar paniekaanvallen van, of eczema. Zij moeten zich verplicht afzonderen van de maatschappij omdat ze niet tegen het internet kunnen.
HANNAH: Bestaan er nog wel plekken waar het internet niet aanwezig is? Volgens mij is het internet ondertussen eindeloos!
THEODOR: Volgens mij heb ik ook last van zo’n allergie. Maar dan in een lichte versie, met koppijn en hoestaanvallen.
Vlieg al vanaf 9,99 EURO naar meer dan 50 exotische eilanden. Boek hier direct je vliegtickets.
SUSAN: Ik wil alleen beginnen aan een voorstelling over het internet als we er een Christelijk openbaringsverhaal van maken.
HANNAH: Wat?
SUSAN: Ja, als ik jullie zo hoor praten: ‘internet is alles’, ‘internet is niets’, ‘internet is eindeloos’, ‘het ontglipt aan onze blik’, ‘het verbindt alles en iedereen met elkaar’. Dat klinkt toch als God?
'Alleen maar tegenkomen wat je leuk vindt, dat is toch een prachtige belofte?'
THEODOR: Ja! En je vergeet ‘almachtig’. Het internet is de nieuwste manier om mensen totaal in bedwang te houden. Ik zie voor mij: camera’s op het publiek, elke kleinste beweging wordt geregistreerd en in het groot op scène afgespeeld. En becommentarieerd. En verkocht aan wie er het meeste voor biedt. Zoiets.
HANNAH: Ja, dat wou ik dus doen! Ik wou het internet op scène gaan verbeelden door een boek dat ik gelezen heb, Neuromancer, uit 1984, over een hacker die ingehuurd wordt om de ultieme hack uit te voeren. Hij beschreef een soort van cyberspace, heel dystopisch, een wereld zonder wetten en normen, waar alleen de macht van geld heerst, raw brutal corporate power.
FRIEDRICH: Oh nee, toch geen boekbewerking?
Ontvangt u graag de (digitale) KASK DRAMA Nieuwsbrief? (Die verschijnt niet op regelmatige tijdstippen, enkel als er nieuwe KASK DRAMA voorstell(ing)en op til staan. U kan zich te allen tijde weer uitschrijven.) Surf naar kaskdrama.be.
SUSAN: Is dat niet veel te gemakkelijk, een voorstelling maken die ons allemaal angst moet aanjagen? Die moet tonen hoe slecht het met alles gaat?
FRIEDRICH: Het hoeft geen dystopie te worden, he! Ik las eens dat een groep hippies dat idee van cyberspace hebben getransformeerd tot iets utopisch, een vrije veilige wereld, weg van de ingewikkelde politieke situatie in de VS toen, een wereld waarin radicale dromen ten uitvoer konden worden gebracht. Het internet als plek waar alles mogelijk is! Make data, not war!
THEODOR: Wablieft? Die zaten zeker serieus aan de LSD. Ze zouden dat nu niet meer zeggen. Tegenwoordig ligt ons hele lot in handen van kapitalistische databedrijven, parasieten die ons leegzuigen en ons bloed verkopen aan eender wie er geld voor heeft! Weinig hoopgevend, als je ‘t mij vraagt.
SUSAN: Ja, in theorie is alles misschien wel mogelijk, maar wij zien al die mogelijkheden niet meer. Omdat we door — ehm bepaalde — internetgiganten steeds alleen maar meer van hetzelfde krijgen voorgeschoteld, meer van wat we leuk vinden.
Je gelooft nooit waar deze kersverse bruid een gigantische en dodelijke spin vond. WOW!
KARL: Ik ben dat eigenlijk beu, al dat geklaag over die bubbel. Alleen maar tegenkomen wat je leuk vindt, dat is toch een prachtige belofte? Ik ben zo blij met mijn bubbel dat ik mijn racistische nonkel met plezier ontvriend heb.
THEODOR: We bouwen op scène een gigantische bubbel van glas waarin we met z’n vijven opgesloten zitten, en dan proberen we er twee uur lang uit te breken! Om dan, als dat eindelijk gelukt is, te merken dat we volledig vervreemd zijn van de rest van de wereld. En dat het daar veel minder leuk is dan in de bubbel.
FRIEDRICH: En dan huilend terug in onze bubbel kruipen.
HANNAH: Stel, internet bestaat niet, je hebt één krant en je bent je er dus totaal niet van bewust dat je in een bubbel zit, omdat je niet eens weet dat de bubbel bestaat. Zijn we niet al minder bubbelig, juist omdat we de bubbel nu tenminste al aanvoelen als bubbel?
'Eigenlijk zijn we met het internet toch dichter bij de ideale vorm van democratie dan we ooit geweest zijn?'
SUSAN: Ok, er waren waarschijnlijk altijd al bubbels, maar deze bubbel, de internetbubbel, is gevaarlijker. Omdat hij meer polariseert. We worden gemanipuleerd. We worden aangemoedigd om verder en verder te gaan in onze overtuigingen. Het internet is een snelkookpan: je gaat er met rechtse sympathieën in en voor je het weet, beland je in een ultrarechtse bubbel.
FRIEDRICH: Of je hebt plots alleen nog maar vrienden met honden!
THEODOR: Als we het internet willen verbeelden, kunnen we geen voorstelling voor een volle zaal maken, maar moet het een één-op-één-voorstelling worden. En dan moeten we op voorhand genoeg weten over de persoon die komt kijken zodat je zijn of haar ideale voorstelling kan maken. Zo werkt Google ook. Als je bijvoorbeeld geïnteresseerd bent in politiek en je googelt ‘Turkije’, dan krijg je van alles over Erdogan te lezen, maar als je mijn tante bent die drie keer per jaar op vakantie gaat, dan krijg je de beste vakantiedeals.
Dit vind je misschien ook leuk: ‘De tirannie van de technologische vooruitgang’.
SUSAN: En dat klinkt nog onschuldig. Je krijgt ook alleen maar aangepaste versies van partijprogramma’s te zien. Ze weten wat ze je wel, en zeker ook wat ze je niet moeten tonen, om je te overtuigen op hen te stemmen.
KARL: Dat is toch ook wel logisch? Zo werkt campagne voeren nu eenmaal, en dat is niet illegaal. Als ik jullie voor mij zou willen laten stemmen, zou ik ook aan ieder van jullie een ander praatje geven.
FRIEDRICH: O ja? Wat zou je tegen mij zeggen?
KARL: Dat ik ervoor zal zorgen dat witte heteroseksuele mannen weer hip worden.
FRIEDRICH: Daar teken ik voor! Maar je hebt wel een goed punt: eigenlijk zijn we met het internet toch dichter bij de ideale vorm van democratie dan we ooit geweest zijn. Iedereen heeft er een stem. Niet alleen mensen met macht, ook de man in de straat.
SUSAN: Ja hoor, CopperCab en PewDiePie zijn, naast Aristoteles natuurlijk, dé boegbeelden van de democratie.
KARL: We moeten inderdaad onze voorstelling afstemmen op het publiek, maar andersom: we geven het publiek na elke scène meerdere opties voor wat erna kan komen, en dan laten we ze stemmen. Zo werkt Google: de reden waarom iets bovenaan staat bij een zoekopdracht is dat er het meest naar verwezen is door andere mensen. De meerderheid bepaalt de relevantie!
'Ik denk dat ons wantrouwen tegenover het internet conservatief is.'
SUSAN: Dat is ook heel gevaarlijk. Ik moet denken aan antivaxers, of klimaatsceptici, of flat earthers. Zij verkondigen voor veel mensen een even geloofwaardige boodschap als wetenschappers. Je hebt niets aan al die stemmen en meningen als je niet meer weet hoe je waarheid van valsheid moet onderscheiden. Vroeger had je encyclopedieën. Daar verscheen niet zomaar alles in.
FRIEDRICH: Ah, dus jij hebt liever dat een stelletje witte mannen ergens in een academisch instituut voor ons allemaal bepaalt wat waar is. Dat is pas dictatoriaal.
SUSAN: Nee, ik heb liever dat de wereld gered wordt van een klimaatapocalyps! Klimaatsceptische informatie hoeft voor mij niet evenwaardig te zijn aan wetenschappelijke informatie alleen omdat er veel op geklikt wordt!
FRIEDRICH: Ok, het betekent misschien het einde van onze wereld, maar het is wel een vooruitgang voor de waarheid! Stemmen die anders gemarginaliseerd zouden worden, kunnen ook spreken, hun perspectief op de werkelijkheid delen! Iedereen bouwt mee aan de waarheid, de waarheid is van ons!
SUSAN: Mij lijkt het eerder gevaarlijk voor de waarheid, dat de luidste roeper met de meeste clicks bepaalt wat bovenaan komt te staan.
Het TheaterFestival, Etcetera en de Beursschouwburg vinden Jan Fabre niet meer leuk.
FRIEDRICH: Ik denk dat ons wantrouwen tegenover het internet conservatief is, omdat het internet de macht van de ons zo vertrouwde wetenschap en andere gevestigde instituten ondermijnt. ‘Help help! Niemand zegt mij nog wat waar en vals is, goed en slecht, juist en fout!’ Maar ik zeg: leve de anarchie! Geen orde, geen structuur, alles door elkaar! Een utopisch vluchtoord weg van deze regeltjeswereld!
'We delen nu niet zozeer met elkaar, maar vooral heel veel met Facebook!'
SUSAN: Als we die voorstelling maken, moet het volgens mij iets heel eenvoudigs worden. Gewoon wij vijf die praten, ieder verkondigt zijn eigen waarheid, allemaal door elkaar. Meerstemmigheid zonder synthese. Zo zou het internet er moeten uitzien.
KARL: Wat wil je dan, geen Google-zoekmachine? Gewoon hopen dat je op de juiste website belandt als je dringend de ontstaansgeschiedenis van België nog eens wil opfrissen? Of als je een raar vlekje hebt op je bovenarm en even wil controleren of je niet aan een of andere nare ziekte zal sterven?
FRIEDRICH: Dat zou mij op zijn minst veel angstdromen besparen.
HANNAH: De potentieel anarchistische kracht van het internet zou wel verklaren waarom de conventionele machten er terug greep op proberen te krijgen. Ze proberen het monster klein te krijgen door het met wetten en regeltjes in te perken, te ‘reguleren’. En het ergste is dat wij er nog om vragen ook: overheid, bescherm ons!
KARL: En ze doen ook verwoed hun best om het monster internet aan hun kant te krijgen. Politieke partijen, grote mediahuizen en wetenschappelijke instituten: ze vechten om onze data.
‘Hallo Shell, wil je mijn data? Dan wil ik graag een litertje olie. Dankuwel.’
THEODOR: Maar volgens onze best vriend Zuckerberg is een datahandel iets goeds: ‘Als we meer delen, is de wereld meer verbonden, en dan zijn veel grote problemen makkelijker op te lossen.’ Einde citaat. Er is zelfs een belangrijke economische theoreticus die stelt dat hoe meer we met elkaar verbonden zijn, dus hoe meer we delen met elkaar, hoe minder conflictueus we zijn. Omdat we afhankelijk worden van elkaar.
Log in via Facebook, als je de zeventien geheimen uit de cultuursector wil kennen die zelfs rekto:verso niet durft te openbaren.
FRIEDRICH: Ja ja, datahandel kan iets goeds zijn, maar dat is het nu vooral voor meneertje Zuckerberg zelf! We delen nu niet zozeer met elkaar, maar vooral heel veel met Facebook! Data zijn vandaag kostbaarder dan olie, letterlijk! Wij geven dat allemaal gratis weg. We moeten de datahandel in eigen handen nemen!
THEODOR: Hoe ziet dat er dan uit? ‘Hallo Shell, wil je mijn data? Dan wil ik graag een litertje olie. Dankuwel.’
Gina Beuk ★★★★: “Leuk geschreven, leest heel vlot. Persoonlijk kan ik me het best vinden in Theodor.”
KARL: Volgens mij begrijpen we er gewoon geen snars van, van het internet.
SUSAN: Dat zei ik toch al vanaf het begin! Een voorstelling maken van het internet, wat een idee ook.
Het gesprek kabbelt langzaam weer een andere kant op. De ober brengt nog koekjes langs, die ze nietsvermoedend aanvaarden.