Het onheil van de herfst

Door Pieter Vermeulen , op Wed Oct 12 2022 22:00:00 GMT+0000

Steirischer Herbst, Europa's oudste hedendaagse kunstfestival, staat dit jaar in het teken van oorlog. Tijdens War in the Distance komt wat zich in de verte lijkt af te spelen plots ontzettend dichtbij, stelt Pieter Vermeulen. Hij ziet 'een festival als een bedachtzaam memento, een geraffineerde reflectie, een discrete waarschuwing'.

When we show you pictures of napalm victims, you'll shut your eyes. You'll close your eyes to the pictures. Then you'll close them to the memory. And then you'll close your eyes to the facts.

Harun Farocki, Inextinguishable Fire (1969)

Ik weet niet hoe over de oorlog te schrijven. Ik sluit al te snel mijn ogen voor zijn verschrikkingen, ik luister liever niet naar zijn oorverdovend gedender gedurende millennia van machtsstrijd, ik haal mijn neus op voor de smerige geur van vernietiging en verderf. De neerwaartse maalstroom van de menselijke natuur maakt me misselijk, ik walg van het kwaad dat immer om de hoek loert, ik voel me benauwd wanneer de boosdoener nadert. Oorlog hou ik liever op armlengte, ik verloochen het als een ver-van-mijn-bedshow, vervloek het als elk ding op afstandsbediening. Not my business, de mobilisatie, de demagogie, de polarisatie. En toch lig ik er ‘s nachts van wakker, nog los van de vrees voor eigen leven. Ik breek me vaak het hoofd over de oorlog, probeer er de realiteit van te doorgronden, er de interne logica van te vatten als dat van een wreed spel dat ik machteloos gadesla.

De titel van deze editie is een knipoog naar een filmessay van Farocki, dat een kritisch licht werpt op de rol van technologie in militaire beeldvorming.

In haar bekende essay over oorlogsfotografie verwijst Susan Sontag naar een briefwisseling die twee illustere heren over dit onderwerp onderhielden, gepubliceerd in 1932 onder de titel Warum Krieg? (Waarom oorlog?) Fysicus Albert Einstein wendde zich tot de peetvader van de psychoanalyse, Sigmund Freud, om inzicht te verwerven in de onderliggende drijfveren van de collectieve ‘psychose van haat en destructiviteit’ die oorlog heet. Hoe komt het toch dat de intellectuele en spirituele elite zo bitter weinig te beduiden heeft in de noodlottige aanloop ernaartoe? Eenzelfde bezorgdheid plaagde Virginia Woolf in haar Three Guineas (1938), als reactie op de vraag die ze ontving van een pacifist: hoe kunnen we oorlogen voorkomen? Hoewel ze het antwoord schuldig moest blijven, maakte de Engelse schrijver een evidente doch cruciale bemerking: oorlog is vooral een business van, voor en onder mannen.

Harun Farocki against War, Exhibition, Forum Stadtpark, photo: Clara Wildberger

Polemos pater panton. De Oudgriekse alliteratie staat te lezen in Fragmente der Vorsokratiker, een bundel geprangd tussen Anna Pankratova’s Fabrikräte in Rußland en Pausanias’ Beschrijving van Griekenland in de boekenkast van Harun Farocki, de Duitse filmmaker die in 2014 onverwacht overleed. Der Krieg ist der Vater aller Dinge, oorlog is de vader van alles, aldus de presocraat Heraclitus. Farocki heeft zijn leven en werk gewijd aan het gelaat van de oorlog, hoewel hij er fel tegen gekant was. Een selectie uit zijn meesterlijke oeuvre is momenteel te zien in Graz, als onderdeel van Europa’s oudste hedendaagse kunstfestival, Steirischer Herbst. Ook de titel van deze editie, War in the Distance, is een knipoog naar een filmessay van Farocki uit 2003 (War at a Distance) dat een kritisch licht werpt op de rol van technologie in militaire beeldvorming.

Foto: Pieter Vermeulen

Wanneer ik in Graz ben, verkondigt Rusland de massale mobilisatie van manschappen in een poging om zijn zelfontketende oorlog in Oekraïne meer slagkracht te verlenen. Het is een volgende stap in de escalatie van het militair conflict, waardoor nieuwsberichten en Telegram-kanalen nauwlettend in het oog worden gehouden tijdens de openingsdagen van het festival. Wat zich in de verte lijkt af te spelen, is eigenlijk ontzettend dichtbij. Niet in het minst voor de van oorsprong Russische Ekaterina Degot, die voor de vijfde keer op rij optreedt als intendant van Steirischer Herbst en dat ook voor de komende vijf jaar zal blijven doen. Sinds 2019 heb ik elke editie bijgewoond, met een bijzondere appreciatie voor haar eigenzinnige en onmiskenbare signatuur. Zo wist ze in volle pandemie een hoofdzakelijk digitale versie van het festival te bedenken getiteld Paranoia TV, met een avatar van Freud als gastheer. Maar met de geopolitieke ontwikkelingen van vandaag ligt de situatie nog een stuk gevoeliger. Slaagt Degot erin om ook deze editie te doen slagen zonder haar vingers aan de thematiek te verbranden?

Het lijkt me niet aan de kunst om zich in machtsretoriek te laten meesleuren. Geef me dan maar Steirischer Herbst, een festival als een bedachtzaam memento.

Steirischer Herbst ziet er dit jaar enigszins anders uit. In plaats van een uitgebreid programma aan performances, installaties, sculpturen en publieke interventies verspreid over de hele stad, is de hoofdmoot van het festival geconcentreerd in een enkele locatie, de Neue Galerie, waar voor de gelegenheid de historische ingang opnieuw geopend werd. Een proloog met Oekraïense kunstenaars vond eerder in de zomer plaats. Nadien maakten curatoren van zowel festival als museum een weloverwogen selectie van 19de- en 20ste-eeuwse werken met de begrippen van oorlog, geweld, onderdrukking en strijd als leidraad, en nodigden een tiental hedendaagse kunstenaars uit om met de vaste museumcollectie in dialoog te treden binnen een klassieke, lineaire scenografie.

Jannik Franzen, Casting Bodies (2018), HD video, sound, 9′30″, still, courtesy of the artist

Zo opent de tentoonstelling met een schilderij van twee vrouwen die hun witgoed wassen, van de hand van Hugo Cordignano, die er in 1919 een zilveren medaille van de stad Graz voor kreeg. Deze allegorische manier om de discussie over witheid, zuiverheid en moderniteit te openen – met een impliciete ideologiekritiek van de white cube en diens nazistische bijklank – is de kenmerkende stijl van Degot en haar curatorenteam. In hun videowerk Casting Bodies (2018) vertrekt Jannik Franzen bij de immense collectie van gipsen afgietsels van Grieks-Romeinse en renaissance sculpturen in de kelders van de Weense Academie voor Schone Kunsten. Van daaruit leidt Franzen ons naar ijzingwekkende archiefbeelden van studies die de antropologieprofessor Rudolf Pöch uitvoerde op Oost-Europese krijgsgevangenen van de Eerste Wereldoorlog. De gipsen mallen van hun hoofden werden nadien voor educatieve doeleinden gehanteerd, om een vermeende superioriteit te staven.

Assaf Gruber, Never Come Back (2022), HD video, stereo sound, 16′54″, in loop, foto: Mathias Völzke

Verderop in de tentoonstelling hangt een langgerekt staand doek uit de museumcollectie getiteld Steirischer Herbst, gedateerd 1939. De auteur is Fritz Silberbauer, die de medeoprichter was van de Sezession Graz (de oudste kunstenaarsvereniging in de stad) maar tevens lid was van de nazipartij. Silberbauer schildert een bucolisch Heimat-tafereel dat de Stiermarkse fruitpluk, het jagersleven en het omringende gebergte verheerlijkt, in het herfstseizoen dat de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog met zich meebracht. Het doet de curatoren speculeren: wat als we het kunstenfestival in 1939 in plaats van 1968 zouden laten beginnen? In zijn nieuwe video Never Come Back neemt kunstenaar en filmmaker Assaf Gruber de kijker mee naar het museumdepot van de Neue Galerie, waar een naakte accordeonspeler verschillende werken uit de collectie haalt die de natuur romantiseren en exotiseren. Met een langzame camerabeweging animeert Gruber het schilderij van Silberbauer, terwijl de muzikant als romantische Rückenfigur een accordeonversie brengt van een populair Eurotrash-nummer: Voyage Voyage van Desireless. De songtekst, hier vertaald naar het Engels en in een Gotisch lettertype gegoten, blijkt opvallend genoeg doorspekt van racistische en imperialistische motieven.

Ekaterina Muromtseva, A Tough Male Portrait (2019), HD video, stereo sound, 14′43″, still, courtesy of the artist

Steirischer Herbst is doorgaans op zijn best wanneer het de problematische passages uit de geschiedenis weigert uit de weg te gaan, wanneer het confronteren eerder dan cancelleren vooropstelt. War in the Distance is op geen enkel moment schreeuwerig of smakeloos, activistische pretenties heeft het niet, barricades worden hier niet beklommen. Subtiliteit, hoop en humor primeren, ondanks alles. Neem nu het werk Pastry Friday (2022) van de Oostenrijkse filmmaker Josef Dabernig, dat het dagelijkse leven in een Tsjechische patisserie portretteert, met een voortdurende sfeer van onheil op de achtergrond. De Russische Ekaterina Muromtseva maakte A Tough Male Portrait (2019), een video over een voormalige tenniscoach die een portret van Poetin besluit te schilderen en hoopt het persoonlijk aan de president te overhandigen. Op de bekisting staat ‘FRAGILE’ in grote rode letters.

A War in the Distance, Neue Galerie Graz, installation view, foto: Mathias Völzke

War in the Distance weet telkens een delicaat evenwicht te bewaren, zoals ook blijkt uit de schrandere manier waarop transhistorische associaties gelegd worden. Heden en verleden haken dialectisch op elkaar in, als een montage van momenten in de tijd. Zo is een enorme buste te zien van de aartshertog Johann van Oostenrijk, grondlegger van het Universalmuseum Joanneum waartoe ook de Neue Galerie behoort, met een kogelgat in zijn voorhoofd. De curatoren zien het als een vrijgeleide om de sculptuur te verbinden met een humoristisch werk van Igor Friedrich Petković over de moord op een andere aartshertog, Franz Ferdinand, de gebeurtenis die het begin markeerde van de Eerste Wereldoorlog. Hoe de oorlogsdreiging achter de façade schuilt, als de schaduwzijde van een ideaalbeeld, dat weet deze tentoonstelling als geen ander in de verf te zetten. En kijk, les extrêmes se touchent: aan het einde van de rondgang zien we een schaalmodel van de Oekraïense Zhanna Kadyrova: een postminimalistische white cube doorzeefd met kogelgaten, getiteld Harmless War (2022). Grotere versies van de witgelakte metalen sculpturen staan buiten aan weerszijden van de historische ingang van de Neue Galerie, en brengen de klinische matrix van het modernisme in confrontatie met de rauwe realiteit van de oorlog.

Zhanna Kadyrova, Harmless War (2022), foto: Universalmuseum Joanneum/J.J. Kucek

Er zijn niet alleen beelden van geweld, er is ook het geweld van het beeld. Hito Steyerl beschrijft ergens hoe pro-Russische separatisten in het oosten van Oekraïne een Sovjettank – een gedenkteken van de Tweede Wereldoorlog – van zijn sokkel halen en ermee ten strijde trekken. De geschiedenis is nooit in een diepe slaap maar slechts in een sluimer verzonken – om op elk moment weer wakker te kunnen worden. Die latente mogelijkheid tot mobilisatie baart me nog de meeste zorgen. Ik frons dan ook mijn wenkbrauwen als ik zie dat ook kunstinstituten zich hierin willen profileren, en menen een verschil te maken daar waar zelfs vergevorderde politieke diplomatie het laat afweten. Het lijkt me niet aan de kunst om zich in die machtsretoriek te laten meesleuren. Geef me dan maar Steirischer Herbst, een festival als een bedachtzaam memento, een geraffineerde reflectie, een discrete waarschuwing. Wie goed luistert, hoort onmiskenbaar het geroffel van de blikken trom in de verte. Het probleem is dus niet zozeer dat we ervan wakker liggen, maar dat de oorlog niet zal slapen. Oorlog vindt immers altijd een uitweg, zo schreef Brecht – als een onblusbaar vuur.