Hoe Hollywood stilaan zijn #MeToo-demonen onder ogen komt

Door Johannes De Breuker, op Thu Feb 25 2021 19:00:00 GMT+0000

Jarenlang domineerde #MeToo het narratief over Hollywood. Nu maakt de Amerikaanse droomfabriek zich eindelijk op om zijn verantwoordelijkheid en trauma onder ogen te komen. Kitty Greens debuut The Assistant toont de ‘casting couch’-cultuur van de filmindustrie door de ogen van de assistente van een Harvey Weinstein-achtige filmbons.

Ongeveer een jaar geleden, op 24 februari 2020, werd filmproducer Harvey Weinstein schuldig bevonden aan verkrachting en aanranding, een verdict waarvoor hij later 23 jaar cel kreeg. Die veroordeling kwam er nadat in oktober 2017 verschillende vrouwen achter hashtag #MeToo hun ervaringen deelden over seksueel misbruik van de gevierde filmbons. Die verzameling van getuigenissen groeide razendsnel uit van een trending Twitter-topic over schokkende nieuwskoppen tot een culturele revolutie die mee een einde maakte aan Hollywoods vernederende werkplekethiek en de ‘casting couch’-cultuur, die de grens tussen sollicitatie en (gedwongen) seks deed vervagen.

The Assistant is een ijzig werkvloerdrama over een young potential die zich uitslooft en vernedert om haar (film)carrière te starten.

Enkele jaren na die eerste #MeToo-berichten en na Weinsteins veroordeling lijkt de entertainmentindustrie stilaan klaar om haar eigen demonen in de ogen te kijken. Eind 2019 kwam Apple TV+ op de proppen met The Morning Show, die een blik achter de schermen geeft bij een populaire ochtendshow waarvan de host (Steve Carell) in een #MeToo-storm belandt die ook zijn co-host (Jennifer Aniston) treft. Niet veel later kwam Bombshell, Jay Roachs satire over grensoverschrijdend gedrag voor én achter de schermen bij Roger Ailes’ Fox News. Dit explosieve drama, een vinnige mix van feit en fictie over  Megyn Kelly (Charlize Theron), Fox & Friends-host Gretchen Carlson (Nicole Kidman) en de fictieve tv-ster Kayla (Margot Robbie), baande de weg voor nieuwe #MeToo-films.

Naar de haaien

De beste film uit die nieuwe lichting  is waarschijnlijk The Assistant, het genadeloze debuut van Kitty Green, dat straks in de Belgische bioscopen verschijnt. De Australische filmmaakster interviewde voor haar intense drama over de jonge assistente Jane — fenomenaal vertolkt door Ozark-ster Julia Garner —  honderd vrouwen die werken onder roofzuchtige bazen, in disciplines gaande van IT en techniek tot de filmindustrie. Het resultaat is een ijzig werkvloerdrama over een young potential die zich uitslooft en vernedert om haar (film)carrière te starten.

Bij Columbia Pictures kreeg George Huang te horen: ‘In show business punching below the belt is not only all right, it’s rewarded’.

Deze insteek is verrassend gelijkaardig aan die van Swimming with Sharks, een pikzwarte komedie uit 1994 die momenteel herkneed wordt tot een tv-serie met Diane Kruger en Mad Men-ster Kiernan Shipka. George Huangs filering van de filmindustrie zoomt in op de haat-liefdeverhouding van Guy (Frank Whaley) met zijn job als assistent van Buddy Ackerman. Saillant detail: deze hotshot-filmproducer à la Weinstein wordt gespeeld door dat andere #MeToo-monster , Kevin Spacey. Inspiratie voor zijn debuut haalde Huang uit zijn jarenlange werkervaring als assistent bij Columbia Pictures.

Het was daar dat hij dingen te horen kreeg als ‘in show business punching below the belt is not only all right, it’s rewarded’. Of tussen het telefoneren door sneren kreeg als ‘If you were in my toilet, I wouldn’t bother flushing it. My bathmat means more to me than you.’ In een indiefilm als Swimming with sharks klinken zulke oneliners grappig. Op de werkvloer niet.

Je leergeld of je leven

Zulke krasse uitspraken hoor je niet in The Assistant. In dit indringende drama is het misbruik veel implicieter, de machtsstrijd veel psychologischer en het kwaad veel diffuser. In tegenstelling tot Huangs satire komt in dit drama de baas nooit in beeld. Hierdoor kan zijn manipulatieve karakter geen kijkers verleiden, krijgt het kwaad geen gezicht en kan het dus iedereen zijn. Zijn aanwezigheid is wél constant voelbaar, via zijn telefoontjes of in pijnlijke situaties. Zoals de scène waarin de moegewerkte Jane de woorden en de moed zoekt om zich in een mail bij hem te verontschuldigen en zelfs te bedanken voor de zuurverdiende ‘kansen’ die ze van hem krijgt. Die antwoordt gevat: ‘I’m tough on you because I’m gonna make you great.’

Still uit The Assistant

Zo maakt Jane’s baas keer op keer duidelijk dat in droomfabriek Hollywood het leergeld hoog is. Dat is ook de les die de tirannieke baas van Guy, Buddy Ackerman, in Swimming with sharks geeft als hij zijn moegetreiterde assistent vertelt waarom hij het recht heeft om hem zo te kleineren en te misbruiken:

Because I earned it! What, you think someone just handed me this job? I’ve handled the phones, I’ve juggled the bimbos, I’ve put up with the tyrants, the yellers, the screamers. I’ve done more than you can even imagine in that small mind of yours. I paid my dues.

Swimming with Sharks, over de misogyne sfeer waarin ‘s werelds grootste films gemaakt werden, groeide uit tot een cultklassieker  –  om de verkeerde redenen.

Niet gek dat Jane meer dan twee decennia later ook door het stof moet om haar dues te betalen. Hoe? Ze verschijnt ‘s ochtends plichtsbewust als eerste op kantoor om de planning op ieders bureau te leggen, smokkelt ‘s middags tussen het afschepen van de vrouw van haar baas door snel een hap naar binnen, krijgt ‘s avonds bagger over haar heen omdat ze zich niet met zijn privéleven moet bemoeien en schrobt daarna in het kantoor van haar baas de vlekken uit de beruchte zetel waarvoor collega’s je grappend waarschuwen.

Dat doet de jonge Jane, die drie maanden geleden met deze ‘droombaan’ startte, allemaal zonder verpinken. Tot ze op een dag een oorbel vindt in het kantoor van haar werkgever, deze wat later aan een schichtige vrouw teruggeeft én een nieuwe assistente moet inwerken om haar daarna aan het hetzelfde hotel af te zetten waar ook haar baas vertoeft. Dan pas beseft ze in wat voor een trieste, uitzichtloze situatie ze terecht is gekomen. Veel te laat.

Instructie- of waarschuwingsfilm?

Dat besef was er in 1994 nog niet toen Huangs debuutfilm in première ging. Deze cynische film over de giftige, misogyne sfeer waarin ‘s werelds grootste films gemaakt werden, groeide toen uit tot een cultklassieker  –  om de verkeerde redenen. ‘Het beangstigt me dat mensen de film als een voorbeeld zagen’, zei Huang in 2018 daarover tegen Chicago Tribune. ‘Ik hield enkel maar een spiegel voor die toonde hoe de filmindustrie werkt. Het moest een waarschuwend verhaal zijn, géén how-to. Toch had ik constant agenten, managers en producers die me belden en zeiden: “Hé, kan ik een kopie van de film krijgen? We willen het aan onze cursisten laten zien.” Ze gebruikten mijn film als instructie.’

Als bij Jane de maat vol is, botst ze op de grenzen van de cultuur die ze mee in stand hield. Daarom breekt ze niet, ze plooit in stilte.

Geen enkele filmproducer of HR-organisatie in Hollywood zal het in zijn hoofd halen om The Assistant als instructievideo te tonen. Daar zorgen Julia Garners intense vertolking en Kitty Greens inventieve regie wel voor. Vanuit de meest beklemmende hoeken vangt Green elke stap die de moegetergde en platgewalste assistente zet in het met tl-lampen verlichte kantoorgebouw  —  alsof ze zelf opgaat in het kantoor en deel wordt van het meubilair. Ook zoomt ze in op Jane’s uitgebluste blik en haar geestdodende routines waardoor elk lichtpunt in haar sleur – een telefoontje van haar vader, een uitnodiging om iets met collega’s te gaan drinken – als een kans voelt om ‘genoeg’ te zeggen. Die laat ze liggen.

Still uit The Assistant

Swimming with sharks is net rond zo’n breekpunt opgebouwd. Via flashbacks toont deze satire hoe de stoppen van Ackermans assistent zijn doorgeslagen en waarom deze goedzak zich tot een psychopaat ontpopt die zijn manipulatieve baas onderwerpt aan spectaculaire wraakfantasieën die niet in een Quentin Tarantino-film zouden misstaan. In The Assistant is dat breekpunt eerder sober dan indrukwekkend. Als bij Jane de maat vol is, botst ze op de grenzen van de cultuur die ze mee in stand hield. Daarom breekt ze niet, ze plooit in stilte. En als ze dan toch naar de personeelsdienst trekt, krijgt ze daar doodleuk te horen dat ze zich geen zorgen moet maken. ‘Je bent zijn type niet.’

Zo injecteert Green haar strenge doorbraakfilm met grote gevoelens als schuld, schaamte en boete. Want is Jane het slachtoffer van deze giftige cultuur in Hollywood of maakt ze er als stilzwijgende getuige net deel van uit?

Sharks vs. shrimps

Door aandacht te schenken aan de kleine garnalen die verscheurd worden door enerzijds hun eigen bewustzijn en anderzijds hun gehaaide collega’s, houdt Green een confronterende spiegel voor die toont hoe seksueel en professioneel misbruik genormaliseerd worden. Dat is anders dan bij Swimming with Sharks, waarin ‘het kwaad’ een gezicht krijgt waardoor het gemakkelijker weg te zetten wordt als buitengewoon. Of anders dan in The Morning Show en Bombshell, die de schijnwerpers richten op sensationele #MeToo-cases,  wat het gevoel creëert dat misbruik alleen een probleem is aan de bovenkant van het systeem.

Hollywood lijkt eindelijk in te zien dat #MeToo niet enkel over geïsoleerde, in het oog lopende gevallen gaat zoals Weinstein.

Green maakt met haar pijnlijk nuchtere werkvloerdrama duidelijk dat iedereen binnen het ecosysteem  –  van de kleine garnalen tot de grote haaien  – verantwoordelijkheid dragen voor hun (al dan niet) giftige werkomgeving. Nu Hollywood voorbij de headline grabbing #MeToo-topics naar de sluimerende verhalen zoekt, lijkt de entertainmentindustrie dus eindelijk in te zien dat #MeToo niet enkel over geïsoleerde, in het oog lopende gevallen gaat zoals Harvey Weinstein en Kevin Spacey. Dat het over een toxisch systeem gaat waarbinnen kwetsbare krachten oogluikend professioneel en/of seksueel uitgebuit kunnen worden. Dat maakt The Assistant trouwens niet enkel een belangrijke film voor Hollywood, maar voor elk werkveld waar het ‘leergeld’ hoog is.

Met haar urgente drama schetst Kitty Green dus géén mooi of hoopvol verhaal — het ongevaarlijke type waar Tinseltown doorgaans dol op is — en net dat maakt dat je niet kan wegkijken. Ook de filmbonzen niet. Hopelijk hangen zij binnenkort aan de lijn met Green om haar een print van The Assistant te vragen om hun trainees te tonen, vergezeld van het advies: zie je gelijkaardig gedrag, wend je dan tot HR. Nu Weinstein tot 23 jaar cel veroordeeld is zullen ze hen daar niet meer afwimpelen met opmerkingen als: ‘maak je maar geen zorgen want je bent zijn type niet.’