Hou vrijwilligers erbuiten

Door Franky Devos, op Tue Oct 29 2019 23:00:00 GMT+0000

Ook in grote kunstinstellingen als Vooruit, met tientallen werknemers, zijn we op zoek naar meer betrokkenheid en eigenaarschap bij zowel personeel als vrijwilligers. Goed, toch? Tenzij die transitie naar meer horizontaliteit een verdoken vorm van flexibilisering dreigt te worden…

Onze relatie tot arbeid wijzigt grondig. Met de komst van Deliveroo’s en Ubers duiken er nieuwe arbeidsvormen op, iets tussen werknemer en zelfstandige in. Flexijobs worden uitgebreid en kunnen voortaan niet enkel in de horeca, maar ook in de detailhandel. De verfreelancing van de culturele sector zet zich ook steeds meer door in de hele maatschappij.

Ook binnen kunstorganisaties valt een gewijzigde houding ten aanzien van arbeid op. De tijd dat je solliciteerde voor een functie als communicatiemedewerker en die dan tien jaar uitvoerde vanop dezelfde stoel en met dezelfde jobinhoud, lijkt verleden tijd. Een goede of net een gevaarlijke evolutie?

Vast personeel: plus est en vous?

Na een lange periode van zoeken en niet-weten ontwierpen we bij Vooruit een nieuw organisatiemodel. Voortaan hangt je engagement als werknemer niet langer alleen af van de functie die je bekleedt, maar ook van de rol of rollen die je wil opnemen. De basis blijft je expertise: iedereen bij Vooruit werkt vanuit één van dertien expertiseteams, van café en keuken tot podiumtechniek, financiën & administratie, infrastructuur/gebouwbeheer & IT, housekeeping, communicatie & publiekswerking of artistieke werking. Hier ligt je kerntaak, waarvoor je aangeworven bent.

Een mix van functies en rollen enthousiasmeert en verhoogt de betrokkenheid.

Vanuit of naast die expertenrol kan je ook een rol opnemen in realisatieteams (voor activiteiten, projecten en festivals), in toekomstteams (om nieuwe plannen te maken), in het coördinatieteam (wekelijks op dinsdag) en in de cirk (om elkaar te informeren, driewekelijks op maandag). Of je kan ook wisselende rollen opnemen: een realisatie- of toekomstteam trekken, mee je schouders zetten onder personeelszorg, problemen met sputterende printers of telefoons oplossen, als vertrouwenspersoon fungeren voor grensoverschrijdend gedrag...

Aan deze mix van functies en rollen zijn veel voordelen. Dit model enthousiasmeert en verhoogt de betrokkenheid, zorgt voor empathie voor de werkzaamheden van collega’s en honoreert die talenten die je misschien niet kwijt kunt binnen je functie. Een evident voorbeeld zijn de kunstenaars die bij Vooruit in de bar aan de slag zijn. Wat een ‘waste of talent’ wanneer hun kennis en creativiteit geen plek zou vinden bij een realisatieteam rond een festival of een toekomstteam dat ons sociale beleid uittekent.

Nog een voordeel: de mix van functies en rollen maakt engagementsschommelingen in je job makkelijker. Je kan ervoor kiezen om een seizoen voltijds te werken en je voluit te engageren in meerdere realisatieteams of er een HR-rol bij te nemen, en dit het volgende seizoen weer af te bouwen omdat je twee dagen per week ouderschapsverlof wil opnemen. Dit model laat dat toe.

Maar… halen we hier de precariteit van flexijobs niet naar binnen? Ondergraven we hiermee niet de structurerend kwaliteit van een helder afgelijnde job? Hoe maak je permanent duidelijk dat wie goed werkt levert binnen zijn expertiseteam en er geen extra rol bijneemt, toch een prima medewerker blijft? Hoe ontwikkel je een organisatiemodel waarin ook minder verbale of anderstalige collega’s zich veilig voelen?

Het verlies aan koopkracht in de culturele sector doen de nood aan vrijwilligers toenemen.

Hoe verantwoorden we de tewerkstelling van hoog opgeleide kunstenaars in het café terwijl Gent kampt met een hoge ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs? Maar liefst 22 % van alle 22-jarigen in Gent heeft geen diploma secundair onderwijs. En wanneer stop je met een nieuw arbeidsmodel een ‘transitie’ te noemen? Als je merkt dat bij het vallen van dat woord plots de helft van je collega’s via de nooduitgangen verdwenen is? Of dan net niet?

Die vragen stellen we ons. Niet omdat we ooit het antwoord zullen hebben – enkel HR-consultants vermarkten die illusie – maar omdat we anders terug in een nieuw vast format sukkelen dat macht consolideert in plaats van het te benoemen, te bevragen, te verdelen en inwisselbaar te maken.

Vrijwilligers: het nieuwe kapitaal?

Ik voeg er nog één vraag aan toe. Wat is in zo’n model de rol en de functie van vrijwilligers? Met jaarlijks 775 voorstellingen, concerten, debatten en nightlife-events én een gebouw dat continu zorg behoeft, komt Vooruit almaar handen te kort. Is het mogelijk om een geprofessionaliseerde werking toch te laten sporen met een groot vrijwilligersengagement?

Vele cultuurhuizen delen een lange traditie van werken met vrijwilligers, maar dat vertaalt zich niet noodzakelijk in een heldere en eenduidige visie. Ook bij Vooruit is dat beleid nog volop in opbouw. Nu schreef een realisatieteam een nota en gaat er een collega aan de slag als vrijwilligerscoördinator. Zij wordt het gezicht voor de vrijwilligers, stuurt talentontwikkeling aan, volgt de planning op en doet de intake- en evaluatiegesprekken rond wederzijdse verwachtingen.

Het verlies aan koopkracht in de culturele sector en de stijgende kwaliteitseisen van publiek en kunstenaars doen de nood aan vrijwilligers toenemen. Ze lijken wel het nieuwe kapitaal, we zoeken ze voor steeds meer taken. Tot heden waren vrijwilligers bij Vooruit aan de slag als zaalpersoneel, voor artiestenvervoer en -catering, om te flyeren, voor avondkassa’s en rondleidingen.

We moeten het onderscheid tussen betaalde jobs en vrijwilligerswerk in onze sector veel meer op scherp zetten.

Nu breiden we onze vrijwilligerswerking verder uit naar onthaal, ondersteuning bij livestreams, runners bij producties en plantenonderhoud. Voor een sterk geprofessionaliseerde organisatie is die creatie van ownership niet evident. Jonge beginnende initiatieven of organisaties die voluit vanuit een vrijwilligersdynamiek zijn uitgebouwd, zoals de Roma en De Grote Post, zijn daar authentieker in.

En wat geven we in de plaats? Omdat er bij Vooruit te veel klemtoon lag op de financiële beloning – in hoeveel organisaties wordt een vrijwilligersvergoeding niet omgezet in een onbelast uurloon? – werkten we een vergoedingsschaal uit, afhankelijk van de taken en verantwoordelijkheden. Enkel taken met een financiële of een veiligheidsimpact worden voortaan nog financieel vergoed. De meeste andere vrijwilligers krijgen nu beloningen die vooral bijdragen aan hun ownership en hun thuisgevoel, of die de groep versterken.

We moeten het onderscheid tussen betaalde jobs en vrijwilligerswerk in onze sector immers veel meer op scherp zetten. Ook bij Vooruit dreigde een vervaging. Het kan niet dat vrijwilligerswerk gebruikt wordt als verdoken sollicitatie of aanloop naar een betaalde job. Het kan geen methode worden om ‘for free’ expertise in huis te halen om parallel mee te draaien of de plaats in te nemen van betaalde collega’s.

Een gezonde relatie met vrijwilligers is enkel mogelijk vanuit hun gedeeltelijke outsiderpositie.

Eerder dan vrijwilligers bij Vooruit een volwaardige plek te geven binnen ons nieuwe organisatiemodel, willen wij hen er net buiten houden. Niet omdat ze niet belangrijk zijn, integendeel. Maar omdat een gezonde relatie enkel mogelijk is vanuit hun gedeeltelijke outsiderpositie.

Dus neen, vrijwilligers maken geen deel uit van expertise-, toekomst - of realisatieteams. Als we hen daarbij nodig hebben, dan moeten we hen volwaardig betalen. Anders kantelt het hellend vlak in onze sector verder de verkeerde kant uit.