Iedereen barbaar?
Door Karel-Willem Delrue, op Thu Jun 13 2019 22:00:00 GMT+0000In zijn nieuwste populistische essaybundel The Game adviseert Alessandro Baricco zijn lezers om zich door de oppervlakkige vloedgolf van het internet te laten overspoelen. Karel-Willem Delrue weigert het advies van de Italiaanse cultuurbarbaar te volgen. ‘Baricco maakt vernuftig gebruik van taal om zijn lezers subtiel te bespelen en te manipuleren.’
In een poging de versplinterde en verwarrende wereld om me heen te begrijpen las ik zo’n tien jaar geleden De barbaren van Alessandro Baricco. Hoewel de Italiaanse auteur in zijn essay een aantal verschuivingen glashelder voorstelde, kwam ik bedrogen uit. Ik merkte immers al snel dat ik het grondig oneens was met het vrolijke optimisme waarmee hij de poorten openhield voor de barbaren, gemuteerde westerlingen die over de oppervlakte surfen en daar betekenisnetwerken vormen. Diepgang is een leugen geworden en geen mens die nog De toverberg van Thomas Mann savoureert. ‘So what?’, aldus Baricco.
Met zijn Barbaren had Baricco de discussie over de culturele verloedering flink aangewakkerd. Coryfeeën als Gerrit Komrij en Mario Vargas Llosa mengden zich in het debat en betreurden het onherroepelijke verloren gaan van wat voor hen zo waardevol was. Bovendien leek de aanval uit eigen kamp te komen: Alessandro Baricco is godbetert een romancier die voorafgaand aan zijn pleidooi om de mutatie te omarmen al een handvol romans bij elkaar had geschreven.
Alle technologische ontwikkelingen zijn een gevolg van onze manier van denken, niet andersom.
We zijn een decennium later en de wereld is aan een ongeziene vaart blijven veranderen. Maar Baricco is nog steeds niet uitverteld over zijn mutatie. Nu gooit hij de opvolger van De barbaren op de markt: The Game, zijn tweede populistische essaybundel waarin hij de wortels van de digitale revolutie probeert te duiden. Die bevinden zich eigenlijk in ons hoofd, beweert hij. Alle technologische ontwikkelingen zijn een gevolg van onze manier van denken, niet andersom. Google, YouTube, Tinder, Spotify, Netflix en consorten hebben onze denkpatronen met andere woorden niet beïnvloed, maar zijn net ontstaan om aan nieuwe verlangens en nieuwe percepties te voldoen.
Baricco is een meesterlijke verteller. Stapsgewijs bouwt hij een helder betoog op in een taal die doorspekt is met humor en gevatte metaforen. Zijn vertelstijl doet met momenten zelfs denken aan de betere TED Talks. Met De barbaren en The Game heeft Alessandro Baricco twee zeer degelijke boeken afgeleverd, heerlijk leesvoer dat verheldert en tot denken aanzet. Maar de wereld die hij in die boeken schetst en met een haast onnozele vrolijkheid toejuicht, wakkeren het vuur opnieuw aan.
Gecomprimeerde scherven
Laat ons beginnen bij het begin. Om de wortels van de digitale revolutie bloot te leggen, kon Baricco uiteraard niet om het ontstaan van het internet heen. In het eerste hoofdstuk van The Game wordt op een toegankelijke manier uit de doeken gedaan hoe het internet in een oogwenk miljoenen gebruikers met elkaar verbond en in staat stelde om stukjes werkelijkheid met elkaar te delen. Ik herinner me mijn eerste aanraking met het wereldwijde web nog alsof het gisteren was. Op de opendeurdag van een secundaire school zaten leerlingen in een computerklas klaar om nietsvermoedende bezoekers te verbluffen. Ze zouden met één muisklik de hele wereld opentrekken en de toekomst laten zien.
Voor mij was de eerste kennismaking met het net echter vooral een ontgoocheling. Toen me werd gevraagd wat ik wilde opzoeken, wist ik niets beters dan ‘iets van drums’. De leerling in kwestie fronste de wenkbrauwen. Wilde ik niet weten hoe hoog de Eiffeltoren was of waar zich het dichtstbijzijnde filiaal van een kledingwinkel bevond? Met tegenzin tikte hij toch ‘drums’ in de zoekbalk en een paar klikken later zag ik een reeks afbeeldingen van drumkits verschijnen. Klaar. Ik had veel meer van het internet verwacht. Om een metafoor à la Baricco te hanteren: ik had een bezoek aan de dierentuin verwacht, maar ik kreeg een sleutelhanger van een olifant.
Om digitaal de wereld rond te reizen moet alles gecomprimeerd worden. Alles wordt vlakker.
Het probleem zit in het toegankelijk maken van de stukjes werkelijkheid. Om digitaal de wereld rond te reizen moet alles immers gecomprimeerd worden. En het is net die compressie die op zoveel weerstand stuit. Het internet is een venster op de wereld en het internet maakt het mogelijk om te surfen over onmetelijke hoeveelheden informatie, maar die informatie – of het nu gaat om tekst, afbeeldingen, audio of video – is nooit meer dan de scherf van een spiegel. Luister op een degelijke installatie naar het verschil in kwaliteit tussen PCM (pulscodemodulatie, cd-kwaliteit) en een sterk gecomprimeerde mp3 en je begrijpt wat ik bedoel. Alle nuances en subtiliteiten zijn verdwenen. Alles wordt vlakker, compacter.
En muziek is lang niet het enige slachtoffer van die tendens. Ook de taal verliest haar pieken. Het verbaast me dan ook dat een schrijver als Baricco deze verschuivingen zo warm onthaalt. Is het niet net het metier van de schrijver om ongeziene taalschatten te ontginnen? Streeft een schrijver er niet naar te pronken met de schoonheid, het ritme, de cadans van zijn woorden? Welke schrijver kan dan genoegen nemen met een taal die George Orwell als Newspeak bestempelde? Een beperkte taal waarin bepalingen redundant geworden zijn. De barbaren klappen de waaier van de taalrijkdom dicht en wat overblijft is een nauw keurslijf. Like. Dislike. En alles wat ertussenin ligt lijkt zeggingskracht en zin te verliezen.
Welke schrijver kan genoegen nemen met een taal die George Orwell als Newspeak bestempelde?
Dat het in zo’n discours vrij eenvoudig is om te polariseren en dat het daarentegen steeds moeilijker wordt om te nuanceren, te verdiepen en een context te schetsen, vind ik een dure prijs. Eén die door Baricco klaarblijkelijk zonder aarzelen wordt betaald. We kunnen maar beter een paar woordjes Engels – of beter nog: Globish – aanleren als we met de wereld willen communiceren. Wat heeft het immers voor zin om een minderheidstaal aan te leren als je de hele wereld kunt ontdekken, vraagt Baricco zich af. Voor de titel van zijn laatste boek heeft hij zich ook makkelijk laten overspoelen door het Engels. Of heeft dat met verkoopcijfers te maken?
Grinnikend ettertje
Toch beheerst de auteur vakkundig zijn materiaal. Hij weet vernuftig gebruik te maken van de taal om zijn lezers subtiel te bespelen en zelfs te manipuleren. Zijn tendentieuze woordenschat creëert schijnbaar ongemerkt een dualiteit waarin het resultaat van de barbaarse mutatie opwindend, vernieuwend, dynamisch, fris, hip en onvermijdelijk is. Daartegenover zijn de waarden, de cultuuruitingen en de opvattingen van de ‘oude beschaving‘ achterhaald, star, bekrompen en tijdrovend. Vooral tijdrovend vind ik een vreselijk woord. Een lijvige roman waarin verschillende personages uitgewerkt worden, waarin de plot en de thema’s geleidelijk aan worden geserveerd, waarin de puzzelstukjes soms gaandeweg – of soms zelfs in het geheel niet – samenvallen, lees je niet zomaar tussendoor. Zoiets vergt tijd, overgave en toewijding.
De barbaar laat al die boeken dan maar links liggen. De ‘return on investment’ is niet groot genoeg. De barbaar wil klikkend of swipend op zijn wenken bediend worden en rechtstreeks naar de beloning of de voldoening kunnen doorstromen. Snelwegen in plaats van kronkelpaadjes. Is dat erg? Natuurlijk is dat erg. Maar hoe maak je dat duidelijk aan ‘Baribarbaren’ die de schoonheid van de voorgevel van het Brusselse Muziekinstrumentenmuseum niet meer erkennen en die tijdens het lezen van een tekst afhaken bij de eerste uitbreidende bijzin.
Gaea Schoeters confronteerde de ‘jongeren van nu’ eerder in een brief met een treffende parallel die bij hen harder aankomt dan eender welke uitspraak of de verloedering van de literatuur: die met seks en lekker eten.
“Seks? Overschat. Laten we het beperken tot functionele voortplanting in een labo. Lekker eten? Waarom zou je? Genot is irrelevant, je kan dezelfde voedingswaarden net zo goed als poedermaaltijd innemen. Zouden jullie je al die dingen zonder slag of stoot laten ontzeggen? Ik denk het niet.”
Baricco gooit opzettelijk de knuppel in het hoenderhok. Als een grijnzende leerling op de achterste rij die een ranzige opmerking maakt, enkel om te zien hoe de klas en de leerkracht erop reageert. Zo verklaart hij in The Game dat de digitale revolutie is ontstaan als reactie op de wereldoorlogen. Die hebben ons immers geleerd dat stilstand leidt tot hebzuchtige, rampzalige monolieten. De obsessie met beweging die aan de basis lag van de digitale revolutie, kwam voort uit een verzet tegen oorlog en starheid van grenzen. Op die manier past beweging wonderwel in het discours van een analist die een simplistisch contrast tussen statisch en dynamisch voor ogen heeft: wat stilstaat is niet alleen saai, het impliceert ook daadwerkelijk een aantal gevaren en het veroorzaakt zelfs conflicten. Wat goed dat de frisse wind van de barbaren voor verstrooiing zorgt, wrijft Baricco zich in de handen.
Dat diezelfde dynamiek en diezelfde afkeer voor stilstand ervoor heeft gezorgd dat we ons met z’n allen als kippen zonder kop via kleine schermpjes voortbewegen in een digitale stroom van oppervlakkigheden en flauwekul, vermeldt Baricco er voor het gemak niet bij. De nadelen van het flitsende van onze tijd laat hij ongemoeid. Zo ziet hij niet in dat de onrust die met de digitale revolutie gepaard ging, ervoor gezorgd heeft dat we ons niet meer kunnen vervelen, dat alle tijd moet worden ingevuld.
Baricco doet de schoonheid en de waarde van rust teniet
Tijdens een vorming over het optimaal gebruik van sociale media die ik eerder dit jaar volgde, werd met een grafiek aangetoond wanneer posts ‘gelezen’ worden: tussendoor. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat een hele vracht flauwekul komt bovendrijven op die netwerken. Ik heb op zich niets tegen onzin en onnozelheden – ook ik vind die kattenfilmpjes en die gifs hilarisch – maar er moet iets tegenover kunnen staan en de wereld van de barbaren biedt daartoe nauwelijks ruimte. Bovendien gaat Baricco voorbij aan alle positieve connotaties van stilstand. Hij doet de schoonheid en de waarde van rust teniet en daarmee ook het belang van rituelen.
Doelloos surfend
Zijn we allemaal barbaren geworden die gezamenlijk het einde van onze beschaving tegemoet rennen? Ik denk niet dat de digitale revolutie uitmondt in een crash. Het is geen ongeleid projectiel, zoals de bus uit Speed. De barbaren komen mij eerder voor als een groep avatars in een digitale wereld die zichzelf tot in het oneindige genereert. Elkaar slaafs en hersenloos volgend, zoals de lemmingen uit het gelijknamige computerspel. Verdwaald in een labyrint van vluchtigheid en onrust, een eenzaam web waar we enkel de oppervlakte der dingen raken.
‘Alles wat om betekenis te krijgen behoefte heeft aan de stilstand van een onbeweeglijkheid, krijgt uiteindelijk een twintigste-eeuwse stank en daarna ook een onheilspellende klank.’ – A. Baricco
Voortdurend in beweging, maar doelloos surfend over de oppervlakte. Door de nietsontziende snelheid van onze samenleving hebben we onze focus verlegd van essentie en betekenis naar periferie en verpakking. Denk maar aan jongeren die naar zomerfestivals trekken omwille van de camping en de sfeer, niet omwille van de artiesten of de muziek. In de wereld van de barbaren telt het aantal volgers, niet de inhoud. Vinden we het dan gek dat de influencers van vandaag an sich niet over concrete talenten beschikken? Het zijn geconstrueerde maskers waar we ons massaal aan spiegelen. En ze hebben geen tussenschakels – en dus ook geen kwaliteitscontrole – meer nodig om hun publiek te bereiken.
Die tussenschakels waren er vroeger in de traditionele media wel. Je moest iets te vertellen hebben om op de radio of op de televisie te komen. Massamedia, daarentegen, stellen elke gebruiker in staat om zich rechtstreeks tot anderen te richten. En ook in andere domeinen zijn die schakels verdwenen: de koerier die niet weet wat hij aflevert, de arts wiens diagnose door informatie op het net in twijfel getrokken wordt, de leraar die tijdens de les snel iets op Wikipedia opzoekt. Niet langer de deskundigen, wel de gebruikers zelf bepalen de richting. Met de onverbiddelijke werking van de grote getallen tot gevolg. Dat blijkt ook uit de manier waarop Google werkt: ‘waar de meeste mensen naartoe gaan, dat is de beste plek,’ een regel die al wat mainstream is verheerlijkt en al wat uitzonderlijk, excentriek, onconventioneel is verguist, of erger nog, negeert.
De barbaren en de digitale revolutie creëerden een versnipperde, gecomprimeerde en ongenuanceerde schaduwwereld waarin we, als een balletje in een flipperkast, doelloos in alle richtingen stuiteren. Laat je gerust mak en minzaam door die barbaarse vloedgolf overspoelen, adviseert Baricco ons. Maar voorlopig doe ik niet mee.