‘Ik weiger mezelf de fat fanatics te ontzeggen’
Door Daphne Agten, op Tue May 31 2022 22:00:00 GMT+0000Dikke mensen zijn vaak het onderwerp − van onheilspellende nieuwsberichten, van mislukte humor en denigrerende omschrijvingen − maar al te zelden de spreker. In een kwartet van getuigenissen nemen zij zélf het woord en delen hun ervaring met dik zijn. Deze keer: Daphne Agten.
‘Can I tell you something? You really have the kind of body I like. Especially the big belly.’
Het gaat over mijn zachte, bleke buik vol striemen en met een navel als een krater. Hij schreef het schoorvoetend, dat zag ik aan de flikkerende puntjes. Verschijnen. Verdwijnen. Verschijnen. Ik twijfel even. Mijn ogen rollen uit hun kassen en glijden over het scherm. Mijn vingers volgen.
‘Thank you. Looking forward to tonight.’
Dat zou vijf jaar geleden, toen ik nog geklemd zat in een strak conventioneel denkkader, niet waar geweest zijn. Want dit was, na een door merg en been snijdende lookadem, de grootste misser die een scharrel maken kon. Toegeven dat die mij wilde om mijn lichaam. Mijn dik lijf.
‘Mag ik eerlijk zijn? Ik zag je en wilde meteen met je werken. Gewoon om wie je bent. Wat je vertegenwoordigt, snap je?’
Dat zou vijf jaar geleden niet waar geweest zijn. Want dit was de grootste misser die een regisseur maken kon. Toegeven dat die mij wilde om mijn lichaam, mijn dik lijf.
De grootste misser die een regisseur maken kon, was toegeven dat die mij wilde om mijn lichaam.
32 jaren op deze wereld leerden me dat ik ver kon geraken ondanks mijn uiterlijk. Dat mensen me zeker leuk zouden vinden voor mijn persoonlijkheid. En dat ik fijn kon vrijen. Met de eerste de beste die me wilde. Want zo zouden er niet veel voorbijkomen. Lang geloofd, lang naar geleefd. Niks sprak de gedachte tegen. Niet de theater- en filmwereld, waar ik nooit geschikt was voor de rol van Julia of ‘spontane vrouw 25-35j’, maar wel voor die van trol of sympathieke metafoor voor het verval van de moderne maatschappij. Oh ja, en de hoofdrol in Fat Pig. Ik wil de dikke actrices die deze ‘kans’ aangeboden kregen niet te eten geven. Pun not intended. Niet mijn vrienden en kennissen, die met gerimpelde neus en gefronste wenkbrauwen beaamden dat er niets zo zielig is als een fatfetisjist.
Dat was toen.

Er staat, naast Roxane Gay, Divine en de Instagram-activistes, nog een ander standbeeld op mijn schouw. Voor mijn geliefden door de jaren heen. Het liefst willen we allemaal zelfbedruipend zijn. Onszelf zo geil vinden dat niets ons van de wijs kan brengen. Een intrinsiek geloof in onze eigen aantrekkelijkheid opbouwen, helemaal vanuit het niets. En weten dat aantrekkelijkheid er überhaupt niet toe doet, natuurlijk. Zo straf ben ik niet. Ik heb ze nodig, de mensen die dromen van mijn zachte wangen. Uren aaien over melkmeisjesborsten. Het liefste sterven, versmoord tussen dikke dijen. Want het zijn niet alleen de woorden die over de lippen rollen. Het zijn de lippen zelf. Overal. En veel. En vaak.
Als je me wilt, op de scène of in bed, is het met mijn lijf.
Luister, het gaat ons niet bevrijden. De spoedarts die me zonder hulp naar huis stuurde heeft lak aan mijn aanbidders en hoe fijn het voelt om naast mij in slaap te vallen. Maar ik weiger mezelf die mensen te ontzeggen. De fat fanatics. Zij die resoluut kiezen voor Big Beautiful Women. Met prints van facesitting-illustrator Namio Harukawa en Robert Crumb, die het liefst Amazonian Women tekende, boven hun bed. De motorboaters. Ik wil niet boven hen staan. Ik wil bovenop hen zitten. Onder hen liggen. Een godin zijn, al was het maar voor één nacht.
Want als je me wilt, op de scène of in bed, is het met mijn lijf. Mijn dik lijf.