Klassiek kwartet
Door Arne De Winde, op Fri Dec 13 2024 08:00:00 GMT+0000Dat klassieke muziek tijdloos is, klinkt als een cliché. Maar misschien is er toch wat van aan, als je merkt dat kunstenaars uit de meest uiteenlopende disciplines steeds weer inspiratie vinden in dat klassieke werk. In dit ‘klassiek kwartet’ vroegen we vier artiesten om zich te buigen over acht vragen, die peilen naar de relevantie van klassieke muziek – voor hen als persoon en voor de wereld vandaag. Zo divers de praktijk van de gesprekspartners is, zo divers is ook hun kijk op wat klassieke muziek vandaag kan betekenen. Maar dat klassieke muziek hen stuk voor stuk in vervoering en beweging brengt, dat moge duidelijk zijn.
Lisaboa Houbrechts
1. Wat is het vroegste muziekstuk dat je je kan herinneren? En het vroegste klassieke stuk?
Ik ben vernoemd naar een Portugese fado, een klaagzang over de stad Lissabon, die mijn meter op het moment van mijn geboorte in een bar in de wijk Alfama beluisterde. Mijn moeder besloot dat moment te eren door mij naar die fado te vernoemen. Ik kende het muzikale verhaal van mijn naam voordat ik me er de klank van kon voorstellen. Op mijn achttiende besloot ik naar Lissabon te liften om die klanken te ontdekken. Op een avond nodigde een fadozangeres me uit bij haar thuis. Ze zong de verschillende mogelijke versies van mijn naam. Ik begreep toen dat dit mijn vroegste en tegelijk onmogelijk te herinneren herinnering was; het lied van mijn geboorte.
En het vroegste klassieke stuk? Ik was zes jaar. Aan het begin van de zomer reden mijn vader en ik jaarlijks naar een bestemming in Zuid-Europa. We legden het grootste deel van het traject altijd ‘s avonds en 's nachts af. In Noord-Frankrijk, net voorbij Luxemburg, doemden dan vier enorme koeltorens op in een fel oranje licht. Het was de kerncentrale van Cattenom, de twaalfde grootste ter wereld. Mijn vader vond dat een indrukwekkende site en had de soundtrack mee van de Japanse documentaire Koyanisquatsi, met muziek gecomponeerd door Philip Glass. Elk jaar als we ’s nachts de waterdamp uit de monden van die helverlichte reuzen zagen verschijnen, was het tijd om die cd op te zetten. Een van mijn vroegste bewuste herinneringen aan een hedendaagse klassieke compositie is die dreigend lage basstem bij dat zuigende nachtlandschap.
2. Wat betekent klassieke muziek voor jou? In de zin van: wat is de betekenis van de term 'klassieke muziek' voor jou?
De term 'klassieke muziek' duidt de periode aan van Bach tot Beethoven, tussen de barokmuziek en de romantische muziek. Die muziek was aanvankelijk gebaseerd op evenwicht – zoals Griekse tempels – waarbij perfecte harmonieën en de kracht van de natuur centraal staan. Daarnaast wordt de term 'klassieke muziek' gehanteerd voor westerse geschreven muziek in het algemeen zonder daarin de orale muzikale tradities op te nemen, zoals de klassieke Arabische, Indiase en Afrikaanse muziek, maar ook zonder jazz, Cubaanse muziek of pop erbij te betrekken.
Houbrechts: ‘Ik kende het muzikale verhaal van mijn naam voordat ik me er de klank van kon voorstellen.’
Als auteur en muziektheatermaker betekent klassieke muziek voor mij braakliggend terrein waar ik mee aan de slag kan. Ik vind het inspirerend om aan de haal te gaan met repertoire, het in verbinding te brengen met andere muzikale en orale tradities, en genre- en tijdoverschrijdend te werk te gaan. Als operaregisseur betekent klassieke muziek voor mij muziek waarin ik kan dromen, maar ook mijn vrijheid moet zoeken. In beide situaties is klassieke muziek studie. Het is soms moeilijk om een klassiek werk meteen te voelen. Vaak is het bevreemdend en werpt het een afstand op. Sommige befaamde composities kan ik aanvankelijk niet langer dan enkele minuten beluisteren. Ze moeten indalen, slijten, onderzocht worden en dan kunnen ze me wel ontroeren. Dan wordt klassieke muziek plots een onverwacht diepe aanraking die je gevoeligheid en mens-zijn verrijkt en de grenzen van de verbeelding verlegt.
3. Zijn er specifieke componisten of stukken die een diepe indruk op jou hebben nagelaten? Of zelfs jouw artistieke praktijk hebben geïnspireerd?
In de zomer van 2022 luisterde ik on repeat naar de Johannespassie van Bach terwijl ik Vake Poes; of hoe God verdween schreef. Ik wilde in die theatervoorstelling de Johannespassie verbinden met het verhaal van een twaalfjarig meisje dat wordt geconfronteerd met drie generaties van seksueel misbruik en tonen hoe dat leidde tot het verlies van het geloof. In Jeruzalem legde ik – met mijn koptelefoon op – de kruisweg van Jezus af, een route die de islamitische wijk met de christelijke wijk verbindt. Op het dak van de Heilige Grafkerk stond ik tussen Ethiopische monniken van de Koptische Kerk, met de wind in mijn haren en die prachtige hobopartijen van de Passie die door mijn hoofd sneden. Ik begon erop te dansen en daarna vloeiden de woorden. Door dezelfde weg als Jezus af te leggen en elk van de twaalf staties te verbinden met Bachs Passie, begreep ik dat dit soort van 'method writing' een manier is om tot diepere verbeelding te komen, en tegelijk dat religieuze muziek, zoals die van Bach, clasht met de schrijnende politieke actualiteit die we vaak – en terecht – in kunst zo centraal stellen. Het is een ervaring die mij en mijn werk heeft getekend.
Een belangrijke nog levende componist voor mij is Fabrizio Cassol. Hij stelde me voor aan de blinde zanger en violist Tcha Limberger en samen maakten we I Silenti. Voor die voorstelling manipuleerde Cassol Monteverdi’s madrigalen over oorlog en liefde en verbond die met de liederen van de Sinti. Die liederen getuigen over de Roma-diaspora en een onderbelicht deel van de holocaust. Het was hartverscheurend om de blinde Limberger de liederen te horen zingen en hem te horen vertellen over wat er met zijn grootvader en grootmoeder was gebeurd. Die liederen hebben onze geschiedschrijving en de canon van de ‘klassieke muziek’ niet gehaald, maar werden door Cassol via Monteverdi de operascène binnengeloodst.

4. Beluister je klassieke muziek in je atelier? Of tijdens het maken van werk?
Ik schrijf vaak in stilte maar ik houd ervan te schrijven op verschillende plekken in de wereld waar de stilte anders klinkt. Ik schrijf op mijn telefoon terwijl ik door steden en landschappen trek. In de vibrerende energie van India en bij het getier van riksja’s, scooters, auto's en percussie die uit tempels schalt, kom ik tot andere teksten dan wanneer ik rond de Akropolis dwaal, in de nabijheid van de Griekse tragedies, rustend op de deurtrappen in de groene wijk Koukaki, terwijl Byzantijnse gezangen uit de kerk opstijgen en ik in de verte de verscheurende Rebetiko-liederen en de bouzouki van een straatmuzikant hoor.
Houbrechts: ‘Religieuze muziek, zoals die van Bach, clasht met de schrijnende politieke actualiteit die we vaak – en terecht – in kunst zo centraal stellen.’
Ik houd ervan te reizen naar de plekken waarvan de muzikale tradities in relatie staan tot het theater- en operawerk dat ik aan het voorbereiden ben. De reis is mijn atelier. In Mykene dwaal ik door de restanten van Elektra's paleis uit de zestiende eeuw v. Chr. met Richard Strauss’ opera Elektra uit 1909 in mijn koptelefoon. Het is de opera die ik in de lente van 2025 zal regisseren. Struinend door ruïnes verzamel ik beelden en ideeën waarin muziek, geografie, tijd en tekst vervloeien.
5. Zijn er muzikanten en/of componisten met wie je een artistieke samenwerking zou of had willen aangaan, en hoe zou deze er dan concreet uitzien?
In het voorjaar van 2023 ontmoette ik de Finse componiste Kaija Saariaho in de opera van Helsinki, waar ze haar iconische Graal Théâtre, een concert voor viool, acteur en orkest, opnieuw opvoerde. Ik schraapte mijn moed bij elkaar en vroeg haar om de muziek voor Siddharta te componeren, een project waar ik al jaren aan schrijf en waarvoor ik naar India trok. De composities van Saariaho raken helemaal aan het geluidsuniversum dat ik voel bij het schrijven van het verhaal. Die namiddag in de opera van Helsinki voerden we daar een eerste gesprek over, maar het was duidelijk dat ze erg ziek was. Ze kon zich niet goed concentreren en we spraken af dat we elkaar binnen enkele weken opnieuw zouden contacteren. Enkele maanden later ontving ik het bericht van haar zoon dat ze overleden was. Dat heeft me toen erg geraakt. Ze zal voor mij blijven resoneren in deze voorstelling.
6. Welke compositie zou wat meer gespeeld mogen worden aan de draaitafel (en ja, echt om op te dansen)?
'Générique' van Miles Davis, uit de soundtrack van de film Ascenseur pour l'échafaud.
7. Denk je dat klassieke muziek nog steeds relevant is voor het hedendaagse publiek? Hoe kunnen we de waarde ervan behouden of vernieuwen?
Het repertoire van klassieke muziek, opera en theater vereren én het willen openbreken vind ik interessant. Ik vind het ter discussie stellen van bestaande iconen een zeer relevante esthetische en politieke zoektocht. Er ontstaat zo een creatie in een tussentijd, een soort retro-futurisme, waarbij het verleden in het vandaag kritisch kan worden verbeeld. Toch zie ik ook veel nostalgisch, elitair, moralistisch of commercieel werk ontstaan. Ik heb vragen bij wat en hoe er wordt overgeleverd en hoe je met die overlevering omgaat. In muziek is er het schriftelijk repertoire, maar ook het mondeling overgeleverd wereldarchief. Dat is mogelijks nog omvangrijker, maar het is in gevaar door processen van modernisering, urbanisatie en verwesterlijking.
Als we het hebben over repertoire, spreken we over ons geheugen. Volgens de inzichten van de Indiase goeroe Sadhguru zijn er zeven types van geheugen en herinnering. Ik vond het bevrijdend om te lezen dat we in het domein van de energie onze meest alerte staat kunnen bereiken wanneer we onze geheugens legen, zowel lichamelijk als cerebraal. Het legen van je herinnering en van je (voor)oordelen, en jezelf losdenken van wat je hebt meegemaakt, is een interessante oefening. Kan je jezelf losdenken van je verwezenlijkingen en van je repertoire? Dán kom je tot het domein van de energie. Het inspireert me om na te denken over een muziek en een theater van de energie, ontdaan van zijn verleden en zijn identificaties.
8. Hoeveel tijd heb je nodig om vijf vrouwelijke componisten te noemen?
Van de twaalfde-eeuwse componiste Hildegard von Bingen tot de zeventiende-eeuwse Franscesca Caccini, van de begin-twintigste-eeuwse Lili Boulanger tot de hedendaagse Caroline Shaw – het zijn stuk voor stuk namen die tegelijk in me opkomen. Zij zijn componisten in de meer strikte zin van het woord. Doorheen de geschiedenis zijn er echter ook tal van vrouwen geweest die weliswaar geen aanspraak mochten maken op die mannelijk geconnoteerde titel van ‘componist’, maar wel enorm belangrijk waren voor de klassieke muziek.
Lisaboa Houbrechts is auteur en regisseur van theater en opera. Ze maakte o.a. Bruegel (2019) en Vake Poes; of hoe God verdween (2023). In België wordt Houbrechts’ werk ondersteund door KVS en Toneelhuis. Sinds 2022 maakt ze deel uit van de artistieke leiding van Toneelhuis.
Kris Nauwelaerts
1. Wat is het vroegste muziekstuk dat je je kan herinneren? En het vroegste klassieke stuk?
Als het over volksmuziek gaat, dan is dat een optreden van een dansende en spelende groep zwarte muzikanten in mijn geboortestad Kolwezi. De eerste blijvende herinnering aan een klassiek werk is de Vijfde Symfonie van Tchaikovsky.
2. Wat betekent klassieke muziek voor jou? In de zin van: wat is de betekenis van de term 'klassieke muziek' voor jou?
Klassieke muziek is voor mij een synoniem voor wat je ‘geletterde muziek’ zou kunnen noemen: muziek die meerdere lagen heeft en ingebed is in een bredere context van historische en hedendaagse muziekpraktijken en die een zekere virtuositeit veronderstelt zonder die steeds te moeten uiten.
3. Zijn er specifieke componisten of stukken die een diepe indruk op jou hebben nagelaten? Of zelfs jouw artistieke praktijk hebben geïnspireerd?
Nauwelaerts: ‘Goede muziek gaat door heel wat cognitieve barrières heen en kan ongelofelijk hard raken. Ze gaat ook in tegen het snelle gebruik en verbruik van klanken.’
Bach, Beethoven, Bruckner, Mahler, Richard Strauss, Schubert, Haydn, Mozart, Bartók, Rameau, Cage, Devreese, Orlandus Lassus, Ockeghem, Palestrina, Schönberg, Berg. Specifieke stukken zijn de opera Don Giovanni van Mozart, de Vier Letzte Lieder van Richard Strauss, de celloconcerto’s, de Brandenburgse concerto’s en de Goldbergvariaties van Bach, de Achtste Symfonie en Das Lied von der Erde van Mahler, Einstein on the Beach van Glass, Adagio for strings van Barber, concerto voor orkest van Bartók.
4. Beluister je klassieke muziek in je atelier? Of tijdens het maken van werk?
Ja.
5. Zijn er muzikanten en/of componisten met wie je een artistieke samenwerking zou (of had) willen aangaan, en hoe zou deze er dan concreet uitzien?
Ik zou graag met Nicholas Lens willen samenwerken. Ik ken zijn project Flamma Flamma en de opera Shell Shock, A Requiem of War. Het lijkt me heerlijk om met hem een project uit te werken waarbij ik de visuele enscenering van zijn muziek zou verzorgen.
6. Welke compositie zou wat meer gespeeld mogen worden aan de draaitafel (en ja, echt om op te dansen)?
Recent is er een revival ontstaan van de muziek aan het hof van Lodewijk XIV (Rameau en Lully). Door Les Musiciens du Louvre wordt die op een zeer aanstekelijke en dansante manier uitgevoerd. Wat echter vooral meer op dansfeesten gedraaid zou mogen worden zijn klassiekemuziekstukken uit de mediterrane en Afrikaanse cultuur.

7. Denk je dat klassieke muziek nog steeds relevant is voor het hedendaagse publiek? Hoe kunnen we de waarde ervan behouden of vernieuwen?
Goede muziek gaat door heel wat cognitieve en intellectuele barrières heen en kan ongelofelijk hard raken. Ze gaat ook in tegen het snelle gebruik en verbruik van klanken. Dus, ja, klassieke muziek is belangrijk voor het hedendaagse publiek, net als goede literatuur, film, theater en beeldende kunsten dat zijn. Dat merk je aan de vele jongeren die enthousiast naar De Munt of Bozar komen voor concerten en opera’s (zelfs voor De Ring van Wagner!). Bevlogen dirigenten als Alain Altinoglu en soepele orkesten als dat van De Munt spreken door hun spontane aanpak een jong publiek aan.
8. Hoeveel tijd heb je nodig om vijf vrouwelijke componisten te noemen?
Dat is een moeilijke, ik kom amper aan vier vrouwelijke componisten: Von Bingen, Clara Schumann, Alma Mahler en Nadia Boulanger.
Kris Nauwelaerts is illustrator van kinder- en jeugdboeken. Hij was van 2003 tot 2023 docent illustratie aan PXL-MAD te Hasselt. Op zijn achttiende begon hij notenleer en orgel te studeren aan de muziekschool van Maasmechelen. Nadien kreeg de tekenende hand de bovenhand op de spelende, maar pianospelen behoort nog steeds tot de orde van de dag.
Colette Broeckaert
1. Wat is het vroegste muziekstuk dat je je kan herinneren? En het vroegste klassieke stuk?
Op mijn kamer had ik als kind een muziekdoosje met het liedje London Bridge Is Falling Down. Ik heb het doosje nog steeds, al is het ondertussen wat stuk. Daarnaast herinner ik me de liedjes die mijn grootmoeder voor me zong. Ik zing ze nu voor mijn zoontjes, wonderlijk is dat. En natuurlijk Lullaby van Brahms: een klassiek stuk omdat het door een klassiek componist is geschreven, maar dat eigenlijk in hetzelfde rijtje past als de liedjes van mijn grootmoeder.
Iets later, en meer bewust, herinner ik me een Perpetuum Mobile van Paganini, dat een vioolbouwer voor me speelde toen ik met viool begon aan de muziekschool. Dat heeft een diepe indruk nagelaten. Rond die leeftijd ontdekte ik thuis ook een cd van James Last, met heel kitscherige uitvoeringen van klassieke werken. Niet dat ik er nu zo trots op ben, maar door onder andere De Moldau van Smetana werd ik helemaal opgeslorpt. En verder stond er thuis heel vaak klassieke radio op. Daarvan herinner ik me vooral dat ik de klavecimbelmuziek heel ergerlijk vond.
2. Wat betekent klassieke muziek voor jou? In de zin van: wat is de betekenis van de term 'klassieke muziek' voor jou?
De meest evidente omschrijving is allicht muziek zoals die zich ontwikkelde volgens de westerse compositorische principes, vanaf de renaissance en barok. Samen met het complexer worden van de muzikale principes werden ook partituren gedetailleerder en werden uitvoeringspraktijken gestandaardiseerd. Tegelijk herbergt de term ook het netwerk van sociale conventies dat zich ontwikkelde, onze luisterhouding, verwachtingspatronen, concertetiquette enzovoort.
Broeckaert: ‘Ik denk dat de uitvoeringspraktijk een even belangrijk criterium is voor wat als klassiek wordt ervaren als het repertoire.’
Ook muziek die deze principes becommentarieert, bekritiseert of onderuithaalt, valt onder die noemer. Al vind ik het moeilijker om te bepalen welke muziek vanaf, zeg maar, 1950 nog als klassiek geldt. Of hoe je ‘hedendaags klassiek’ precies zou moeten afbakenen. Daar worden net de grijze zones tussen genres en disciplines interessant. Soms heeft de muziek dan weer niet veel meer met het ‘klassieke’ van doen, maar valt de performance zelf wel binnen het klassieke idioom.
Ik denk dat de uitvoeringspraktijk dus een even belangrijk criterium is voor wat als klassiek wordt ervaren als het repertoire. Wat doe je vandaag de dag, als uitvoerder, met een stuk dat al zo vaak, zo virtuoos is gebracht? Maar verander de context, en je creëert iets nieuws. Het label ‘klassieke muziek’ voelt dan soms eerder aan als een vehikel. Het doet me ook denken aan een opname van András Schiff die Bach speelt. Dat klonk als een uit de mouw geschudde improvisatie, geweldig. Daar draait het om, dat een stuk tot leven komt, dat het spreekt, nu.
3. Zijn er specifieke componisten of stukken die een diepe indruk op jou hebben nagelaten? Of zelfs jouw artistieke praktijk hebben geïnspireerd?
Als muzikant denk ik dat je in elke componist bijzonderheden ontdekt die je op een of andere manier aanspreken of raken. Ook stukken die weerstand oproepen, kunnen interessante sporen nalaten. Mijn voorliefde voor bepaalde componisten is natuurlijk wel veranderd door de jaren heen, maar daarin een rangorde aanbrengen zou onfair en irrelevant zijn.
Twee componisten die me vanuit meer filosofisch oogpunt lang hebben beziggehouden, zijn John Cage en Pierre Boulez. Boeiend is het hoe hun twee nagenoeg tegengestelde opvattingen van muziek zich gelijktijdig ontwikkelden. Cage heb ik slechts druppelsgewijs toegelaten tot mijn beleving van muziek, maar zijn invloed is nog steeds enorm, op zo veel vlakken.
Broeckaert: ‘Met Satie had ik wel eens willen brainstormen. Zijn conceptuele kijk op muziek, de associaties met andere kunstvormen, de pre-dada geestigheid …’
Een ander duo dat lange tijd mijn projecten heeft gevoed, is Robert Schumann en Dick Raaijmakers. De theatraliteit en narrativiteit in hun oeuvre blijft voer voor nader onderzoek. Via onder andere Raaijmakers en ook Bernard Parmegiani leerde ik meer en meer de elektronische muziek kennen. Ook door met analoge synthesizers te werken, ben ik op een andere manier beginnen te luisteren; meer en meer trad het geluid zelf op de voorgrond, het vormen van de klanken zelf. Luc Ferrari was dan weer een openbaring wat betreft het verwerken van field recordings, en de combinatie met akoestische instrumenten.
4. Beluister je klassieke muziek in je atelier? Of tijdens het maken van werk?
Zelden. Elk beetje muziek leidt me enorm af. Ik vind het wel heel fijn om met het raam open te werken en de omgevingsgeluiden binnen te laten. Maar eens ze mijn aandacht vangen, is het vaak ook weer om zeep en gaat het raam terug dicht. Vroeger kon ik nochtans net heel goed werken met muziek op de achtergrond, heel vaak Bach. Of voetbal.

5. Zijn er muzikanten en/of componisten met wie je een artistieke samenwerking zou (of had) willen aangaan, en hoe zou deze er dan concreet uitzien?
Met Satie had ik wel eens willen brainstormen. Zijn conceptuele kijk op muziek, de associaties met andere kunstvormen, de pre-dada geestigheid, die trouwens wel wat vaker vanonder het stof mag worden gehaald … Maar op dit moment kijk ik er vooral naar uit om met enkele bevriende muzikanten en kunstenaars vrijuit te improviseren en experimenteren, zonder concrete verwachting of doel. Het is afwachten wat er op die manier komt opborrelen en ontdekken hoe dat toch weer in een plaatje blijkt te passen.
6. Welke compositie zou wat meer gespeeld mogen worden aan de draaitafel (en ja, echt om op te dansen)?
Veel barokmuziek is geweldige dansmuziek, allicht omdat de ritmes vaak gebaseerd zijn op dansen. Op sommige stukken van Bach, Scarlatti of Soler kan je toch gewoon niet blijven stilzitten? Of neem het Concerto voor 2 mandolines in G major van Vivaldi, of het tweede deel uit diens cellosonate Op. 14 … Bepaalde composities van Beethoven hebben dat effect ook, maar daar zit dan meer drama in; ik denk aan zijn Appassionata-sonate, altijd prijs. Of de pianomuziek van Schubert, bijvoorbeeld diens Hongaarse melodie: een ingetogen, intiem danspasje met je lief!
7. Denk je dat klassieke muziek nog steeds relevant is voor het hedendaagse publiek? Hoe kunnen we de waarde ervan behouden of vernieuwen?
Ik blijf het fascinerend vinden hoe repertoire van enkele honderden jaren oud vandaag nog steeds gespeeld en beluisterd kan worden, als fragmenten uit een vergane tijd. Het is dan ook een enorme uitdaging wat we daar, in deze volledig andere wereld en context, mee moeten aanvangen. Hoe maken we ons die muziek eigen? Voor mij is dat onder andere door haar als materiaal te zien dat we onder handen kunnen nemen, beschikbaar om iets nieuws mee te maken, materiaal dat kan worden getransformeerd, ontrafeld, vervormd, ontwricht. Dat kan resulteren in een nieuwe compositie, maar ook in een installatie, in beeld of tekst. Muziek hoeft zich niet tot geluid te beperken. Er is geen origineel. Een partituur is geen eenduidig iets. De kraken en barsten, daaruit kan zoveel nieuws tevoorschijn komen.
Misschien is de relevantie ervan ook te vergelijken met die van grote literaire werken? Van die boeken die, eens je ze gelezen hebt, ergens onderhuids blijven hangen, deel van je zijn geworden. Zelfs al staat dat boek vervolgens jarenlang in je kast stof te vergaren: je hoeft maar één regel te herlezen en je bevindt je opnieuw in de gedachtewereld die het boek toen opriep. Ik merk dat dit effect van klassieke werken me op dit moment erg bezighoudt: in hoeverre maken ze deel uit van jezelf, van je bewustzijn, misschien van een onderbewustzijn, van een soort collectief bewustzijn ook. Want iedereen kent of herkent bepaalde flarden, klanken, kleuren, die ieder van ons naar een bepaalde tijd of sfeer kunnen terugvoeren. Het koekje van Proust, maar dan met geluid. En soms dus specifiek met een stukje klassiek.
8. Hoeveel tijd heb je nodig om vijf vrouwelijke componisten te noemen?
Clara Schumann, Pauline Oliveros, Annelies Van Parys, Sofia Gubaidulina, Kaija Saariaho. Een twintigtal seconden. Veel te lang, Saariaho zag ik voor me maar haar naam schoot me niet te binnen. En Joanna Bailie ook, maak er maar zes van.
Colette Broeckaert is filosofe en pianiste. In haar werk onderzoekt ze hoe muziek, geluid, beeld en tekst elkaar beïnvloeden en in elkaar ingrijpen. Een van de prominente vragen die ze zich stelt, is hoe klassiek repertoire zich gedraagt binnen nieuwe, multimediale constellaties.
Wim Lambrecht
1. Wat is het vroegste muziekstuk dat je je kan herinneren? En het vroegste klassieke stuk?
Dat moet bij mijn grootvader geweest zijn: An der schönen blauen Donau van Johann Strauss, op cassette dan nog wel. Ik stond niet alleen perplex door de schoonheid van de muziek, maar ook door de magneetlintjes waaruit muziek kwam. In diezelfde periode kwam ik ook in aanraking met vinyl en ontdekte de impact van klassieke muziek op film.
2. Wat betekent klassieke muziek voor jou? In de zin van: wat is de betekenis van de term 'klassieke muziek' voor jou?
Het is eigen aan het Westen om indelingen te maken, te categoriseren. Alsof klassieke muziek zich onderscheidt doordat ze elitair zou zijn, ver weg van het volkse. Zeg maar, ernstige muziek voor ernstige mensen. Bovendien is ‘klassieke muziek’ niet exclusief westers. Denk maar aan de manier waarop musici in Rusland of Japan deze muziek levendig houden. En wat dan met een term als ‘hedendaagse klassieke muziek’? Alles wat wordt gedefinieerd schiet tekort.
3. Zijn er specifieke componisten of stukken die een diepe indruk op je hebben nagelaten? Of zelfs jouw artistieke praktijk hebben geïnspireerd?
Lambrecht: ‘Het is eigen aan het Westen om indelingen te maken, te categoriseren. Alsof klassieke muziek zich onderscheidt doordat ze elitair zou zijn, ver weg van het volkse.’
Het meest beluisterde stuk blijft de Matthäus-Passion van Bach, niet stuk te krijgen. In mijn studentenjaren liet Ligeti met Lux Aeterna een ongemene indruk na, en het Miserere van Gregorio Allegri. Klassieke muziek beluister ik bij voorkeur live. Ik houd van de intensiteit, de spanning, de concentratie en de geladenheid. En het onderweg zijn naar en van een concert is van belang; zo houd ik het beter vast in mijn geheugen. Een concert bijwonen onder directie van een Valery Gergiev of een Esa-Pekka Salonen is haast onmogelijk te vergeten, het geeft een boost die onrechtstreeks ten goede komt aan de praktijk die je beoefent en rechtstreeks aan je leven als mens.
4. Beluister je klassieke muziek in je atelier? Of tijdens het maken van werk?
Dat gebeurt, en dat zal nog meer gebeuren nu ik net een atelier heb gebouwd. Ook wanneer ik bijvoorbeeld schrijf, luister ik naar klassieke muziek, al dan niet in combinatie met, jawel, techno.
5. Zijn er muzikanten en/of componisten met wie je een artistieke samenwerking zou (of had) willen aangaan, en hoe zou deze er dan concreet uitzien?
Lambrecht: ‘Klassieke muziek bestaat bij gratie van haar live vertolking, met andere woorden door haar in de meest fysieke vorm te brengen voor een publiek.’
Ik heb jaren gewerkt met het repertoire van Alma en Gustav Mahler alsook met dat van Robert en Clara Schumann. Ik was enorm aangetrokken door het idee van artistieke koppels. De vraag boeide me hoe ze beiden stem gaven aan elkaar. De periode van de romantiek vond ik bijzonder fascinerend, ze zette heel wat in beweging. Er werden heel wat nieuwe mogelijkheden verkend binnen de muziek. Het zette me aan om zelf na te denken hoe muziek audiovisueel kan worden begrepen en gebracht. Naast scenografische elementen maakte ik props en kostuums en bedacht ik interventies die het kijken activeerden. Ik kreeg heel wat kansen om met zangers, pianisten en strijkers te werken en die samenwerkingen publiek te maken tijdens onder andere een aantal edities van het Festival van Vlaanderen. Daarnaast werkte ik vaak in situ in minder evidente ruimtes. Op dit moment bereid ik een stuk voor waarvoor er een nieuwe compositie zal worden geschreven. Het is nog niet voor morgen, hoor, goede dingen verdienen tijd.

6. Welke compositie zou wat meer gespeeld mogen worden aan de draaitafel (en ja, echt om op te dansen)?
Het oeuvre van Dmitri Sjostakovitsj, meer bepaald zijn strijkkwartetten!
7. Denk je dat klassieke muziek nog steeds relevant is voor het hedendaagse publiek? Hoe kunnen we de waarde ervan behouden of vernieuwen?
Absoluut! Klassieke muziek bestaat bij gratie van haar live vertolking, met andere woorden door haar in de meest fysieke vorm te brengen voor een publiek. Zonder publiek sterft muziek. Wars van de tekst, de taal of de complexiteit blijft klassieke muziek een verbluffend medium dat niemand onbewogen laat. Zelfs wanneer het orkest is uitgekleed, het instrumentarium vernield, dan nog blijft de stem een wapen dat een verpletterende indruk nalaat. Zo blijft het opmerkelijk dat polyfonie tot op heden niets aan frisheid heeft ingeboet, de Negende van Mahler brandend actueel blijft of hedendaagse composities onze zintuigen blijven uitdagen. Maar alles staat of valt dus met de uitvoering; de interpretatie van een stuk is bepalend voor hoe het al dan niet zal overleven.
8. Hoeveel tijd heb je nodig om vijf vrouwelijke componisten te noemen?
Per direct: Alma Mahler, Clara Schumann, Fanny Mendelssohn, Cathy Berberion, Laurie Anderson en Björk.
Wim Lambrecht is docent aan LUCA School of Arts en was er campusopleidingshoofd Beeldende Kunsten van 2015 tot en met 2023. Daarnaast is hij ook actief als kunstenaar en curator. Recente onderzoeksprojecten en tentoonstellingen belichten zijn interesse voor bewegend beeld. Hij focust daarbij niet alleen op geprojecteerd bewegend beeld, zoals film of video, maar ook op fysiek bewegend beeld in relatie tot een publiek, zoals performance, theater en concerten. Hij is tevens bestuurder aan het HISK, 019/Smoke & Dust en Kunsthal Gent.