Kleur bekennen. Esthetische bedenkingen bij de VRT

Door Eric de Kuyper, op Wed Dec 13 2023 23:00:00 GMT+0000

Filmregisseur en -criticus Eric de Kuyper volgt de duidingsprogramma’s van de VRT op de voet. Sinds enige tijd pronken ze in een nieuw kleedje: kleurrijk, blits en met veel beweging. Welke (digitale) geletterdheid veronderstelt die beeldtaal, vraagt De Kuyper zich af? En dient ze nog wel de informatie, tenslotte de crux van zulke programma’s?

Bij het ontwerpen van het nieuwe kleedje dat de VRT bedacht heeft voor een drietal informatieve talkshows die ik geregeld volg, werden kosten noch moeite gespaard. En we zullen het geweten hebben: er wordt kleur bekend! Alles kleurt in opdringerige combinaties van blauw-groen of rood-paars-mauve-violet.

Of ik dan maar terug naar een zwart-wit scherm moet overschakelen?

Doch, er is één goed punt: we zijn eindelijk af van de tafel uit De Zevende Dag. Een table d’hôte waaraan niemand, noch de gasten, noch de gastgevers, zich gemakkelijk kon voelen. De tafel is, naast een zitgelegenheid, het onmisbare bindmiddel bij een serieuze conversatie. In het vernieuwde De Zevende Dag zijn er nu meerdere tafelopstellingen. Op het voorplan twee kleinere tafels. Royaal omringd door een violette zitligbank waarop enkel (?) de gastgevers mogen plaatsnemen. Op de achtergrond, in de verte, zie je dat er al iemand aan een grotere tafel zit. De eerste minister zit in de wachtkamer tot het zijn beurt is.

Geen enkel beeldfragment mag blijven stilstaan. Alles moet dynamisch lijken.

Terzake doet krampachtige pogingen om de zittende situatie rond de tafel in te perken. Zo moeten onze presentatoren vanuit het halfduister een loopje doen naar de hun toegewezen zitplaats, aan een nogal grote tafel. Ik herinner mij dat een decennium of zo geleden bij het journaal van het Duitse ZDF het zeer populaire nieuwsanker (een Duitse Martine Tanghe) volgens geroddel in de kranten na enkele dagen de oude zittoestand wist te heroveren. Collega-journalisten brengen dan wel duiding over een stand van zaken, staande (ex cathedra met PowerPoint?). Zij hebben de functie om het verschil in register aan te geven. Aan tafel of per videoscherm de discussie; de context er los van. Soms zijn er ook korte montages van fragmenten uit de gewone journaals.

Dat functioneert vrij goed.

De moderatoren van De Afspraak mogen gelukkig al zittend de gesprekken voeren. Het openingsbeeld is een totaalbeeld van de tafel met de drie-vier gasten en middenin de gespreksleider. Volgens Gabriel (acht jaar nu) lijkt het op het beeld van ‘Het Laatste Oordeel’, waarbij dan enkele apostelen ontbreken. De gastheer of -vrouw moet ons vanop een afstand welkom heten.

De gesprekken worden aanhoudend op de achtergrond opgeluisterd met beeldmateriaal, dat te maken heeft met het onderwerp of zomaar ter – ja, wat, ter opfleuring? – worden ingezet. Het zijn dan soms kaders-in-kaders-in-kaders. In Terzake ook witte slingerwormen, die op de koop toe gereflecteerd worden in het, uiteraard, spiegelende tafelblad. Het zijn afleidingen van of variaties op de lelijke vette grote hoofdletter ‘T’ die het programma inleidt. Die lintworm blijft de hele tijd kronkelen door het beeld.

Geen enkel beeldfragment mag blijven stilstaan. Alles moet dynamisch lijken. Op de achtergrond van De Afspraak dringen zich aanhoudend abstracties op, ook als er niets te illustreren valt.

In de communicatiewetenschappen werd dat ‘ruis’ genoemd. En als het er in Terzake, visueel, al eens rustiger aan toe gaat, glijdt de camera in de ruimte, zogenaamd ‘onmerkbaar’, maar niet voor mij.

Het design of de vormgeving moet de informatie ondersteunen. Dat betekent: op de achtergrond blijven.

Welja. Ik kan het moeilijk ontkennen: ik (geboren in 1942) kom uit een Beeldcultuur. Wat ik hier allemaal aanstip, komt klaarblijkelijk uit een Digitale Cultuur, die voor mij niet vanzelfsprekend is. Toegegeven, wij hebben ook inspanningen moeten doen met de aan ons voorafgaande Woordcultuur. Het ging dan in de jaren 1960 om de tegenstelling tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur. We probeerden beide te verzoenen. Een man van de woordcultuur, Roland Barthes, schreef in die jaren zijn Mythologieën, analyses van het alledaagse. En zijn proefschrift ging over … mode. Of, nog een ander voorbeeld, Georges Perec, een schrijver en dus, per definitie een man van het woord, bracht de bestseller Les Choses uit, waarin hij de groeiende consumptiemaatschappij hekelde. Ook de Film, tot dan toe beschouwd als commercieel entertainment, werd in de jaren 1950-1960 als volwaardig cultuurverschijnsel erkend. Ja, zelfs als Kunst! En de hoge cultuur van dans, concert, theater, enzovoort, werd gedemocratiseerd. Denk maar, bij ons, aan Maurice Béjart.

Omdat ik zelden of nooit naar journaals kijk, was ik na jarenlange afwezigheid blij en verrast te ontdekken dat de VRT uitmuntende informatieprogramma’s als Terzake en De Afspraak biedt. Zo’n bijna dagelijks informatieve talkshow voor mekaar krijgen, vergt enorme inzet en kwaliteiten, die, vrees ik, enkel door insiders naar waarde kunnen worden geschat. Het direct inpikken op de actualiteit, het verruimen en verdiepen van wat in het journaal soms net aan bod is gekomen, is een uitdaging van formaat. Waarvoor ik als kijker dan ook dankbaar ben.

Dat men wel eens steken laat vallen, dat sommige genodigden of experten tegenvallen, is onvermijdelijk. Dat ik echter telkens toch op z’n minst een echte verruiming en verdieping krijg op ‘complexe’ feiten, maakt van mij een dankbare kijker.

De kern van de zaak blijft de informatie, die zo goed mogelijk aangeboden moet worden. En het design, de vormgeving moet die ondersteunen. Dat betekent: op de achtergrond blijven. De moderatoren kunnen nog zo hun best doen, als daar op de achtergrond van alles en nog wat rondfriemelt, is dat niet behulpzaam. Voor hen niet, en ook niet voor mij, die toch een redelijke inspanning moet doen om kritisch de discussies te kunnen volgen.

Je zou toch denken dat een openbare omroep zich ook bewust moet zijn van zijn esthetische opdracht?

Moet ik de vernieuwde ‘look’ gewoon als een modieus verschijnsel beoordelen? Zo ja, dan verdwijnt het, zoals de regel is bij mode, al over een paar seizoenen en wordt het vervangen door hetzelfde, maar nu eens in geel in plaats van rood. De investering in zo’n nieuw kleedje is echter zonder meer te belangrijk geweest, en de VRT bekent onrechtstreeks dat we het daarmee wel een tijdje zullen moeten doen. En dat men niet beseft hoe kostbaar die programma’s zijn vanwege hun inhoud, en ze er niets bij winnen wanneer ze opgetut worden. Hier is de formule ‘less is more’ van toepassing en het aanvullende Ornament und Verbrechen. Dat ging toen bij Mies van der Rohe en Adolf Loos over architectuur, maar kan tot design worden verruimd.

Het is de opdrachtgever die hier tekortschiet. Er zijn best wel ontwerpers en designers die zo’n vernieuwingsproces beter, met meer stijl en, in onderhavig geval, met meer nederigheid kunnen realiseren. Er werd dus voor een verkeerd team gekozen. Wij zitten nu met het resultaat opgezadeld. Je zou toch denken dat een openbare omroep zich ook bewust moet zijn van zijn esthetische opdracht?

Voor bepaalde televisieformats geldt het gezegde: never change a winning horse. Ook al liep dat paard af en toe mank. Zoals in het oude Terzake, waar de camera er maar niet in slaagde om twee gasten behoorlijk in beeld te krijgen. Diegene die aan de rechterzijde van de moderator zat, leek altijd de verkeerde kant op te kijken.

Toen ik, in de jaren 1960, nog als producer werkte bij de BRT, heb ik tot mijn schade en schande de perikelen met het winnende paard zelf meegemaakt. Na twee weken werd de door mij bedachte vernieuwing van het populaire programma Premiere, waarvan ik toen producer was, afgevoerd, en is het decennialang in de oude vorm blijven voortbestaan.

In die jaren 1960 bevond het televisiemedium zich nog voor een deel in de pioniersperiode. Er kon nog van alles worden uitgeprobeerd. Geleidelijk aan werd het tv-medium de gevangene van de formats. Een format kon alleen maar vervangen worden door er een ander naast te zetten.

Het beeld is iets kostbaars. Ik heb me er als docent, criticus, theoreticus en filmregisseur intensief mee beziggehouden. De generatie van de digitale cultuur verdrinkt erin.