Lieve Dean
Door Dean Bowen, op Fri Aug 14 2020 06:21:00 GMT+0000Elke vrijdag pent een van onze vijf vaste online correspondenten een brief. In de verzengende hitte kijkt Dean Bowen zichzelf in de ogen. ‘Je lijkt gestrest. Alsof je lichaam ook geen veilige thuishaven meer is. Alsof het dat nooit volledig was.’
Ik schrijf deze brief aan jou omdat ik vermoed dat je het nodig hebt. De wereld is te warm en te vermoeiend de afgelopen paar dagen. Net als de rest van de wereld smelt je haast weg en is dat niet reden genoeg om de waanzin toe te laten. Je zocht naar een gebeurtenis om het over te hebben in deze brief, naar een mens om in te voegen in de aanhef. Je zou zeggen dat er genoeg is om over te schrijven.
Beiroet bloedt nog na. De moordenaars van Breonna Taylor zijn nog altijd niet gearresteerd. Er is net een 16-jarig meisje in Spangen opgepakt voor het doodsteken van een andere tiener. Het aantal besmettingen met COVID-19 loopt weer op. Volksvertegenwoordigers zijn opeens nergens te vinden als het gaat om stemming ten behoeve van een betere financiële waardering voor ‘onze helden’ in de zorg (de politieke taal is een sidderaal). Een jonge man in de bloei van zijn leven wordt op klaarlichte dag doodgeschoten en een ander stierf tijdens een ontgroening bijna twee jaar geleden en is nu pas wereldnieuws. Waarom krijg je dan niets uit je vingers?
Ze zullen het je nooit gunnen. Niet het licht in de ogen. Niet de veiligheid.
Ik weet dat het geen onwil is. Je breekt er nu al dagen je hoofd over en je hebt meningen genoeg. Een goede kop op je schouders, zoals je moeder zou zeggen. Er is nog genoeg strijd te leveren. De wereld is oneerlijk verdeeld. Welvaart gedijt met ook de oogkleppen die jij draagt.
De maatschappelijke debatten zijn toxisch en er is een schare aan mensen die zichzelf opwerpen als hoeders van het vrije woord, waarmee te zeggen fuck you, waarmee te zeggen ‘waag het niet te komen aan dit stukje dat ik verworven heb op jou’, waarmee te zeggen…dat welke eis voor gelijkwaardigheid dan ook, ze het je nooit zullen gunnen. Niet het licht in de ogen. Niet de veiligheid. Niet de toegang tot de instituten die ze bouwden om alle gewelddadigheid te rechtvaardigen. Je ziet er moe uit, Dean. Verdrietig ook.
En waarom niet huilen? Waarom niet de hemel aanroepen? Een god vervloeken waar je niet in gelooft?
Je ziet het allemaal voorbijkomen op de voorpagina’s van digitale nieuwsbronnen, in de Instagram-stories van mensen die je liefhebt. Je weet Twitter net genoeg in de gaten te houden om te weten waar de relletjes op dat digitale dorpsplein zich afspelen, maar net niet genoeg om meegesleurd te worden in het afvoerputje. En Facebook…ach, Facebook is weinig meer dan een digitaal fotoboek. Sinds maart fungeert het ook niet meer als evenementenkalender en je hebt je handen al vol genoeg aan al die andere meningen van andere mensen op andere platforms om die van de, tot die outlet veroordeelde, boomers ook nog op te blijven zoeken.
Alles brandt. Je ziet hoe de waan van de dag tot wervelwind verwordt die de as van wat er overbleef meevoert.
En alles brandt. Je ziet hoe de waan van de dag tot wervelwind verwordt die de as van wat er overbleef meevoert. De smeulende hoop die er achterblijft noemen we civilisatie. Ontwikkelde wereld. Verlichte geesten. Maar alle experts zijn verdacht. En geleefde ervaring is verdacht. En cultuur is niet een dynamisch organisme maar een gekaderd gebied. De zon brandde te fel en wat je aanzag voor rafelranden bleken spoelen prikkeldraad. Loopgraven liggen als littekens door onze steden. De donderwolken doemen op aan de horizon en iedereen zit aan de medicatie. Voorgeschreven of zelf aangeleerd. Lieg niet. Ook jij bent schuldig. Ben je gelukkig Dean? Je lijkt gestrest. Alsof je lichaam ook geen veilige thuishaven meer is. Alsof het dat nooit volledig was.
Je lijkt onrustig Dean. Wat is er aan de hand? Laat je niet afleiden door het ritme. Het is de dans om de macht en het volk zingt uit volle borst. Ze zaaien om te oogsten. Ze noemen het verzet. Ze noemen het, het gevaar van de cancel culture. Ze noemen het: ‘je mag verdomme ook helemaal niets meer ...’, ze noemen het censuur. Ze noemen het kinderfeest. Ze noemen het de homeopathische verdunning van het volk. Van hun volk. Ze noemen het identiteitspolitiek en hoe het alles aan het verpesten is.
Laat je niet afleiden door het ritme. Het is de dans om de macht en het volk zingt uit volle borst.
Maar alles is altijd al politiek geweest. De polders die ze drooglegden, de universiteiten die ze bouwden, de stenen die het parlement huist, de Quote 500 en de gemeenten overzees koloniale gebieden. Alles is en was en zal altijd politiek blijven en doordrenkt van diegenen die de scepter zwaaiden.
Dean, je weet dit allemaal. En zij weten het ook. Maar er is liefde om je heen en je hebt zelf zoveel te geven. Soms mag de wereld even stil. Trek een blikje gingerbeer open. Ga naaktzwemmen in natuurwater met een mooi meisje. Rook een joint. Bel je moeder. Loop in de nacht een rondje door je wijk. Knik naar de dealers op de hoek. Hou er allemaal van.
Morgen is het een nieuwe dag.