Lieve rekto:verso,
Door Anissa Boujdaini, op Thu Sep 27 2018 22:00:00 GMT+0000Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week ondervraagt Anissa Boujdaini dit medium zelf, na een opinietekst die rekto:verso vorige week publiceerde over kunst en racisme. ‘Hoe kan uitgelegd worden dat een tekst die in het hele dekolonisatiedebat van geen waarde is, zo’n plek krijgt bij jullie? Teleurstellend.’
Met heel wat oeh’s, oef’s (niet van opluchting), oei oei oei’s en een misselijk gevoel las ik vorige week het opinieartikel “In fictie moeten foute meningen blijven mogen” dat door jullie gepubliceerd werd.
Ik wilde eerst mijn brief aan de auteur richten, maar besefte al snel dat daarin niet de kern van de issue lag. Ik zou meedoen aan een zoveelste heen en weer tussen een persoon van kleur en een witte man die maar niet wil begrijpen wat racisme of privilege werkelijk betekent.
De kritiek op het gebruik van racisme in stukken gaat niet om een gebrek aan kennis over de theaterwereld of -technieken, maar om een diep begrip van machtsstructuren.
In het stuk werden foute meningen en de autonome ruimte van de kunst verdedigd. Al snel ging het over racisme binnen theaterwerken en, minder expliciet, over de dekoloniseringsprocessen die in het huidige debat steeds meer aandacht krijgen. Want blijkbaar gaat autonome ruimte binnen de kunst bij ons altijd over de vrijheid om racistisch te kunnen zijn, die dan binnen theater kennelijk moet verdedigd en begrepen worden als racistische spot.
De auteur van het opiniestuk vertrekt van een rechtszaak waarin een Nederlandse schrijver in de jaren 1950 werd vrijgesproken voor het beledigen van katholieken omdat 'kunst een autonome ruimte is waarin meningen moeten kunnen worden geventileerd'. De rechtszaak vormt het achterliggende idee van de hele tekst, maar dit vertrekpunt negeert de positie van de katholieken toen en stelt het op oneerlijke wijze gelijk aan de positie van gemarginaliseerde groepen nu.
Dat een wit publiek racistische voorstellingen nodig heeft om bewuster te zijn van de bestaans- en mensenrechten van personen met een ander profiel (‘De racistische uitspraken zijn een noodzakelijk kwaad in het kader van de antiracistische boodschap die het stuk brengt.’), zegt iets over dat publiek. Of onderschat het publiek. Het verdedigt in geen enkel opzicht dat dergelijke voorstellingen nodig zijn.
Het opiniestuk getuigt verder ook nogal van een arrogante houding. Wanneer er gesproken wordt over een bevriende dichter die racisme binnen Othello door Toneelgroep Maastricht aanhaalt, wordt geanalyseerd welke denkfout die dichter heeft gemaakt. Maar wie zegt dat de dichter een denkfout maakt wanneer het de ander is die ‘functioneel racisme’ verdedigt?
Eenzelfde toon is merkbaar wanneer de auteur kunstkenners en -critici als Tunde Adefioye en Heleen Debeuckelaere aanhaalt. Wat een kapsones om te denken dat het probleem voor critici en toeschouwers van kleur gelegen is in hun onwetendheid over wat ‘impliciete karakterisering’ is, welke technische subtiliteiten kunst vormen of zelfs wat ironie is. Wat een superioriteitsdenken.
Het is toch echt niet moeilijk te begrijpen dat theaterstukken die racisme willen veroordelen, dat niet doen door zelf racistisch te zijn?
De kritiek op het gebruik van racisme in stukken, ‘zelfs’ wanneer dat ironisch bedoeld is, gaat niet om een gebrek aan kennis over de theaterwereld of -technieken, maar om een diep begrip van machtsstructuren die ook doorspelen in de theaterwereld. Iets anders claimen is borderline beledigend en een minachting van de kennis van ‘de ander’. Dekolonisatie basics deel 1.
Het is toch echt niet moeilijk te begrijpen dat theaterstukken die racisme willen veroordelen, dat niet doen door zelf racistisch te zijn?
Een diepere analyse van de tekst is mogelijk, maar ik wil het hier voorlopig bij houden. Deze elementen volstaan om de schadelijkheid van de tekst aan te duiden – en nog meer de schadelijkheid van de publicatie ervan. Ik kan de auteur niets kwalijk nemen. Nu ja, ik kan dat wel, maar dat lijkt me het minst waardevolle. Op basis van de tekst merk ik dat herverdeling van macht geen prioriteit is voor hem en daar zou elk gesprek eindigen.
Met meer kennis komt ook meer verantwoordelijkheid, lieve rekto:verso.
Maar jullie, rekto:verso, jullie deden dat wel. Jullie namen wél een sterk standpunt in wanneer jullie die noodzakelijke focus legden op dekolonisatie. Hoe kan deze tekst daarin uitgelegd of geplaatst worden? Hoe kan uitgelegd worden dat een tekst die in het hele dekolonisatiedebat van geen waarde is, zo’n plek krijgt waarbij het op die manier naast andere teksten wordt gelegd die racisme, seksisme (de getuigenissen over Fabre) en de achterliggende onderdrukkende machtsmechanismen probeert bloot te leggen?
Alsof het meningen zijn die evenveel aandacht verdienen en op een gelijk level staan. Alsof de stemmen die spreken, allemaal al even vaak gehoord worden. Elke kleine aanklacht die er nu eindelijk wordt gemaakt over die machtsmechanismen, wordt weer de kop ingedrukt door nog maar eens analyses zoals die in “In fictie moeten foute meningen blijven mogen”.
Waarom jullie als rekto:verso het oké vonden om dit stuk te publiceren in jullie hele dekoloniseringsproces, weegt voor mij uiteindelijk het zwaarste door. De reden kan alvast niet zijn dat de auteur nieuwe inzichten op tafel bracht of een weinig gehoorde stem is. Die twee factoren zijn hier duidelijk niet aan de hand. De inhoud is niet nieuw en het idee van ‘vrije kunsten waarin alles, en dus ook racisme, maar moet gelden’ is al lang en meermaals weerlegd. Dekolonisatie basics deel 2.
Het is teleurstellend dat het weer daarover gaat en vooral dat daaraan wéér ruimte wordt gegeven.
Het kan niet zijn dat dekolonisering gezien wordt als een mening. Dat is het niet.
Met meer kennis komt ook meer verantwoordelijkheid, lieve rekto:verso. Misschien net daarom dat de gepubliceerde analyse zo teleurstellend was. Omdat ik dacht dat we toch minstens hier al verder stonden dan dat. Omdat ik in de manier waarop mijn woorden plek krijgen bij jullie, wel dekoloniseringsfacetten herken. Omdat ik in de vele interessante teksten en events die ik via jullie heb gelezen of bijgewoond, een organisatie vond die veel verder staat in de bewustwordingsprocessen dan een groot deel van witte organisaties. Omdat ik daarin de wil herkende om een actieve bijdrage te leveren.
Maar het kan niet zijn dat dekolonisering gezien wordt als een mening. Dat is het niet. Net zoals racisme geen mening is waarover een witte man kan en mag beslissen wanneer er wel of niet beroep op mag worden gedaan, zoals – ik zeg maar iets – in theaterstukken.
Ja, de publicatie was inderdaad teleurstellend, lieve rekto:verso, en het deed me in alle eerlijkheid en kwetsbaarheid afvragen wat iemand als ik hier doet.
Met liefdevolle groet,
Anissa