Macht, levenslang. De Shakespeare-adaptaties van Akira Kurosawa

Door Orlando Verde, op Tue Sep 03 2024 10:44:00 GMT+0000

Nietsontziende ambitie, machtshonger en corruptie tekenen de drie Shakespearebewerkingen van de Japanse filmregisseur Akira Kurosawa. Zijn kritische kijk op monarchistische macht blijft actueel. Gaat ze niet langer op voor het koningshuis, dan wel voor andere hedendaagse leiders.

In de film Throne of Blood van de Japanse regisseur Akira Kurosawa (1910–1998) ruilt Macbeth de Schotse heidevelden in voor de vulkanische heuvels in de brede omgeving van de Fuji-berg. In The Bad Sleep Well is Hamlet geen Deense prins, maar de buitenechtelijke zoon van een bediende bij een machtig bouwbedrijf in het naoorlogse Japan. En Ran, de bekendste Shakespeare-adaptatie van Kurosawa, verhaalt de ondergang van het huis Ichimonji, geleid door krijgsheer Hidetora, de incarnatie van Koning Lear, al heeft Hidetora geen dochters maar zonen. Samen vormen de films een fascinerend drieluik over macht en meer bepaald over hoe levenslange macht onvermijdelijk corrumpeert.

Throne of Blood ziet het licht in 1957, The Bad Sleep Well verschijnt in 1960 en Ran gaat in 1985 in première. Hoewel de eerste twee films elkaar snel opvolgen en in zwart-wit verschijnen, is de affiniteit tussen de eerste en de laatste groter: Throne of Blood en Ran zijn kostuum- en oorlogsdrama’s en blijven dichter bij het toneelstuk waarop ze gebaseerd zijn. The Bad Sleep Well is eerder een film noir, die af en toe hitchcockiaans aanvoelt en zich afspeelt in het Japan van eind jaren 1950.

Alleen al het acteerwerk van Toshiro Mifune, die de hoofdrol speelt in de eerste twee films, laat zien hoe verschillend ze juist zijn. In Throne of Blood speelt Mifune in een geaffecteerd, op het Nō-theater geïnspireerd register, met groteske lichaamstaal en rasperige stem. In The Bad Sleep Well is zijn personage een keurige, verwesterde man met melodramatische trekjes, het tegendeel van een epische samoeraikrijger. In wat volgt bespreek ik eerst de manier waarop Kurosawa de shakespeareaanse monarchie naar zijn hand zet in Throne of Blood en Ran. Daarna zoom ik in op The Bad Sleep Well, die door zijn lossere adaptatie van de theatertekst en zijn transpositie naar de actualiteit een bredere kijk op monarchistische macht kan bieden.

Akte I: Vrouwe Asaji

In Throne of Blood schetst een koor de context van het drama dat zich spoedig zal afspelen. Net als Macbeth krijgt Generaal Washizu te horen dat hij de heerser zal worden van Kasteel Spinnenweb. De drie heksen van het toneelstuk zijn in de film één spookachtige figuur geworden, die de toekomst van de generaal voorspelt: zijn recentste overwinning zal worden beloond met het leiderschap over een garnizoen. Wanneer die profetie onmiddellijk uitkomt, is Washizu in de war.

Zijn klankbord is zijn vrouw, de machtsbeluste en gewetenloze Vrouwe Asaji. Asaji glijdt door de ruimte en haar onbeweeglijke gelaat doet denken aan een Nō-masker. Wanneer ze insinueert dat het verblijf van krijgsheer Tsuzuki op hun domein de uitgelezen kans is om hem te vermoorden en de macht te grijpen, aarzelt Washizu. Heel even. Vervolgens neemt hij zijn speer en maakt hij de voorspelling eigenhandig waar.

In Throne of Blood is de monarchie, als afspiegeling van de goddelijke orde op aarde, onaantastbaar en moet ze worden hersteld.

Drie elementen vormen de structurele ruggengraat van Throne of Blood. Ten eerste gaat het om een selffulfilling prophecy: het is mogelijk dat de voorspelling een machtshonger in Washizu wekt die hij voordien niet had. Ten tweede is dit verhaal een cautionary tale over macht en ambitie: zowel Lady Macbeth als de drie heksen zou je kunnen zien als de belichaming van een interne drang van het hoofdpersonage. Die interpretatie wordt in de film nog plausibeler gemaakt doordat Vrouwe Asaji en de boze geest die de toekomst voorspelt, uitdrukkingsloze en onnatuurlijke verschijningen zijn. Ze fluisteren de generaal twijfels in, soms hors cadre. Ze zouden stemmen in zijn hoofd kunnen zijn. Innerlijke demonen.

Ten derde wordt de structuur van de vertelling mee bepaald door een monarchistische logica. De monarchie, als afspiegeling van de goddelijke orde op aarde, is onaantastbaar en moet worden hersteld. De gang van zaken onder het shogunaat is verstoord door de moord op Tsuzuki. Het is alleen maar logisch dat Washizu uiteindelijk zal sterven, door een pijlenregen afkomstig van zijn eigen manschappen. Met een van de meest iconische sterfscènes uit de filmgeschiedenis wordt de orde hersteld.

Akte II: Daimyō Lear

Ook Ran illustreert de monarchistische logica: Hidetora Ichimonji verstoort de orde van de monarchie door afstand te nemen van de macht in plaats van tot zijn dood te regeren. Waarna de chaos uitbreekt. Hidetora is een feodale heer, gemodelleerd naar niet alleen Koning Lear, maar ook een historische figuur: de zestiende-eeuwse daimyō Motonari Mōri. De krijgsheer is beroemd om de militaire uitbreiding van zijn grondgebied in Zuidwest-Japan, maar ook vanwege zijn drie trouwe zonen en de parabel van de drie pijlen, die moeilijker te breken zijn wanneer gebundeld.

Hidetora is een feodale heer, gemodelleerd naar niet alleen Koning Lear, maar ook een historische figuur: de zestiende-eeuwse daimyō Motonari Mōri.

De toekomstvoorspelling neemt in Ran de vorm aan van een droom die ook als inciting incident fungeert. De zeventigjarige Hidetora valt in slaap na een jachtpartij en droomt van een wilde heide waarin hij zich helemaal alleen bevindt. In paniek wordt hij wakker, neemt vervolgens afstand van de troon en draagt de macht over aan zijn oudste zoon. Met snelle berekeningen stippelt de jongste zoon Saburo de chronologie van de daaropvolgende gebeurtenissen nauwkeuriger uit dan de beste waarzegger. Omdat Saburo zijn broers goed kan inschatten, weet hij dat ze hun vader en zijn wensen zullen verraden zodra ze daartoe de kans krijgen. Saburo ziet geen heil in stilzwijgend jaknikken en neemt geen blad voor de mond: aftreden is een teken van seniliteit, iets dat Saburo’s rechterhand Tango (de Earl of Kent in King Lear) en de hofnar beamen. De aftredende heer vat dat echter als een belediging op. Hidetora verbant Saburo, Tango en de nar omdat zij hem durven tegen te spreken. Maar zoals voorspeld vernedert de oudste zoon zijn vader; vervolgens verraadt de tweede zoon ook nog eens zijn oudere broer. Zo worden wantrouwen, moord en brand de norm. ‘Ran’ wordt vaak vertaald als ‘revolte’, ‘oorlog’ of ‘chaos’. Ook ‘onrust’ zou een elegante vertaling zijn. Wat volgt op Hidetora’s abdicatie is met andere woorden de narratieve vertaling van de titel van de film.

Ran, Akira Kurosawa, 1985. AJ Pics / Alamy Stock Photo

Terwijl Macbeth waarschuwt voor de keerzijde van nietsontziende ambitie, staat in King Lear de afrekening voor de misdaden van een gewetenloze heerser centraal. De nu zelf verbannen Hidetora is verre van onschuldig: mondjesmaat krijgen we een opsomming van zijn gruwelijke daden voorgeschoteld. Door ontmoetingen met zijn slachtoffers leren we als kijkers waarom hij nergens meer welkom is. De confrontatie met zijn eigen daden drijft Hidetora tot waanzin, die uiteindelijk toch uitmondt in een vorm van schuldbesef. Hidetora overweegt om zich op een eervolle manier van het leven te beroven, maar in de verwarring van een epische strijd vindt hij zijn wapen niet. En zonder katana geen harakiri.

Het hoofdpersonage komt tot inkeer terwijl de strijd tussen de erfgenamen brutaal is losgebarsten. En wanneer het eindelijk genoeg is gebleken en Hidetora herenigd wordt met de loyaal gebleven Saburo, wordt de zoon fataal geraakt door een musketkogel. ‘Is dit gerechtigheid?’ vraagt de oude man wanneer Saburo in zijn armen sterft. Een antwoord krijgt hij niet, maar de straf is in elk geval een waarschuwing voor de wandaden van een meedogenloze krijgsheer. De dood van zijn enige trouwe zoon fungeert als ultieme vergelding voor een onverstandige inschatting die de goddelijke orde van de monarchie heeft verstoord.

Dat de monarchie als een afspiegeling van de goddelijke orde optreedt, komt bovendien helder tot uitdrukking wanneer de nar zijn heer radeloos ziet wenen. De nar richt zich luidkeels tot de hemel en vraagt de goden of ze van dit tafereel genieten. Daarop repliceert Tango dat de goden huilen wanneer ze hun kinderen zien vechten. Zo stelt hij Hidetora’s tragedie gelijk aan die van de goden. Noem het gerust een vorm van verafgoding.

Akte III: Voorbij de monarchie

Binnen Kurosawa’s informele trilogie volgt The Bad Sleep Well de theatertekst het minst letterlijk. Net daarom biedt deze adaptatie de kans om over ambitie en macht na te denken in een context die verder gaat dan de monarchie.

The Bad Sleep Well, Akira Kurosawa, 1960. Photo 12 / Alamy Stock Photo

Voor veel filmcritici en -onderzoekers blijft de gelijkenis tussen Hamlet en de verfilming van Kurosawa beperkt tot wraak als drijvende kracht, maar er zijn meer overeenkomsten. Zo wordt de Deense troonopvolger een aangetrouwde second-in-command van Daryu, het bouwbedrijf waarvan Nishi vermoedt dat het verantwoordelijk is voor de dood van zijn vader, Furuya. Nishi is niet alleen de secretaris van vicepresident Iwabuchi, hij is ook getrouwd met diens dochter, Yoshiko. Hij is vastberaden Daryu te ontmaskeren als een draaischijf van corrupte zaken, aangedreven door gewetenloze ambtenaren.

The Bad Sleep Well volgt de theatertekst het minst letterlijk. Net daarom biedt deze adaptatie de kans om over ambitie en macht na te denken in een ruimere context.

Behalve die creatieve interpretatie van de verhouding tussen Hamlet en zijn stiefvader Claudius, die zich de Deense kroon onrechtmatig heeft toegeëigend, zorgen terugkerende motieven zoals spoken, vergiftigingen en vervolgingswaan voor affiniteit tussen de film en het stuk. De karakterevolutie van Hamlet – van vermoorde onschuld tot meedogenloze wraaklust – is ook het drama dat Nishi doormaakt. Horatio, Hamlets intieme vriend en klankbord, is in The Bad Sleep Well een oude vriend van Nishi. Yoshiko, verliefd op de protagonist en dochter van de antagonist, zit dan weer vast in een klassiek Shakespeareaans dilemma.

Het corruptieschandaal betreft niet alleen het bouwbedrijf, maar ook de ambtenarij. De twee hiërarchische structuren fungeren als spiegelbeeld van elkaar en als surrogaat van de monarchie. Zoals de monarchie de goddelijke orde spiegelt, lijken deze rigide organisaties de monarchie te imiteren. De bedrijfscultuur vereist onverbiddelijke loyaliteit, wat zich vertaalt in trouwe werknemers die hun leven wijden aan een organisatie.

The Bad Sleep Well is erg kritisch ten opzichte van de Japanse elites tijdens de heropbouw na de Tweede Wereldoorlog. Maar welke betekenissen genereert de film wanneer die gezien wordt in een andere geografische, temporele en culturele context dan de setting waarin hij is gemaakt?

De vele bestuurlijke uitwassen waarmee we vandaag worden geconfronteerd kunnen we zien als een verlengstuk van monarchisch denken. We kunnen niet om de vanzelfsprekendheid heen waarmee zoveel leiders de verwachting koesteren een functie voor altijd te bekleden. Het gaat om leiders die ervan overtuigd zijn dat ze onvervangbaar zijn en zich dus – zogezegd voor de bestwil van anderen – vastklampen aan de macht. Ze voelen zich onaantastbaar, hebben ook de macht vast te houden aan een functie. Het zijn niet alleen pausen en dictators, maar veel vaker nog CEO’s, directeurs, burgemeesters en levenslange voorzitters. Afdelingshoofden, presidenten, managers en bazen die in hun werk een soort bovenmenselijke missie zien die hen zou toelaten over mensen heen te lopen. Het zijn patriarchen met een paternalistische houding, al is er ook aan vrouwelijke tirannen geen gebrek.

Een andere selffulfilling prophecy voltrekt zich: die van de machthebber wiens vrees voor de verstoring van de orde net chaos teweegbrengt. Of, misschien eleganter, onrust.