‘Muziek is muziek’. opMaatorkest laat basisscholen kennismaken met het plezier van samen musiceren
Door Orlando Verde, op Tue Apr 01 2025 14:35:00 GMT+0000Met het opMaatorkest trekt Antwerp Symphony Orchestra naar de basisscholen. Daar pikken leerlingen uit het derde en vierde leerjaar onder andere de viool, cello, dwarsfluit of saxofoon op. Die kennismaking met klassieke muziek leidt hen tot op het podium van de Koningin Elisabethzaal. Orlando Verde legde zijn oor te luister.
Stoeltjes gelijkmatig verdelen, cello’s stemmen, strijkstokken harsen …: de zorg waarmee de docenten een schoolrefter klaarzetten voor de tutti’s op een koude maandagochtend is bewonderenswaardig. Vier groepjes kinderen die wekelijks apart oefenen zullen hier vandaag samen repeteren. Twee groepjes uit het derde leerjaar, twee uit het vierde. Elke shift telt vier instrumentengroepen: sommige cellisten van het derde leerjaar zijn nét groter dan hun instrument, de saxofonisten steken zelf hun instrument in elkaar, een dwarsfluit wordt eventjes een bazooka (‘fssssst… boom!’), maar dan worden de vingertjes snel gelegd waar ze horen. De laatste spelers warmen op, met eenvoudige oefeningen, tot ze gevraagd worden om hun viool te gaan halen.
Zo ziet dat eruit, een repetitie van het opMaatorkest, een project van het Antwerp Symphony Orchestra in samenwerking met het basisonderwijs, opgestart in 2012. Joost Maegerman begon in 2015 als intendant van het orkest en toonde zich verheugd om het project aan te treffen, ‘omdat ik overtuigd ben van het belang van educatie voor een orkestinstelling als de onze’, zegt hij. ‘In een grootstedelijke context met heel verschillende socio-economische achtergronden willen we kinderen in contact brengen met klassieke muziek. De beste manier is om naar kinderen toe te gaan en hen te laten ervaren wat het is om muziek te maken.’
Maegerman: ‘In een grootstedelijke context met heel verschillende socio-economische achtergronden willen we kinderen in contact brengen met klassieke muziek.’
In het derde en vierde leerjaar krijgen de leerlingen van vier Antwerpse basisscholen opMaat-lessen als muziekles. Katrin Smedts, een van de docenten van het Antwerp Symphony Orchestra, geeft al zeven jaar wekelijks haar liefde voor muziek door aan zeven- tot negenjarigen. ‘De klassen worden verdeeld in groepen van maximum acht kinderen’, vertelt Smedts. Ze krijgen een paar keer zangles om de liedjes te leren en daarop bouwen we wekelijks voort. Ze leren ook hun instrument een beetje te bespelen, dat hun door het Antwerp Symphony Orchestra ter beschikking wordt gesteld. Om de zoveel weken spelen de kinderen met meerdere instrumenten samen en in juni treden ze samen met een delegatie van het Antwerp Symphony Orchestra op in de Koningin Elisabethzaal.’
Om 8:54 uur heerst stilte. De kinderen reageren op de non-verbale instructies van dirigent Tom Johnson. Dan is het aan de aanvoerders om een toon te spelen. ‘Mohammed: sol. Heel goed. Linus: si. Heel goed.’ De orkestleden drukken zich uit in klanken maar ook in gebaren. Er is ruimte voor theatraliteit, speelsheid en spontaniteit. Wanneer Alyssa eventjes vooraan mag staan en met haar instrument een improvisatiemoment mag dirigeren, doet ze dat vol trots en met fonkelende ogen.
‘De kinderen willen meer’
‘We zijn gevestigd aan het Centraal Station, op een kruispunt van postcodes’, legt Maegerman uit, in zijn kantoor in de Antwerpse Carnotstraat. ‘2060, Borgerhout, de stad zelf …: het brengt een bepaalde symboliek en dynamieken en uitdagingen met zich mee. We vinden het belangrijk om niet alleen een kunsttempel te zijn.’ Maegerman is zich ervan bewust dat het Antwerp Symphony Orchestra veel mensen uit de buurt niet bereikt, maar hij staat erop duidelijk te maken dat het orkest dit project niet doet om ‘zieltjes te winnen’. Maegerman: ‘Het is mooi meegenomen als we mensen naar klassieke muziek kunnen leiden. Maar we proberen vooral connectie te creëren in een grootstedelijke, meertalige en multiculturele context door in te zetten op kunst, cultuur en schoonheid.'
‘Met muziek bezig zijn is heel verbindend’, stelt Smedts enkele dagen later tijdens een enthousiaste videocall. ‘Kinderen kunnen via muziek andere facetten van zichzelf laten zien. Het gebeurt vaak dat we kinderen ontvangen die het moeilijk hebben met taal of rekensommen, maar in de muziekles net heel sterk zijn. Dat kan hun zelfvertrouwen een boost geven. Schuchtere kinderen blijken in het orkest vaak hun klasgenootjes te kunnen helpen. We zijn niet alleen bezig met muziek aan te leren.’
Leerlingen worden op school vaak geëvalueerd op basis van hun prestaties in kennisvakken en taal, maar voor hun ontplooiing is ook een gevoel van gelijkwaardigheid en samenhorigheid essentieel. Aan dat gevoel hoopt Maegerman bij te dragen. ‘Door samen een muziekstuk te spelen ontwikkel je ook een bepaalde verantwoordelijkheidszin. Je beseft hoe belangrijk jouw inbreng is binnen een groter geheel. Dit groepsdenken, vanuit evenwaardige rollen en waarbij er wordt uitgegaan van ieders talenten, is van groot belang.’
Maegerman: ‘Door samen een muziekstuk te spelen ontwikkel je ook een bepaalde verantwoordelijkheidszin.’
Stuit het project dan niet op beperkingen? ‘Wij kunnen kinderen onvoldoende meenemen in een traject waarbij ze een muzikant worden die binnen een orkestcontext kan functioneren’, zegt Maegerman. ‘Er zijn kinderen die nog nooit een instrument hebben gezien’, zegt Smedts. ‘Er zijn er die heel gretig zijn om beter te leren spelen. Die zouden dat ook graag vaker doen. Onze instrumenten blijven wel in de scholen, maar oefenen gaat niet zonder begeleiding. Het is jammer dat de kinderen maar één keer per week een muziekinstrument kunnen vastnemen. Ze gaan wel vooruit maar zonder instrument is de vooruitgang beperkt. Ze willen eigenlijk meer.’
Een andere beperking vormt de hoge werkdruk die opMaatorkest met zich meebrengt. ‘We kunnen het project slechts aan vier scholen per schooljaar aanbieden’, zegt Maegerman, zichtbaar gefrustreerd. ‘Educatie is een belangrijke pijler van het Antwerp Symphony Orchestra, maar onze kerntaak ligt in het uitvoeren van symfonische muziek hier in huis.’
Smedts en de andere docenten voelen eveneens een zekere machteloosheid: ‘We proberen soms de link te leggen naar de academies. Muziek is laagdrempelig, het hoeft geen dure hobby te zijn. We proberen soms met ouders te praten. Maar het gebeurt niet vaak dat we de brug kunnen slaan.’

Makkelijke links
De hoop leeft dat de aanwezigheid van ouders en andere familieleden bij het slotconcert van het project de eventuele weerstand of onverschilligheid weghaalt. ‘Vaak zijn het mensen die de Elisabethzaal anders niet bezoeken of zelden naar een klassiek orkest gaan’, zegt Smedts. 'Als we dan iets moois kunnen laten horen en zien, en de muziekacademie slechts een straat verder ligt, staan de ouders daar misschien voor open.’
Het verschil tussen de derde- en vierdejaars valt tijdens de repetities op en dat geeft een goed zicht op de impact van het project. Elke vrijdag wordt de vooruitgang van de liedjes geëvalueerd door het docententeam. De werkwijze is bij momenten, tja, klassiek. ‘We werken vanuit een klassieke achtergrond’, zegt Maegerman. ‘De liedjes worden gemaakt en begeleid door een ensemble binnen ons orkest, met klassieke instrumenten. Gebaseerd op symfonische stukken. De scholen die deelnemen aan het opMaatorkest komen ook naar schoolvoorstellingen hier in de Elisabethzaal, waar ons orkest speelt in volle bezetting. Zo komen ze in contact met westerse klassieke muziek.’
Maar het repertoire is niet beperkt tot de klassieke westerse canon. De kinderen spelen onder andere El bombón de Elena van de Puerto Ricaanse componist Rafael Cepeda, gepopulariseerd als een levendige ‘plena’ door de legendarische zanger Ismael Rivera. Of ‘Şen Gemicileriz’, een Turks kinderlied over vrolijke matrozen, bijvoorbeeld.
Maegerman: ‘Als je enkel focust op westerse klassieke muziek, doe je oneer aan de culturele achtergrond van veel mensen.’
‘Een deel van het repertoire is geënt op het Leerorkest, een Nederlands project dat een referentie is geweest voor het opMaatorkest’, merkt Smedts op. Alle muziek wordt aangepast,want wat de kinderen na één jaar kunnen spelen is vaak niet meer dan een paar losse snaren of noten – geen heldere melodieën. De originele partijen moeten dus veranderd worden tot iets dat uitvoerbaar is door kinderen op een beginnersniveau. ‘We kiezen werken die technisch haalbaar zijn’, zegt Maegerman. ‘We vullen dat aan met een ondersteuning door het ensemble, waardoor het resultaat meer body en harmonie krijgt. We werken ook met muziek uit niet-westerse culturele contexten die we kunnen vertalen naar de instrumenten die door het Antwerp Symphony Orchestra ter beschikking worden gesteld. Muziek die eigenlijk niet zo ver staat van hun eigen culturele achtergrond of die van hun voorouders. Er zijn makkelijk linken te maken – muziek is muziek. Als je enkel focust op Westerse klassieke muziek, doe je oneer aan de culturele achtergrond van veel mensen’, zegt Maegerman.

Nood aan connectie
Voor het Antwerp Symphony Orchestra staat de aandacht voor kwetsbare groepen centraal. Het is dé reden om met scholen samen te werken en een van de bepalende factoren in de keuze voor deelnemende scholen.
Die uitgesproken intentie doet denken aan projecten als EL SISTEMA, het netwerk van jeugdorkesten in Venezuela. EL SISTEMA is op sommige vlakken een bedenkelijk project, zeker als cultureel ambassadeur van een ondemocratisch regime, zoals de Venezolaanse toppianiste Gabriela Montero onlangs zei in The Guardian. EL SISTEMA is zodanig verbonden aan een politieke beweging dat we moeilijk kunnen beoordelen welke verwezenlijkingen aan het orkest zelf toe te schrijven zijn.
Er is nood aan doorstroming van en contact met een jeugd die momenteel onbereikbaar is.
opMaatorkest heeft niet de ambitie om een EL SISTEMA aan de Schelde te worden, en bovendien: ons ‘systeem’ is er al. Het bestaat uit een groot netwerk van academies, orkesten en laagdrempelige initiatieven – samen een uitgebreide infrastructuur rond muziekeducatie. Alleen zou er een grotere connectie moeten worden gemaakt tussen de verschillende actoren, inclusief het reguliere onderwijs. Die verbinding vereist een grote investering, een overkoepelend initiatief dat bijna uitsluitend vanuit de overheid kan komen. Er is nood aan doorstroming van en contact met een jeugd die momenteel onbereikbaar is.
Slotconcert
Op het moment suprême heerst een gezellige drukte in de anders keurig stille Elisabethzaal. Ouders en kinderen staan recht, zwaaien, halen de smartphone boven, nemen selfies. Achteraan op het podium zitten vijftien muzikanten van het Antwerp Symphony Orchestra, die het slotconcert van de kinderen ondersteunen. Dirigent Tom Johnson betreedt het podium en geeft het startschot voor een welkomstnummer (‘Hallo, bonjour, buenos días’). De kinderen gaan op zoek naar hún plaatsje. Beentjes beginnen spontaan te slingeren hier en daar, want velen raken de vloer nog niet.
Tom spreekt zowel de muzikanten als het publiek toe met grote gebaren en een brede glimlach. Als er tekst is, wordt die geprojecteerd en het publiek wordt aangemoedigd om mee te zingen in het Nederlands, Spaans, Turks, Engels, maakt niet uit. Samen overstijgen we de afstand die typerend is voor een klassiek concert. De emotionele performance werkt aanstekelijk en de interactie tussen het orkest en het publiek zorgt voor een bijzondere verbondenheid. Het is bij momenten lachen geblazen: deze kinderen belichamen het plezier van het samen musiceren. Het extatische applaus en de staande ovatie zijn oprecht.
Het concert is gedaan en sommige van de derdejaars zullen volgend jaar misschien nog eens op het podium staan. Voor de anderen blijft de vraag ‘wat nu?’ Het antwoord moeten ouders, kinderen, scholen en academies zelf uitzoeken. Dat klinkt misschien vrijblijvend, maar de hoop is dat deze ervaring zal bijblijven en impact zal hebben. ‘Ik hoop dat we met dit project een zaadje kunnen planten dat verder ontkiemt als de deelnemers later op zoek gaan naar een hobby of een nieuwe uitdaging. Wie weet denken ze dan terug aan de muzikale ervaring van toen’, besluit Maegerman.