NEE tegen kleinburgerlijkheid

Door Nora Bossong, op Thu Apr 22 2021 09:00:00 GMT+0000

Hoe was het leven pakweg tien jaar geleden, toen we nog geloofden dat de Brexit slechts een gitzwarte grap vol Britse humor was en Donald Trump een geflipt tv-showpersonage? In Berlijn, in de artistieke kringen althans, was het leven fijn en rustig, vielen de huurprijzen mee, nipte men aan bionadeflesjes, sleepte men een fiets, een kinderwagen of mogelijk ook zichzelf door straten met statige façades en retrodecowinkels.

Vandaag jammeren we over de ruk naar rechts in heel Europa, maar zijn wij daarvoor door onze onbezonnenheid ook niet zelf verantwoordelijk? We hebben wel degelijk nagedacht, ja, over de inrichting van onze nieuwe flat, maar veel minder over die van onze parlementen. We hadden ook frisse ideeën, zeer zeker, over hippe sneakers en linnen gordijnen in landelijke stijl, maar niet over een betere samenleving. Als nieuw emancipatieverhaal vertelde men dat vrouwen eigenlijk nooit vrijer waren dan bij het geven van borstvoeding, wat bijna net zo progressief is als de katholieke Kerk, maar ook niet helemaal. Per slot van rekening is de Kerk zo anarcholiberaal dat ze een vrouw aanbidt die niet eens haar verloofde nodig had om zwanger te worden en die haar zoon al snel de vrije hand gaf.

Zoveel onconventionele vrijheid moest nu ook weer niet voor mijn generatie. Veelzeggend is een reclamespotje voor een bank dat in mijn kindertijd liep op de Duitse televisie. Daarin krijgt een vent in een woonwagenpark van zijn dochtertje te horen: ‘Papa, later wil ik ook bourgeois worden.’ Deze commercial keek al vroeg in het hart van onze generatie, toen we zelf nog helemaal niet wisten wat ons hart op een dag zou begeren. Zodra we vanonder de vleugels van onze hippie-ouders waren, werden we zo kleinburgerlijk als onze eigen grootouders, weliswaar met enige ironische distantie en onder een dekmantel van progressiviteit. Zo kan men natuurlijk aan alles een draai geven.

Het onderhouden van relaties, het stichten van een gezin, het zoeken naar een woning – dat was al groot genoeg.

Maar zelfbedrog geeft helaas enkel positieve energie, als men zich van zijn leugen bewust is en als men dat wat men binnenin verknoeit buiten wil rechtzetten. In de Berlijnse culturele bubbel was het echter veel te gezellig om van iets weg en naar iets toe gedreven te worden, om überhaupt iets groots aan te pakken. Het onderhouden van relaties, het stichten van een gezin, het zoeken naar een woning – dat was al groot genoeg. Daarmee vergeleken was het stichten of omverwerpen van grote rijken al helemaal een maat voor niets!

Maar toen kwam het keerpunt: Brexit, Trump, Orban, Bolsonaro. Geschokt door het feit dat niet iedereen is zoals wij, is mijn generatie in een laat stadium dan toch politiek geworden. Zoals ooit de huizenjacht, draagt men nu het eigen wereldbeeld protserig als een monstrans voor zich uit; tegengestelde ideeën worden als dom afgedaan, een ernstig debat, of gewoonweg diepgang, is blijkbaar overbodig, en ook van het innerlijke conflict dat toch elke politiek denkende persoon doormaakt, is geen spoor. Het uiterlijke conflict van de held of de heldin met de onrechtvaardige wereld volstaat – want daar is het zo klaar als een klontje: je staat aan de goede kant.

Hier het goede, daar het kwade: als de wereld onoverzichtelijk wordt, snelt de kunst te hulp en schept ze duidelijkheid.

Ook in het culturele veld is politiek-zijn weer helemaal in zwang – misschien zelfs een must. Helaas is veel van wat we zien of horen zo voorspelbaar dat zelfs Brecht zijn meerdere moet erkennen. Nu eens verkondigt menig artiest dat hij bezig is het systeem omver te werpen; dan weer wenst hij als ‘essentieel’ voor het systeem erkend te worden, want ja, voor essentiëlen is er geld, steun en erkenning – en ja, dat wil men toch ook, als het even kan. Misschien moet men eerst het systeem proberen te begrijpen, maar dat kan natuurlijk tegenstrijdigheden met zich meebrengen. Liever niet dus! Hier het goede, daar het kwade: als de wereld onoverzichtelijk wordt, snelt de kunst te hulp en schept ze duidelijkheid. In deze naïeve eenvoud schemeren nog steeds de neo-biedermeierjaren door, waarin men ’s zaterdags liever ging dansen in de club en ’s zondags liever op zoek ging naar schattige mokkatasjes dan politieke theorie te doorgronden.

De geschiedenis en de grote teksten over fundamentele menselijke conflicten zijn niet meer dan zelfklevende folie die men over de eigen kleine ideeën kleeft. Louter opsmuk, waarmee men net aantoont (opgepast, metaniveau!) dat alles niet zo serieus genomen moet worden als we vroeger aangeleerd kregen. Dat iets effectief groter zou zijn dan ons, is – zo luidt het populaire credo – slechts een loze bewering, een onderdrukkingsstrategie van de machtigen. Nederigheid wordt ontmaskerd als iets wat onmondig maakt of gewoonweg niet cool is; de mens op het hoogste plan plaatsen wordt verkeerd begrepen als bevrijding. Sowieso wordt enkel het hier en nu nog ernstig genomen. Dat neemt men dan ook heel serieus, en zichzelf daarin nog dat tikkeltje serieuzer. Dat men zijn eigen nietigheid moet verdragen, wordt van de hand gewezen.

Zeker, elke generatie heeft haar puberteit. Maar artistieke puberteit kan slechts een voorwaarde zijn om nadien de grond, misschien zelfs de afgrond, te vinden.

Het is een houding die meer reactionair is dan de protagonisten zelf willen inzien. Ze staan met een megafoon op de barricaden, zien zichzelf als avant-garde – en zijn in feite slechts hashtagactivisten, die zwelgen in pubertaire oppervlakkigheid. Zeker, elke generatie heeft haar puberteit, onthechting en rebellie nodig; en het meisje in de caravan dat liever een bourgeois wil zijn is vertederend consequent. Maar artistieke puberteit kan slechts een voorwaarde zijn om nadien de diepte en de grond, misschien zelfs de afgrond, te vinden.

Zonder de pijn en de onzekerheid die met het ervaren van de eigen onbeduidendheid gepaard gaan, is progressiviteit louter façade – of nog niet eens. Zoals het verleden niet kan worden begrepen zonder een besef van de toekomst, zo is het ook onmogelijk om een utopie te ontwerpen zonder respect voor het verleden. Net zo min is een mensbeeld denkbaar zonder het besef van de vluchtigheid ervan: wie zichzelf als het grootste ziet, maakt zichzelf tot lilliputter. Echt groot worden, volwassen dus – daar is het nu tijd voor. De stappen tot hier effenden slechts de weg; ze waren nog niet de weg zelf, laat staan het doel.