Nooit te oud voor avontuur
Door Vanessa Joosen, op Wed May 31 2023 22:00:00 GMT+0000Jeugdliteratuur over de band tussen jonge en oude personages vult een lacune in het literaire landschap, stelt Vanessa Joosen. 'Niet alleen kinderen, maar ook (oudere) volwassenen zouden jeugdboeken moeten lezen.'
Leeftijd wordt niet alleen bepaald door biologische kenmerken of de psychologische ontwikkeling van mensen. Ook de maatschappij waarin ze opgroeien en leven heeft een grote invloed op de manier waarop ze hun leeftijd beleven. Dat inzicht ligt aan de basis van de leeftijdsstudies, age studies in het Engels: een veld waarin onderzoekers uit verschillende disciplines (geneeskunde, rechten, sociologie, cultuurwetenschappen enz.) het fenomeen leeftijd proberen te vatten met aandacht voor het samenspel van biologische, psychologische, maatschappelijke en culturele factoren. Meer inzicht in leeftijd is noodzakelijk: terwijl er in de westerse maatschappij sinds de jaren 1970 een groter bewustzijn is rond seksisme, racisme en homofobie, is discriminatie op basis van leeftijd (agism in het Engels, agisme in het Nederlands) voor veel mensen een blinde vlek. Nochtans bestaan er veel vooroordelen over leeftijd. De sociologe Margaret Morganroth Gullette waarschuwt bijvoorbeeld voor wat zij de decline narrative noemt: het idee dat je leven vanaf de middelbare leeftijd alleen maar bergaf gaat.
Aangezien leeftijdsnormen maatschappelijk bepaald zijn, is het belangrijk om te kijken naar opvoeding: welke ideeën krijgen kinderen mee over leeftijd? Hoe bepalen die de manier waarop ze naar zichzelf en naar andere mensen kijken? Niet alleen de lessen thuis en op school dragen ideeën aan, maar ook de verhalen die kinderen consumeren via de televisie, het internet en natuurlijk ook de literatuur. Jeugdboeken nemen daarbij een aparte positie in: door hun bijdrage tot de taalvaardigheid van kinderen en hun educatieve waarde worden ze door volwassenen vaak positiever benaderd dan bijvoorbeeld televisie of sociale media, en de denkbeelden die ze overdragen krijgen daardoor mogelijk ook bij kinderen een groter gewicht.
De recente ingrepen van sensitivity readers in de boeken van Roald Dahl tonen dat de gevoeligheid voor vooroordelen rond leeftijd beperkt is.
De soms stereotiepe denkbeelden rond leeftijd in jeugdliteratuur hebben bij sociologen al vaker tot onrust geleid, niet alleen omdat ze kinderen op jonge leeftijd bereiken, maar ook omdat ze deel zijn van een (meeslepend) verhaal. Dat is soms een effectievere manier om maatschappelijke normen over te dragen dan aan de hand van expliciete lessen, zelfs als de auteurs zich niet altijd bewust zijn van de denkbeelden die ze in hun tekst verwerken. Bovendien gaan sommige verhalen uit de jeugdliteratuur al eeuwenlang mee en geven een wereldbeeld door dat niet meer van deze tijd is. De Amerikaanse specialist in leeftijdsstudies Sylvia Henneberg maakt zich bijvoorbeeld druk over de representatie van oudere vrouwen in sprookjes en klassiekers uit de jeugdliteratuur. Ze stelt dat agisme en seksisme elkaar in deze verhalen versterken. Oudere vrouwen zijn dan meestal in drie categorieën te vatten. Ten eerste komt de zwakke oudere vrouw vaak voor, zoals de grootmoeder van Roodkapje, die ziek in bed ligt en zich machteloos laat verslinden door de wolf. Ten tweede duiken in sprookjes oudere vrouwen als gemene heks op, zoals in Hans en Grietje. Een derde stereotype is de wijze oude vrouw, zoals de goede peetmoeder uit Assepoester. Hoewel dit op het eerste gezicht een positief beeld is, ziet Henneberg er toch een probleem in: de wijze oude vrouw staat louter in dienst van de jongere generatie, zonder eigen persoonlijkheid of wensen. Dat geeft de indruk dat oudere mensen niet langer van nut zijn als hun rol voor jongere generaties uitgespeeld is.
Ook in recente jeugdboeken duiken er soms negatieve beelden op van oudere mensen. In de recente controverse rond de boeken van Roald Dahl, waarbij sensitivity readers woorden als ‘dik’ en ‘lelijk’ schrapten in de heruitgave, viel één wijziging mij in het bijzonder op: in James and the Giant Peach (1961; De reuzenperzik, 2023) wordt Aunt Sponge, de tante van James, niet langer dik genoemd. ‘Aunt Sponge was terrifically fat’ is veranderd in ‘Aunt Sponge was a nasty old brute.’ Nog los van de vraag of dit soort wijzigingen wenselijk zijn, toont deze ingreep dat de gevoeligheid voor vooroordelen rond leeftijd, in tegenstelling tot andere vormen van discriminatie, beperkt is: ‘nasty’ en ‘old’ worden hier in één adem genoemd.
Bodyshaming wordt zo vervangen door agisme. Ook in andere jeugdboeken komen ‘oud’ en ‘gemeen’ nog vaak in combinatie voor, net als de bemoeizuchtige oude buurvrouw of de boze oude man die niet kan verdragen dat spelende kinderen lawaai maken in zijn buurt.
Opvallend in recente jeugdboeken is dat de oudere personages vaak maatschappelijke conventies ter discussie stellen en resoluut een progressief wereldbeeld vertegenwoordigen.
Toch zijn er ook talloze jeugdboeken die een tegengewicht bieden voor de beeldvorming van oudere mensen als nutteloos, gemeen of vervelend. In de literatuur voor volwassenen zijn er niet zo veel boeken die gaan over de relatie tussen grootouders en hun kleinkinderen – uitzonderingen zijn Extremely Loud & Incredibly Close (2005) van Jonathan Safran Foer, en Autumn (2016) van Ali Smith. In veel jeugdboeken daarentegen schieten de jonge personages beter op met hun grootouders dan met hun eigen ouders. Jonge en oudere mensen worden dan voorgesteld als mensen met tijd, in tegenstelling tot de jachtige generatie van werkende ouders. In dat opzicht is het misschien niet zo verrassend dat in veel jeugdboeken oudere personages graag samen met kinderen de natuur intrekken en verhalen vertellen. Opvallend in recente titels is dat de oudere personages ook vaak maatschappelijke conventies ter discussie stellen en daarbij resoluut een progressief wereldbeeld vertegenwoordigen. Mogelijk heeft het veelgeprezen en bekroonde prentenboek Julián Is a Mermaid (2018) van Jessica Love daarvoor de toon gezet. Een jongen die graag een zeemeermin wil zijn is eerst bang voor de reactie van zijn grootmoeder, maar zij juicht zijn wens toe en helpt hem om die te doen uitkomen. Het boek haalt het idee onderuit dat oudere mensen enggeestig zouden zijn. Jeugdliteratuur over de band tussen jonge en oude personages vult op die manier een lacune in het bredere literaire landschap.
Sommige recente jeugdboeken trekken een parallel tussen het verlangen van zowel kinderen als oudere mensen om serieus genomen te worden en zelf te mogen beslissen wie ze willen zijn en wat ze willen doen. Die parallel is niet uit de lucht gegrepen: oudere mensen worden vaak betutteld wanneer ze zorgbehoevend worden. In Oma ondersteboven (2019) van Kristien Dieltiens bijvoorbeeld legt de jonge verteller uit: ‘Ik ben een meisje, maar iedereen denkt dat ik een jongen ben.’ Billie loopt het liefst op de handen en oma bengelde vroeger graag aan een trapeze, zo zie je op de foto’s in haar kamer. Voor zo’n avontuurlijke vrouw voelen de muren van het verzorgingstehuis te eng. Samen met Billie trekt ze naar zee. Al liftend ontmoeten ze Joe, een oude man met wie oma een onvergetelijke dag en nacht beleeft. De prenten van Isabelle Geeraerts zetten de warmte die oma en Joe voor elkaar voelen in de verf. Het meest sprekend zijn twee prenten waarop de oma centraal staat: in een bovenaanzicht drijft ze in de armen van Joe in de zee, omringd door een groep katten, en op de laatste prent slaapt het verliefde paar, bedolven onder de katten, samen in bed. ‘Ik ben geen klein kind’, benadrukt oma aan het begin van het verhaal. Het lijkt misschien paradoxaal dat enkel een kind in staat is om die behoefte aan vrijheid en autonomie te respecteren. Dat komt doordat het begrip ‘kind’ op verschillende manieren ingevuld kan worden: als iemand die niet zelfstandig kan leven, maar ook als een jong persoon die zich goed kan inleven in anderen en maar al te goed weet hoe het voelt om onderschat te worden. ‘Ik hoef niet op haar te letten’, stelt Billie vast, ‘oma doet alleen maar dingen die goed zijn voor haar.’ Dat zijn niet de veiligste keuzes, maar de oude vrouw wordt er wel gelukkig van. Het boek laat zien dat de nood aan vrijheid geen leeftijd kent, zonder de behoefte aan geborgenheid uit het oog te verliezen.
Jeugdboeken kunnen een rol spelen in het bevorderen van meer dialoog en begrip tussen de generaties.
De armen van mijn oma (2019) van Siska Goeminne gaat in tegen het cliché van de wijze oude grootmoeder die zich volledig ten dienste stelt van haar kleinkinderen. Wanneer de grootmoeder verliefd wordt, is kleinkind Lowieze niet gelukkig; zij genoot zo van de aandacht van haar Bonnie dat ze die niet wil delen met Kamiel, de buurman met wie Bonnie een relatie heeft. De oude vrouw moet zoeken naar een nieuwe balans tussen haar eigen noden en die van haar kleindochter. Hun band blijkt gelukkig voldoende sterk om tot een manier van samenzijn te komen waarin er ook plaats is voor Kamiel. De illustratrice Suzan T’Hooft heeft in sommige potloodtekeningen foto’s verwerkt, die suggereren dat deze oma en haar familie uit het echte leven gegrepen zijn.
Ook de grootvader van Klein-Gottfried uit De weglopers (2019) van Ulf Stark vaart graag zijn eigen koers. Na een zware val ligt de weduwnaar in het ziekenhuis. Hij blaft zijn zoon en de verpleegsters af, maar de band met zijn kleinzoon is uitstekend. ‘Wat is het toch vreemd dat blaadjes op hun mooist zijn vlak voordat ze van de bomen vallen’, denkt de jongen. De gedachte reflecteert de voor ouderdom vaak gebruikte metafoor van de herfst, en impliceert zo een decline narrative. Tegelijkertijd wijst de jongen op de schoonheid die hij in deze levensfase ziet. Klein-Gottfried en zijn grootvader leiden de volwassenen om de tuin en ondernemen samen een reis naar het eiland waar de grootouders woonden. Het boek vertelt eerlijk over de moeilijkheden die soms met ouderdom gepaard gaan en wat misschien daarna komt. Ulf Stark was zelf een zeventiger toen hij dit boek schreef, en het verscheen in het jaar dat hij overleed. Misschien is het daarom dat de gedachten van de grootvader over het einde van het leven zo authentiek overkomen.
Het is duidelijk dat de beeldvorming rond ouderdom in jeugdboeken zeer divers is. Terwijl sommige boeken bestaande vooroordelen kritiekloos overnemen en versterken, zijn er steeds meer titels op de markt die deze patronen subtiel bijstellen of expliciet aankaarten. Jeugdboeken kunnen een rol spelen in het bevorderen van meer dialoog en begrip tussen de generaties. Daarom zouden niet alleen kinderen, maar ook (oudere) volwassenen ze moeten lezen.