‘Onvolmaakt gerealiseerde analogieën’. James Baldwin, Black Lives Matter en Palestina

Door Remo Verdickt, op Thu Nov 09 2023 23:00:00 GMT+0000

Nu de oorlog tussen Israël en Palestina weer hoog oplaait, halen verdedigers van beide partijen voortdurend de autoriteit van vooraanstaande denkers aan in hun interventies. Opvallend daarbij is hoe schrijver James Baldwin, 36 jaar na zijn dood, vitaler dan ooit oogt met zijn kritiek op het Israëlische regime.

Toen de Afro-Amerikaanse schrijver en burgerrechtenactivist James Baldwin (1924-1987) eind 1970 in debat ging met de witte antropologe Margaret Mead (1901-1978), ging dat gepaard met Baldwins gebruikelijke verbale vuurwerk. Het gesprek kwam er op vraag van de mediawijze Mead, een icoon van liberaal en progressief Amerika, die haar opvattingen over racisme zo efficiënt mogelijk wereldkundig wilde maken. Ze vond het gedroomde format in een gemediatiseerde dialoog – het gesprek werd op televisie uitgezonden en zowel in LP- als boekvorm uitgebracht – met een van de meest vooraanstaande zwarte denkers van het moment. Baldwin en Mead debatteerden twee dagen lang uitgebreid over de spanning tussen wetenschap en ervaring, religie en rechtvaardigheid, onmacht en privilege. Slechts één onderwerp stokte de open dialoog; Israël. Toen Baldwin de structurele onderdrukking in de VS met de situatie in Palestina vergeleek – ‘I have been, in America, the Arab at the hands of the Jews’ –, onderbrak zijn gesprekspartner hem resoluut. Mead: ‘I suggest we drop this because it gets us nowhere and will get us nowhere. These are just a set of imperfectly realized analogies.’

In zijn boek A Shadow over Palestine: The Imperial Life of Race in America (2015) gebruikt cultuurwetenschapper Keith Feldman precies deze passage om te illustreren hoezeer liberaal Amerika steeds geweigerd heeft om vergelijkingen tussen de onderdrukking van Afro-Amerikanen en Palestijnen zelfs maar in overweging te nemen. Tekenend is hoe Baldwins analogie zowel uit de televisiemontage als albumopname van de ‘dialoog’ geknipt werd; ze is uitsluitend terug te vinden in de integrale transcriptie A Rap on Race (1971). Het afgelopen decennium kwam Baldwins werk opnieuw onder de aandacht dankzij de Black Lives Matter-beweging, de schitterende documentaire I Am Not Your Negro (2016) en een eindeloze cascade aan Baldwin-citaten op sociale media. Gaandeweg wordt Baldwins politiek gedachtegoed steeds meer ingebed in een geïnternationaliseerd discours van dekolonisatie. De voorbije weken kwam daarbij de Palestijnse zaak voorop te staan. Uiteraard is een een-op-een gelijkstelling tussen twee socio-politieke situaties op verschillende continenten en momenten niet mogelijk, maar zoals Feldman oppert: is een analogie ooit iets anders dan ‘onvolmaakt gerealiseerd’?

Van getto naar bezetting

Baldwins visie op Joodse identiteit, zionisme en Palestina veranderden doorheen zijn carrière. In een van zijn eerste essays, ‘The Harlem Ghetto’ (1948), niet toevallig gepubliceerd in het Amerikaans-Joodse tijdschrift Commentary, vergeleek hij de Afro-Amerikaanse ervaring met die van zijn Joodse landgenoten. Het eensgezinde zionistisch project, dat enkele maanden later zou worden gerealiseerd met de oprichting van de staat Israël, zag hij op dat moment als inspiratie voor zwart Amerika. Van een georganiseerde burgerrechtenbeweging was immers eind jaren 1940 nog geen sprake in de VS. In 1961 stelde een officiële uitnodiging van de Israëlische regering dat beeld enigszins bij. Tijdens zijn bezoek aan het jonge land schreef Baldwin ‘Letters from a Journey’, schetsen waarin hij vooral zijn eigen groeiende ambivalentie erkent. Zo heeft hij begrip voor Israëls militarisering, aangezien de staat omringd is door ‘vijandige’ landen, maar stelt hij zich ook vragen bij de schijnbaar gesegregeerde sociale status van Westerse en Oosterse Joden. Tot een totale veroordeling van het regime komt het (nog) niet, wel verzucht hij: ‘Perhaps I would not feel this way if I were not helplessly and painfully – most painfully – ambivalent concerning the status of the Arabs here.’ Het zou nog meer dan een decennium duren voor Baldwin de term ‘Palestijnen’ bezigde. Israël was immers erg succesvol in het consequent miskennen van de Palestijnse identiteit. In 1969 zou premier Golda Meir nog poneren dat vóór de oprichting van de Israëlische staat ‘there was no such thing as Palestinians … they did not exist.’

Steeds vaker maakte Baldwin de vergelijking tussen de Israëlische politiek en het Apartheidsregime in Zuid-Afrika.

Zijn bezoek aan Israël inspireerde Baldwin ook bij het schrijven van zijn meesterwerk The Fire Next Time (1963, recent hervertaald als Niet door water, maar door vuur). De twee daarin gebundelde essays bezorgden hem wereldfaam en kroonden hem tot dé literaire stem van de inmiddels goedgeorganiseerde burgerrechtenbeweging. Keerzijde van de medaille was dat de jongere generatie militanten van de Black Power-beweging Baldwin voor al te salonfähig aanzagen. Vanaf midden jaren 1960 bevond hij zich dan ook in een spreidstand: enerzijds wou hij, nu hij een plaats aan de tafel had, de dialoog met wit Amerika blijven aangaan (zoals met Mead); anderzijds wou hij tegemoet komen aan het combattieve en onverzoenlijke discours van Black Power. In dezelfde periode groeide de internationale aandacht voor de Palestijnse zaak. Historicus Rashid Khalidi ziet de desastreuze Zesdaagse Oorlog (1967) als katalysator voor een verenigd Palestijnse nationalisme. Tegelijkertijd zagen de Black Panthers zich in staat van oorlog met de Amerikaanse politie en inlichtingendiensten. De door de FBI georkestreerde moorden op activist Fred Hampton en anderen vertonen dan ook parallellen met de acties van de Mossad in Europa en het Midden Oosten. Ook Baldwin begon Harlem te beschrijven als ‘bezet gebied,’ naar analogie met het antikoloniaal discours in de Derde Wereld. Tegelijkertijd onderzocht hij kritisch het groeiende antisemitisme in de Afro-Amerikaanse gemeenschap.

Internationalisering

In de jaren 1970 internationaliseerde Baldwins politiek activisme. De oprichting van Israël zag hij daarbij steeds minder als een lokale politieke aangelegenheid. In de plaats zag hij vooral een cynisch spel van Westerse belangen. In het gecensureerde gesprek met Mead: ‘We put a handful of people at the gate of the Middle East, in an entirely hostile, embattled area where they could be murdered at any moment and we knew it, not because we loved the Jews but because we could use them.’ Hij veroordeelt antisemitisme, maar positioneert zich wel ‘against the State of Israel because I think a great injustice has been done to the Arabs. There is no defense for their situation.’ Steeds vaker maakte hij de vergelijking tussen de Israëlische politiek en het Apartheidsregime in Zuid-Afrika. In No Name in the Street (1972) hekelde hij de dubbele standaarden van het Westen in internationale brandhaarden:

What America is doing within her borders, she is doing around the world. One has only to remember that American investments cannot be considered safe wherever the population cannot be considered tractable; with this in mind, consider the American reaction to the Jew who boasts of sending arms to Israel, and the probable fate of an American black who wishes to stage a rally for the purpose of sending arms to black South Africa.

Met zijn radicale toon en breedwaaierige internationalistische visie wordt No Name ook vandaag stiefmoederlijk behandeld als een ‘minder’ werk. Toch speelt het boek een belangrijke rol in Baldwins recente revival. Voor de voice-over van I Am Not Your Negro, meesterlijk ingesproken door Samuel L. Jackson, putte regisseur-scenarist Raoul Peck immers voornamelijk uit Baldwins ‘latere’ periode, No Name voorop. Peck, een Haïtiaanse kosmopoliet die afwisselend in de VS, Congo en Europa woonde, stelde dat Baldwin hem van kinds af aan inspireerde; hem ‘een stem, woorden en retoriek’ gaf. ‘Baldwin knew how to deconstruct stories and put them back in their fundamental right order and context. He helped me connect the story of a liberated nation, Haiti, and the story of the modern United States of America and its own painful and bloody legacy of slavery.’ Toch is het opvallend hoe Peck net de meest nadrukkelijk internationalistische passages uit Baldwins betoog weg laat. Hoewel ze reeds aandacht hadden voor zijn transnationale boodschap, bleven Peck en de tegelijkertijd opkomende Black Lives Matter-beweging aanvankelijk de auteur in een exclusief Amerikaanse context evoceren.

Spirit in opposition

Andere stemmen mobiliseerden Baldwin reeds vroeger in een expliciet internationaal kader. Zo kroonde de vooraanstaande Palestijns-Amerikaanse academicus en activist Edward Said al in 1994 Baldwin letterlijk tot essentiële representatie van ‘de intellectueel’ door hem centraal op de cover van het gelijknamige boek te plaatsen.

In het boek zelf stelt Said dat het werk van figuren als Baldwin zijn eigen representaties van intellectueel bewustzijn enorm gevormd hebben. Baldwins ‘spirit in opposition, rather than in accommodation,’ inspireerde Saids activisme voor Palestina en tegen de ‘oriëntalistische’ blik van het Westen, ‘because the romance, the interest, the challenge of intellectual life is to be found in dissent against the status quo at a time when the struggle on behalf of underrepresented and disadvantaged groups seems so unfairly weighted against them.’ Baldwin nam het herhaaldelijk expliciet op voor wie in het Israëlisch-Palestijnse conflict monddood gemaakt werd. Zo kroop hij in 1979 in zijn pen naar aanleiding van een politieke rel rond zijn goede vriend Andrew Young, een voormalig adviseur van Martin Luther King. Young had het als eerste Afro-Amerikaanse VN-ambassadeur aangedurfd zonder toestemming van de Amerikaanse regering kort zijn Palestijnse collega te ontmoeten. President Carter en pro-Israël politici waren razend, en dwongen Young prompt tot ontslag. Het is een casus die sterk doet denken aan het recente ontslag van de Britse parlementariër Paul Bristow. Ook Bristow werd immers uit zijn functie als ministerieel assistent ontzet vanwege een poging tot dialoog, in zijn geval een oproep aan de Britse regering om een permanent staakt-het-vuren te ondersteunen nadat Israël de aanvallen van 7 oktober begon te vergelden met massale bombardementen in Gaza.

Baldwins korte essay ‘An Open Letter to the Born Again’ wordt de afgelopen weken druk geciteerd.

Naar aanleiding van Youngs ontslag schreef Baldwin het korte essay ‘An Open Letter to the Born Again’, alluderend op de evangelische Amerikanen die onvoorwaardelijk de zionistische politiek steunen. Vakkundig schetst Baldwin de twintigste-eeuwse geschiedenis van Israël en Palestina én maakt hij een duidelijk onderscheid tussen zionisten en Joden. Zijn besluit: ‘Finally: there is absolutely – repeat: absolutely – no hope of establishing peace in what Europe so arrogantly calls the Middle East (how in the world would Europe know? having so dismally failed to find a passage to India) without dealing with the Palestinians.’ Youngs uitgestoken hand naar de Palestijnse Authoriteit ziet Baldwin dan ook als moreel exemplarisch: ‘With a silent, irreproachable, indescribable nobility, he has attempted to ward off a holocaust, and I proclaim him a hero, betrayed by cowards.’

Tussen aanklacht en dialoog

Het is dat essay dat de afgelopen weken druk geciteerd wordt op X (voormalig Twitter). Wie de zoektermen ‘James Baldwin’ en ‘Israel’ op het medium intikt, ziet tal van variaties op deze paragraaf voorbij komen:

But the state of Israel was not created for the salvation of the Jews; it was created for the salvation of the Western interests. This is what is becoming clear (I must say that it was always clear to me). The Palestinians have been paying for the British colonial policy of ‘divide and rule’ and for Europe's guilty Christian conscience for more than thirty years.

Baldwins woorden ogen 44 jaar na datum nog even relevant, al is zijn ‘I must say that it was always clear to me’ enigszins revisionistisch. Het is opvallend hoe enkel deze militante passage zo veel weerklank vindt. De bredere context van het essay, en vooral de expliciete oproep tot dialoog, introspectie en empathie, gaan daarbij verloren. Dat mag natuurlijk niet verbazen op een polariserend en, gezien zijn restricties op tekens, per definitie ongenuanceerd medium als X. Tegelijk toont de recentste twittertrend aan hoe de postume receptie én mobilisatie van Baldwin langzaam maar zeker een exclusief (Afro-)Amerikaanse context overstijgen. Die dynamiek illustreert zowel de internationalisering van BLM’s eigen dekolonisatie-discours als haar impact op vergelijkbare projecten buiten het Westen. Er ontstaat een wisselwerking tussen Baldwins nalatenschap en de hedendaagse wereldproblematiek, waarbij vergeten werken zoals ‘An Open Letter’ of het debat met Mead aan kracht winnen en Baldwins globale iconische status tegelijkertijd pro-Palestijnse interventies versterkt.

Ook Susan Abulhawa vernoemde haar recentste roman, over een Palestijnse vluchtelinge, naar een frase uit Baldwins The Fire Next Time.

Waar Twitteraars nu vooral Baldwins kritiek op de westerse inmenging in Palestina belichten, hebben pro-Palestijnse auteurs ook oog voor zijn inherent pacifistische boodschap. Zo vernoemde Susan Abulhawa haar recentste roman Against the Loveless World (2020) naar een frase uit The Fire Next Time. Abulhawa’s boek vertelt het verhaal van Nahr, een Palestijnse vluchtelinge die tijdens de Zesdaagse Oorlog geboren wordt – net als de schrijfster zelf. Bijna vierhonderd pagina’s lang wordt Nahr heen-en-weer geslingerd tussen Koeweit, Irak, Jordanië en Palestina. Overal ondervindt ze hetzelfde koloniaal en patriarchaal geweld. Uiteindelijk sluit ze zich aan bij een Palestijnse verzetsgroep, met dodelijke gevolgen. In een sleutelscène vinden Nahr en haar revolutionaire geliefde Bilal kortstondig troost in Baldwins essays. Baldwins observatie ‘to be committed is to be in danger,’ blijft hen achtervolgen. Wanneer Bilal vraagt of Baldwins vreedzaam betoog betekent dat ze de Israëli’s moeten liefhebben, antwoordt Nahr:

I don’t think that’s necessarily what Baldwin is saying. I think he just means that we should fortify ourselves with love when we approach them. It’s more about our own state of grace, of protecting our spirits from their denigration of us; about knowing that our struggle is rooted in morality, and that the struggle itself is not against them as a people, but against what infects them – the idea that they are a better form of human, that God prefers them, that they are inherently a superior race, and we are disposable.

Ook Abulhawa’s roman kiest resoluut de kant van de onderdrukte Palestijnen en heeft weinig begrip voor de Israëlische bezettingspolitiek. Toch is het opvallend hoe hoofdpersonage Nahr precies Baldwin evoceert in een zeldzame erkenning van gedeelde menselijkheid met de onderdrukker. Gedeelde menselijkheid, aldus Nahr en Baldwin, vormt immers de voorwaarde om onderdrukking te bestrijden. Die analogie herbergt constructief potentieel, hoe ‘onvolmaakt gerealiseerd’ ook.