Onze helden zijn varkens: over mannen, macht en een mislukt portret van Julian Assange

Door Nicolas Voet, op Tue Dec 12 2017 23:00:00 GMT+0000

Wat doe je wanneer het onderwerp van je documentaire plots van verkrachting wordt beschuldigd? Het overkwam de Amerikaanse documentairemaker Laura Poitras die zich genoodzaakt zag haar portret van internetactivist Julian Assange te herwerken toen – na eerder Assange zelf – ook diens medestander Jacob Applebaum van grensoverschrijdend gedrag werd beschuldigd.

Op het Amsterdamse documentairefestival IDFA was vorige maand Risk te zien, Laura Poitras’ langverwachte portret van Julian Assange. Risk werd eerder dit jaar op het internet gedumpt en bereikte zo slechts een handvol filmcritici die de film als slordig en subjectief omschreven. Toch programmeerde het IDFA de film onder de noemer ‘Sterke vrouwen en problematische mannen’. Poitras’ vorige film, Citizenfour, handelde over Ed Snowden, en leverde deze ‘sterke vrouw’ nog een Oscar op, alsook problemen met de Amerikaanse staatsveiligheid en een leven zonder gsm.

De Risk die nu omloop is, is in feite een tweede versie. De oorspronkelijke versie – het resultaat van zes jaar fly-on-the-wall-registraties – werd in 2016 eenmalig vertoond op het filmfestival van Cannes. De film bracht het triomfantelijke verhaal van WikiLeaks en zijn hacktivisten, netjes in hoofdstukken verdeeld, met de spanning van een thriller, en een climax rond Clinton en Trump. De pers was enthousiast. Wat bezielde Laura Poitras dan om alsnog een tweede versie te maken?

Verkrachting, blijkbaar, en andere vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Aanhoudende onthullingen dwongen de filmmaakster haar materiaal te herbekijken. En diens subjecten. ‘In het verleden doken al vaker verhalen op over sociale bewegingen waarvan de bredere filosofische en ideologische doelen in contradictie bleken met het eigen bestuur, met interne dynamieken en machtsstructuren, liet de regisseur in The Independent optekenen.

Laura Poitras ©WikiCommons

Dubieuze mannen

In juni 2016 werd de wereld van het ondergrondse web opgeschrikt door zijn eigen Weinstein-schandaal: Jacob Applebaum, een van de kornuiten van Assange en het publieke gezicht van het netwerk voor anonieme communicatie Tor, werd ontslagen wegens klachten die zo erg waren dat men er een aparte website voor heeft opgericht. Bizar genoeg besloot Laura Poitras pas na deze aantijgingen haar film te herwerken, terwijl al in 2010 tegen Assange een tweevoudige klacht voor aanranding werd ingediend.

In Risk zien we Assange samenzitten met een advocaat, die hem tips geeft hoe met de zaak om te gaan in de pers. Maar Assange lacht het allemaal weg. Zonder de feiten te ontkennen, heeft hij het over aandachtsgeile lesbiennes – en later over hoe de maatschappij deze vrouwen ongetwijfeld zal uitspuwen. Ook bedenkt hij hoe jammer het is dat zijn vermeende slachtoffers met twee zijn – één verhaal was veel makkelijker geweest om te weerleggen. Om uiteindelijk te besluiten dat hij elk half jaar in een verkrachtingszaak verwikkeld zou moeten raken, opdat de media hem niet zouden vergeten. Buiten beeld horen we zijn vriendin schaapachtig lachen om deze opmerking. Op dat moment grijpt Poitras in. Op de voice-over horen we haar voorlezen uit haar eigen dagboek, waaruit blijkt dat ze Assange niet mag en hij haar ook niet. Ze vertrouwt de kijker ook nog toe – schuchter en tegelijk afstandelijk, schijnbaar onbewogen – dat zij in 2014 verkering had met Jacob Applebaum, en dat hij nadien abusive is geweest tegenover iemand dicht bij haar, zonder daar veel verdere uitleg bij te geven.

Wat hoopt ze hiermee te bereiken? Is de tweede versie dan niets meer dan een mea culpa, een document over menselijk falen – voor en achter de camera? En zijn Poitras’ twijfels oprecht? ‘Dit is niet de film die ik aan het maken dacht te zijn’, ontboezemt ze ergens halfweg. Nochtans bestaat haar oeuvre uit onverteerbare tegenstellingen, politieke onderduikers, mediatieke macht en dubieuze mannen. Poitras maakt niet alleen zelf documentaires, ze treedt ook op als producent, via haar internetplatform Field of Vision, en onlangs hield ze een expositie omtrent surveillancekunst. In haar beste werk tot nog toe, The Oath (2010), Citizenfour (2014) en Risk (2016/17), staat telkens een individu centraal. Van film tot film zien we Poitras zoeken naar haar positie als documentairemaakster. The Oath en Citizenfour helpen ons te begrijpen wat er voor haar in Risk op het spel staat.

'Risk' ©Laura Poitras

Van journalist tot protagonist

In The Oath komt Poitras, via een kromme rechtszaak in Guantanamo Bay, op het spoor van de vroegere persoonlijke bodyguard van Osama Bin Laden, die ondertussen als taxichauffeur werkt in Yemen. Onverbiddelijk registreert Laura Poitras de vuile politiek achter internationale strafkampen en het verloop van het jihadisme in Afghanistan. Met een beperkte, opzettelijk vaag gehouden psychologische framing – iets met ontbrekende vaderfiguren en een kolonialistisch aanvoelend Amerika – bouwt ze een thrillerachtig raadsel op rond de ex-bodyguard. Ze doorprikt de illusie van nieuwsbeelden, interviews – beelden van de ‘grote media’ – met shots van een banale alledaagsheid (een blik cola bij een Al Qaeda-samenkomst), pijnlijke intimiteit (over eer, familie, falen), of noties van censuur: ‘Delete it!’, schreeuwt de taximan tegen het einde uit tegen de regisseur – maar welke macht heeft hij nog?

Het moreel kompas slaat alle kanten uit: wie is goed, wie is slecht? Waar eindigt de één zijn onderdrukking en begint die van een ander? Poitras geeft geen antwoorden: haar camera glijdt neutraal over de taferelen, haar ‘stem’ is niet te horen (impliciet uiteraard wel: keuzes qua camera, montage, onderwerp). Haar toenmalige producent werd er knetter van: hij had een rechttoe rechtaan anti-gitmo-film besteld. Wat moest hij met een film die weigerde kant te kiezen?

Met Citizenfour (naar de codenaam waarmee Ed Snowden Poitras eerst contacteerde) levert Poitras in 2014 een bijzonder spannende thriller af, maar dat betekent niet dat ze een verhaal kant-en-klaar opdist. Het vertelstandpunt verschuift expliciet naar de documentairemaker zelf. Kort na de release van Citizenfour, zegt ze daarover in The New Yorker: ‘Een plot is zo dwingend. Het is onvergeeflijk en simplificerend om oplossingen te bieden waar er geen zijn en voor een soort valse catharsis te zorgen.’

Poitras besloot te laten zien hoe Snowden een showcase creëert voor zijn onthullingen

Poitras wantrouwt niet alleen dwingende plots, maar ook interviews. Wat is een interview anders dan ‘een gesloten pad: mensen creëren narratieven over zichzelf, voor zichzelf. Alle onzekerheid, gevaar, risico, en decision making worden uit het heden verwijderd’ (uit hetzelfde gesprek met de The New Yorker). Vooral dat laatste mag in Citizenfour letterlijk genomen worden: de film is, op een korte proloog en epiloog na, een real time registratie van haar acht dagen durende ontmoeting met de controversieelste klokkenluider van zijn tijd. De situatie vroeg daar ook om. Er was geen decor, enkel de hotelkamer waarin ze zaten. Er was geen tijd voor persoonlijke vragen. Bovendien was Poitras naar eigen zeggen bijzonder gestrest: wat moest ze doen met dit materiaal? Uiteindelijk besloot ze te laten zien hoe Snowden vastzit in zijn ‘gesloten narratief’, te tonen hoe hij een showcase creëert voor zijn onthullingen. Het verhaal van de harde feiten liet Poitras over aan collega Glenn Greenwald, die alle documenten liet publiceren via The Guardian. Zelf wordt zij hier decision maker, niet alleen via een subjectieve voice-over, maar ook door filmisch haar aanwezigheid in het verhaal te benadrukken. Snowdens lot ligt in haar handen. Wat doet zij met het materiaal? De kijker sympathiseert met haar – wat zou ik doen in zo’n situatie? – en voelt haar angst, twijfel en verzet. En zo weet ze ook de macht die haar onderwerpen over háár hebben teniet te doen.

Gevallen helden

Wanneer Laura Poitras van journalist over artiest naar protagonist gaat, doorbreekt zij het beeld – het imago – dat haar onderwerpen van zichzelf willen ophangen. Zo ontneemt ze hen hun macht. Aan de oppervlakte gaan de films van Poitras over internetsurveillance, de Amerikaanse oorlogspolitiek, jihadisme, hacktivisme, maar wat haar films vooral onthullen is hoe het microlot van een individu vergroeid is geraakt met een macro-geschiedenis. Desalniettemin laat zij haar gevallen helden met rust zodra hun proces erop zit, toont zij niet de mails die Snowden naar zijn vriendin stuurt en mag Assange in stilte praten met zijn moeder. Haar films gaan over geheimen, maar toch gunt zij haar onderwerpen hun privacy.

Poitras motiveert haar aanpak als ze over The Oath schrijft dat ‘als de Verenigde Staten de bedreiging van Al Qaeda willen aanpakken, het noodzakelijk is om de motivatie van Al Qaeda te begrijpen, de radicale islamisten als echte mensen te zien, onderdeel te maken van de menselijke conditie, eerder dan ze er buiten te plaatsen. Hun humaniteit erkennen, is geen rechtvaardiging van hun daden, maar een aanvaarding van de oncomfortabele realiteit.’ Oncomfortabel, in de betekenis ook van: vaag, contradictoir, ongrijpbaar, complex. Door niet te kiezen, niet te definiëren, geheimen te gunnen, haar eigen twijfelende stem toe te laten, dwingt ze de kijker tot participatie. Tot eigen reflectie.

Poitras weigert een eindbeeld te maken - dit is Assange - want dat zou een vorm van machtsuitoefening zijn, van censuur ook

Door de onthullingen over Assange en Applebaum werd Poitras zelf gedwongen haar werk te herbekijken, opnieuw te reflecteren. Eén van de verschillen tussen de twee versies van Risk is dat er in de laatste meer vrouwen te zien zijn. Naast de aanbiddende blikken van Assange's entourage en de hoofddoeken achter de ondergrondse pc’s in Syrië of Egypte is er die letterlijke vraag helemaal aan het einde: ‘Een vrouw vroeg me waarom ik dit doe.’

Wie doet wat? Wie controleert uiteindelijk het narratief in Risk? Assange en zijn ego? De nieuwsmedia, het internet met zijn guerillatactieken? Of toch de weifelende Poitras? Ze weigert een eindbeeld te maken - dit is Assange - want dat zou een vorm van machtsuitoefening zijn, van censuur ook. Haar keuze om geen kant te kiezen, is zeker in tijden van hashtag-hysterie en eenzijdige krantenkoppen verfrissend. Laura Poitras had met haar honderden uren aan materiaal wel tien andere films kunnen maken, maar ze ging voor de minst populaire. Veel bleef op de montagevloer liggen: de Russische connectie, Assange in bed met alt-right en Trump, zijn rancune tegenover Ed Snowden. Misschien is dat net de vrijheid, het recht op privacy dat Poitras haar onderwerpen wil schenken.

Vrijheid, recht, begrip, menselijkheid, ambiguïteit: waarom worden deze termen zo vaak door het daderkamp, ter vergoelijking van seksueel geweld, gebruikt? Ook deze contradictie maakt deel uit van Poitras’ verhaal. ‘Lines were blurred’, zo vat ze haar project samen. Andermaal geeft ze geen eenduidig antwoord, geen uitsluitsel. En wij? Wat moeten wij maken van die blur, die troebelheid, die vaagheid? Wat moeten we doen met al die gevallen mannen die eens onze helden waren? Ze vergeten – zoals Ridley Scott de facie van Kevin Spacey digitaal wil wegwerken uit zijn nieuwste film? Of zetten wij de schaamte van ons af en blijven we genieten van de meesterwerken van Roman Polanski, of het schoons dat Bart de Pauw ons geschonken heeft? Het is een open vraag, waarop het antwoord eveneens complex is en mag zijn.